Posts

Posts uit maart, 2021 tonen

woensdag in de Goede Week

Op een van de grootste momenten uit de geschiedenis, daar waar Jezus zichzelf zal schenken in brood en wijn, is het kwaad op z'n sterkst aanwezig. De Heer, en de duivel in Judas... samen aan dezelfde tafel. De Heer, een en al liefde... en Judas, bezeten van zijn boze bedoelingen. Waar christelijke liefde is, is de duivel nooit ver af. Dat deze laatste mee aan tafel zit, dwingt ons steeds op de hoede te zijn en de houding van innerlijke onthechting aan te nemen. kris

dinsdag in de Goede Week

Jezus voorspelt aan Petrus dat hij Hem driemaal zal verloochenen. Dit moet Petrus zeer bedroefd hebben. Hij hield immers van zijn Heer. Enkele dagen later inderdaad zal blijken dat hij zijn Heer tot drie maal zal verloochenen. En hoe zit dat met ons? Moest Jezus aan ons zeggen dat wij Hem binnenkort zouden verloochenen... we zouden, net als Petrus, ook bedroefd zijn, want we houden toch van Jezus. Niet? Jezus verloochenen betekent niet enkel onze vriendschap met Hem ontkennen wanneer men daarachter zou vragen, zoals dat bij Petrus het geval was. Jezus verloochenen betekent ook niet liefhebben wanneer deze mogelijkheid er was, het betekent ook niet vergeven wanneer dit kon, het betekent ook geen verzoening brengen daar waar dit wel degelijk mogelijk was. Elke keer, op iedere moment, op elke plaats, waar Jezus vraagt Hem te volgen, en waar wij dat niet doen, verloochenen we Hem in zekere zin. Christelijk leven mag geen vrijblijvend gebeuren zijn. Het kent en vraagt een welbepaalde lev

maandag in de Goede Week

Judas Iskariot wilt de heilige uithangen maar dat is puur voor de schijn. In werkelijkheid is hij een dief, een verrader. Achter de schone schijn schuilt een kwaad hart. Iets dat bij ons allemaal wel eens voorkomt: goed doen opdat de mensen ons hoog zouden inschatten terwijl we diep vanbinnen… ach… we weten het wel. Maria daarentegen nam een kruikje zeer kostbare olie, ze zalfde de voeten van Jezus en droogde ze met haar haren af. De geur van de olie, zo staat er, vulde heel de ruimte. Met de olie gaf Maria in gehele toewijding zichzelf aan de Heer. Hem had ze lief, aan Hem gaf ze zichzelf, Hem wou ze dienen. Ze had immers de vermaning goed begrepen die Jezus enige tijd terug aan haar zuster Marta gaf dat zij, Maria het beste deel gekozen had, weet je nog… Hoe gaan wij in deze dagen van de Goede Week met onszelf om… Houden we onszelf krampachtig vast, levend voor de mooie schijn, of durven we ons los te laten, ons schenken aan de Heer opdat Hij de weg met ons kan gaan die Hij met ons

Palmzondag

Vandaag, op Palmzondag, lezen we het hele passieverhaal van Jezus. We horen hoe Hij waardig zijn geest gaf als Koning. Uit liefde voor ieder van ons is Hij deze weg gegaan. Al wat wij dragen van kwaad nam Hij daar op het kruis in zich op, om door dit totale offer ons de volle redding te schenken met Pasen. Maar voor dit gebeuren zich voltrok, leidde Hem een kleine ezel naar Jeruzalem, de stad waar het offer zich zal voltrekken. Men rolde mooie stoffen voor Hem uit, men juichte Hem toe met zang en groene takken. Het moet Hem zeker hebben ontroerd. Maar... Hij weende ook. Hij wist immers hoe weinig er Hem écht zouden volgen op zijn liefdesweg. Waar waren al deze mensen wanneer Hij daar hing op het kruis... Waar staan wij in het passieverhaal? Zijn wij bereid met Hem mee te gaan? kris

zaterdag in week 5 van de veertigdagentijd

Morgen is het Palmzondag. We staan voor de Goede Week. Doorheen de lezingen zullen we woorden aangeboden krijgen, die ons, doorheen het gebeuren van voetwassing en passie, zullen voorbereiden op het grote feest van Pasen; de opstanding van de Heer. Door de vier russen, die nu al een meer dan een jaar in ons land verblijven, zullen we het ook dit jaar niet vieren in een kerkgebouw. Noodgedwongen zullen we aan hartliturgie moeten doen. Eventueel volgend op een of andere streamingdienst, maar toch zal het vooral een gebeuren worden van het hart. Wat niet minder hoeft te zijn dan een liturgische viering in een kerkgebouw in lijfelijke gemeenschap met velen. Het kan armer overkomen, maar in wezen hoeft het dat niet te zijn. Uiteindelijk is een liturgische viering in een kerkgebouw ook een gebeuren dat z’n ingang moet vinden in ons hart, in heel ons lijf, opdat we er persoonlijk en als gemeenschap totaal doordrongen van zouden geraken, met de bedoeling te groeien in Gods liefde. Vandaag le

vrijdag in week 5 van de veertigdagentijd

De Joden, zo lezen we vandaag in het evangelie, konden Jezus niet aannemen in welke hoedanigheid Hij tot de wereld gekomen was. Ze namen Hem wel aan wat zijn goede daden betrof, maar niet in het feit dat Hij Gods Zoon was. Dat was voor hen pure godslastering, een gevaar voor de gevestigde orde (ook de toenmalige religieuze orde), dus Hij moest gevangen genomen worden, of erger: gedood. Wat, zo weten we, ook zal gebeuren. Maar we zijn nog niet zo ver. Vandaag wilden ze Jezus enkel nog grijpen. Maar, zo lezen we, Hij ‘ontsnapte’ . Wel, over dat ‘ontsnappen’ zou ik met u vandaag willen nadenken. Wanneer het kwaad een mens omringt, kan die mens heel sterk het gevoel hebben dat dat kwaad hem wilt vernietigen. Wat effectief ook kan gebeuren. Soms is het kwaad zo sterk, en gaat het zo subtiel verminkend te werk, dat het inderdaad een vernietigende uitwerking kan hebben; naar geest, en soms zelfs naar lichaam. Naar geest: heel wat mensen leven beïnvloed door het kwaad, en zijn innerlijk ‘zi

25 maart - Aankondiging van de Heer

God bezocht Maria via zijn engel. Wat een gebeuren! En dan nog wel met de aankondiging dat zij de Zoon van de Allerhoogste zou dragen. Onvoorstelbaar, maar waar. Eerst was er schrik, huivering, vragen, maar uiteindelijk zei Maria wel 'ja' tot de engel, wat een heus scharnierpunt zal worden in de geschiedenis. Hoe komt het dat Maria 'ja' zei? Wel, we kunnen dan samenvatten in de woorden: 'Als God er is voor mij, dan ben ik er voor Hem.' Wederkerige liefde noemt men dat. Liefde roept op tot liefde. Liefde wekt liefde. Ook al zijn wij biologisch niet uitgekozen, zoals het bij Maria wel het geval was, om Jezus te dragen en te baren, in wezen zijn we wel uitgenodigd tot hetzelfde 'ja'. God komt niet anders tot ons dan Hij tot Maria is gekomen. In zekere zin vraagt God ook aan ons: 'Ben je bereid de Heer te dragen, en te baren voor de mensheid?' God kiest ieder van ons, Hij kiest u, Hij kiest mij, en spreekt ieder aan bij onze naam, heel persoonlijk

woensdag in week 5 van de veertigdagentijd

Vandaag zegt Jezus ons: ‘ Wanneer u bij mijn woord blijft, bent u werkelijk mijn leerlingen. U zult de waarheid kennen, en de waarheid zal u bevrijden.’ Christus is het mensgeworden woord van God. Dus niet enkel wat Hij zegt zijn zijn woorden, maar Hijzelf is het Woord. Overal waar Hij tot ons komt en tot ons spreekt, openbaart zich de waarheid die ons ten diepste zal vrij maken. Echte leerlingen van Jezus zijn zij die bij dit Woord blijven, bij de Heer dus. Dikwijls zijn we onvrij omdat we niet bij Christus blijven. We laten Hem wel toe, maar als we eerlijk zijn weten we dat er domeinen zijn in ons leven waarvan we liever hebben dat Hij zich niet moeit; de duistere plekjes waar we het hier gisteren over hadden. Konden we maar de diepe zuivere vreugde bevroeden die we in ons zouden dragen moesten we ten volle in Christus leven, los van elke vorm van kwaad. We zouden zo’n mooie en krachtdadige instrumenten zijn van Gods werkzaamheid; instrumenten die Kerk en samenleving ten diepste v

dinsdag in week 5 van de veertigdagentijd

Jezus sprak tot de Farizeeën: ‘Ik ga weg, en u zult me zoeken. Maar u zult in uw zonde sterven. Waar Ik naartoe ga, daar kunt u niet komen.’ Wie zich halsstarrig blijft vastklampen aan zijn eigen donkere praktijkjes zal het zeer moeilijk hebben de Heer te zien en te leren kennen zoals Hij werkelijk is. Hij zet zich immers vast in z’n eigen duistere gewoonten waar hij zo moeilijk afstand van kan nemen. Niet (willen) loskomen van duistere praktijken (kleine en grote) kan een mens helemaal in zichzelf doen keren en steeds verder weg doen drijven van God. En laten we eerlijk zijn: de meesten van ons (of allemaal?) vechten met duistere praktijkjes. De ene waarschijnlijk al meer dan de andere, de ene al met groter duistere gewoonten dan de andere, maar allemaal voeren we diep vanbinnen toch wel dagelijks dat oorlogje uit tussen kwaad en goed. Het is des mensen, en van alle tijden. Als je zoals de meeste mensen niet onbevlekt ontvangen bent, bid dan om genade van inzicht, heb eerlijk bero

maandag in week 5 van de veertigdagentijd

Vandaag zegt Jezus tot ons: 'Wie van jullie zonder zonde is, laat die als eerste een steen werpen.' We zijn zo snel in het oordelen over anderen. De middeleeuwse schandpaal is soms zeer actueel. Vanwaar toch die drang naar oordelen? Op een of andere manier moet dat oppervlakkig gezien een goed gevoel geven, een soort kick. Raar maar waar. De waarheid is dat oordelen ons wegtrekt van de liefde, van elkaar, van God. Wie oordeelt sluit inderdaad zijn hart af voor de liefde. Vergeving krijgt zo goed als geen kans meer, laat staan verzoening. En, niet onbelangrijk, we verduisteren onze omgang met God. Betekent dit dat we geen kwaad meer mogen zien en benoemen? Ja hoor, zeer zeker wel. Het is zelfs belangrijk te zien waar er kwaad heerst, zelfs door wie dit kwaad wordt gedaan. Maar dat wilt nog niet zeggen dat we degene die kwaad doen moeten veroordelen. Dit laatste is niet de weg van Christus. Dat leert ons het evangelie vandaag. We zouden de naaste, ook degene die kwaad doet, a

zondag 5 in de veertigdagentijd- B

“Waar Ik ben, daar zal ook mijn dienaar zijn.”   Dit zinnetje van Jezus uit het evangelie lijkt mij alles samen te vatten en uit te drukken wat er te zeggen is. “Waar Ik ben, daar zal ook mijn dienaar zijn.” Puur, eenvoudig en direct, zonder omwegen wijst Jezus ons de weg naar de kern van ons christen-zijn. Er is over het christelijk geloof oneindig veel geschreven en gesproken. De meeste woorden zullen wel teveel geweest zijn. Er zijn ook talrijke christelijke kerken opgericht, ieder met zijn eigen waarheid. Helaas vaak muren die de werkelijkheid van Jezus’nabijheid dreigen af te sluiten. En toch is er zo’n gewoon levensecht antwoord gegeven op de simpele vraag van de griekssprekende joden uit het evangelie. Ze vroegen aan de apostel Filippus of ze de Heer konden ontmoeten. Ze vroegen niet: “Laat ons de tempel zien” of “welke leer wordt er nu verkondigd?” Nee, ze wilden Jezus zelf ontmoeten, Hèm leren kennen, bij Hem zijn. In de vraag van de Grieken wordt het diepste verlangen van

zaterdag in week 4 van de veertigdagentijd

Het evangelie van vandaag vertelt ons dat de toenmalige religieuze leiders Jezus niet konden aanvaarden als de Messias. Ze namen zichzelf, en bijzonder hun eigen redeneren, als norm van het al dan niet aanvaarden van Jezus als de Christus. Het is een vrucht van een soort verlichtingsdenken (ja, toen al…) waar het eigen redeneren het centrum was geworden van wat jezelf als 'waarheid' aanzag. Wat gevaarlijk is... want de kans is groot dat je op deze wijze de dingen niet meer ziet zoals ze zijn. Het eigen 'ik', het eigen denken, staat centraal, en het 'ik' bepaalt wat al dan niet waar is. Het moet gezegd, dit laatste is een zeer moeilijke materie. De waarheidsvraag is iets van alle tijden. Doch heeft Jezus ons iets gegeven dat ons al een heel stuk op weg kan helpen. En dat 'iets' is iets dat aan Hem, en aan de Vader gelijk is: namelijk de heilige Geest. Hij zal ons in de volle waarheid brengen... zo heeft Jezus beloofd. De heilige Geest is de adem van God,

19 maart / Sint-Jozef

Het evangelie van vandaag eindigt met: 'Jozef werd wakker en deed wat de engel van de Heer hem had opgedragen.' Jozef was een gehoorzaam man. Hij gaf gehoor aan wat God hem vroeg, en daarom is hij heilig. Zo eenvoudig is dat. Gehoorzaamheid is iets waar ieder christen toe geroepen is: gehoor geven aan de roep van God; God die je heel persoonlijk aanspreekt, uitnodigt de weg te gaan die Hij in Christus met u wilt gaan. Dat gaat dan over grote levenskeuzes, over een welbepaalde weg die God met ons wilt gaan, maar het gaat tevens over ons alledaags leven. En over dit laatste wil ik met u vandaag nadenken. Het begint al wanneer wij opstaan. Naar waar gaan onze eerste gedachten wanneer we onze ogen opendoen, wanneer onze wekker afloopt? Is het blazen en zuchten omdat het weeral tijd is (menselijk hoor), of beginnen we de dag met heel diep van binnen te sprankelen van dankbaarheid; dankbaar jegens deze nieuwe dag, dankbaar voor de mensen ons gegeven, dankbaar voor het werk dat we

donderdag in week 4 van de veertigdagentijd

Het evangelie van vandaag roept op tot geloof; geloof in Christus, gezonden door de Vader. Vandaag wil ik met u nadenken over ‘geloof’, zonder de pretentie te willen hebben dat wat je hieronder gaat lezen het enige en juiste antwoord is. En moest er al iets van waar zijn, is het zeker onvolledig. In het evangelie zegt Jezus nergens: 'uw gevoel heeft u gered', of 'uw inzicht heeft u gered'. Steeds zegt Hij: 'uw geloof heeft u gered'. Daar gaat het dus om: geloven in Hem die de Vader gezonden heeft. Wat we soms durven vergeten is dat geloven in wezen gave is. Het is niet iets dat we zelf kunnen maken, we kunnen het enkel ontvangen. Het is de Geest die het ons schenkt. Dat neemt niet weg dat geloven ook wel degelijk een act vraagt van de mens. Het vraagt innerlijke armoede, bereidheid, beschikbaarheid. Het vraagt openheid om het vuur van de Geest te kunnen ontvangen. Dus de act van de mens bestaat erin je handen, je hart, je hele zijn in stilte en met veel gedul

woensdag in week 4 van de veertigdagentijd

Vandaag lezen we uit de profeet Jesaja: Dit zegt de Heer: "In het uur van mijn genade geef Ik je antwoord, op de dag van de redding zal Ik je helpen. Ik zal je behoeden, Ik neem je in dienst voor mijn verbond met de mensen, om het land weer op te richten, om het verlaten erfgoed in eigendom terug te geven, om tegen gevangenen te zeggen: ‘Ga in vrijheid!’ en tegen wie in het duister verblijft: ‘Kom te voorschijn!’ Langs wegen zullen zij weiden, op iedere kale heuvel vinden ze weidegrond. We lezen hier een profetie van Jesaja waar Hij het heeft over de komst van Jezus. Het uur van Gods genade is de tijd van Jezus geboorte en leven, de tijd van de redding, de tijd waarin God doorheen Jezus de mensen weer met zich verzoent door hen uit de duisternis van de zonde weg te halen en hen te brengen naar vruchtbare weiden: het leven in Hem. Maar de profetie gaat heel zeker ook over ons, daar dat 'uur van genade' geldt voor ieder die zich geeft aan Christus. Ook wij zijn immers gero

dinsdag in week 4 van de veertigdagentijd

De psalm eindigt vandaag met: ‘Kom en zie wat de Heer heeft gedaan.’ Deze uitnodiging zou de uitgestrekte had moeten zijn van de Kerk: een Kerk die verwelkomend is, een Kerk die wat kan laten zien. Verwelkomend voor iedereen: ik denk aan gelijkgezinden in geloofsvisie maar ook allen die er een andere mening op nahouden. Mensen die het zogenaamde rechte pad bewandelen maar ook zij wiens levensweg kronkelig verloopt. Zij die menen onbevlekt ontvangen te zijn maar evengoed de deugnieten van onze samenleving. Rijken zijn welgekomen, net – en misschien vooral – zoals de armen welkom zijn. Zij die zogenaamd fluitend door het leven gaan alsook zij die lijden onder depressie, eenzaamheid en welke donkerte ook. Stokouderen, ouderen, volwassenen, jongeren, kinderen, baby’s,… allemaal zijn ze van harte welkom. En dit, lieve mensen, om de eenvoudige reden, dat voor Jezus iedereen welkom was; elk mensenkind zonder onderscheid. Niet om een gezellig onder-onsje te hebben met allen die zouden binn

maandag in week 4 van de veertigdagentijd

Vandaag zegt de Heer ons doorheen de profeet Jesaja: 'Zie, Ik schep een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.' Dat woordje 'zie' slaat op Jezus. Hem zullen zij zien; in het visioen en later met hun ogen. Hem mogen wij ook vandaag zien, tenminste voor wie ziende is. De 'nieuwe hemel en nieuwe aarde' zijn de vruchten van Jezus' zijn, Gods menswording onder ons. Onze roeping is het als christen zo in de wereld te staan dat wij die ‘nieuwe hemel en aarde’ scheppen door Gods goedheid te zijn en uit te stralen, en wel in innige verbondenheid met Jezus. Dit kan klinken als een utopie. En toch hoeft het dit niet te zijn. Als het als een illusie beleefd wordt komt doorgaans doordat wij mensen ons moeilijk kunnen geven aan Gods werkende genade door ons. Laten we ons kleine ‘ja’ leggen in het grote ‘ja’ van de Heer, opdat het vol van genade mag zijn, ten bate van Kerk en samenleving. kris

zondag 4 in de veertigdagentijd - B

Geliefde mensen, op deze 4 e zondag in de veertigdagentijd zou ik met u willen nadenken over enkele verzen uit de tweede lezing van vandaag, uit de brief van Paulus aan de Efeziërs, waar hij schrijft: Door Christus’ genade bent u nu immers gered, dankzij uw geloof. Maar dat dankt u niet aan uzelf; het is een geschenk van God en geen gevolg van uw daden, dus niemand kan zich erop laten voorstaan. Want Hij heeft ons gemaakt tot wat wij nu zijn: in Christus Jezus geschapen om de weg te gaan van de goede daden die God mogelijk heeft gemaakt. We leven in een tijd waar nauwelijks nog over genade wordt gesproken, laat staan over God die redt. Nochtans is dit het hart van ons christen-zijn: wij zijn gered door Jezus Christus, door zijn genade. Puur geschenk. Daardoor zijn we wat we nu zijn: een nieuwe schepping, in Jezus herschapen, met de bedoeling Gods liefde te zijn. Gods redding maken we niet zelf. Het wordt aan ons gedaan. Het wordt ons gegeven. Veel mensen vandaag (ook binnen onze eig

zaterdag in week 3 van de veertigdagentijd

Even zeker als de dageraad zal de Heer komen, Hij komt naar ons als milde regen, als de lenteregen die de aarde drenkt. Zo lezen we vandaag bij Hosea. Wanneer we deze dagen door het raam kijken zien we inderdaad (hier in Vlaanderen toch) die lenteregen, die milde regen die de aarde doordrenkt. Het citaat vergelijkt dit met het komen van de Heer, als een dageraad. Mooi toch. Inderdaad, Hij komt, en blijft, meer dan we doorgaans vermoeden. Het feit dat je vandaag mocht opstaan is een daad van de Schepper die je uitnodigt, en de mogelijkheid geeft, de dag dankbaar van Hem te ontvangen. Hij inviteert je deel te nemen aan zijn Drie-ene Liefde, in Hem levend diep in jezelf, zijn liefde belichamend in je gebed en al wat je doet. God nodigt je uit in de ander zijn Zoon te ontmoeten, in de ander Christus te beminnen, de ontmoeting met de ander een ware gods-ontmoeting te laten zijn. Daardoor geef je de ander het mooiste wat een mens kan schenken: liefde. God nodigt je uit te vergeven; je n

vrijdag in week 4 van de veertigdagentijd

Een Schriftgeleerde legde Jezus de volgende vraag voor: 'Wat is van alle geboden het belangrijkste gebod?' Jezus antwoordde: 'Het voornaamste is: “Luister, Israël! De Heer, onze God, is de enige Heer; heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand en met heel uw kracht.” Het op een na belangrijkste is dit: “Heb uw naaste lief als uzelf.” Er zijn geen geboden belangrijker dan deze.' Twee geboden die eigenlijk één gebod zijn. En toch horen we een zekere hiërarchie. Het eerste is 'bemin God', het tweede 'bemin je naaste'. Ze zijn één, en toch is het goed het ene vanuit het andere te beleven. Wie zijn naaste bemint vanuit het feit dat hij God bemint, weet waarom hij zijn naaste bemint, en vooral van waaruit hij zijn naaste bemint, namelijk vanuit het beminnen van God. Wie God bemint draagt de liefde van de Geest in zich (want de Geest doet God beminnen), en deze liefde zal je brengen in Christus. Ja, de Geest zal je ne

donderdag in week 3 van de veertigdagentijd

Jezus stelt het heel zwart-wit: 'Wie niet met mij is, is tegen mij, en wie niet met mij samenbrengt, drijft uiteen'. Hij maakt daarmee duidelijk dat het voor ons christenen wel degelijk gaat over een leven leiden dat verankerd is in Hem. Christelijke navolging is meer dan een voorbeeld navolgen. Het is je leven leggen in het leven van de Heer, zodat Hij door jou heen kan bidden en werken. In deze overgave sta je nooit alleen. Christus is er niet voor één persoon. Christus is er voor allen. En wie Hem navolgt staat in de gave van gemeenschap door God zelf gegeven. We maken dan immers deel uit van dat grote mystieke Lichaam van Christus: de Kerk, en wel als teken van eenheid. Het is een mooi en genadevol gebeuren waar veel goeds uit voortkomt voor haarzelf en de hele mensheid. Het is goed hier ten volle aan mee te werken. En dan gaat het naast toewijding ook over engagement. Het kan ook anders. In plaats van in de gave van gemeenschap te staan, kan je ook uiteen drijven, verdee

woensdag in week 3 van de veertigdagentijd

Als een regering een lock-down afkondigt voor een land, zoals we dat in het voorbije jaar gekend hebben, is het de bedoeling dat we er met z’n allen gehoor aan geven. Dan gaat het over een gehoorzaam zijn aan de wet omwille van de samenleving, met de nodige warme zorg voor elkaar. Als we spreken over gehoorzaamheid aan de wet van God, dan gaat het niet zozeer over een gehoorzamen aan de letter van de wet, maar veeleer over een gehoor geven aan de geest van de letter. In de realiteit komt het hierop neer dat je het evangelie handen en voeten geeft in het dagelijks leven; in je gebed, in je glimlach, in je doen, in je laten, in de wijze waarop je soep maakt, in de manier waarop je de was ophangt, enz. Het is je neervlijen tegen Christus om vanuit de Kerk in deze wereld te leven, lief te hebben, te zingen, te bidden. Het is leven met God aan je zijde, je gevend aan Hem, in Christus jezelf vindend; beeld van God. En dit belichamen in je dagelijks leven, voor de ander, voor ieder ander. Dat

dinsdag in week 3 van de veertigdagentijd

Op de vraag van Petrus hoe dikwijls men moet vergeven, antwoordt Jezus: 'Niet tot zevenmaal toe, zeg Ik je, maar tot zeventig maal zeven.' Waar mensen elkaar vergeven, waar verzoening plaatst vindt, daar wordt terug veel mogelijk. Het heeft iets feestelijks. Wat stuk was is immers hersteld en de gevolgen zijn alleen maar van goede aard: vrede, vreugde, gemeenschap, eenvoud. Het goede nieuws is dat we als christenen dit niet alleen hoeven te doen. We mogen vergeving schenken in Jezus' naam. Dat wil zeggen: vanuit zijn aanwezigheid en genade in ons. Geheel alleen, los van Hem, zou het veel moeilijker zijn. Koppigheid, hoogmoed, hardheid,… zijn dikwijls remmingen die ons weerhouden te kunnen vergeven. Jezus wilt en kan ons hier van bevrijden en ons tot mensen maken die werkelijk tot vergeving kunnen komen. Maar Hij vraagt dat we ons schenken aan Hem, opdat Hij kan doen wat Hij wilt doen, namelijk ons bijstaan met zijn genade. Laten we ons openen voor Hem, onze hoogmoed afleg

maandag in week 3 van de veertigdagentijd

Vandaag horen we in de psalm: 'Zoals een hinde smacht naar stromend water, zo smacht mijn ziel naar U, o God.' Van oudsher is het een vraag of een mens, wanneer hij geboren wordt, religieus is of niet. Wordt het hem in latere jaren gegeven, of heeft de mens reeds vanaf zijn geboorte, of daarvoor al, iets in zich dat hem tot een religieus mens maakt? Wel, persoonlijk ben ik van mening dat een mens in wezen religieus is, en wel vanaf de conceptie. Ieder mens is het gegeven om in zijn latere leven God te leren kennen, in ontmoeting te leven met Hem, vanuit Hem te leven, en wel naar zijn of haar roeping. Ouders, opvoeders, de hele geloofsgemeenschap, wij allen, hebben de taak onze jongen mensen te ondersteunen in dat religieuze, in de werkelijkheid van een transcendent bestaan, opdat – wanneer de jongere jongvolwassen is – het in staat is de weg te ontdekken die hij moet gaan, en wel door God te leren kennen als Vriend die met hem de weg van zijn roeping gaat. De psalmist zingt:

zondag 3 in de veertigdagentijd - B

In alle godsdiensten zoeken mensen naar zeer concrete plaatsen waar zij God kunnen ontmoeten. De vorige zondagen hoorden wij hoe het Oude Testament twee plaatsen voorstelde: de woestijn en de berg. Maar door de verdere geschiedenis van het Joodse volk was bij hen het besef gegroeid dat dé plaats waar zij God voorál konden ervaren, toch wel de tempel was, gebouwd op de Sionsberg binnenin Jeruzalem, de samenvatting en het toppunt van alle andere plekken van godsopenbaring. Op vele generaties joden die de tempel van Jeruzalem bezochten moet die plek een geweldige indruk hebben gemaakt. Als de naderende pelgrims hem van op de omringende heuvels voor het eerst konden zien, dan schoot hun gemoed vol en begonnen ze psalmen te zingen: "Ik was verheugd toen ik het hoorde: "Wij gaan op weg naar het huis van de Heer." En nu staan wij voor uw poorten, op uw grond, Jeruzalem" (ps. 122). De tempel was de ruimte waar God onder zijn mensen aanwezig kwam. Daar konden zij tot Hem bi

zaterdag in week 2 van de veertigdagentijd

Centraal in de parabel van de verloren zoon staan volgende woorden: 'Zijn vader zag hem in de verte al aankomen. Hij kreeg medelijden en rende op zijn zoon af, viel hem om de hals en kuste hem.' De vader viel hem om de hals en kuste hem. In deze coronatijden absoluut onaanvaardbaar... Maar mensen: wat een kus! Het is een kus, een omhelzing, getekend door een en al barmhartigheid. Wel, zo is God. Barmhartigheid; geheel en al. Hij heeft geen ander hart om naar de mensen te kijken, naar hen toe te snellen. Barmhartigheid tekent Gods hele zijn, het is het hart van zijn bestaan, de spirit van zijn liefde. Wat een geluk voor ons. Wat zouden we zijn zonder Gods barmhartigheid? En dan te weten dat elders Jezus vraagt barmhartig te zijn zoals God barmhartig is. Dus we zij geroepen met diezelfde liefde naar de ander te kijken dan dat God naar ons kijkt. Wat een opdracht, wat een missie. Maar wat een eer ook te mogen delen in Gods liefde. Mensen, het leven wordt een feest wanneer we

vrijdag in week 2 van de veertigdagentijd

Naar woorden van Ambro Bakker Vandaag citeert Jezus uit psalm 118: 'De steen die de bouwers afkeurden is de hoeksteen geworden.' Het spreekt voor zich dat Hij hier over zichzelf spreekt. Een geloofsgemeenschap (de Kerk wereldwijd in heel haar verscheidenheid) kun je vergelijken met een kerkgebouw. Een kerkgebouw bestaat uit honderdduizenden stenen. Elke steen heeft zijn eigen plaats en functie. Sommige stenen zitten onzichtbaar in het fundament; ze dragen het gebouw en zorgen voor de stevigheid. Anderen stenen zijn wél zichtbaar. Sommige van binnen, andere van buiten, de een hoog, de ander laag. Er zijn stenen die iets ondersteunen en stenen die iets omlijsten. Maar allemaal zorgen ze er voor dat de kerk op zijn plaats blijft. En dan hebben we nog de gelovigen die zich in het gebouw bevinden. Elke gelovige heeft zijn of haar eigen plaats en functie, ieder met zijn of haar gaven en talenten. Maar, en dat is belangrijk, er is ook een hoeksteen, en die hoeksteen is Jezus. Het is

donderdag in week 2 van de veertigdagentijd

 De eerste lezing, uit de profeet Jeremia, gaat op het eerste zicht nogal kort door de bocht. We lezen: ‘Vervloekt wie op een mens vertrouwt…' , en wat verder: ‘Gezegend wie op de Heer vertrouwt…’ Wilt dat zeggen dat een mens niet op een mens mag vertrouwen? Natuurlijk mag een mens op een mens vertrouwen. Elkaar vertrouwen geven, in beide richtingen, is immers mooi en edel. Daar is niets mis mee. Maar de vraag is: wat betekent dat ‘vertrouwen op iemand’? Een mens is maar echt te vertrouwen wanneer hij in ‘de waarheid’ staat, wanneer hij ‘de waarheid’ dient, wanneer hij in naam van ‘de waarheid’ leeft. De waarheid hier te verstaan als datgene wat God met de mens voorheeft, Gods wil, de weg die God met de mens wilt gaan. Wie de goedheid, en de liefde, en de vrede, van God vertegenwoordigt, mag uiteraard vertrouwd worden. Eigenlijk vertrouw je de Heer in die persoon; de Heer die belichaamd wordt door die persoon. Wanneer Jeremia zegt dat je best niet op een mens vertrouwt, doelt hij

woensdag in week 2 van de veertigdagentijd

Onderweg naar Jeruzalem nam Jezus de twaalf leerlingen apart. Hij zei tegen hen: ‘We zijn nu op weg naar Jeruzalem, waar de Mensenzoon zal worden uitgeleverd aan de hogepriesters en de schriftgeleerden, die Hem ter dood zullen veroordelen. Ze zullen Hem uitleveren aan de heidenen, die de spot met Hem zullen drijven en Hem zullen geselen en kruisigen. Maar op de derde dag zal Hij worden opgewekt uit de dood.’ Was het nu echt niet mogelijk dat Pasen kon gebeuren zonder die Goede Vrijdag? Moest dat lijden nu echt? Jezus had kunnen weglopen, vluchten zeg maar, gewoon verdwijnen in het niets. Een andere mogelijkheid was dat Hij gewapenderhand ten strijde trok, en zijn leerlingen daartoe opriep. Nee, niets van dat. Hij moest en wou de weg van de liefde, én de geweldloosheid, ten einde toe gaan met een trouw om U tegen te zeggen. Met die trouw aan de Vader, en dus aan zijn zending, was Hij door zijn kruisweg en kruisdood ook ten diepste trouw aan de mens. Zijn lijden en sterven spreekt van ee

dinsdag in week 2 van de veertigdagentijd

Vandaag zegt Jezus: 'De belangrijkste onder jullie zal jullie dienaar zijn.' Wie we ook zijn, in welke levensstaat we ook leven, welke functie we ook uitoefenen in Kerk of samenleving,... het is wel degelijk mogelijk om de ander ALTIJD hoger te achten dan onszelf. Dat is evangelie. Enkel op deze wijze kunnen we dienstbaar zijn, in de meest diepe religieuze betekenis van het woord. In de ander is God aanwezig, in de ander komt God ons tegemoet, in de ander mogen we Hem eer brengen. We zouden dezelfde eerbied voor elkaar moeten hebben dan de eerbied die we koesteren wanneer we een kerk binnengaan en de Eucharistie knielend of buigend een groet brengen. Christus is in de ander immers niet minder - ofschoon wel anders - aanwezig. Dus de Eucharistie eer brengen terwijl we onze naaste verachten is God beminnen en tegelijk flirten met de duivel. Dat kan en mag niet samengaan. De ander dienen betekent zo met hem omgaan dat we het goede dat God in hem heeft gelegd tot volle leven lat

maandag in week 2 van de veertigdagentijd

Jezus roept op te zijn zoals de Vader. Doorheen de evangelies doet Hij dat meermaals. En terecht, we zijn immers geschapen naar het Beeld en de gelijkenis van de Vader, en we zijn dus ook geroepen om te leven naar dat Beeld en die gelijkenis. 'Wees barmhartig zoals jullie Vader barmhartig is' , zegt Jezus ons vandaag. Barmhartigheid is het hart van elke menselijke relatie. De goede relatie wordt erdoor in stand gehouden, de gekwetste relatie kent door barmhartigheid genezing. Wie barmhartig is voor ieder, in de naam van de Heer, is een genadevol mens. Door hem trekt immers Christus al weldoende rond. Aan ons de keuze. Kijken we naar de naaste met het hart van de Heer, vol goedheid en barmhartigheid, en dit vanuit een innige verkering met Hem? Of kijken we naar onze medemens vanuit een verhard hart dat ons de goede relatie met de ander in de weg staat? Ik stel voor: Laat ons kiezen voor het eerste, voor de liefde, voor de Heer. Dat is niet alleen de beste keuze, maar in die