Posts

Posts uit juni, 2022 tonen

vrijdag in week 13 door het jaar

Wanneer wij, mensen, van iemand houden gebeurt dat doorgaans onder bepaalde voorwaarden. De anderen moeten aan een aantal zaken voldoen eer ze onze liefde winnen. En zo hebben we allemaal mensen rondom ons die ons liggen, die we aangenaam vinden, wiens karakter we wel oké vinden, enzovoort. Ook die ander zal het naar alle waarschijnlijkheid goed met ons kunnen vinden, gemeenschappelijke passies worden gedeeld, de betere gesprekken kunnen plaatsvinden,... de 'match' is er als een goede bedding om vriendschappen uit te bouwen. Op zich mooi, en zeker ook niet fout. Het gevaar bestaat er echter in dat we ons enkel met die mensen gaan bezighouden die ons liggen, die we uitgekozen hebben. En zonder dat we het weten gaan we met een heleboel mensen niet om, omdat ze nu eenmaal niet in ons plaatje passen. Ik zeg het wat kort door de bocht, maar je begrijpt wat ik bedoel. Gods liefde is van een totaal andere aard. Hij bemint namelijk niet voorwaardelijk, maar onvoorwaardelijk. Elke men

donderdag in week 13 door het jaar

Terecht zeggen de Schriftgeleerden dat niemand zonden kan vergeven, behalve God. Daar zat het probleem niet. Probleem is dat ze in Jezus niet de Messias herkennen, God die mens geworden is onder ons. Moesten ze in Hem de Messias erkennen zouden ze voor zijn voeten neervallen smekend of Hij hun zonden zou vergeven. Iets soortgelijks maken we mee de dag van vandaag met de biecht. Moesten de mensen geloven dat het wel degelijk God is (die doorheen de priester in naam van Jezus) zonden vergeeft, zou men - bij wijze van spreken - in lange rijen aanschuiven om te gaan biechten. Het gaat om geloof; geloof in Jezus. In Hem God zien die mens geworden is onder ons. Het gaat om het geloof in het priesterambt; Jezus die, in eenheid en in naam van God, doorheen de priester zonden vergeeft. Waarom doen we,  wat de biecht betreft, zo moeilijk, denk ik soms. De biecht, het sacrament van verzoening, is zo'n mooi en rijk gebeuren. Als je beseft dat je na een biecht weer helemaal 'zuiver'

29 juni - Petrus & Paulus

Petrus en Paulus waren allebei mannen die - om het netjes te zeggen - geen grote diplomaten waren. Eerder waren het mannen vol vuur en enthousiasme waarop het spreekwoord van toepassing kan zijn: ‘waar het hart van vol is loopt de mond van over.' Petrus komen we in het evangelie nogal eens tegen. Meestal is hij de eerste om te reageren als Jezus iets zegt. Niet het type om eerst stil te luisteren en lang na te denken: nee, meteen: Dat is het. Of niet. Recht uit het hart. Zo ook vandaag. Vol overtuiging zegt hij: ‘U bent de Christus.' Paulus kennen we uit het boek van de Handelingen en vooral zijn eigen brieven. Soms heel vriendelijk en meegaand, maar meestal vol energie om Christus te verkondigen en soms ook heel scherp. Beide mannen hadden een sterke drijfveer: in de kracht van de heilige Geest Christus verkondigen. De Kerk in onze dagen lijkt soms een moeizaam geheel, 'een zinkend schip' zegt men wel eens onterecht. Anderzijds is het waar dat de Kerk dikwijls veel mo

dinsdag in week 13 door het jaar

Het evangelie van vandaag roept op ons op gelovig te zijn. Dit klinkt vanzelfsprekend, maar dat is niet altijd zo. We geloven wel, maar dikwijls kinderlijk, nog niet volwassen. Jezus wil ons doen groeien. Met de groei van ons geloof, zal ook ons vertrouwen in zijn tegenwoordigheid groeien. Dan zullen we niet meer de behoefte hebben Hem te wekken, moest er weer eens een stormpje opsteken in ons hart. Omdat we vertrouwen dat Hij over ons waakt. Jezus vraagt geen geloof gebaseerd op emoties of sferen, maar een puur geloof, een naakt geloof, een geloof van het hart, een geloof dat geen uiterlijke tekenen nodig heeft maar een geloof dat voldoende heeft aan het weten dat God er is, altijd en overal; een geloof gebaseerd op vertrouwen. Het is een soort ‘bidden zonder ophouden’, een voortdurend vertoeven in Hem, bewust of onbewust, bij licht en donker, in woestijn of oase, bij dorst of verzadiging. Het gaat om een geloof dat in de vanzelfsprekendheid leeft dat men liefheeft vanuit God die in

maandag in week 13 door het jaar

' Het woord van God is levend en krachtig, en scherper dan een tweesnijdend zwaard: het dringt diep door tot waar ziel en geest, been en merg elkaar raken, en het is in staat de opvattingen en gedachten van het hart te ontleden.' We lezen hier het gehele vers waarvan een stukje gekozen is als 'vers voor het evangelie' wat je net na de psalm kon lezen. Wie het Woord uit de Schrift leest als werkelijk het 'Woord van God' zal inderdaad de inhoud van dit vers aan den lijve ondervinden, tot in het diepst van z'n ziel. Het Woord is inderdaad ' levend...' Daarin verschilt het van eender welk woord uit welk boek ook. Dit laatste kan zeer interessant zijn, voedend, oproepend, door God zelf geïnspireerd,... maar het is in sé niet het Woord van God. Het Woord uit de Schrift is, zoals het vers het zegt, 'levend' . Het wordt als het ware uitgesproken door Christus zelf, op de moment dat je het leest. In die zin is het altijd nieuw, en dus fris. Het is l

zondag 13 door het jaar - C

'Wie de hand aan de ploeg slaat en achterom blijft kijken, is niet geschikt voor het koninkrijk van God.’ Deze uitspraak van Jezus doet Hij op het voorstel van iemand die Hem wil volgen maar eerst nog afscheid wil nemen van zijn huisgenoten. Daar is veel over te zeggen, maar ik wil deze uitspraak even leggen op het feit dat vele mensen met een rugzak door het leven gaan, en wel zo dat die rugzak soms zeer bepalend is wat betreft hun huidige levenswandel. Het is wel degelijk een gegeven dat heel wat mensen moeilijk verder kunnen in of met hun leven omwille van een rugzak die ze meedragen. Voor sommigen is hij relatief licht van gewicht, voor anderen is hij loodzwaar. Wantrouw hen die beweren dat je die rugzak gewoon van je rug kunt en moet afgooien om zonder ballast van het verleden je levensweg verder te zetten. Nee hoor, we hoeven die rugzak helemaal niet af te gooien. Dat zou alleen maar een verdringing zijn van de feiten. Vroeg of laat komt het toch weer boven. Wat wel van be

Onbevlekt Hart van Maria

Vandaag lezen we bij de profeet Jesaja: 'Zoals de aarde haar gewassen voortbrengt, zoals een tuin het gezaaide laat ontkiemen, zo laat God, de Heer, gerechtigheid ontkiemen en glorie voor het oog van alle volken.' Deze woorden zijn erg diepgaand. Tegelijk sluipt er een addertje onder het gras ze fout te interpreteren. Het is waar: de gerechtigheid ligt bij God. Hij schept als het ware voortdurend gerechtigheid. Vanuit het citaat zou je kunnen denken dat alles van God komt, en dat de mens dus niets hoeft te doen. In de zin van: 'Alles is genade'. Of: 'Het heeft zo moeten zijn'. Onlangs zei iemand me nog met betrekking op de huidige oorlog in Oekraïne: 'God wil dit, anders zou het niet gebeuren. In zijn almacht kan Hij immers optreden, maar het is zijn wil dat dit gebeurt'. En die persoon voegde er nog aan toe: 'Het is een straf van God aan de mensheid'. Bedenkelijke uitspraken... Wat het vers uit Jesaja wil zeggen is dat inderdaad de oorsprong

Heilig Hart van Jezus

God bewijst ons zijn liefde, doordat Christus voor ons gestorven is toen wij nog zondaars waren. Zo lezen we vandaag bij Paulus. De kruisdood van Jezus voor ieder van ons... Zo'n diep en rijk mysterie. Het is voor ons, christenen, een wezenlijk geloofspunt, dat eigenlijk als een vlammetje voortdurend zou moeten branden in ons hart. Al was het maar uit dankbaarheid. Voor ons is Hij immers de weg van het kruis gegaan, onze zonden op zich nemend, ons optillend in de genade van zijn Pasen. Door dit gebeuren, deze verlossing, mogen we nu deelgenoot zijn van zijn opstanding, de verrijzenisvrede dragend en uitdragend. Jammer genoeg hangen we nog al te dikwijls vast aan allerlei dingen die ons wegtrekken van deze verlossing. In wezen zijn we verlost, maar we weken er ons los van, nemen er als het ware afstand van. Wat jammer is, want de bron van de Paasgenade geraakt op deze wijze verstopt; voor onszelf, de Kerk, en voor allen die we ontmoeten. Wie zich losgeweekt heeft van de paasgenad

Geboorte Johannes de Doper

Geliefde mensen, naar aanleiding van deze feestdag waar we de geboorte van Johannes de Doper gedenken en vieren, wil ik u uitnodigen om aan de hand van onderstaand psalmvers (dat we vandaag in de tussenzang bezingen) na te denken over het wonder van ons eigen bestaan. 'Wat er in mij is, hebt Gij geschapen, Gij hebt mij als een weefsel in de moederschoot gevormd. Ik dank U voor het wonder van mijn leven, voor alle wonderwerken die Gij hebt gemaakt.' Het menselijk bestaan is, zoals elk bestaan, wonderlijk. God zelf ligt, als schepper, aan de oorsprong van al het bestaande. Door zijn liefde is al wat is. Dat op zich is al wonderlijk. Voor we 'gecreëerd' worden brengt Hij twee mensen bij elkaar, die - als het goed is - mekaar diep liefhebben. Vanuit hun onderlinge liefde, vanuit hun gegeven zijn aan elkaar (zowel geestelijk als fysiek; in de diepte een mystiek gebeuren) schenkt God nieuw leven.  Een zaadcel dat zich nestelt in een eicel. Om dan tot groei te komen. Dag na

woensdag in week 12 door het jaar.

Een tweetal maanden geleden gebruikte Poetin een citaat uit de het Johannesevangelie om zijn soldaten die Oekraïne binnenvielen een hart onder de riem te steken. 'Er is geen grotere liefde dan je leven te geven voor je vrienden', zo sprak hij over en tot hen in een sportstadion. De Bijbel misbruiken om een dergelijke invasie te rechtvaardigen is niet alleen walgelijk en degoutant, maar ook heiligschennend en godslasterlijk. En nee, dit heeft niets met oordeel te maken. Het is pure vaststelling. Je moet een kat een kat noemen. Of zoals de kerk in de middeleeuwen de christenen opriep om gewapenderhand het heilig land te heroveren op de 'Moren'. Even verwerpelijk en godgeklaagd. Religie, Kerk, Bijbel, Koran, mag nooit gebruikt worden om oorlog en geweld te rechtvaardigen. Zij die vanuit Bijbel of Koran hiertoe oproepen kunnen vroom overkomen in hun religieuze beargumentering. Het kan goed klinken, ze tonen zich gehuld in schapenkleren. De waarheid is dat het valse profeten

dinsdag in week 12 door het jaar

'Behandel anderen steeds zoals je zou willen dat ze jullie behandelen. Dat is het hart van de Wet en de Profeten.' Zo sprak Jezus tot zijn leerlingen. Zo spreekt Hij tot ons vandaag. Ieder mens verlangt met liefde en respect behandeld te worden. Dit omdat we diep vanbinnen aanvoelen dat de liefde van de ander naar ons toe ons niet enkel gelukkig maakt, maar ons ook tot meer mens maakt. Liefde krijgen doet je innerlijk groeien, het doet je in vrede leven, en vooral: het zet jezelf aan tot op jouw beurt de ander lief te hebben. En liefhebben maakt je tot meer mens. Niets dan voordelen dus. Een directeur van een woonzorgcentrum zei me onlangs dat, wanneer er een nieuwe werknemer start, hij steeds zegt: ‘Ga zo met de bewoner om alsof het uw eigen moeder of vader is’. Het komt erop neer de ander zijn diepste geluk te gunnen. Een christen zal diep vanbinnen ook wensen dat die ander op een of andere wijze ook Jezus mag leren kennen in zijn leven, dat hij Hem ten diepste mag ontmoe

maandag in week 12 door het jaar

'Waarom kijk je naar de splinter in het oog van je broeder of zuster, terwijl je de balk in je eigen oog niet opmerkt? Hoe kun je tegen hen zeggen: “Laat mij de splinter uit je oog verwijderen,” zolang je nog een balk in je eigen oog hebt? Huichelaar, verwijder eerst de balk uit je eigen oog, pas dan zul je scherp genoeg zien om de splinter uit het oog van je broeder of zuster te verwijderen.' Zo zegt Jezus ons vandaag. Jezus zegt niet dat we de splinter in het oog van onze broeder of zuster niet mogen zien. Wat Hij zegt is dat we eerst de balk uit ons eigen oog moeten verwijderen, om daarna, met een geheel ander, een geheel nieuw zicht, naar de splinter in het oog van de naaste te kunnen kijken. Dat geheel ander, of nieuw, zicht wordt 'scherp' zicht genoemd. Dat wil dus zeggen dat voorheen (dus voordat we de balk uit ons eigen oog hebben verwijderd) ons zicht niet scherp was; wazig dus, niet helder. Eigen zonde belet ons zuiver, of scherp, te zien. Wie met nee-woord

zondag 12 door het jaar - C

Vandaag vraagt Jezus aan ons: 'Wie zeggen jullie dat Ik ben?' Wanneer een moeder aan haar kind zou vragen: 'Lieve schat, wie ben ik voor u ?', zou het kind antwoorden: 'Maar mama, dat weet je toch, jij bent mijn mama natuurlijk, de allerliefste van heel de wereld'. Het antwoord is onlosmakelijk verbonden aan de vraag. Niet enkel omdat het de logica zelf is dat er op een vraag een antwoord komt, maar omdat het antwoord een ontmoeting inhoudt vanuit de vraag. Moeder en kind ontmoeten elkaar in vraag en antwoord. Zo ook met de vraag van Jezus aan Petrus gesteld, maar ook aan ieder van ons: 'Wie zeggen jullie dat Ik ben?’ Deze vraag is met liefde gesteld. Immers elk woord van de Heer is vervuld van liefde, dus ook deze vraag. Gaat ons antwoord louter een theorietje zijn, of gaan we de Heer ontmoeten in ons antwoord? Een louter theoretisch antwoord kan theologisch gezien misschien wel correct zijn, maar daarom houdt het nog geen ontmoeting in. Wat de Heer wil i

zaterdag in week 11 door het jaar

'Jullie kunnen niet God dienen én de mammon' , zegt Jezus vandaag. Veel (maar écht zéér véél) ruzies hebben met geldzaken te maken. En dan gaat het erom dat de ene partij zoveel mogelijk geld voor zich wil hebben, ten nadele van de andere partij. Met langdurige conflicten, soms vechtpartijen, scheidingen, en zelfs moorden tot gevolg. De trieste balans van het geldgewin. We zien het in alle lagen van de bevolking, bij arme en rijkere mensen, zowat overal op deze aarde, in alle samenlevingen. Het slijk der aarde wemelt zich als een slang tussen de mensenmassa, het vernietigt relaties, en drijft uiteen. Religieus geduid kan je zeggen: het trekt de mensen weg van God. Jezus heeft gelijk: We kunnen niet Hem én de mammon dienen. Een waarheid als een koe. Natuurlijk is er niets fout met geld, en geld hebben, en geldzaken doen. Maar vraag is: waarvoor dient het? Om zoveel mogelijk te hebben, op te potten, alles voor mij en niks voor een ander? Of dient het om oprecht te kunnen leven:

vrijdag in week 11 door het jaar

'Het oog is de lamp van het lichaam. Dus als je oog helder is, zal heel je lichaam verlicht zijn. Maar als je oog troebel is, zal er in heel je lichaam duisternis zijn. Als het licht in jezelf verduisterd is, hoe groot is dan die duisternis!' Zo zegt Jezus ons vandaag. Via het oog nemen we vele dingen waar: mooie dingen, goddelijke dingen, zaken waardoor de Heer oproept. Maar ook schadelijke dingen, zaken die ons van de Heer wegtrekken, die ons lokken naar allerlei valkuilen in het leven. Dat het zien een mix is van beiden... daar kunnen we doorgaans weinig aan doen. Maar waar onze voorkeur naar uitgaat, daar kunnen we wel voor kiezen. We kunnen namelijk ons oog afsluiten voor die zaken waar God zich in openbaart en ons enkel richten naar die dingen we 'laag' mogen noemen en ons verwijderen van God. Vraag is: waarvoor kiezen we om naar te kijken? Het citaat hierboven aangehaald uit het evangelie van vandaag leert ons dat het belangrijk is oog te hebben voor God, voor

Sacramentsdag

Als ik aan naar de eucharistie kijk, dan denk ik altijd: 'God, wat zijt Ge toch groot in uw creativiteit'. In dat kleine stukje brood komt Hij immers in zijn Zoon zichtbaar en tastbaar tot ons. Prachtig toch! Net zoals toen op die Goede Vrijdag en die heerlijke Paasochtend geeft Jezus zich in de eucharistie opnieuw aan de Kerk, de wereld, aan ieder van ons. We mogen naar Hem kijken, Hem aanbidden, Hem tot ons nemen. Wat een vereniging! Er zijn geen woorden voor. Moge ons leven een eucharistisch leven zijn, in eenheid met de Heer gegeven voor de wereld. Moge de eucharistie ons tot mensen maken getekend door Gods liefde; zijn vrede uitdragend, zijn goedheid leggend in al wat we doen. Laat ons van de eucharistie houden. Jezus houdt toch ook van ons. Moge deze wederzijdse liefde ons tot dankbare, blijde en gegeven christenen maken. Een mooi hoogfeest voor ieder van u, kris

woensdag in week 11 door het jaar

Goede daden stellen, bidden of vasten, om door de mensen geprezen te worden heeft puur met eigenbelang te maken, met het strelen van het eigen ego, en weinig of niets met God, ook al gebruik je Hem en wat Hij vraagt om je applaus te bekomen. Liefhebben omwille van de liefde, bidden in het verborgene, vasten met een blij gemoed… daar gaat het om. Je doet het niet om op te vallen of applaus te krijgen. Je doet het voor God, voor de medemens, ter opbouw van de Kerk en tot groei van de samenleving. Een duidelijke oproep die Jezus doet, en eenvoudig te verstaan. Laten we er ons aan geven, in eenvoud en geloof, vanuit onze innige godsverbondenheid in Christus. Met een genegen groet, kris

dinsdag in week 11 door het jaar

'Je Vader in de hemel laat zijn zon opgaan over goede en slechte mensen en laat het regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen.' Zo zegt Jezus ons vandaag. God zorgt niet alleen voor goede, maar ook voor slechte mensen. Hij zorgt voor hen die Hem beminnen, maar ook voor hen die door het stellen van slechte daden Hem misschien niet of minder beminnen. Hij draagt zorg voor allen. Wij, die geroepen zijn Christus na te volgen, worden vandaag opgeroepen deze wijze van liefhebben in zijn naam te beleven; dus zowel de goede als de zogenaamde slechte mensen beminnen, én er zorg voor dragen. Liefde die zich richt tot vrienden is mooi maar als het enkel dat is, is het mager. Liefde is meer. Het is ook hen beminnen die we van nature uit minder graag zien. Het is zelfs hen liefhebben waar we terecht of onterecht diep boos op zijn, of zelfs ‘haatdragend’. Dit laatste is des mensen. Doch mag dit, in het licht van het evangelie, niet het laatste woord hebben. Zo'n houding kan gen

maandag in week 11 door het jaar

Vandaag zegt Jezus: 'Verzet je niet tegen wie kwaad doet, maar keer degene die je op de rechterwang slaat, ook de linkerwang toe.' Voor alle duidelijkheid: dit is geen oproep om ongerechtigheid te laten passeren. Het is een appèl om kwaad met goed, haat met liefde, agressie met vredelievendheid, oordeel met barmhartigheid, te vergelden en zo menselijke verhoudingen te veranderen. Liefde, hoe kwetsbaar ook, is de enige kracht waarmee kwaad kan overwonnen worden. Jezus is deze weg gegaan, en wil deze weg opnieuw met ons gaan, dag na dag; Hij in ons, wij groeiend in Hem. Laten we ons schenken aan de Heer, opdat liefde altijd hét antwoord mag zijn op alles. Met een genegen groet, kris

H. Drie-eenheid

'Gods liefde in ons hart is uitgegoten' , zo horen we vandaag bij Paulus in zijn brief aan de christenen van Rome. En dat is nu precies wat onze Drie-ene God voortdurend doet in elk mensenhart: Zijn liefde uitstorten, 'uitgieten' over en in ieder van ons. En wel, zoals Paulus verder zegt 'door de heilige Geest, die ons gegeven is' . De Vader, de Zoon en de Geest, ze beminnen elkaar voort-durend, als een lofzang zonder ophouden. Geen onderonsje, maar geopend naar ieder ieder mensenkind, ieder van ons uitnodigend deel te nemen aan hun liefde. En dit laatste is mogelijk doordat ze hun liefde van seconde op seconde in ons hart uitstorten. Christelijk leven is dus in wezen deelnemen aan het leven van Gods Drie-ene liefde. Uiteraard niet door God te worden, wel door hun liefde te zijn. In het hele concrete leven van elke dag. Rustend in hen, hen dragend in jezelf, hen barend doorheen je zijn, je gebed, je daden van goedheid. We zijn hiertoe geroepen als persoon, l

zaterdag in week 10 door het jaar

'In elke stad en in elk dorp waar je komt, moet je uitzoeken wie het waard is je te ontvangen; blijf daar dan tot je weer verdergaat. Groet de bewoners van het huis dat je binnengaat. Laat jullie vrede over dat huis komen als het dat waard is, maar als het dat niet waard is, laat dan die vrede naar je terugkeren.' Zo zegt Jezus ons vandaag Jezus is zich bewust van de weerstand die zijn boodschap bij anderen kan oproepen en Hij bereidt zijn leerlingen dan ook voor op de mogelijkheid van afwijzing. Dit gold voor zijn leerlingen, maar het geldt voor elke christen, die in wezen de missionaire opdracht in zich draagt Gods boodschap uit te dragen doorheen daad en woord. En dan kan het inderdaad gebeuren dat ook wij op een zekere weerstand botsen. Vraag is dan: Hoe gaan wij daarmee om? Voor alle duidelijkheid: verkondiging zit 'm niet enkel en alleen in het woord nemen. In sommige gevallen kan dat zo zijn, maar in vele gevallen gaat het over keuzes die je maakt (grote levenskeu

vrijdag in week 10 door het jaar

De overweging van vandaag is van de hand van Vincenzo Paglia, ontleend aan het boek 'Het Woord van God elke dag, 2022' Na een tocht over de uitgestrekte steppe bereikt Elia de Horeb en klimt naar de top. Hier gaat hij een grot binnen waar hij de nacht doorbrengt. Daar heeft hij een beslissende ervaring. Elia bevindt zich in de duisternis van de grot. Hier hoort hij de stem van God die hem bij naam roept: ‘Elia, wat doe je hier?’ Het is een directe vraag, zoals die aan Adam na zijn zonde en die aan Kaïn na de moord op zijn broer. Elia voelt zich door de Heer ondervraagd en antwoordt door te klagen wat hem overkomen is. Op dreigende toon vraagt God hem naar buiten te komen. En zie, de Heer trekt voorbij: Er ging een grote, krachtige windvlaag voor de Heer uit, die de bergen spleet en de rotsen aan stukken sloeg, maar in die windvlaag bevond de Heer zich niet. Na de windvlaag kwam er een aardbeving, maar in die aardbeving bevond de Heer zich niet. Na de aardbeving was er vuur, m

donderdag in week 10 door het jaar

Vandaag horen we Jezus zeggen: 'Ieder die in woede tegen zijn broeder of zuster tekeergaat, zal zich moeten verantwoorden voor het gerecht. Wie hen voor nietsnut uitmaakt, zal zich moeten verantwoorden voor het Sanhedrin. Wie “Dwaas!” zegt, zal voor het vuur van de Gehenna komen te staan.' Als een mens boos is (los van het feit of dit terecht of onterecht is) zegt hij soms domme dingen. In het beste geval heeft hij er achteraf spijt van, en zegt hij 'sorry'. Dit laatste is edel, moedig, het getuigt van nederigheid en respect voor de ander. Om vergeving vragen heelt de relatie en schept nieuwe mogelijkheden. Jammer genoeg gebeurt dat niet altijd. In boosheid worden soms kwade dingen gezegd en er gebeurt achteraf niets mee. De scherpe woorden hebben kwetsuren veroorzaakt en heeft de relatie vertroebeld. Jezus' oproep vandaag is duidelijk: Doe het niet! En als het gebeurt, verzoen je met de ander. De eucharistieviering zou ons tot mensen van verzoening moeten maken

woensdag in week 10 door het jaar

Vandaag horen we Jezus zeggen: 'Wie de geboden onderhoudt en ze aan anderen leert, zal in het koninkrijk van de hemel in hoog aanzien staan.' Wat hier opvalt is de samenhang van het leren aan anderen én het zelf onderhouden. We zouden onszelf in een tweespalt begeven moesten we verlangen dat anderen Gods geboden onderhouden terwijl we er zelf geen aandacht aan zouden geven. We zouden een soort charletans zijn, bedriegers zeg maar van het Woord. We zouden onszelf tot een leugenaar maken. Zelf doen wat je van anderen verwacht zou een gouden regel moeten zijn als het gaat over het navolgen van Christus. De Kerk als grote gelovige gemeenschap zou dit echt ter harte moeten nemen. We moeten ons de vraag durven stellen hoe eerlijk we met onszelf zijn wanneer we zeggen dat de Kerk aan de kant van de armen moet staan terwijl we zelf amper aandacht voor hen hebben. Als gelovige gemeenschap zouden we in deze wereld een teken kunnen zijn van Gods liefde voor de armen indien we zelf heel

dinsdag in week 10 door het jaar

Vandaag horen we in de psalm: 'Breng de juiste offers, heb vertrouwen in de Heer.' Het offer waartoe we geroepen zijn is het offer van de liefde, en wel in diepe verbondenheid met de Heer; Hij, die een en al liefde was, en is. Opnemend in zichzelf, zal Hij met ons de weg gaan die God van ons vraagt. Concreet betekent dit: leven voor en in de liefde. En dit heel de dag door. Mét, in en door de Heer. Altijd oog hebbend waar je kan liefhebben. En je daar eenvoudig aan geven. Als het kan met een beetje enthousiasme. 't Is een keuze als een ander. Vraag is: waarvoor kiezen we? 'k Zou zeggen: Laten we kiezen voor het leven, kiezen voor de liefde, kiezen voor God, kiezen voor de ander. Vorige zondag was het Pinksteren, waarbij we liturgisch gezien de paastijd officieel afsloten. Liturgisch gezien misschien wel, maar niet in 't dagelijks leven. Daar is het de bedoeling dat de paastijd altijd doorgaat. Een christen is geroepen een paasmens te zijn. Dat wil zeggen dat je

Maria, Moeder van de Kerk

Waar we gisteren met Pinksteren de komst van de heilige Geest vierden, gedenken we vandaag Maria als zijn Bruid en Moeder van de Kerk. In het evangelie van vandaag lezen we hoe Jezus vanop het kruis zijn eigen moeder geeft aan Johannes en Johannes de opdracht geeft zijn Moeder welkom te heten. Of anders gezegd: Jezus laat de Kerk deelgenoot worden van Maria’s moederschap over Hem. Over Maria is relatief weinig neergeschreven in het Nieuwe Testament. We weten van haar ontmoeting met de engel Gabriël waar ze ‘ja’ heeft gezegd, dat ze Jezus fysiek gedragen heeft en gebaard nabij Bethlehem, dat ze met Jozef en haar kind enige tijd gevlucht zijn naar Egypte, dat ze af en toe aanwezig was op een feest waar ook Jezus was of op plekken waar Hij de mensen toespraak. En zij ging ter zijde met Hem mee op zijn kruisweg waar ze bij Hem bleef tot zijn dood, zijn kruisafname, en graflegging. En vandaag hoorden we in de eerste lezing wat we gisteren vierden: dat ze met de leerlingen bad om de komst

Pinksteren

Geliefde mensen, een zalige hoogdag voor ieder van u. Ieder van ons staat af en toe in brand. Ik bedoel daarmee: soms zijn er van die momenten dat we van binnenuit enorm enthousiast kunnen zijn voor iets. Met volle goesting en met een vurige passie geven we ons aan datgene dat we tot stand willen brengen of willen beleven. Pinksteren is iets soortgelijks, met dit verschil dat het enthousiasme dat in je brandt, puur gave is. Ja, de heilige Geest wordt ons gegeven. Dat is wat Maria en de leerlingen is overkomen: zij ontvingen de heilige Geest. De Heer had het hen beloofd. Ze moesten wachten en bidden. Aan dit laatste gaven ze gehoor en het beloofde is aan hen gebeurd. Het wachten en bidden van Maria en de apostelen leert ons dat het gebed de grondhouding zou moeten zijn van ons leven, willen we leven in Gods Geest. Met grondhouding bedoel ik: leven in openheid, in ontvankelijkheid, in armoede, in verlangen, in leegte; leven met open handen, met open hart, je innerlijk richtend op God

zaterdag in week 7 van de paastijd

We hoorden Jezus zeggen tot Petrus over Johannes:  ‘Wanneer Ik wil dat hij in leven blijft totdat Ik kom, is dat niet jouw zaak. Jij moet Mij volgen.’  Hier was het niet de zaak van Petrus om te weten wat de verdere weg en opdracht van Johannes zou worden naar de toekomst toe. Petrus moet zich daar, naar het woord van de Heer, niet druk om maken. Het enige wat hij moet doen is zelf Jezus volgen. Ik denk dat vele ouders in deze valkuil terecht komen. Vanuit een goed bedoelde zorg voor hun kinderen hebben ze dikwijls een droom voor zoon- of dochterlief. In het beste geval wordt er samen nagegaan en beslist welke studierichting zij het beste kunnen volgen, zodat ze daarna dat werk kunnen verrichten dat hen ligt en dat ze aankunnen. Versta me niet verkeerd, daar is natuurlijk niets mis mee. Maar gaan ouders ook het gesprek aan met hun dochter of zoon wat de wil van God zou kunnen zijn in hun leven? Het gesprek van de studiekeuze moet natuurlijk ook gebeuren, maar het gesprek over God oo

vrijdag in week 7 van de paastijd

Vandaag horen we Jezus zeggen tot Petrus: 'Toen je jong was deed je zelf je gordel om en ging je waarheen je wilde, maar wanneer je oud wordt zal een ander je handen grijpen, je je gordel omdoen en je brengen waar je niet naartoe wilt.' Het zijn woorden die gericht zijn tot Petrus, maar we mogen ze ook rustig beluisteren alsof ze aan ons adres zijn gericht. Want ook voor ons is het een feit dat wanneer wij jong waren/zijn, dat we vol vuur ons een eigen gordel omdoen en gaan waarheen we willen. Wanneer we ouder worden (zeg maar volwassen in het geloof) zullen we inzien dat een ander (de Ander) ons een gordel wil omdoen om ons te brengen op een weg waar we zelf in eerste instantie misschien nooit voor gekozen zouden hebben. Maar dit vraagt een geloof dat geleerd heeft zich te geven aan de Heer, en wel op zo'n wijze dat de gelovige inziet dat het in het leven niet draait om hem, maar om wat God wil, en dat Jezus op zo’n wijze genadig kan zijn dat we die weg ook daadwerkelijk

donderdag in week 7 van de paastijd

Jezus bidt: 'Vader, Ik heb hun uw Naam bekendgemaakt en dat zal Ik blijven doen, zodat de liefde waarmee U Mij liefhad in hen zal zijn en Ik in hen.' De zending van Jezus bestond erin de Naam van de Vader bekend te maken. Dat heeft Hij gedaan, dat zal Hij blijven doen zolang de mensheid bestaat. Hij zal dit doen zodat de liefde waarmee de Vader Hem liefheeft ook in ons zou zijn. Door zijn eenheid met de Vader, is Jezus liefde zoals de Vader dat is. Door Christus' tegenwoordigheid in ons maakt Hij het ons mogelijk te delen in die liefde. Groots. Een ver-van-ons-bed-gebeuren? Nee, dat hoeft het niet te zijn. Deze mystieke beleving van het evangelie is voor elke mens weggelegd, voor ieder van ons; ook voor u. Als we aan het woord ‘mystiek’ denken, dan denken we al snel aan heiligen, aan begenadigde personen. Het is natuurlijk waar dat deze mensen dikwijls echte mystici waren. Zij waren ver gevorderd op de weg die ze te gaan hadden, ze waren zeer diep gegroeid in het versmel