Posts

Posts uit maart, 2022 tonen

vrijdag in week 4 van de veertigdagentijd

Vandaag zou ik met u willen stil staan bij een vers dat we lezen in de tussenzang uit psalm 34: Gebroken mensen is de Heer nabij, Hij redt wie zwaar wordt getroffen. Gebroken mensen is de Heer nabij… Als we de evangelies er op nalezen, doet de Heer inderdaad niets anders. Hij zoekt zondaars op, tafelt met hen, en spoort hen aan tot bekering. Hij gaat naar zieken, raakt hen aan, velen geneest Hij. Hij ontmoet mensen die verlamd zijn; fysiek en mentaal, Hij praat met hen en tilt hen op. Hij had een bijzondere voorliefde voor de armen, de mensen aan de kant,... Lieve mensen, hoe staan wij als Kerkgemeenschap in de wereld? Wij, die als roeping hebben ‘licht te zijn in de wereld’, zijn wij wel aanwezig genoeg in de wereld? En met de wereld bedoel ik dan niet enkel onze lokale geloofsgemeenchappen waar we ons gewoonlijk in bewegen, maar ook zij die iets verder van onze gemeenschap staan, zij die (ook) onder lasten gebukt door het leven gaan, naar ziel en lichaam gebroken zijn, enzomeer. Hu

donderdag in week 4 van de veertigdagentijd

Bij de eerste lezing van vandaag. In de woestijn, zoals in de moeilijke momenten van het leven, is het gemakkelijk om te denken dat God ver weg is. Het volk Israël heeft net als wij de instinctieve reactie om zijn eigen ‘god’ te maken om het te leiden en in zijn behoeften te voorzien. Als wij ons niet meer herinneren wat de Heer heeft gedaan wordt alles het werk van onszelf. Alleen de herinnering aan Gods machtige daden in ons eigen leven maakt een eerlijk antwoord op de moeilijkheden van het leven mogelijk. Helaas geeft de concentratie op onszelf ons een olifantenhuid. Wij hebben de voorbeden nodig van een broer of zus, zoals Mozes, om voor ons tot de Heer te bidden. Het dienstwerk van de liefde in de Kerk vindt plaats wanneer wij voor elkaar bidden. In dit gebed voor de hele Kerk, voor de hele gemeenschap, vervullen wij met z’n allen een ware priesterlijke dienst. Het gemeenschappelijk gebed stijgt op tot de Heer en bereikt zijn hart. Het gebed is een buitengewone kracht in de han

woensdag in week 4 van de veertigdagentijd

Vandaag lezen we uit de profeet Jesaja:  Dit zegt de Heer: In het uur van mijn genade geef Ik je antwoord, op de dag van de redding zal Ik je helpen. Ik zal je behoeden, Ik neem je in dienst voor mijn verbond met het volk, om het land weer op te richten, om het verlaten erfgoed in eigendom terug te geven, om tegen gevangenen te zeggen: ‘Ga in vrijheid!’ en tegen wie in het duister verblijft: ‘Kom tevoorschijn!’ Langs wegen zullen zij weiden, op iedere kale heuvel vinden ze weidegrond. We lezen hier een profetie van Jesaja waar Hij het heeft over de komst van Jezus. Het uur van Gods genade is de tijd van Jezus geboorte en leven, de tijd van de redding, de tijd waarin God doorheen Jezus de mensen weer met zich verzoent door hen uit de duisternis van de zonde weg te halen en hen te brengen naar vruchtbare weiden: het leven in Hem. Maar de profetie gaat heel zeker ook over ons, daar dat 'uur van genade' geldt voor ieder die zich geeft aan Christus. Ook wij zijn immers geroepen om

dinsdag in week 4 van de veertigdagentijd

De psalm eindigt vandaag met: ‘Kom en zie wat de Heer heeft gedaan.’ Deze uitnodiging zou de uitgestrekte had moeten zijn van de Kerk: een Kerk die verwelkomend is, een Kerk die wat kan laten zien. Verwelkomend voor iedereen: ik denk aan gelijkgezinden in geloofsvisie maar ook allen die er een andere mening op nahouden. Mensen die het zogenaamde rechte pad bewandelen maar ook zij wiens levensweg kronkelig verloopt. Zij die menen onbevlekt ontvangen te zijn maar evengoed de deugnieten van onze samenleving. Rijken zijn welgekomen, net – en misschien vooral – zoals ook de armen welkom zijn. Vluchtelingen en ontheemden, zij die zogenaamd fluitend door het leven gaan alsook zij die lijden onder depressie, eenzaamheid of welke donkerte ook. Stokouderen, ouderen, volwassenen, vrouwen, mannen, jongeren, kinderen, baby’s, geboren en nog niet geboren, allemaal zijn ze van harte welkom. Of zouden moeten zijn. En dit, lieve mensen, om de eenvoudige reden, dat voor Jezus iedereen welkom was; elk

maandag in week 4 van de veertigdagentijd

'Zie, Ik schep een nieuwe hemel en een nieuwe aarde'. Woorden van de Heer door middel van de profeet aan de mensheid. Die nieuwe hemel en die nieuwe aarde is Gods komen in Christus. Die nieuwe hemel en die nieuwe aarde zijn wij wanneer wij leven in Christus. Dus wij allen, ieder van ons, is die nieuwe hemel en die nieuwe aarde. Diep in onszelf wordt ons dat niet enkel geopenbaard, maar zijn wij ook geroepen dit te belichamen. Het is het Pasen van de Heer, ons opgenomen zijn door Hem in God. De Kerkgemeenschap, de samenleving, zou beeld moeten zijn van deze nieuwe hemel en aarde. En daar bakken we als mensheid dus weinig van. De nieuwe hemel en de nieuwe aarde zijn zwaar gehavend, bijna onzichtbaar geworden, door het niet beminnen van God en onze roeping. Oh God, wat zijn uw kinderen toch koppig. Lieve mensen, als je bidt, verinnig je dan met Christus die in je woont. Neem er de tijd voor. En laat je binnenste die nieuwe hemel en die nieuwe aarde zijn. Beleef dit in alle zu

zondag 4 in de veertigdagentijd - C

De eucharistieviering is het feest bij uitstek van God die ons verwelkomt, die zichzelf aanbiedt in zijn Zoon; Christus die ons zijn leven geeft omdat Hij van ons houdt en die wil dat wij het goede doen en dat wij niet verloren gaan in de droefheid en de eenzaamheid van het leven. Het evangelie van vandaag maakt dat duidelijk. We horen namelijk dat Jezus zondaars verwelkomt en met hen eet. En daarom moet er ‘gefeest’ worden. We moeten feestvieren om te beseffen dat wij allemaal kinderen van dezelfde Vader zijn, dat wij door Hem worden opgenomen mét onze gebreken, zwakheden en zonden, en dat Hij ons, ondanks onze tekorten, opneemt als zijnde van één familie; één grote gemeenschap, die zal moeten leren samenleven. Vaak echter denken wij dat we alleen moeten zijn om ons goed te voelen. Dat is de keuze van de jongste zoon die op een gegeven moment het huis uit wil. Die zoon wil niet meer denken aan het algemeen belang, maar wil alleen nog leven voor zichzelf. Hij begint echter honger te

zaterdag in week 3 van de veertigdagentijd

Het Woord van God nodigt ons uit ons te haasten, om de dringendheid te voelen de Heer te kennen. Hosea, die we vandaag beluisteren in de eerste lezing, is profeet in een zeer duistere tijd in de geschiedenis van Israël, vlak voor de Assyriërs Samaria zullen veroveren en verwoesten. Het zijn donkere dagen om verschillende redenen. Iets van dat herkennen we vandaag wanneer we kijken naar Oekraïne en naar al die plaatsen waar de vrede bedreigd wordt, die landen waar hongersnoden heersen, waar armoede hele bevolkingsgroepen treft,... En dit terwijl de Heer ook vandaag zijn tekenen geeft. 'Jullie liefde' , zegt de profeet, 'is als een ochtendnevel, als dauw die ’s morgens vroeg verdwijnt.' Ja, het is moeilijk om de liefde stabiel in ons leven te verankeren. We zijn eerder geneigd om ons te laten meeslepen door de emoties van het laatste moment. We hebben het woord van de profeten ook vandaag nog nodig, zoals - uiteraard - ook het Woord van de Heer. We zouden het dagelijks

25 mrt - Aankondiging van de Heer

God bezocht Maria via zijn engel. Wat een gebeuren! En dan nog wel met de aankondiging dat zij de Zoon van de Allerhoogste zou dragen. Onvoorstelbaar, maar waar. Eerst was er schrik, huivering, vragen, maar uiteindelijk zei Maria wel 'ja' tot de engel, wat een heus scharnierpunt zal worden in de geschiedenis. Hoe komt het dat Maria 'ja' zei? Wel, we kunnen dat samenvatten in de woorden: 'Als God er is voor mij, dan ben ik er voor Hem.' Wederkerige liefde noemt men dat. Liefde roept op tot liefde. Liefde wekt liefde. Ook al zijn wij biologisch niet uitgekozen, zoals het bij Maria wel het geval was, om Jezus te dragen en te baren, in wezen zijn we wel uitgenodigd tot hetzelfde 'ja'. God komt niet anders tot ons dan Hij tot Maria is gekomen. In zekere zin vraagt God ook aan ons: 'Ben je bereid de Heer te dragen, en te baren voor de mensheid?' God kiest ieder van ons, Hij kiest u, Hij kiest mij, en spreekt ieder aan bij onze naam, heel persoonlijk

donderdag in week 3 van de veertigdagentijd

'Wie niet met Mij is, is tegen Mij, en wie niet met Mij samenbrengt, drijft uiteen ', zegt Jezus vandaag. Als je de wereld inkijkt zie je vaak twee bewegingen die, ofschoon ze tegengesteld zijn aan elkaar, tegelijkertijd werkzaam zijn. Enerzijds zie je krachten aanwezig die scheiding willen brengen onder de mensheid. Ze zetten alles in om zoveel mogelijk verdeeldheid te zaaien. Ze zijn niet beducht daarvoor het conflict aan te gaan en zo nodig gewapenderhand de 'vijand' tegemoet te treden. In een wereld die op vlak van samen leven zo mooi zou kunnen zijn is hun enige betrachting disharmonie te zaaien onder de mensheid, met veel miserie en lijden tot gevolg. Daarnaast zie je krachten die er alles aan doen om elk menselijk conflict te vermijden. Ze werken aan een wereld waar het voor ieder goed is om te leven; een wereld waar vrede gekoesterd wordt, waar zin voor gemeenschap hoog in het vaandel gedragen wordt, waar gedeeld wordt met zij die minder hebben. 'Met de He

woensdag in week 3 van de veertigdagentijd

Wie vertrouwd is met de Bijbel weet dat er een sterk verband bestaat tussen de volgende vier zaken (die ook vandaag terug komen in de lezingen): Het 'luisteren naar God', het 'onderhouden van Gods Woord', het in 'gedachten houden' (her-inneren) van het Woord, en het het Woord 'doorgeven' aan elkaar, de kinderen, de volgende generaties. Vier zaken die we als Kerk niet uit het oog mogen verliezen. Niet enkel omdat ze belangrijk zijn om onze zending als christen te kunnen volbrengen, maar ook omdat ze op elkaar inspelen en als zodanig elkaar bevruchten. We zetten ze even op een rijtje. Het luisteren naar God. 'Luister Israël' , zo herinnert Mozes het volk. Hij spoort hen aan te luisteren naar wat hij zegt, maar Mozes verwijst uiteraard naar het Woord van God waarvan hij zich de bemiddelaar weet. Vincenzo Paglia schrijft hierover: 'De aansporing van Mozes is niet zomaar een morele vermaning. Voor Israël is luisteren naar God een noodzakelijke

dinsdag in week 3 van de veertigdagentijd

Op de vraag van Petrus hoe dikwijls men moet vergeven, antwoordt Jezus: 'Niet tot zevenmaal toe, zeg Ik je, maar tot zeventig maal zeven.' Waar mensen elkaar vergeven, waar verzoening plaatst vindt, daar wordt terug veel mogelijk. Het heeft iets feestelijks. Wat stuk was is immers hersteld en de gevolgen zijn alleen maar van goede aard: vrede, vreugde, eenvoud, gemeenschap. Het goede nieuws is dat we als christenen dit niet alleen hoeven te doen. We mogen vergeving schenken in Jezus' naam. Dat wil zeggen: vanuit zijn aanwezigheid en genade in ons. Geheel alleen, los van Hem, zou het veel moeilijker zijn. Koppigheid, hoogmoed, hardheid,… zijn dikwijls remmingen die ons weerhouden te kunnen vergeven. Jezus wil en kan ons hier van bevrijden en ons tot mensen maken die werkelijk tot vergeving kunnen komen. Maar Hij vraagt dat we ons schenken aan Hem, opdat Hij kan doen wat Hij wil doen, namelijk ons bijstaan met zijn genade. Laten we ons openen voor Hem, onze hoogmoed aflegge

maandag in week 3 van de veertigdagentijd

Zoals een hinde smacht naar stromend water, zo smacht mijn ziel naar U, o God. Zo zingt de psalmist vandaag. Smachten als een hinde naar stromend water... Doen we dat niet allemaal? Smachten, verlangen, met heel onze binnenkant, naar God? Augustinus spreekt over het verlangen als een diepe vorm van gebed. Hij schrijft: 'Uw verlangen is uw gebed; indien u onophoudelijk verlangt, dan bidt u ook onophoudelijk. Niet voor niets heeft de apostel gezegd: “Bid zonder ophouden” (1 Tes. 5,17). Moeten wij nu voortdurend op de grond knielen, het lichaam uitgestrekt en de handen opgeheven, omdat hij ons zegt: “Bid zonder ophouden”? Indien wij alleen dit bidden zouden noemen, dan zie ik niet in dat wij het zonder ophouden kunnen verrichten. Maar er rust in de ziel een ander gebed, een inwendig gebed dat geen einde kent, namelijk het verlangen. De vlam van de liefde is het roepen van het hart. Als uw liefde zonder ophouden brandt, dan roept u ook zonder ophouden; als u zonder ophouden roept, da

zondag 3 in de veertigdagentijd - C

De overweging van vandaag is ontleend aan Hagenpreken.nl Vandaag de roeping van Mozes om Gods volk weg te voeren uit de Egypte, want God heeft de ellende van zijn volk gezien en de jammerklachten gehoord. Dit is de oer-ervaring van Mozes’ roeping. God heeft de ellende gezien en de jammerklachten gehoord. Maar als God verschijnt, dan verschijnt Hij in een teken, een woestijnstruik die in brand staat maar niet verbrand. Het is een symbool dat Gods kracht een mens kan vervullen zonder hem te schaden. Het vuur van Gods Geest doet een mens branden, zonder op te branden. Hier leert Mozes iets meer over God. Het is de eerste voorafbeelding van Gods Drievuldigheid. De stem van de Vader, het vuur van de Geest en de struik in de woestijn als een verwijzing naar Gods Zoon op aarde. Tegelijk ontdekt Mozes nog iets. Als God een nieuwe stap zet op weg met zijn volk, doet Hij dat door mensen. De tekenen zijn belangrijk, ze zijn soms cruciaal, zoals later de doortocht door de zee, maar het echte we

19 maart - H. Jozef

Een mijmering van pastoor A. Penne over de slapende Jozef Paus Franciscus vertelde in een interview dat hij in zijn werkkamer en in zijn slaapkamer een beeld van de Heilige Jozef heeft. Niet een beeld zoals in veel kerken, kapellen en huizen te vinden is, een beeld van de Heilige Jozef met het Kindje Jezus op de arm, maar een beeld van een slapende Heilige Jozef. In dat interview vertelde Paus Franciscus dat hij op het einde van zijn werkdag, voor het slapen gaan, alles wat hem zorgen geeft op een briefje schrijft en dat onder dat beeld legt. De Paus vertelde dat hij dan goed slaapt. Een apart, maar ook een mooi getuigenis waarin de Paus getuigt van zijn vertrouwen op de voorspraak van de Heilige Jozef, maar ook een aanzet om zoals de Heilige Jozef te vertrouwen dat God de weg wijst. Waar komt die afbeelding van de slapende Heilige Jozef vandaan? Wel in de weinige evangeliepassages waar we iets over de Heilige Jozef vernemen, wijst God telkens de weg langs dromen. In het eerste hoofd

vrijdag in week 2 van de veertigdagentijd

“De steen die de bouwers afkeurden is de hoeksteen geworden. Dankzij de Heer is dit gebeurd, wonderbaarlijk is het om te zien.” Vanuit de parabel van de misdadige wijnbouwers gebruikt Jezus woorden uit psalm 118 om duidelijk te maken dat Hij het zelf is die zal worden afgekeurd, maar tevens tot hoeksteen zal worden, en wel dankzij God. En heel bewust spreekt Hij deze woorden tot de hogepriesters en de farizeeën, die medeverantwoordelijk zullen zijn wat zijn terechtstelling betreft. Het is best interessant te lezen hoe dit allemaal gegaan is in de tijd van Jezus. Maar hoe zit dat met ons? In zekere zin wordt Jezus telkens opnieuw gekruisigd wanneer wij toegeven aan het kwaad. En soms - niet altijd - zijn wij, in meer of mindere mate, (mede)verantwoordelijk voor deze 'kruisiging'. In de zonde laten we we immers het 'goede leven' niet toe. Of anders gezegd: het licht van Christus mag niet schijnen daar we gekozen hebben voor de duisternis. Dat gebeurde toen, maar dat ge

donderdag in week 2 van de veertigdagentijd

Ik stel voor om vandaag die mooie psalm 1 (tussenzang van vandaag) eens wat nader te bekijken en haar te leggen op ons leven. Gelukkig de mens die niet meegaat met wie kwaad doen, die de weg van zondaars niet betreedt, bij spotters niet aan tafel zit, maar vreugde vindt in de wet van de Heer en zich verdiept in zijn wet, dag en nacht. Het wordt hier nogal zwart-wit gesteld. Maar da's goed. Als je de zaken zwart-wit stelt worden ze doorgaans meer helder dan wanneer we ons voortdurend in de grijze zone plaatsen. Gaan we de weg van de zondaar, of gaan we de weg van de Heer? Daarover gaat het. Aan welke tafel zitten we? Aan de tafel van zij die spotten met het leven, of zetten we ons aan de tafel waar de 'wet van de Heer' ligt? Om haar te bemediteren, ons erin te verdiepen. Die 'tafel' en die 'spotters' mogen we niet te fysiek zien. Het is iets dat zich afspeelt diep in onszelf, in ons diepste zijn. Zoals we gisteren hier zeiden in 'Van Woord naar leven&#

woensdag in week 2 van de veertigdagentijd

Vandaag horen we Jezus zeggen: 'Jullie weten dat heersers hun volken onderdrukken en dat leiders hun macht misbruiken.' Hoe actueel ! Gisteren was ik in gesprek met een van onze bewoners in het woonzorgcentrum nadat we samen naar het middagjournaal hadden gekeken. De bewoonster zei over Poetin dat zij hem ervoer als iemand die geen greintje compassie of medeleven heeft, of toont, met de medemens. Hij stuurt duizenden soldaten naar het front, wetende dat er heel wat zullen sneuvelen. Velen zullen vaders zijn van kinderen en partners van een vrouw. Hij laat steden en dorpen bombarderen waar honderden doden vallen, om nog niet te spreken over de trauma's die duizenden mensen oplopen. Hij ontneemt kinderen hun toekomst. Cultuurhistorische steden worden gewoon vernietigd tot op de grond. Miljoenen mensen maakt hij tot vluchteling. Terwijl hij zelf afgezonderd leeft ver weg van het geweld. Mevrouw is een hele christelijke dame en ze vroeg aan mij of het fout is zo te denken. &#

dinsdag in week 2 van de veertigdagentijd

Vandaag zegt Jezus: 'De belangrijkste onder jullie zal jullie dienaar zijn.' Wie we ook zijn, in welke levensstaat we ook leven, welke functie we ook uitoefenen in Kerk of samenleving,... het is wel degelijk mogelijk om de ander ALTIJD hoger te achten dan onszelf. Dat is evangelie. Enkel op deze wijze kunnen we dienstbaar zijn, in de meest diepe religieuze betekenis van het woord. In de ander is God aanwezig, in de ander komt God ons tegemoet, in de ander mogen we Hem eer brengen. We zouden dezelfde eerbied voor elkaar moeten hebben dan de eerbied die we koesteren wanneer we een kerk binnengaan en de Eucharistie knielend of buigend een groet brengen. Christus is in de ander immers niet minder - ofschoon wel anders - aanwezig. Dus de Eucharistie eer brengen terwijl we onze naaste verachten is God beminnen en tegelijk flirten met de duivel. Dat kan en mag niet samengaan. ‘Ik zeg je, sta op' - ons thema tijdens deze veertigdagentijd – betekent knielen en opstaan tegelijk. H

maandag in week 2 van de veertigdagentijd

Jezus roept op te zijn zoals de Vader. Doorheen de evangelies doet Hij dat meermaals. En terecht, we zijn immers geschapen naar het Beeld en de gelijkenis van de Vader, en we zijn dus ook geroepen om te leven naar dat Beeld en die gelijkenis. 'Wees barmhartig zoals jullie Vader barmhartig is' , zegt Jezus ons vandaag. Barmhartigheid is het hart van elke menselijke relatie. De goede relatie wordt erdoor in stand gehouden, de gekwetste relatie kent door barmhartigheid genezing. Wie barmhartig is voor ieder, in de naam van de Heer, is een genadevol mens. Door hem trekt immers Christus al weldoende rond. Aan ons de keuze. Kijken we naar de naaste met het hart van de Heer, vol goedheid en barmhartigheid, en dit vanuit een innige verkering met Hem? Of kijken we naar onze medemens vanuit een verhard hart dat de goede relatie met de ander in de weg staat? Ik stel voor: Laat ons kiezen voor het eerste, voor de liefde, voor de Heer. Dat is niet alleen de beste keuze, maar in die keuze

zondag 2 in de veertigdagentijd - C

Elke eucharistieviering is een 'top-ervaring', een moment dat ons doet uitstijgen boven de problemen en de zorgen van elke dag, maar er toch niet geheel los van staat. Vanuit het beluisteren van, het kijken naar, en het ontvangen van de Heer, zien wij de gewone dingen van ons dagdagelijks leven vanuit een 'hemels' standpunt, met een ruimere, meer zuivere visie, niet van zo laag-bij-de-grond, alledaags, wél van dichter bij de bron. Vanuit dat standpunt zien wij dat er een goddelijke kracht ontspringt die steeds nieuw leven geeft aan onze vallei waar het leven van elke dag zich afspeelt. Een eucharistieviering is geen vlucht uit de werkelijkheid, het is ook geen illusie, maar het is een heel reële herbronning die ons kan helpen om, na de afdaling, onze dagelijkse uitdagingen met een vernieuwde liefde - de liefde van de Heer - aan te gaan. In elke eucharistieviering 'verschijnen' ons Mozes, Elia of één van de andere profeten; het Oude Testament wordt voorgelezen e

zaterdag in week 1 van de veertigdagentijd

'Heb je vijanden lief en bid voor wie jullie vervolgen; alleen dan zijn jullie werkelijk kinderen van je Vader in de hemel', zo horen we Jezus vandaag zeggen. In tijden van oorlog zeer actueel. En vooral niet evident. Nochtans, het zijn woorden van de Heer, vandaag tot ieder mensenkind gericht. Typisch aan de liefde van God voor de mensheid is dat deze onvoorwaardelijk is, en dat ze zelfs de vijand omvat. Dat is bij ons, mensen, doorgaans anders. Wie, en in welke mate, we iemand beminnen hebben we als snel gecategoriseerd naar persoonlijke voorkeuren. Bij God speelt dit niet: Hij bemint onvoorwaardelijk, of om het met de woorden van het evangelie van vandaag te zeggen: God laat zijn zon opgaan over goede én slechte mensen. 'Heb je vijanden lief' is niet zomaar een vrijblijvende uitnodiging. Nee, het is een goddelijk gebod. Klaar en duidelijk. Zolang we hier niet aan beantwoorden maken we - bij wijze van spreken - nog geen deel uit van het Rijk Gods, en zijn we nog

vrijdag in week 1 van de veertigdagentijd

Denken jullie dat Ik het toejuich als een slecht mens sterven moet? – spreekt God, de Heer. Nee, Ik wil dat hij tot inkeer komt en in leven blijft. Zo horen we vandaag bij de profeet Ezechiël. Het mag duidelijk zijn dat God niemand de dood toewenst, ook - en vooral - de zondaar niet. Wat God wel wil is dat de mens met een slechte inborst tot berouw en inkeer komt en zo het leven herontdekt. Doorheen gesprekken met heel wat mensen hoor ik vaak dat mensen moeilijk afstand kunnen nemen van dagelijkse kleine zondekes. Diep vanbinnen verlangt men ze achter te laten, maar het lukt niet. Of men wilt niet. Alsof men het nodig heeft. Goed wetend dat het eigenlijk om zonden gaat. Een mens is wat dat betreft een raar wezen. Weten dat het niet goed is, en het toch doen; en wel dagelijks. Als dit lange tijd aanhoudt bestaat het gevaar er in dat men er zelfs in gaat berusten; nog net niet goed pratend. Op z'n minst merkwaardig te noemen. Wat speelt er toch in een mens dat hij zo'n schrik

donderdag in week 1 van de veertigdagentijd

'Vraag en er zal je gegeven worden, zoek en je zult vinden, klop en er zal voor je worden opengedaan. Want ieder die vraagt ontvangt, en wie zoekt vindt, en voor wie klopt zal worden opengedaan' ,  zegt Jezus ons vandaag. Het zijn woorden die al snel verkeerd begrepen kunnen worden. Wat hier alvast niet gezegd wordt is dat je zomaar krijgt wat je in gebed vraagt. God is geen frisdrankautomaat waarin je wat gebedjes stopt om daarna het gevraagde artikel te krijgen. Van belang is, wanneer we aankloppen bij God, dat Hij de deur voor ons zal openen. Hij zal ons welkom heten. Altijd! Niet onbelangrijk. Wat onze vraag, welke dat ook is, naar Hem toe betreft, zal Hij op de eerste plaats antwoorden met zichzelf te schenken, en wel in de persoon van Jezus. Het gekregene in het gebed is dus op de eerste plaats de Heer. De persoon Jezus is misschien niet datgene wat we in eerste instantie vroegen, maar we krijgen wel meteen het mooiste en meest waardevolle geschenk dat God ons geven k

woensdag in week 1 van de veertigdagentijd

Luisteren naar het Woord van God en er gehoorzaam aan zijn verrichten het wonder van het onmogelijke. Dat toont ons vandaag de figuur van Jona. Op het woord van God trok hij de grote stad Nineve binnen om de inwoners op te roepen tot bekering. Jona was een bemiddelaar, zou je kunnen zeggen, tussen God en de mensen. Hij bracht de oproep van God onder hen. Zij namen de oproep ernstig, riepen een vasten uit, en iedereen, van hoog tot laag, hulde zich in een boetekleed, en ze bekeerden zich. God, zo lezen we, liet zijn hart raken door deze bekering en bood hen het diepste van zijn goddelijkheid aan, namelijk zijn barmhartigheid. God heeft medelijden met mensen die hun slecht gedrag inzien, en is hen genadig. Zo kan de meest gewelddadige en goddeloze mens zijn leven omgooien als hij luistert naar het woord van God. En juist daarom, mogen wij christenen, ons nooit neerleggen bij hoe mensen zijn; integendeel. We zouden alles op alles moeten zetten om het woord van God, op welke wijze ook, bi

dinsdag in week 1 van de veertigdagentijd

Bid daarom als volgt... en Jezus leert zijn leerlingen het 'Onze Vader'. Gebed is in wezen deelname aan het leven van de heilige Drie-eenheid. Het is leven mét God, in een voortdurend ontvangen en geven. Dat is het in wezen. Maar Jezus weet, meer dan wie ook, hoe moeilijk het ons valt te bidden, in de liefde van de Geest te bidden, vol te houden met bidden, in het gebed te blijven, enz… Vandaag geeft Hij ons enkele woorden om tot waar gebed te komen; woorden waarbij Hij ons zelf meeneemt in zijn eigen gebed tot de Vader. Het Onze Vader is een mooi, rijk en zeer diepgaand gebed. God-zij-dank leven we hier in het westen in een (christelijke) cultuur waar dit gebed werd aangeleerd. De meesten van ons kennen het dan ook vanbuiten. Laten we van harte hopen en wensen dat ook vandaag nog onze kinderen dit gebed aangeleerd krijgen. Het mooie aan een gebed dat je vanbuiten kent is, dat je dit ten allen tijde en zowat overal kan bidden: Op je knieën, maar ook voor of na het eten, preve

maandag in week 1 van de veertigdagentijd

Het evangelie van vandaag is duidelijk: christen zijn betekent je ontfermen over je naaste. Als we dit verwaarlozen moeten we ons de vraag stellen waar we als christenen mee bezig zijn. Het is de voorbije dagen al meermaals aan de orde geweest in de lezingen. Maar we kunnen er voor elkaar niet genoeg de nadruk op leggen: christen zijn vraagt een zeer concrete beleving van naastenliefde, met een bijzondere genegenheid voor wie arm is, zwak of broos. Als we over Kerk-zijn spreken gaat het dikwijls over organisatorische structuren, de pijnpunten inzake tekort aan priesters, de parochies die boven onze hoofden afgeschaft of vergroot worden,… Maar welke parochievergadering begint met de vraag: wie zijn onze eenzamen op de parochie? Waar wonen onze zieken? Wie is of voelt er zich uitgesloten op onze parochie? Waar zijn onze jongeren? Zijn we bereid hen op te zoeken? Kunnen wij, als parochie, iets betekenen voor de vluchtelingen in Oekraïne? Is het een idee om heel regelmatig samen te komen t

zondag 1 in de veertigdagentijd

De veertigdagentijd is een tijd van bekering en van gebed en bezinning. In de liturgie worden we daarbij geholpen door een keur van uitstekende Bijbelteksten, zowel uit het Oude als uit het Nieuwe Testament. Vandaag horen we hoe Mozes de Israëlieten eraan herinnert dat ze God moeten danken om alles wat ze gekregen hebben. In het evangelie horen we het bekende verhaal over Jezus’ bekoringen in de woestijn. Hij wordt door de duivel op de proef gesteld. Die wil Jezus afhouden van zijn idealen, hij wil verdeeldheid scheppen tussen Jezus en zichzelf, tussen Jezus en alles waar Hij voor staat. Misschien is wel het meest opvallende aan die bekoringen dat ze zo menselijk zijn. Hij wordt echt uitgedaagd als mens, Hij ondergaat dezelfde beproevingen als die waarvoor wij staan. Niet zomaar wat bekoringen, wel de basisbekoringen waarmee iedere mens te maken heeft. “Beveel aan die steen dat hij in brood verandert”, zegt de duivel, en Jezus antwoordt: “De mens leeft niet van brood alleen.” “Als Ge

zaterdag na Aswoensdag

Vandaag lezen we bij de profeet Jesaja als woorden van de Heer: 'Wanneer je het juk van de onderdrukking uitbant, de beschuldigende vinger en de kwaadsprekerij, wanneer je de hongerige schenkt wat je zelf nodig hebt en de verdrukte gul onthaalt, dan zal je licht in het donker schijnen, je duisternis wordt als het licht van het middaguur.' Vele mensen (ik vraag me zelfs af ‘wie niet?’) dragen duisternis in zich, een donkerte waar men ten diepste onder lijdt. Dit kan gaan over steeds terugkomende neigingen tot zonde, onvolkomenheden in jezelf, of kwetsuren die je zijn aangedaan of die je hebt opgelopen. We zijn allemaal complexe wezens die zijn wat ze zijn. Ik denk dat niemand echt wit is, zoals ook niemand echt zwart zal zijn. We leven in een soort grijze zone, met méér dan vijftig tinten. Complexe wezens dus. Jesaja nodigt uit niet bij de pakken van onze duisternis te blijven zitten, maar ons radicaal toe te vertrouwen aan het werk van God. En het gaat over een niet mis te ve

vrijdag na Aswoensdag

De profeet Jesaja windt er geen doekjes om. Woorden van de Heer: 'Is dit niet het vasten dat Ik verkies: misdadige ketenen losmaken, de banden van het juk ontbinden, de verdrukten bevrijden, en ieder juk breken? Is het niet: je brood delen met de hongerige, onderdak bieden aan armen zonder huis, iemand kleden die naakt is, je bekommeren om je medemensen?' Het vasten heeft de bedoeling dat we ons keren naar God, dat we afstand nemen van al wat zondig is, dat we berouw tonen en ons begeven op de weg die God met ons wil gaan. Soberder leven, vasten op voedsel, afstand nemen van, zal ons helpen te groeien in onze diepere intimiteit met God. Het gevaar bestaat er echter in dat we ons gaan nestelen in een hoekje, met heilige boekjes en gebeden, denkend goed en vooral heel vroom bezig te zijn. Maar als het enkel bij dat hoekje blijft vergeten we echter één ding, namelijk dat groei in God moet betekenen: groeien in liefde, in barmhartigheid, in naastenliefde. Als dit laatste niet is,

donderdag na Aswoensdag

Vandaag lezen we in Deuteronomium: 'U staat voor de keuze tussen leven en dood, tussen zegen en vloek. Kies voor het leven, voor uw eigen toekomst en die van uw nakomelingen, door de Heer, uw God, lief te hebben, Hem te gehoorzamen en Hem toegedaan te blijven.' Inderdaad, wij staan voor de keuze tussen leven en dood. Kiezen voor God is kiezen voor het leven. Kiezen voor het kwaad is kiezen voor de dood. Deuteronomium stelt dit heel zwart-wit, maar soms heeft een mens dergelijke taal nodig om z’n leven en de keuzen die hij maakt op scherp te zetten. De realiteit leert ons dat wij doorgaans daar ergens tussen hangen. Niet echt zwart, maar zeker ook niet echt wit; eerder grijs. Maar eigenlijk zou ons leven wit moeten zijn, niet enkel in de intentie, maar ook in de daad. Als christen zou het een vanzelfsprekendheid moeten zijn te kiezen voor het leven, voor God dus. Als we onze naam ‘christen’ waardig willen dragen moeten we leven naar haar inhoud: dat betekent een leven leiden g

Aswoensdag

Vandaag, bij het begin van de veertigdagentijd horen we Paulus zeggen: 'Namens Christus vragen wij u dringend: laat u met God verzoenen.'  Treffende oproep op deze Aswoensdag. Onmiddellijk to the point. Wat opvalt is dat Paulus zegt: Laat u verzoenen. Het klinkt alsof we het niet zelf moeten doen. En zo is het ook. Wie vanuit een soort religieuze krachtpatserij zich zelf probeert te verzoenen met God zal al snel te maken krijgen met innerlijke frustratie. Dit allemaal zelf willen doen is ook erg anti-christelijk. Het evangelie leert ons dat Christus naar ons toe komt, dat Hij het is die bevrijdt, als een goede Herder die op zoek gaat naar zijn zieke schapen. Ja, het is Christus die bevrijdt, we bevrijden niet onszelf. Het is Christus die redt, dat doen we niet zelf. Evangelisch leven is je openen voor Christus, zijn inwoning erkennen, je toevertrouwen aan Hem, opdat de bevrijding kan plaatsvinden. Wie teruggeplooid leeft op zichzelf laat dit gebeuren niet toe. Hij kan miss