zondag 32 door het jaar - C

De sadduceeën geloven niet in de opstanding, het zijn 'realistische' en 'materiële' mensen die uiteindelijk alleen geloven in wat zij zien. Zij menen alles te kunnen verifiëren en kaderen. Deze mensen lezen het leven met de ogen van de wet. Zij ontkennen de opstanding, want zij menen dat de dood het einde van alles is, en zij menen dat dit gemakkelijk kan worden aangetoond.

Niet geloven in de opstanding betekent niet geloven in de hoop, maar leven in de berusting dat er niets kan veranderen. Hoe vaak wordt die idee van onmogelijkheid ook niet onze wet? De sadduceeën geloven in de wet, maar ze weten niet hoe ze naar het leven moeten kijken. Hoeveel berusting heerst er in onze wereld? Kan je tegenover zoveel kwaad blijven geloven in het goede, in het leven, in de toekomst? Weigeren om te veranderen, en ons dus neerleggen bij hoe we zijn, is een praktische manier om de opstanding te ontkennen. Het is ontkennen dat een ander leven mogelijk is.

Maar in Jezus' antwoord aan de sadduceeën horen wij het tegendeel: er is een andere wereld mogelijk, er bestaat een andere manier om naar het leven te kijken. De opstanding is het leven dat niet eindigt, het is het venster naar de eeuwigheid. Maar al te vaak aanvaarden wij dat wij slechts kinderen zijn van deze wereld, van haar absurde wetten die scheiden en uitsluiten. Vandaag vraagt Jezus ons om kinderen van de opstanding te worden, om als 'engelen' te leven, gezonden naar de wereld om voor onze broers en zussen te zorgen, om een 'ergens anders' op te bouwen in vergelijking met de wereld waarin we leven.

'God is geen God van doden, maar van levenden', en leven voor God betekent niet leven puur voor jezelf. Want als je enkel voor jezelf leeft, ben je al een beetje dood. God is de God van de levenden en niet van de doden. Jezus wil dus dat wij belangstelling hebben voor het leven van iedere mens, Gods goedheid belichamend; Hij, de God van de levenden.

Naar woorden van Vincenzo Paglia

Een mooie zondag,

kris

Reacties