zondag 19 door het jaar - B

De overweging van vandaag is van de hand van Frans Mistiaen, sj

De Joodse voorvaderen hadden, tijdens hun tocht door de woestijn manna gevonden en zij hadden dit beschouwd als een geschenk "van boven", "uit de hemel". Manna was voor hen een duidelijk teken geworden van de reddende nabijheid van hun onzichtbare God. Als Jezus zichzelf nu vergelijkt met "manna uit de hemel", dan verstonden zijn Joodse toehoorders heel goed dat Hij hiermee wilde zeggen dat Hij de zichtbare Gezondene was van die onzichtbare God. Maar dat konden zij niet aanvaarden. Vandaar hun morrende reactie: "Dat kan niet, want Hij is maar een gewone sterveling van bij ons". Zij zagen de mens Jezus, maar zij konden niet in Hem de Gezondene van God erkennen.

Dit is nochtans het geloof waartoe zij - en ook wij nu - uitgenodigd worden: doorheen het zichtbare het onzichtbare zien, doorheen het onzichtbare de Onzichtbare ervaren. En dit blijkt een moeilijke opgave voor de mensen van toen en van nu.

Voor de Joden van Jezus' tijd was het moeilijk omdat zij zo dicht met Jezus samenleefden. "Wij kennen toch zijn familie!" zegden zij. Zij keken alleen oppervlakkig naar de uiterlijke gestalte en naar familierelaties van Jezus. Maar zij zagen niet naar de diepere kern van zijn persoon: zijn vriendschap, zijn verbondenheid met zijn goddelijke Vader.

Voor ons is het moeilijk omdat wij, in onze moderne wereld, geleerd hebben alleen als echt te beschouwen wat zichtbaar, meetbaar en proefondervindelijk controleerbaar is, zodat wij dan ook heel vlug alles wat onzichtbaar is, afwijzen als onecht, als een subjectieve illusie. Wat een verenging is het toch, als wij niet meer, doorheen hetgeen wij met onze zintuigen zien, kunnen of mogen peilen naar de onzichtbare, geestelijke binnenkant van onze wereld, die ook echt aanwezig is en bestaat. Eén van de eerste opdrachten van ons, gelovigen, is wellicht: binnen onze moderne wereld van vandaag, het onzichtbare - en daarin de Onzichtbare - leren zien en ervaren.

Door de strikte interpretatie van de Schriftgeleerden in die tijd kenden de Joden toch vooral de heilige God die hun strikte wetten en voorschriften oplegde en dan ook strafte voor hun ontrouw. En wij in onze tijd hebben het nadeel God nog te dikwijls te ervaren in de toevallige, spectaculaire gebeurtenissen van het lot of van de natuur. Jezus vraagt dat wij de twee verkeerde opvattingen uit onze verbeelding zouden schrappen: zowel die “strenge, straffende”, als die “wisselvallige” God. En Hij vraag dat wij van Hem leren hoe God echt is: nl. een liefdevolle Vader, die niet dwingt en straft, die niet wisselvallig ingrijpt, maar die ons, vrije mensen, onvermoeibaar blijft uitnodigen tot wederliefde.

Waar kunnen wij de liefdevolle binnenkant van onze wereld leren zien? Waar kunnen wij tastbaar ervaren dat die liefdevolle Vader-God werkzaam bezig blijft onder ons? Het evangelie van vandaag nodigt ons uit op te kijken naar het Levensbrood van de Eucharistie te midden van de christelijke gemeenschap. Hier is meer dan gewoon brood. Hier komt de liefdekracht van God onder ons. En dat betekent echt leven voor onze wereld. Want hier worden wij telkens opnieuw opgeroepen om onze wereld verder op te bouwen tot een meer rechtvaardige en liefdevolle gemeenschap. Om onze God te ervaren, kunnen wij dus het best kijken naar de kleine, hoopvolle tekens van menselijke goedheid waarmee wij, christenen, proberen de wereld te verbeteren. Wij krijgen daartoe de kracht bij het ontvangen van Jezus' Levensbrood, het grote teken van de liefdevolle Onzichtbare.

Reacties

Een reactie posten