Posts

Posts uit april, 2022 tonen

zondag 3 in de paastijd - C

 Als we jong zijn hebben, of hadden, we allemaal onze dromen over de invulling van onze toekomst. Dit begint al bij kinderen. Veel jongens willen voetballer worden, of brandweerman, of politieagent. Veel meisjes willen kapster worden, of kinderverzorgster, of schoonheidsspecialiste. Ach, laat kinderen maar dromen! Als ze jaren later dan jongvolwassen zijn, worden de meeste dromen bijgestuurd. Men kiest een studierichting vanuit een doordachte beroepskeuze, men gaat op zoek naar een lief met die karaktertrekken waarvan men denkt dat hij of zij die moet hebben om later een goed huwelijk te hebben,... Kortom, jonge mensen dromen en kiezen. Men wilt een bepaalde toekomst creëren, mensen kiezen, een carrière uitbouwen. Op zich is dat een hele natuurlijke evolutie. Laat ook dit maar gebeuren... En toch... Jezus zegt vandaag aan Simon Petrus: 'Toen je jong was deed je zelf je gordel om en ging je waarheen je wilde, maar wanneer je oud wordt zal een ander je handen grijpen, je je gordel

zaterdag in de 2e paasweek

Jezus zegt vandaag: ‘Ik ben het, wees niet bang’. Diep vanbinnen zijn ook wij dikwijls angstig: bang ons eigen ikje te verliezen, bang - zoals we enkele dagen geleden hier zeiden - ons roer volledig uit handen te geven aan de Heer. Of anders gezegd: we zijn bang in Gods liefde te treden. Jezus kent onze vrees, onze twijfel, onze angst. Hij kent ze meer dan wij ze zelf kennen. En juist door het feit dat Hij er weet van heeft komt Hij ook tot ons met die heldere en bevrijdende woorden: ‘Ik ben het, wees niet bang’ . Laten we deze woorden in de stilte van ons hart met veel liefde overwegen. Het is immers de Heer zelf die deze woorden in ons diepste zijn komt neerleggen, met de uitnodiging ons aan Hem toe te vertrouwen. Toen de leerlingen, zo lezen we, de Heer aan boord wilden nemen kwam hun boot meteen aan land . Zo is het ook in ons leven. Wanneer we ingaan op de uitnodiging van de Heer Hem in ons toe te laten, wanneer we ermee instemmen dat Hij de leiding mag nemen over ons innerlijk

29 april - Catharina van Siëna

Vandaag zegt Jezus: 'Ik loof U, Vader, Heer van hemel en aarde, omdat U deze dingen voor wijzen en verstandigen verborgen hebt gehouden, maar ze aan eenvoudige mensen hebt onthuld. Ja, Vader, zo heeft het U behaagd.' Wanneer Jezus hier spreekt over 'eenvoudige' mensen, dan heeft Hij het niet over mensen die niet gestudeerd zouden hebben, mensen zonder diploma's of mensen met een zogenoemd laag iq. Wanneer Hij spreekt over 'wijzen en verstandigen' heeft Hij het niet over mensen die het ver geschopt hebben in hun leven, mensen met universitaire diploma's, hooggeleerden, ook niet over theologen of zij die hoogstaande functies zouden bekleden in de Kerk. De 'wijzen' waarover Jezus hier spreekt zijn zij die zichzelf verstandig achten los van hun schepper. Zij zetelen als het ware op de troon van God en vinden dat ze Hem niet nodig hebben. Zij leven en handelen vanuit hun 'ikje' los van de Vader. Ze zijn hoogmoedig, zelfingenomen, verwaand, h

donderdag in de 2e paasweek

' God schenkt de Geest in overvloed.' Zo horen we vandaag Jezus zeggen tot Nikodemus. Wie leeft in ontmoeting met de Heer, zal de Heer en zijn liefde steeds meer leren verstaan. Niet zozeer vanuit een louter menselijk denken dat steeds om bewijzen en ervaring vraagt, maar vanuit de warmte van de heilige Geest die ons geschonken is. Doorgaans hechten we aan dit laatste weinig belang en daardoor geven veel mensen het te snel op, of geraken in een twijfel waar ze niet meer uit raken. Door het verlies van de Geest is het geloof abstract geworden, misschien nog in stand gehouden door bepaalde rituelen of zelfs vormen van liefdadigheid, maar de levende overgave en de blijheid van een leven gestuwd door de Geest is zoek geraakt… Willen we leven in Gods wil, willen we zijn woorden spreken, willen we zijn liefde belichamen, dan is het belangrijk dat we Gods heilige Geest in ons leven levend houden, of beter gezegd: is het van belang dat we onszelf plaatsen in de gloed van de Geest, i

woensdag in de 2e paasweek

Vandaag zegt Jezus tot Nikodemus, én tot ons: 'Wie kwaad doet, haat het licht; hij schuwt het licht omdat anders zijn daden bekend worden. Maar wie oprecht handelt zoekt het licht op, zodat zichtbaar wordt dat God werkzaam is in alles wat hij doet.’ Liefde en kwaad zijn tegengesteld aan elkaar, zoals licht en duisternis dat ook zijn. Wie kwaad doet, leeft tegengesteld aan de liefde en leeft in de duisternis. Wie oprecht tracht te leven en daardoor het licht opzoekt, zal getuigen van Gods Liefde, want hij leeft in de Liefde en de Liefde spreekt van God. Laten we kinderen zijn van het licht, kinderen van de liefde, kinderen van God, heel concreet, in het leven zoals het zich vandaag aanbiedt, in de bezigheden waarin God ons vandaag roept. Evident is dat niet, maar wel mogelijk, de woorden van Maria uit het Lucas-evangelie indachtig ‘Voor God is niets onmogelijk’. Puur vanuit ons eigen ikje zal het doorgaans niet makkelijk zijn. Wie tracht lief te hebben vanuit Christus’ inwoning z

dinsdag in de 2e paasweek

Waar gisteren in de brief van Petrus nog gewaarschuwd werd voor de listen van de duivel, zo horen we vandaag Jezus spreken over een weg die een garantie biedt om 'in God' te leven, losgeweekt van het kwaad. We moeten 'opnieuw geboren worden', zo stelt Hij, en wel 'uit de Geest' ; een wedergeboorte dus. Wat is dat dan, die nieuwe geboorte? Paulus schrijft in zijn tweede brief aan de Korintiërs wanneer iemand één met Christus is hij tot een nieuwe schepping hoort. 'Het oude is voorbij' , zo schrijft hij, 'het nieuwe is gekomen' (2 Kor. 5, 17). En daar gaat het dus over. Herboren worden in Christus. Een geestelijke transformatie, zeg maar. Een opgenomen worden in en door de verrezen Heer. Vanuit Hem leven, liefhebben, verkondigen. Als een nieuwe mens die leeft in het Pasen van de Heer. Het is dus niet de Heer nabootsen. Het is ook meer dan zijn voorbeeld volgen. Het is leven in verbondenheid met Hem. Het gaat over leven in eenheid met Christus

25 april - Marcus

Wees waakzaam, wees op uw hoede, want uw vijand, de duivel, zwerft rond als een brullende leeuw, op zoek naar een prooi. Zo waarschuwt ons Petrus vandaag in de eerste lezing. Gisteren spraken we hier in 'Van Woord naar leven' nog over de kleine opstanding die je kan ervaren wanneer je bereid bent je leven in de wonde van je medemens te leggen; de ander die oproept lief te hebben. Wie deze kunst van het leven verstaat zal Christus' verrijzenis aan den lijve ervaren; zowel in jezelf als in het gebaar van liefde dat gesteld wordt. Maar daarvoor moet je uit jezelf treden, afsterven aan een 'ik' dat zegt het eigen ego te voeden en te volgen. Dit laatste is een ik dat gekozen heeft het pad te volgen van het egoïsme, wat bijna altijd haaks staat op de liefde. Wanneer je het kwaad bezig ziet in je onmiddellijke omgeving, of in de grotere wereld, maar ook in jezelf, dan kunnen we altijd de eenvoudige conclusie trekken dat er niet gekozen werd voor de liefde. Het is een

Beloken Pasen

Een mens is een gemeenschapsdier. Het zit in zijn genen. Hij is er toe geroepen. Alsof er van de ander een soort aantrekkingskracht uitgaat. Of beter gezegd: de ander ontmoeten nodigt uit. De ander appelleert, roept op.  Een mens kan dan twee zaken doen: erop ingaan, of er niet op ingaan. Wie erop ingaat laat toe dat het beste in je naar boven gehaald wordt. Alsof die ander met zijn appèl in je komt en je in beweging zet. Christelijk religieus geduid zou je kunnen zeggen: In de ander is Christus aanwezig die als een bedelaar vraagt bemind te worden. Dit aanvoelen en erop ingaan is toelaten dat Christus in jou bemint; jij in eenheid met Hem. Vandaag zien we Tomas zijn vingers leggen in de zijde van Jezus. Het is zijn kleine verrijzenis; zijn opstanding die hij ervaart in de wonde van de Heer. Het is voor hem niet enkel een bewijs dat Christus leeft, maar het is tevens ontmoeting; gods-ontmoeting, en wel in de wonde. Het is de wonde van de liefde waarmee Christus z'n diepste solidar

zaterdag in de paasweek

Ondanks dat de leerlingen in eerste instantie moeilijk konden geloven, krijgen ze toch de duidelijke opdracht: 'Trek heel de wereld rond en verkondig het goede nieuws aan alle schepselen.' Jezus was niet enkel de Blijde Boodschap, Hij droeg ze ook uit, met de bedoeling dat z'n volgelingen deel zouden krijgen aan die Blijde Boodschap (lees: deel krijgen aan het leven van de Heer), en er, net zoals Hij, uitdragers van zouden zijn. Een opdracht voor de apostelen, maar in wezen voor ieder die zich christen weet. De Kerk (waartoe de meesten van ons deel uitmaken en er dus deel aan hebben) is immers in wezen missionair: dragend, gezonden en uitdragend. Het zou een vergissing zijn te denken dat enkel paus, bisschoppen, priesters en religieuzen belast zouden zijn met deze opdracht. Nee, elke christen is in wezen gezonden om drager en uitdrager te zijn van het evangelie. Paus Franciscus zal het beslist anders doen dan de gewone man/vrouw in de straat, en toch gaat het in wezen om

vrijdag in de paasweek

De leerling van wie Jezus veel hield zei tegen Petrus: ‘Het is de Heer!’ Wij hebben wel eens de neiging om de Heer te gaan zoeken in het buiten-gewone, alsof Hij zich enkel of vooral zou openbaren buiten het alledaagse leven. Het evangelie van vandaag toont aan dat Jezus zijn aanwezigheid openbaart in het alledaagse, in onze dagelijkse bezigheden, in de gewone dingen van elke dag, in de dingen waarmee we bezig zijn. We hoeven Hem echt niet ver te zoeken. Hij is gewoon daar waar we zijn. Wie de levenskunst verstaat God aanwezig te weten in de kleine dingen van elke dag, zal deze kleine dingen als grote dingen ervaren, omdat hij ze zal beleven als gekregen God, met de liefdevolle uitnodiging Hem in al die dingen en mensen te eren, en wel in de liefde van Christus. Onze dagelijkse maaltijden, onze omgang met echtgenoot of kinderen, medezusters- of broeders, onze arbeid thuis of elders, onze zorg voor de medemens, ons gemeenschappelijk en persoonlijk gebed, onze eigen kwetsbaarheid, lij

donderdag in de paasweek

Terwijl ze nog aan het vertellen waren, kwam Jezus zelf in hun midden staan en zei: ‘Vrede zij met jullie.’  Het gesprek dat de leerlingen met elkaar voerden was geen gewone babbel over koetjes en kafjes. Het ging over het feit dat ze Jezus erkend hadden op hun weg naar Emmaüs, en wel bij het breken van het brood. Dus die verrijzenis waarover Hij zich regelmatig uitliet... ja, daar was dus toch iets van aan. Maar wat nu? Gaat Hij zich nog tonen? En zo ja, hoe dan? En aan wie? En hoelang? En wat moesten ze daarmee? Je kan je het gesprek voorstellen. Naast een zekere vreugde van 'het moet dan toch waar zijn' zullen er ook de vragen geweest zijn. Levendig gesprekken moeten het geweest zijn; alleszins. Midden in dat gesprek kwam de Heer bij hen staan; 'in hun midden' , zo staat er. Mooi toch. Jezus kwam zich in hoogst eigen persoon bemoeien. Als bevestiging. Als antwoord op hun vragen. Ik kan me voorstellen dat hun mond wij openviel van verbazing toe Hij daar ineens '

woensdag in de paasweek

Het moet voor die eerste leerlingen niet makkelijk geweest zijn. Hun Heer, waar ze al die tijd hun volle vertrouwen op hadden gesteld, was niet meer. Hij was gekruisigd, vermoord, en gedaan. Deze twee leerlingen wisten nog niet van de verrijzenis, en dat moet zeer verwarrend zijn geweest. We mogen dat niet onderschatten. En we kennen dan het verdere verhaal: de Heer gaat een stuk met hen mee en voert onderweg een heel gesprek met hen. ’s Avonds, na uitgenodigd te zijn door die twee, breekt Hij het brood en ze herkennen Hem. Maar wat mooi is, en daar wil ik vandaag met u toch even bij stil staan, is dat ze daags nadien hun tocht niet verder zetten. Nee, ze gaan terug. Ze keren terug naar Jeruzalem. Ik vermoed dat ze onderweg naar Jeruzalem, en ginds in de stad, velen hebben opgezocht en aangesproken die nog in verwarring verkeerden, die nog niet wisten van de verrijzenis, die nog leefden in leegte en twijfel. Vanuit de ervaring dat ze de Heer in hun midden wisten, gingen ze ‘getuigen’

dinsdag in de paasweek

We lezen dat Maria in eerste instantie de Heer niet herkende toen Hij haar aansprak. Pas nadat Jezus haar bij haar naam noemde herkende zij Hem en meteen draaide ze zich naar Hem toe met de woorden 'Rabboeni', wat meester betekent. Jezus is heel dikwijls en op velerlei wijzen in ons leven aanwezig zonder dat we Hem onmiddellijk herkennen. Terwijl we, net zoals bij Maria uit het evangelie, eigenlijk naar Hem op zoek zijn, of verlangen Hem te ontmoeten. En dit terwijl Jezus misschien in onze onmiddellijke buurt is, en zacht onze naam uitspreekt. Hij staat daar misschien al lang, en heeft Hij al meermaals onze naam uitgesproken, maar we hebben het, om welke reden ook, niet gehoord. Jezus bevroeden, Hem gewaar worden, Hem herkennen, Hem ontmoeten, met Hem omgaan,... vraagt een innerlijke waakzaamheid die van wezenlijk belang is. Het gaat over alertheid, zowel tijdens ons expliciet gebed alsook tijdens onze bezigheden. In beiden is Hij aanwezig, en wil er de ziel van zijn. Het ga

Paasmaandag

Ontzet en opgetogen verlieten de vrouwen het graf; ze haastten zich om het aan de leerlingen te vertellen. Op dat moment kwam Jezus hun tegemoet en groette hen. Ze liepen op Hem toe, grepen zijn voeten vast en aanbaden Hem. Daarop zei Jezus: ‘Wees niet bang. Ga mijn broeders vertellen dat ze naar Galilea moeten gaan, daar zullen ze Mij zien.’ Dat de vrouwen het lege graf verlieten en naar de leerlingen snelden, deden ze omdat de engel hen daartoe gezonden had. Christelijk leven vraagt gehoor geven aan wat gevraagd wordt. Het is niet je buik volgen, wel Gods stem. In dit geval de stem van de engel waardoor God sprak. Wanneer je gewaar wordt dat God spreekt ben je, zoals bij de vrouwen, 'ontzet en opgetogen' . Ontzet omdat dit binnenkomt, het doet iets met je, je bent aangedaan. En tegelijk ben je opgetogen, blij en dankbaar, alsof een zeker vuur van geestdrift en enthousiasme in je begint te branden. Wel, deze ontzetting en opgetogenheid doet hen doen wat God vraagt. Ze '

Paaszondag

'Vroeg op de eerste dag van de week, toen het nog donker was, kwam Maria uit Magdala bij het graf...' zo lezen we vandaag bij Johannes. Dat woordje 'vroeg' is me altijd zeer dierbaar geweest in dit paasevangelie. Ik lees daarin een oproep om wakker door het leven te gaan; waakzaam en alert, fris en onbevangen, hoopvol en uitkijkend, verwachtend en vooruitziend. Wie de paasgenade in zich wil dragen zal een wakkere mens moeten zijn, bereid en gereed Hem te ontvangen die u in zich wil opnemen om je deelgenoot te maken aan zijn opstanding. Leven in de paasgenade wil zeggen: toelaten dat Jezus zijn opstandingslied met, in en door je heen zal zingen, altijd opnieuw, naar allen die God op je levenspad brengt. Het is je gezonden weten en van harte 'ja' zeggen op deze zending. Laten we vooral niet denken dat we paasmensen zouden zijn door enkel en alleen 'alleluia' te zingen in de kerk, of tijdens je persoonlijk gebed. Pasen betekent ook je laten raken door

Goede Vrijdag

Afbeelding
 

Witte Donderdag

Vandaag zegt Jezus tot Petrus, en tot ieder van ons: 'Als Ik je voeten niet mag wassen kun je niet bij mij horen.' Dit gaat tegen alle wereldse logica in. God zelf knielt voor de mens om de voeten te wassen, om hem te reinigen. Dat kan Christus omdat Hij een en al Liefde is. De Liefde gaat nooit boven de ander staan, maar treedt de naaste tegemoet als een mindere. Dat is Liefde. Zo is God. Wie deze daad van de Heer niet toelaat, zo zegt Hij, kan niet bij Hem horen. Hij zal nooit Jezus' deelgenoot kunnen zijn. In de biecht gebeurt net hetzelfde. Daar knielt de Heer voor de biechteling. Doorheen de priester geeft de Heer de absolutie en neemt de biechteling in zich op. Het is dus in de reiniging dat Christus ons in zich opneemt. De reiniging bestaat er in je te laten genezen van de hoogmoed, om je als een nederige te laten opnemen door Christus in Hemzelf. Vanuit deze reiniging mogen wij dan elkaar de voeten wassen. Jezus zegt immers: 'Ik heb een voorbeeld gegeven;

woensdag in de Goede Week

Op een van de grootste momenten uit de geschiedenis, daar waar Jezus zichzelf zal schenken in brood en wijn, is het kwaad op z'n sterkst aanwezig. De Heer, en de duivel in Judas... samen aan dezelfde tafel. De Heer, een en al liefde... en Judas, bezeten van zijn boze bedoelingen. Waar christelijke liefde is, is de duivel nooit ver af. Dat deze laatste mee aan tafel zit, dwingt ons steeds op de hoede te zijn en de houding van innerlijke onthechting aan te nemen. kris

dinsdag in de Goede Week

Jezus voorspelt aan Petrus dat hij Hem driemaal zal verloochenen. Dit moet Petrus zeer bedroefd hebben. Hij hield immers van zijn Heer. Enkele dagen later inderdaad zal blijken dat hij zijn Heer tot drie maal zal verloochenen. En hoe zit dat met ons? Moest Jezus aan ons zeggen dat wij Hem binnenkort zouden verloochenen... we zouden, net als Petrus, ook bedroefd zijn, want we houden toch van Jezus. Niet? Jezus verloochenen betekent niet enkel onze vriendschap met Hem ontkennen wanneer men daarachter zou vragen, zoals dat bij Petrus het geval was. Jezus verloochenen betekent ook niet liefhebben wanneer deze mogelijkheid er was, het betekent ook niet vergeven wanneer dit kon, het betekent ook geen verzoening brengen daar waar dit wel degelijk mogelijk was. Elke keer, op iedere moment, op elke plaats, waar Jezus vraagt Hem te volgen, en waar wij dat niet doen, verloochenen we Hem in zekere zin. Christelijk leven mag geen vrijblijvend gebeuren zijn. Het kent en vraagt een welbepaalde lev

maandag in de Goede Week

Judas Iskariot wil de heilige uithangen maar dat is puur voor de schijn. In werkelijkheid is hij een dief, een verrader. Achter de schone schijn schuilt een kwaad hart. Iets dat bij ons allemaal wel eens voorkomt: goed doen opdat de mensen ons hoog zouden inschatten, of zogezegd om met ons geweten in het reine te zijn, terwijl we diep vanbinnen… ach… we weten het wel. Maria daarentegen nam een kruikje zeer kostbare olie, ze zalfde de voeten van Jezus en droogde ze met haar haren af. De geur van de olie, zo staat er, vulde heel de ruimte. Met de olie gaf Maria in gehele toewijding zichzelf aan de Heer. Hem had ze lief, Hem wou ze dienen, aan Hem gaf ze zichzelf. Ze had immers de vermaning goed begrepen die Jezus enige tijd terug aan haar zuster Marta gaf dat zij, Maria, het beste deel gekozen had... weet je nog? Hoe gaan wij in deze dagen van de Goede Week met onszelf om… Houden we onszelf krampachtig vast, levend voor de mooie schijn, of durven we ons los te laten, ons schenkend aan

Palmzondag

Palmzondag. We lazen heel het passieverhaal van de Heer. Uit liefde voor de mens, de mens van alle tijden, is Jezus de weg van totale nederigheid gegaan. In zijn onmetelijke trouw aan de Vader, én de mensheid, was Hij de meest lijdende mens, ook de grootste zondaar, nabij op het kruis. Over solidariteit met ons diepste mens-zijn gesproken. Indrukwekkend. Op het kruis ging Hij mee, omhelsde Hij, vergaf Hij, genas Hij, schonk Hij redding. Wat een liefde! Er zijn geen woorden om deze grootsheid tot uitdrukking te brengen. Voor het gebeuren op het kruis zich voltrok, leidde Hem een kleine ezel naar Jeruzalem, de stad waar zijn totale liefde zich zal voltrekken. Men rolde mooie stoffen voor Hem uit, men juichte Hem toe met zang en groene takken. Het moet Hem zeker hebben ontroerd. Maar... Hij weende ook. Hij wist immers hoe weinig er Hem écht zouden volgen op zijn liefdesweg. Waar waren al deze mensen wanneer Hij daar hing op het kruis...? De meesten van ons hebben thuis één of meerdere k

zaterdag in week 5 van de veertigdagentijd

Vandaag, waar we ons op de drempel begeven van de Goede Week, lezen we dat Jezus het gesprek met de Joden niet meer aanging. Alles was zowat gezegd. Hij zocht de stilte op, Hij trok naar ‘de omgeving van de woestijn’ , zo staat er, waar Hij verbleef in Efraïm samen met z’n leerlingen. Ter voorbereiding van wat komen zou... Ik wil u uitnodigen, geliefde mensen, de komende week, de lezingen die de liturgie ons aanbiedt, echt diep ter harte te nemen. Opdat het een genadevolle week zou worden; voor uzelf, uw geliefden, de Kerk en de wereld. Ga deze dagen voor Pasen, mét Jezus, naar de ‘de omgeving van de woestijn’ ; naar de stilte; uw stilte, die heilige plek diep in uzelf waar God zich openbaart, om je naar Hem te keren, om je in Hem te begeven, om van Hem te ontvangen. Nogal wat christenen zoeken deze dagen de stilte op van een abdij of klooster. En da's goed. De gastenverblijven in deze huizen zijn een weldaad voor zij die op zoek zijn naar uiterlijke en innerlijke rust, om hun re

vrijdag in week 5 van de veertigdagentijd

Vandaag horen we doorheen de profeet Jeremia: 'Zing voor de Heer, loof de Heer, want Hij heeft het leven van de arme uit de handen van boosdoeners gered.' De arme is hij die gekeerd leeft naar God, die leeg en ontvankelijk is, bereid God in zich te dragen en in Hem te leven. De boosdoener is Hij die dit alles veracht, zichzelf  tot schepper herleidt van al zijn doen en laten. Rijk is hij die arm is voor God. Hij zal drager en uitdrager zijn van Gods vrede, zelfs wanneer hij door kwaad wordt omringt. Zijn armoede zal hem tot rijkdom zijn, want hij weet zich bemind door God en zal in Hem de kracht vinden het kwade te beantwoorden met het goede. Zoals Jezus gedaan heeft. En als het goed is, wij in Hem. kris

donderdag in week 5 door het jaar

Vandaag zegt Jezus: 'Als iemand mijn woord bewaart zal hij de dood nooit zien.' Zoals gisteren hier ook al gezegd, is het Woord van de Heer veel meer dan de woorden die Jezus uitgesproken heeft, of zoals ze staan opgetekend in de evangelies. Het (mensgeworden) Woord is Hijzelf. Doorheen de evangelies, de Kerk, de medemens, het broze, het lijden, de natuur, zoveel situaties, uitnodigingen,... komt het Woord tot ons, met de vraag het te ontvangen, er 'ja' op te zeggen. Jezus zegt vandaag dat we het Woord moeten 'bewaren' . Bewaren heeft te maken met 'zorg dragen voor', zodat het zijn schoonheid en zijn inhoud niet verliest. Het niet te snel invullen, en het al zeker niet toeëgenen. Het laten zijn zoals het is. Enkel zo kan het Woord, de Heer zelf, zijn werk doen in je leven. Het Woord, of de Heer, moet gekoesterd worden, liefgehad, en wel als het hoogste Goed, door de hemel in ons hart gelegd, niet anders dan toen in de kribbe, of grot, te Bethlehem. Zo

woensdag in week 5 van de veertigdagentijd

Vandaag zegt Jezus ons: ‘Wanneer u blijft vasthouden aan wat Ik zeg, bent u werkelijk mijn leerlingen. U zult de waarheid kennen, en de waarheid zal u bevrijden.’  Christus is het mensgeworden woord van God. Dus niet enkel wat Hij zegt zijn zijn woorden, maar Hijzelf is het Woord. Overal waar Hij tot ons komt en tot ons spreekt, openbaart zich de waarheid die ons ten diepste zal vrij maken. Echte leerlingen van Jezus zijn zij die bij dit Woord blijven, bij de Heer dus. Dikwijls zijn we onvrij omdat we niet bij Christus blijven. In de betere momenten laten we Hem toe, mag Hij er zijn, vindt er zelfs een transformatie plaats, maar we zijn niet trouw, en vervallen al snel in die gewoontes die ons wegtrekken van de Heer. Of we laten Hem maar deels toe. We koesteren als het ware sommige duistere plekjes diep in onszelf die we niet willen prijsgeven. Merkwaardig hoe een mens zichzelf soms vastketent aan bepaalde praktijkjes. Soms zijn we echt 'slaaf van de zonde' zoals Jezus dat

dinsdag in week 5 van de veertigdagentijd

Jezus sprak tot de Farizeeën: ‘Ik ga weg, en u zult Me zoeken. Maar u zult sterven vanwege uw zonde. Waar Ik naartoe ga, daar kunt u niet komen.’  Wie zich halsstarrig blijft vastklampen aan zijn eigen donkere praktijkjes zal het zeer moeilijk hebben de Heer te zien en te leren kennen zoals Hij werkelijk is. Hij zet zich immers vast in z’n eigen duistere gewoonten waar hij zo moeilijk afstand van kan nemen. Niet (willen) loskomen van duistere praktijken (kleine en/of grote) kan een mens helemaal in zichzelf doen keren en steeds verder weg doen drijven van God. We kunnen bidden om vele vormen van genade. Zo is het ook goed te bidden om genade van inzicht. Dit vraagt tijd; het vraagt een stil verwijlen in de Heer, binnenin luisterend naar het getik van de Heer op je geweten. Van hieruit kan een eerlijk berouw ontstaan, al dan niet met een (innerlijke) traan. Laat je dan vervullen met een geest van dankbaarheid, ondanks je spijt. Ga, geleid door de Geest, als een kind naar God, en leg j

maandag in week 5 van de veertigdagentijd

Vandaag zegt Jezus: : ‘Ik ben het licht voor de wereld. Wie Mij volgt loopt nooit meer in de duisternis, maar heeft licht dat leven geeft.’ Het licht waarover hier sprake is wordt niet enkel gegeven door Jezus, het is Jezus zelf. 'Ik ben het licht', zegt Hij. Het is dus 'in' Jezus dat we zijn licht zullen vinden, ontvangen, en geven. Christen zijn is veel meer dan leven in een spiritualiteit, een ‘leer’ zeg maar, ons vele jaren geleden geschonken, opgetekend in een boek dat ons tot lering kan zijn. Natuurlijk is het dat ook, maar het is veel meer. Christen zijn is op de eerste plaats een mystiek gebeuren: een leven diep verbonden met het leven van de Heer in ons. Het is leven in die stille en vrije overgave aan zijn aanwezigheid. Het is je door Hem laten opnemen opdat Hij jouw leven mag worden. Op deze wijze zal Jezus, die het licht voor de wereld is, licht kunnen zijn door jou heen. Het licht dat je draagt en uitstraalt zal geen ander licht zijn dan het licht van de

zondag 5 door het jaar - C

Geliefde mensen, doorheen de drie lezingen van vandaag merken we duidelijk een rode draad. Telkens wordt er gezegd dat er ‘iets nieuws’ tot stand komt. In het evangelie is dat de vrouw die men wilde stenigen. Jezus, die met enkele wijze woorden iedereen huiswaarts stuurde, zei tot de vrouw: ‘Ik veroordeel u ook niet. Ga naar huis, en zondig vanaf nu niet meer.’ Deze vrouw mocht opnieuw beginnen, gered (letterlijk en figuurlijk) als ze was door de Heer. Ze mocht een nieuw leven beginnen, en wel door Hem gezonden. In de tweede lezing horen we Paulus zeggen: 'Ik vergeet wat achter me ligt en richt mij op wat voor me ligt. Ik ga recht op mijn doel af: de hemelse prijs waartoe God in Christus Jezus roept.' We kennen het verleden van Paulus: de grote christenvervolger. Vandaag zou men spreken van een groot terrorist, internationaal geseind. Hij weet zich, door de genade van de Heer, vernieuwd. In Hem is hij herboren. En niet achteromkijkend richt hij zich nu op zijn roeping waar

zaterdag in week 4 door het jaar

Het evangelie van vandaag vertelt ons dat de toenmalige religieuze leiders Jezus niet konden aanvaarden als de Messias. Ze namen zichzelf, en bijzonder hun eigen redeneren, als norm van het al dan niet aanvaarden van Jezus als de Christus. Het is een vrucht van een soort verlichtingsdenken (ja, toen al…) waar het eigen redeneren het centrum was geworden van wat jezelf als 'waarheid' zag. Wat gevaarlijk is... want de kans is groot dat je op deze wijze de dingen niet meer ziet zoals ze zijn. Het eigen 'ik', het eigen denken, staat centraal, en het 'ik' bepaalt wat al dan niet waar is. Het moet gezegd, dit laatste is een zeer moeilijke materie. De waarheidsvraag is iets van alle tijden. Doch heeft Jezus ons iets gegeven dat ons al een heel stuk op weg kan helpen. En dat 'iets' is iets dat aan Hem, en aan de Vader gelijk is: namelijk de heilige Geest. Hij zal ons in de volle waarheid brengen... zo heeft Jezus beloofd. De heilige Geest is de adem van God, d