Posts

Posts uit december, 2020 tonen

31 dec

'Het Woord is mens geworden en heeft bij ons gewoond, vol van goedheid en waarheid' , zo lezen we vandaag in het evangelie. Lieve mensen, ik zou u willen uitnodigen om van deze laatste dag van het jaar een dag te maken getekend door diepe dankbaarheid, en wel om datgene wat we in dit citaat lezen en deze dagen gedenken en vieren: de menswording van God in Jezus. Christus is zo’n groot geschenk voor de mensheid!! We kunnen ons daar niet genoeg bewust van zijn. ‘Uit zijn overvloed zijn wij allen met goedheid overstelpt’ , zo lezen we vandaag. Ja, we zijn positief besmet met zijn goedheid. In die zin kunnen en mogen wij delen in Gods goedheid voor de mensheid, door deelgenoot te worden aan Christus’ liefde voor allen. Wat een eer, wat een genade! Laten we deze genade waardig dragen, en wel door ‘ja’ te zeggen. Ons ‘ja’ leggend in het ‘ja’ van Jezus tot de Vader. Mogen we alzo Gods Blijde Boodschap zijn voor elkaar, mekaar besmettend met Gods goedheid, diep verbonden met de hele

30 dec

Vandaag hoorden we hoe Hanna dag en nacht in de tempel verbleef en daar al biddend en vastend God diende. Hanna doet ons denken aan de talloze monialen wereldwijd die, dag en nacht, biddend en vastend, God dienen. Deze mensen, die in de stilte van hun abdijen, verborgen achter kloostermuren, hun leven volledig toewijden aan God, zijn van kapitaal belang voor de Kerk en de mensheid in haar geheel. Zij houden in alle verborgenheid een vlam brandend die in de samenleving dikwijls tot een klein pitje is geworden. Niemand ziet hen bezig, weinigen kennen ze, maar door hun wijze van leven geven ze leven aan de Kerk. Doorheen gebed, vasten en offer schenken zij immers de gehele mensheid aan God als een gebed zonder ophouden. En ook al klinkt het dezer dagen misschien niet echt populair; gebed geeft leven, méér dan we vermoeden. En juist daarom zijn deze mensen van kapitaal belang. Maar dat geldt ook voor ieder die thuis in alle verborgenheid z'n dagelijks gebed verricht. Als wierook stijgt

29 dec

Vandaag schrijft Johannes in de eerste lezing: Geliefde broeders en zusters, ik houd u in deze brief geen nieuw gebod voor maar een oud, dat u vanaf het begin bekend is. Dat oude gebod is de boodschap die u gehoord hebt. Toch is het ook een nieuw gebod, omdat de duisternis wijkt en het ware licht al schijnt, en dit is werkelijkheid in Jezus’ leven en in uw leven. Johannes heeft het hier over het gebod van de liefde; een gebod dat inderdaad geen nieuw gebod was, het was al eeuwen oud, het was van in het begin. Maar tegelijkertijd was het ook een nieuw gebod. En dat had natuurlijk alles te maken met de komst van Jezus. Hij, mensgeworden God, de Liefde zelf, zal de mensheid een genade schenken die zij voordien nooit op zo'n manier gekregen heeft. Die genade was en is namelijk Hijzelf. Wat zich daar afspeelde in die grot te Bethlehem, speelt zich sindsdien af in ieders mensenhart. Buiten het fysisch karakter wordt op geen andere wijze dan toen Jezus steeds opnieuw geboren in elke mens

Onschuldige Kinderen

Vandaag moeten we het jammer genoeg hebben over onschuldige kinderen die in naam van wereldse tirannie worden afgeslacht... Vreselijk!! Het is goed om stil te staan bij deze historische gebeurtenis. Dit gegeven is namelijk ook evangelie. Het gaat hier over vergoten onschuldig bloed, een voorafbeelding van wat er binnen een kleine dertig jaar staat te gebeuren op Calvarie. Het zijn de eerste martelaren nog voor hun Heer zelf als martelaar zal lijden en sterven op een kruis. Laten we eens kijken naar ons eigen hart. Is daar iets te bespeuren van een soortgelijke tirannie? En dan gaat het er niet om dat we kindermoordenaars zouden zijn (laat ons hopen dat niemand dat van ons is), maar dan gaat het om het niet kunnen verdragen dat God met iets bezig is rondom ons. Zoals bij Herodes die het niet kon kroppen dat er een nieuwe 'Koning' zou geboren zijn. Hij wist niet wat hij deed... de arme ziel. Rondom is God soms meer bezig dan we denken. Blindheid, jaloezie, onverschilligheid,..

H. Familie

Naar goede gewoonte vieren wij de zondag na kerst de Heilige Familie. Terwijl we twee dagen geleden vooral nog keken naar de kleine Jezus in de kribbe, kijken we deze zondag ook naar zijn vader en moeder, naar het gezin in z’n geheel, de Heilige Familie, zoals men dat gezin van oudsher noemt. Laten we samen dit gezin aanschouwen, en laten we het gezin van vandaag spiegelen aan deze Heilige Familie. Wat maakt het gezin Maria-Jozef-Jezus zo heilig ? Daar zou veel over te zeggen zijn, maar het evangelie dat we zonet hoorden licht alvast een tip van de sluier op, in de zin dat het evangelie van vandaag een feit verhaalt dat een gezin, eender welk, op weg zet naar heiliging. We hoorden hoe Jozef en Maria met Jezus naar de tempel trokken om hun kind op te dragen aan God. Dit was zeker geen eenmalig gebeuren dat enkel dit gezin deed. Het was in die tijd, trouwens tot op heden, een gewoonte dat vrome Joden hun kinderen opdroegen aan God in de tempel, of vandaag de dag in de synagoge. En da’

26 dec - Stefanus

Ze dreven Stefanus de stad uit om hem te stenigen. Zo lezen we vandaag in de eerste lezing uit de Handelingen van de Apostelen. Moesten we gisteren met Kerst ons al hebben laten meeslepen door allerhande romantische beelden die ons in een zeker sfeer brachten, de lezingen van vandaag zetten al snel weer met de voeten op de harde grond. Niet voor niets plaatst de Kerk de gedachtenis aan Stefanus onmiddellijk na Kerst. Wat Stefanus namelijk meemaakt, is de uiterste consequentie van de navolging van het Kind in de kribbe. Niet dat we met z’n allen nu de marteldood moeten gaan sterven, maar het toont wel dat de trouwe liefde aan God gevolgen kan hebben. En dan moeten we spreken over kruisliefde, over consequenties, of minstens over de intentie Jezus’ kruis op te nemen wanneer de liefde dit vraagt. En de liefde vraagt dat. Heel dikwijls. Liefde vraagt keuze. Het gaat om engagement. Liefde vraagt afsterven aan een zeker oppervlakkig ik dat wilt leven voor zichzelf. Liefde leeft voor de and

Kerstmis

De herders gingen terug, terwijl ze God loofden en prezen om alles wat ze gehoord en gezien hadden… Zo lezen we vandaag in het evangelie. Persoonlijk heb ik een boontje voor de herders in het kerstverhaal. Zij leefden in de realiteit van het gewone leven: het waren arbeidslui, leefden niet in paleizen, leefden met de seizoenen der natuur. Hun leven was ver van romantiek, dikwijls hard en ruw, zoals het leven voor velen van ons is. Het waren mensen met haken en ogen, zoals u en ik. Mooi toch hoe deze groep van mensen de eer kreeg om als eersten, uiteraard na Maria en Jozef (en de dieren), het Kind te mogen zien, te mogen aanbidden. Geen keizers en koningen, geen vooraanstaande religieuze mensen, maar gewone eenvoudige lieden mochten als eersten het Kind bewonderen. We lezen, toen ze terug gingen, dat ze God lof brachten en prezen om alles wat ze gezien en gehoord hadden. Wat een vreugde moet hun hart gekend hebben. Lieve mensen, u die op een of andere wijze tijdens de voorbije nacht,

Daags voor Kerstmis

Vanwege de pandemie zal het vanavond geen kerstnacht zijn zoals velen van ons dat gewend zijn: geen dienst in de kerk, geen feesttafel met veel mensen, geen cadeautjes uitdelen,… Voor heel wat mensen is dit pijnlijk. We zijn nu eenmaal sociale wezens, en op religieuze feesten mag dat z’n uitdrukking kennen. Maar dit jaar zal dit dus in uiterste mineur zijn. En toch, lieve mensen, wil ik u voorstellen om je hoofd, en zeker niet je hart, daardoor te laten hangen. Integendeel. Ik zou zeggen: richt je op de woorden die we vandaag horen uit de mond van Zacharias: 'Dankzij de liefdevolle barmhartigheid van onze God zal het stralende licht uit de hemel over ons opgaan en verschijnen aan allen die leven in duisternis en verkeren in de schaduw van de dood, zodat we onze voeten kunnen zetten op de weg van de vrede.' Moge de kerststal, of beter gezegd de kleine Jezus, het centrum zijn van de komende nacht. Vanuit de kribbe zal Jezus vragen bij Hem in de stal te komen. Hij zal ons wenke

woensdag in week 4 advent

Vandaag horen we over de geboorte van Johannes de Doper, neef en voorloper van Jezus. Een wat merkwaardig figuur die meer thuishoort bij de strenge oordelende profeten dan bij de warme goddelijke barmhartigheid die Jezus kwam brengen. Maar in zijn zogenaamde hardheid was hij duidelijk en klaar: bereid de weg van de Heer (in jezelf), laat de zonde achter, laat je dopen als voorbereiding op de Komende. 'De machtige hand van de Heer beschermde hem' , zo lezen we vandaag in het evangelie. Johannes was een vreemd figuur, maar we moeten hem echt serieus nemen; zowel in persoon als in wat hij zei (en in zekere zin 'zegt'). Er is maar één manier om je op het komen van God in het Christuskind goed voor te bereiden, en dat is afstand nemen van je zonden, je nee-woorden, je slechte gewoonten, je laksheid, en zo meer. Het is met een proper hart en met de juiste intenties je openen voor Hem die je zal vullen met zichzelf, opdat Hij je leven kan worden ten bate van de mensheid. Li

dinsdag in de vierde week van de advent

Vandaag horen we Maria zingen: 'Mijn ziel prijst en looft de Heer, mijn hart juicht om God, mijn redder.' Wie in ontmoeting leeft met God, en wie zich daardoor ten diepste gered en bevrijd weet, draagt diep vanbinnen vreugde. Daarom geen uitbundige vreugde met veel toeters en bellen, maar een innerlijke vreugde; een jubel zeg maar die als het goed is straalt op ons gezicht en zichtbaar is in wat we doen. Iets dergelijks lezen we vandaag in het evangelie in dat prachtige lied dat we ‘het magnificat’ zijn gaan noemen. Maria prijst God omdat Hij omziet naar het kleine, omdat Hij het nederige uitkiest om zelf gebaard te worden voor de mensheid. Maria weet zich aangeraakt door God en dat doet haar ziel in vreugde ontvlammen. Lieve mensen, wij zijn Maria niet, en we zijn geen fysische dragers van de Heer, en we zullen Hem ook niet zichtbaar baren. Anderzijds zijn we wel geroepen Maria te zijn, dragers van de Heer, geroepen Hem te baren voor de mensheid. Mogen we ons gelovig bewust zi

maandag in week 4 advent

De verzen die we vandaag horen uit het boek Hooglied gaan over verliefdheid; over een wederzijdse verliefdheid; een verliefdheid in de diepe betekenis van het woord, ver voorbij romantiek en spontaan buikgevoel. Hier gaat het om een goddelijke verliefdheid; een verliefdheid die haar ontstaan en wortels heeft in God zelf. Het gaat over een verliefdheid die opwekt, die fris is, die zingt van vreugde. Het is verliefdheid langs beide kanten. En dat maakt de verliefdheid juist zo vol, zo levendig, zo vruchtbaar. Het wordt een samensmelten van twee geliefden. Mooi zijn de woorden die de schrijver heeft gekozen om de liefde van God te bezingen. Als een jong hert snelt Hij naar ons toe, springend over de bergen, dansend over de heuvels, kijkend door het venster of Hij ons ziet... Prachtig. Zo is God, oud misschien in jaren, maar zo jong en jeugdig in zijn liefde; fris, blij, enthousiast... tot over zijn goddelijke oren verliefd. Ja, zo kijkt God naar ons. Zo komt, wat zeg ik... zo ‘snelt’ Hij

vierde zondag advent - B

Gabriël ging het huis binnen en zei: ‘Gegroet Maria, je bent begenadigd, de Heer is met je.’ Zo lezen we vandaag. Dat is nu precies wat er met Kerstmis gaat gebeuren in deze wereld. God zal zeggen: ‘Gegroet m’n mensen, jullie zijn begenadigd, de Heer is met je’. Ja, ‘met je’. Kerstmis is immers een innerlijk gebeuren, een gebeuren van het hart, een gebeuren in de mens. We gaan dit veruitwendigen, we gaan dit vieren, dit jaar waarschijnlijk niet in het kerkgebouw en thuis in zeer beperkte kring, maar we leggen wel het kind in de kribbe, we geven elkaar geschenken en sturen mekaar wensen, we versieren onze woning,.. Maar in wezen blijft het een feest van de binnenkant. Al wat er gebeurt aan de buitenkant is een verafbeelding van wat er zich diep vanbinnen afspeelt; in ons persoonlijk leven, en onder ons als gemeenschap. De Heer zal komen, steeds weer opnieuw. In die zin is de wereld begenadigd; zijt gij, ben ik, zijn wij allen, diep begenadigd. Wijzelf zijn de kribbe waarin God zijn Z

zaterdag in week 3 advent

Zacharias werd door de engel letterlijk door stomheid geslagen toen deze hem de vraag stelde hoe hij kon weten of dit spreken van hem wel waar was. Misschien vinden we dat Zacharias overdreven behandeld werd. Negen maanden niet mogen spreken... dat is nogal wat... En toch... Deze negen maanden waren voor Zacharias beslist een tijd van diepe genade; een tijd waar hij in stilte kon nadenken over Gods beloften. En uit het prachtige gebed bij de geboorte van zijn zoon kunnen we opmaken dat dit inderdaad geen verloren tijd was. Wij leven in een tijd waarin veel gepraat wordt, en alles schijnbaar bepraat moet worden. Iedereen is maar aan de praat, letterlijk met de mond, of via sms, of andere kanalen via de zogenaamde ‘sociale’ media. Alsof het heil voort zal komen uit al dat menselijke getater. Natuurlijk kan God ook aanwezig zijn doorheen ons spreken, maar soms is het ook goed af en toe te zwijgen zonder alsmaar te denken te moeten praten. Kierkegaard (Deens protestants theoloog en filos

woensdag in week 3 advent

Jozef moet vanbinnen diep gekwetst geweest zijn; we mogen dat niet onderschatten. Zijn verloofde was immers zwanger geraakt ‘door een ander’. Wat moet de man vanbinnen pijn hebben gehad. Jozef was een goed en rechtschapen man. Ondanks wat er gebeurd was, wilde hij Maria niet in diskrediet brengen, en koos ervoor om in stilte van haar te scheiden. Hij wilde het voor de buitenwereld zo schoon mogelijk afhandelen. Dat siert de goede man. Anderzijds leert dit evangelie ons dat wij niet geroepen zijn om enkel menselijk rechtschapen te leven. Het zou wel eens kunnen zijn dat we ons, in al onze goedheid, opsluiten binnen onze gewone menselijk plannen, onze persoonlijke reikwijdtes en horizon, zonder rekening te houden met de hemel, met wat God wil. Er is meer in het leven dan puur menselijke goedheid. Zo ook bij Jozef. En God moest dus ingrijpen. In een droom liet Hij een engel verschijnen aan Jozef die hem gerust stelde door te zeggen hoe Gods vork in de steel zat. En, zo lezen we dan, Joze

donderdag in week 3 advent

God is mens geworden. Hij heeft een menselijke voorgeschiedenis, een geslachtslijst, voorouders, een grootvader, een grootmoeder, een vader, een moeder, al laat de schrijver van de geslachtslijst duidelijk uitkomen, dat die niet zijn echte vader en moeder waren, want Jezus wordt hier niet voorgesteld als het kind van vader Jozef, maar als het kind van Maria die Hem heeft voortgebracht, niet uit kracht van een man, maar uit kracht van de heilige Geest van God: "Jakob verwekte Jozef, de man van Maria. Bij haar (niet uit Jozef) werd Jezus verwekt, die Christus genoemd wordt." Wat is Hij ons nabij gekomen! En wat een verschil met de andere goden! Israëls God is een god van mensen, de goden der volkeren zijn goden van plaatsen, van plaatselijke heiligdommen: Thebe, Delfi, Babel enzovoort. Jahwe was de God van een nomadenvolk, zonder vaste woonplaats, heen en weer trekkend tussen de vruchtbare beddingen van de Nijl in Egypte en de vruchtbare rivierbeddingen van Tigris en Eufraat

woensdag in week 3 advent

Jezus antwoordde: ‘Zeg tegen Johannes wat jullie gezien en gehoord hebben: blinden kunnen weer zien, verlamden weer lopen, mensen met huidvraat worden gereinigd en doven kunnen weer horen, doden worden opgewekt, aan armen wordt het goede nieuws bekendgemaakt. Gelukkig is degene die aan Mij geen aanstoot neemt.’ Wanneer mensen naar ons gestuurd zouden worden met de vraag: 'Zijn jullie die gemeenschap die men christenen noemt ?', dan zouden wij als antwoord moeten kunnen geven: 'Ga terug en zeg wat jullie zien en horen: mensen die verlamd zijn geraakt door oordeel ervaren weer dat zij bemind worden. Mensen die gezondigd hebben groeien op hun weg naar bekering door het krijgen van vergeving. Mensen met depressies komen weer langzaam maar zeker tot leven. Armen worden in de kring van de gemeenschap geplaatst en weten zich erbij. Mensen die ziek waren door verwerping ervaren weer genezing door liefde die hen aangeboden wordt. Naar mensen die vereenzamen door het coronavirus wor

dinsdag in week 3 advent

Je hebt, naar de woorden van Jezus, mensen die eerst nee zeggen en dan ja, en je hebt ook mensen die eerst ja zeggen om dan uiteindelijk nee te doen. Ik vermoed dat velen van ons zich sterk herkennen in deze laatste groep. Eerst ja zeggen maar het dan toch niet doen. Het is een ja dat ontspruit vanuit een innerlijk enthousiasme, een verlangen de Heer te volgen, een behoefte zich te bekeren, een dorst naar een leven getekend door liefde. In wezen is dit een mooi verlangen; een verlangen dat gekoesterd moet worden. We mogen dit verlangen gerust zien als het waaien van de Geest; de Geest die ons doet hunkeren naar God en het volbrengen van zijn wil. In dit verlangen voelen we ons thuis, omdat we haarfijn aanvoelen dat het dat is dat we eigenlijk wensen te doen. Het verlangen is één zaak, het volbrengen is nog iets anders. En daar knelt soms het schoentje. Want dan moet het gebeuren. Dan moet er in ‘actie’ getreden worden. Dan moet het woord vlees worden. Soms lukt dat, en juist dat maak

maandag in week 3 advent

De hogepriesters en de oudsten waren bekommerd om zichzelf, hun denken, hun veiligheid, en niet om de waarheid. Dat maakte hen niet enkel blind, maar ook ontoegankelijk. Hun hart bleef gesloten. Laten we niet te snel denken dat we niet zijn zoals de oudsten en de hogepriesters uit het evangelie van vandaag. De meesten van ons besteden heel wat energie in het omhelzen wat zij zien als hun waarheid. Wat ik denk, wat ik zeg, hoe ik het zie… ja, dat vind ik toch wel belangrijk. En een ander moet dat maar respecteren. Ieder z’n waarheid… weet je wel? Maar als we allemaal zo moesten praten en leven… er zou nog weinig plaats zijn voor ‘de waarheid’. Want ook al wil de ware waarheid ingang vinden, en zich nestelen, in ons denken en in ons hart, de oorsprong van deze waarheid ligt niet bij ons, maar wel bij God. We mogen en kunnen Gods waarheid nooit maken, laat staan toe-eigenen. We zijn er geen eigendom van. En we moeten, wanneer we denken Gods waarheid in ons te dragen, altijd opnieuw ber

zondag 3 advent - B

Er kwam iemand die door God was gezonden; hij heette Johannes. Een gezondene van God! In de oorspronkelijke taal zit in het woord 'gezondene' hetzelfde als in het woord 'apostel'; een apostel is eigenlijk een 'gezondene'. In onze taal zouden wij zeggen: een missionaris, in 'missio' zit het woord 'zending'. Een missionaris is een zendeling, een gezondene. En als we vandaag in het Credo de Kerk belijden als een apostolische Kerk, dan is héél de Kerk een gezondene van God. We zijn als mensen van de Kerk allemaal gezondenen, gezonden van Godswege. De Kerk is in de wereld van Godswege, zij is zendeling van God, geroepen door God naar de wereld toe. Ieder van ons is dus een gezondene van God. Dat hoeven we niet telkens in ontmoetingen tot uitdrukking te brengen. We hoeven niet telkens de naam 'Christus' te vernoemen. Soms kan het, soms niet. We moeten vooral van Jezus getuigen vanuit zijn inwoning in ons; wij die Hem dragen, wij die van Hem vre

zaterdag in week 2 advent

Elia was een typisch profeet zoals wij ze dikwijls voorstellen, en kennen uit het Oude Testament. Vurig, en radicaal. Ze voelden zich verantwoordelijk om in een onheilige wereld het heilige aanwezig te stellen. Ze spraken, of riepen, met een vurige begeestering, oordelend en oproepend. Ze wilden het volk op deze wijze tot luisteren dwingen, omwille van God die in het dagelijks leven zo dikwijls verloochend werd. Zo was Elia, en met hem vele profeten. Ook Johannes de Doper was niet anders. Hoewel deze laatste ook nog een specifiek zending vervulde, namelijk voorloper te zijn van de Komende. Die Komende, Jezus, ja, die kwam ook met vuur, maar – zo mogen we zeggen – Hij kwam met een geheel nieuw vuur. Geen vernietigend vuur, geen oordelend vuur, maar een innerlijk vuur, een mild vuur, een zacht vuur. Jezus kwam met het vuur van de heilige Geest; een vuur dat de mens diep vanbinnen tot gebed zal aanzetten, een vuur dat de hele mens zal doen wenden naar zijn Schepper. Het is een vuur dat o

vrijdag in week 2 advent

‘Ik geef jullie onderricht in je eigen belang...’ , zo lezen we vandaag bij de profeet Jesaja. Gods onderricht gaat veel dieper dan een gericht zijn op een 'weten hoe het moet'. Want, wat dit laatste betreft, in ons hoofdje weten we maar al te goed hoe het moet. En toch spelen we het maar met mate klaar te doen wat God vraagt. De reden zit 'm doorgaans in het feit dat we ons moeilijk kunnen toevertrouwen aan het werkelijke onderricht dat God ons bieden wil: het onderricht van het hart. Immers, het onderricht dat God biedt is niet zozeer gericht op een verstandelijk kennen of weten. Wat Hij wilt is ons in ontmoeting brengen met Zichzelf, dat veel dieper reikt dan onderricht geven puur op vlak van verstandelijk kennen of weten: Gods-ontmoeting dus. Het gaat om eenwording, vereniging, intimiteit tussen God (in Christus) en wij. Dit 'gaan met de Heer', deze verkering tussen Hem en ons, wordt dan veel meer dan een verstandelijk weten. Het gaat veeleer om een ervaring van

donderdag in week 2 advent

'Ik ben de Heer, je God, Ik neem je bij je rechterhand en zeg je: Wees niet bang, Ik zal je helpen. Wees niet bang, kleine Jakob, arm volk van Israël, Ik zal je helpen – spreekt de Heer –, de Heilige van Israël is je bevrijder.' Zo lezen we vandaag bij Jesaja. Het mag duidelijk dat Jesaja hier profeteert over de komst van Christus, Jezus, de 'Heilige van Israël'. 'Wees niet bang' om zijn komst, schrijft hij. Woorden van lang geleden, maar in wezen nog even actueel; woorden voor ieder van ons. Want laat ons eerlijk zijn: diep vanbinnen zijn we soms bang van de Heer. We houden van Jezus, we zijn blij dat Hij bij ons is, we zijn dankbaar om zijn liefde voor ieder van ons, maar anderzijds... diep vanbinnen zijn we soms angstig. We zijn angstig onszelf te verliezen, ons helemaal te moeten prijsgeven aan de liefde. We zijn bang onze comfortzonde te moeten verlaten omwille van het evangelie. We zijn angstig te moeten veranderen, en altijd en ten volle te moeten gaa

woensdag in week 2 advent

Vandaag lezen we bij de profeet Jesaja: 'De Heer geeft de vermoeide kracht.' Heb je ook soms van die dagen dan het moeilijk gaat, in de zin van dat je je precies door de dag heen moet sleuren? Het gaat gewoon niet. Alles lijkt teveel. Dit kan op fysisch vlak zijn, maar evengoed op psychisch vlak, en zelfs op religieus vlak. Zonder dat we het altijd beseffen lopen deze drie soms door elkaar, overlappen ze elkaar, heeft het een invloed op het ander, enz... . Een mens is een geheel en alles hangt aan elkaar. Ja, soms kan het leven een echte pffffffff zijn, één grote zucht. Soms zijn we op, weegt alles zwaar, kunnen we moeilijk bidden, ons lichaam doet pijn, we zijn moe, we voelen ons niet begrepen, die stomme rekeningen die er nog liggen, we zijn eenzaam, we leven met schuldgevoel,... . Ach, het is bij ieder van ons hoor. Iemand die beweert dat hij van dit alles geen last heeft: vooral niks van geloven!! Je kan dan heel mooie adventsthema’s verzinnen zoals bijvoorbeeld ‘Geroepe

8 dec - Onbevlekte Ontvangenis Maria

In het evangelie van vandaag hebben we gehoord hoe er een ontmoeting plaatsvindt tussen hemel en aarde, tussen God en mens. Een ontmoeting tussen een vertegenwoordiger van God: de engel Gabriël, van Godswege gezonden en een vertegenwoordiger van de aarde: Maria. Maar wat gebeurt er nu in zo'n ontmoeting? Wat wordt er gezegd, en wat wordt er niet gezegd? Wat gebeurt er wanneer wij in gebed zijn, in een inwendig, persoonlijk gebed? Want wat ons hier in het evangelie wordt voorgehouden, is eigenlijk zoveel als een gebedservaring, een Godservaring, een Godsontmoeting. In dit gebeuren van de Blijde Boodschap van de engel aan Maria is de engel aan het woord, hij spreekt en Maria zwijgt, of beter gezegd: Maria luistert. Eén keer, aan het begin, vertoont ze iets van een reactie, maar niet door iets te zeggen. Die reactie was op het woord van de engel: "Gegroet Maria, je bent begenadigd, de Heer is met je." Dat roept niet een zekere ongerustheid, maar een zekere verbazing, verwon

maandag in week 2 advent

Er kwamen een paar mannen met een verlamde op een draagbed, die ze naar binnen wilden brengen om hem voor Jezus neer te leggen. Maar ze zagen geen kans om door de mensenmassa heen te komen, en dus gingen ze het dak op en lieten hem op het bed door een opening in het tegeldak naar beneden zakken tot vlak voor Jezus. Zo lezen we vandaag in het evangelie. Mooi toch hoe die enkele mannen hun vriend tot bij Jezus brachten door het dak op te klimmen en hem te laten zakken. Dat is liefde. Liefde gaat mee op weg, liefde engageert zich, liefde neemt zijn verantwoordelijkheid, liefde zet aan tot elkaar dragen, liefde schept gemeenschap, liefde brengt elkaar en ons naasten bij het hart van ons bestaan. En dat hart is voor ons christenen Christus; de Heer die, zo leert het evangelie vandaag, volop leven geeft. Velen in deze wereld leven de dag van vandaag als verlamden, om welke reden ook. De roeping van de Kerk is oog hebben voor deze mensen en naar hen toegaan. Als Kerk mogen we niet cocoonen

2e zondag advent - B

Alvorens de Heer aan zijn openbaar leven begon, riep Johannes het volk op zich te bekeren. Hij riep op hun hart klaar te maken voor de komst van de Messias. De advent is de tijd bij uitstek om, elk jaar opnieuw, grote kuis te houden in ons hart.  Allemaal dragen we immers dingen in ons die ons weerhouden de Heer te verwachten, Hem te dragen, Hem te baren. Berouw is een gave waarvoor wij mogen bidden. Doorheen het berouw laat God immers weten waar we fout zitten. Een eerlijk en oprecht berouw is een genadevol gebeuren. Het kan een spingplank zijn naar echte en diepe bekering. Berouw dient niet om triestig te worden. Het kan zijn dat het een gevoel van droefheid met zich meebrengt door vast te stellen hoe zwak we zijn. Maar berouw zou onze blik en ons hart vooral moeten richten op de Komende, op de Heer, die reeds genadevol aanwezig is in het berouw. In zijn grote barmhartigheid wilt Hij doorheen ons berouw al wat duister is omkeren naar zijn licht. Hij wil ons weer verzoenen met Zich

zaterdag in week 1 advent

Vandaag lezen we: Toen Jezus de mensenmenigte zag, voelde Hij medelijden met hen, omdat ze er uitgeput en hulpeloos uitzagen, als schapen zonder herder. Laten we eens kijken naar de mensenmenigte van vandaag; wereldwijd, maar ook in onze straat, en misschien wel in eigen huis. Velen lijden onder de coronamaatregelen, zijn het meer dan moe, dreigen te verdorren,… we weten het. Maar ook los van het coronaverhaal zijn er veel mensen die vandaag de dag levensmoe zijn, mensen die dagelijks vechten tegen depressie, sommigen verlangen liever dood te zijn dan morgen weer de dag te moeten aangaan,… Zonder de onheilsprofeet te willen uithangen is het gewoon een feit dat vele mensen vandaag de dag ‘moe’ zijn, om welke reden ook. Men mist houvast, levenszin, een doel. Vandaag zien we veel kerstversiering voor vensters en in voortuinen. Mooi in deze donkere dagen. Maar het is tevens een feit dat er achter heel wat gevels een verborgen leed aanwezig is getekend door moeheid en eenzaamheid. Het eva

vrijdag in week 1 advent

  Jezus vroeg de blinden: ‘Gelooft u dat Ik dit kan doen?’ Ze antwoordden: ‘Zeker, Heer!’ Daarop raakte Hij hun ogen aan en zei: ‘Zoals u gelooft, zo zal het ook gebeuren.’ En hun ogen gingen open. Geloven is meer dan met de lippen belijden dat we geloven. In wezen is geloven is een act van de mens; een act van overgave; overgave aan de Heer die in ons en bij ons is. Wanneer wij dus bijvoorbeeld zeggen in de geloofsbelijdenis: 'Ik geloof in Jezus Christus, Gods enig geboren Zoon', dan zeggen wij eigenlijk: 'Ik geef mijn hart aan Jezus, enige Zoon van God'. Of: 'Ik geloof in de heilige Geest', zeggen wij eigenlijk: 'Ik laat het waaien toe van Gods Geest diep in mezelf'. Geloven is dus een beweging van de mens naar de Heer toe. De gelovige geeft zich aan Christus, aan de liefde van zijn Geest. In wezen is geloven dus een gebedshouding van voortdurende toewijding aan God in Christus in de liefde van zijn Geest. Als men zou vragen: 'zijt gij gelovig?&

woensdag in week 1 advent

De rots waarover het evangelie spreekt, is Christus zelf. Bedoeling en roeping is ons ‘huis’ te bouwen op Hem. Dit ‘huis’ zal niet instorten, opdat Christus het fundament zal zijn van ons bestaan. Wat niet wil zeggen dat er tegen het huis niet gebeukt zal worden. Dat zal het zeer zeker wel. Maar het huis, de bewoners, zullen steeds de ondergrond, de rots, Christus, in her-innering houden, in de zin dat ze zich in Hem genesteld hebben, verankerd, innig met Hem verbonden. Men draagt de Heer als een  innerlijk fundament waarop ze in vertrouwen bouwen. Op Christus mogen ze vertrouwen dat datgene wat tracht in te beuken niet de macht heeft de ziel te schaden. Oh ja, misschien wel het lichaam, en vele andere dingen. Maar niet de ziel. Want die is vervuld met de Heer, die ziel is bewoond, en wie zich toevertrouwt aan deze Bewoner – Christus -  mag zich veilig weten. Veilig… niet door zich te verbergen voor de wereld, met religieuze sfeertjes ergens in een hoekje; een soort cocooning met gel

woensdag in week 2 advent

Vandaag horen we de gebeurtenis van de broodvermenigvuldiging. Met zeven broden en enkele visjes gaf Jezus de hele mensenmassa te eten tot ze verzadigd waren. En er was zelfs nog over. Zeven broden en enkele visjes… Dat is niet veel. En toch kon Jezus er een waar wonder mee verrichten. Is het in ons dagelijks leven ook niet zo? Laat ons eerlijk zijn: wat hebben we de Heer te bieden? In vergelijking met de liefde die wij van Hem mogen ontvangen is het gewoonlijk niet al te veel. En toch kan Jezus wonderen verrichten wanneer wij dat beetje in onszelf aan Hem schenken. Maar we moeten het ‘willen’ schenken. Niet denken van: ‘Jezus kan met mij weinig doen’. Of: ‘Ik ben het niet waardig’. Das flauwe kul. Jezus wacht op ons. Hij wacht tot we onszelf geven aan Hem, ook al is dat in onze ogen niet veel. Het mooie is dat Jezus met dat heel klein beetje van onzentwege wonderen kan verrichten; wonderen van liefde. Eén voorwaarde: we moeten het Hem schenken. Dat vraagt moed, nederigheid, keuze.

dinsdag in week 1 advent

Gisteren spraken we hier nog over roeping, en het belang van het stille en volgehouden gebed om de roep van de Heer te horen en te koesteren. Vandaag spreekt Jezus over een innerlijke gesteltenis om op een goede manier in het gebed aanwezig te zijn. Hij doet dit door middel van een lofprijzing tot de Vader: 'Ik loof U, Vader, Heer van hemel en aarde, omdat U deze dingen voor wijzen en verstandigen hebt verborgen, maar ze aan eenvoudige mensen hebt onthuld. Ja, Vader, zo hebt U het gewild.' Als Jezus hier spreekt over eenvoudige mensen heeft Hij het niet over wel of niet gestudeerd hebben, of door het leven gaan met of zonder kerkstatus, enz... Jezus prijst hier de mensen die 'arm zijn van geest', mensen die vanbinnen een leegte bewaren voor zijn inwoning, zijn bidden in ons. Wanneer wij bidden is het goed dat we dat doen in deze geest; arm van geest. Je innerlijke blik richten naar God, heel gewoon, heel eenvoudig, gelovend wetend dat je staat voor zijn Aangezicht, je