Posts

Posts uit 2024 tonen

zaterdag in de 4e paasweek

ALS ARBEIDERS IN GODS WIJNGAARD 'Werkelijk, Ik verzeker jullie, wie op Mij vertrouwt zal hetzelfde doen als Ik, en zelfs meer dan dat, Ik ga immers naar de Vader. En wat jullie dan in mijn naam vragen, dat zal Ik doen, zodat door de Zoon de grootheid van de Vader zichtbaar wordt. Wanneer je iets in mijn naam vraagt, zal Ik het doen.' Zo spreekt Jezus tot ons vandaag. Krachtige woorden. Wij mensen zijn dus in staat om meer te doen dan wat Jezus heeft gedaan. Wat zou Hij hiermee bedoelen? Tijdens zijn leven heeft Jezus, door zijn fysieke aanwezigheid, enkele duizenden, misschien zelfs tienduizenden mensen, bereikt. Na Pinksteren was het aan ons: als individu en tegelijkertijd als deel van de grote gemeenschap van christenen. Als we terugkijken in de geschiedenis, zien we dat Jezus' boodschap zich op indrukwekkende wijze heeft verspreid over de wereld; als een boom met vele takken, een huis met vele kamers, een wereldwijde gemeenschap waarin vele verschillende vormen van sp

vrijdag in de 4e paasweek

MIJN GOD EN MIJN AL Jezus spreekt tot ons vandaag: ' Ik ben de weg, de waarheid en het leven.' Deze woorden van de Heer zijn tot ons gericht. Kunnen wij nu op onze beurt ook tot Hem zeggen: ' Heer, U bent mijn weg, U bent mijn waarheid, U bent mijn leven'? Mag Jezus werkelijk 'alles' voor jou zijn: de inspiratie van je leven, de betekenis van je bestaan, de passie van je daden, de ziel van je liefde, de essentie van je wezen, het hart van je zijn? Met andere woorden, mag Jezus alles voor je zijn? Jezus alles voor je laten zijn, betekent Hem met je meedragen als degene aan wie je je toevertrouwt, aan wie je je hecht. Het is kiezen en toelaten dat Hij de weg van liefde in en met jou bewandelt. Het is je overgeven aan de heilige Geest, die jou in dit feest van liefde zal binnenvoeren. Dit kan diepgaande consequenties hebben. Want zoals we weten, is Jezus' liefde geen oppervlakkigheid, geen kwestie van het volgen van eigen emoties gebaseerd op je eigen ik,

25 april - H Marcus

GESTERKT DOOR GELOOF Wees waakzaam, wees op uw hoede, want uw vijand, de duivel, zwerft rond als een brullende leeuw, op zoek naar een prooi. Stel u tegen hem teweer, gesterkt door uw geloof. Zo lezen we vandaag in de eerste brief van Petrus. We kunnen niet ontkennen dat het kwaad in de wereld, en ook in onszelf, een realiteit is. Net zoals het goede ook een realiteit is. Hoewel beiden aanwezig zijn in het leven van een mens, zijn goed en kwaad als water en vuur; ze zijn tegengesteld aan elkaar. En toch hebben ze iets gemeen: beiden nodigen uit. Het goede - God - nodigt uit om Gods liefde gestalte te geven. Het kwade verleidt ons om dit niet te doen, maar juist integendeel: deze liefde ten gronde te richten. Kijk vandaag naar de oorlog in Oekraïne of het Heilige Land. Het is duidelijk dat hier niet de liefde van God gevolgd wordt, maar wel het kwaad. Paus Franciscus spreekt vaak over het kwaad en de rol van de duivel in relatie tot conflicten en oorlog. Oorlogen komen voort uit het

woensdag in de 4e paasweek

LEVEN IN HET LICHT VAN DE HEER Vandaag zegt Jezus: 'Ik ben het licht dat naar de wereld is gekomen, opdat iedereen die in Mij gelooft niet langer in de duisternis blijft. ' Jezus is het licht dat door de Vader naar de wereld gezonden is. Wie in Hem gelooft, wie zich aan Hem geeft, leeft en beweegt in dit licht. Hij ziet de wereld en God vanuit en in dit licht. Hij weet zich verlost van elke vorm van duisternis opdat hij zich weet opgenomen door het licht, door Christus zelf. Dit is voor de mens echter geen wit-zwart gebeuren. Hoewel hij ten diepste verlost is, zal hij moeten toegroeien naar dit licht, met veel vallen en telkens weer opgericht worden, door bereid te zijn te sterven in Christus, door zich toe te vertrouwen aan zijn leven in ons. Het Pasen van de Heer is een belofte van verlichting voor hen die in de duisternis tasten. Zijn genade is overvloedig voor allen die haar omhelzen, en die zich door Hem láten omhelzen. Laten we Christus' licht in de diepst

dinsdag in de 4e paasweek

DE HAND VAN GOD Beste mensen, zomaar een vraag vooraf aan hetgeen ik vertellen wil. Hebben jullie het ook wel eens meegemaakt dat er naar aanleiding van de lezingen een bepaald woord uitspringt? Een woord dat beroep op je doet, een woord dat aan je trekt. Wat me vandaag overkwam was wel heel bijzonder. Zowel in de eerste als in de tweede lezing sprong er hetzelfde woord uit, tot driemaal toe. Ik citeer de zinnen uit beide lezingen. In Handelingen 11,21 lezen we vandaag: De hand van de Heer steunde hen, zodat veel mensen tot geloof kwamen en zich bekeerden tot de Heer. In Johannes10, 28 lezen we: Ik geef ze eeuwig leven: ze zullen nooit verloren gaan en niemand zal ze uit mijn hand roven. Wat mijn Vader mij gegeven heeft gaat alles te boven, niemand kan het uit de hand van mijn Vader roven. Zomaar wat gedachten. In het eerste citaat betreft het de vraag aan wie de verkondiging van het geloof door mensen gedaan zou moeten worden. Uit het vervolg blijkt dat dit niet alleen a

maandag in de 4e paasweek

FEEST ZONDER EINDE ‘Een dief komt alleen om te roven, te slachten en te vernietigen, maar Ik ben gekomen om hun het leven te geven in al zijn volheid.’  Zo houdt Jezus ons voor vandaag. Christus is de incarnatie van Gods leven. Aan dit leven wil Hij ons deelgenoot maken. Dit kan alleen maar doordat Hij ons geschonken is door God zelf, gebaard in ieders ziel. Onze roeping is ons met Hem te verinnigen opdat we inderdaad deelgenoot zouden worden aan Gods leven. Niet als zelfprestatie van onzentwege, maar als een gebeuren van de heilige Geest in ons. Het kwaad met zijn verlokkingen noemt Jezus vandaag dieven en rovers die komen om te slachten en te vernietigen. Het zijn al die zaken – vaak ook gemanifesteerd door mensen – die ons wegtrekken van het huwelijk tussen God en ons. Het komt tussen God en ons te staan en doet ons vreemd gaan. In al zijn creativiteit zal het kwade er alles aan doen om stokken in Gods wiel te steken. Waakzaam en aandachtig leven is hier de boodschap. Met zin vo

4e paaszondag - B

OP ZOEK NAAR RICHTING MET DE GOEDE HERDER ALS GIDS Onderstaande overweging is geïnspireerd aan Preken.be Als je in Rome de catacomben aan de Via Appia bezoekt, dan zie je daar allerlei sporen van de jonge kerk van de eerste eeuwen. Dat is best heel aangrijpend. Je staat daar bij de bronnen van de christelijke spiritualiteit. En wat opvalt, is dat er veel afbeeldingen te vinden zijn van Jezus als de Goede Herder. Je ziet Hem op de plafonds geschilderd, gegrift in grafstenen en gebeeldhouwd op sarcofagen. En het lam dat rust op zijn schouders en dat Hij veilig vasthoudt, dat zijn wij. De Goede Herder: hét teken van de liefde van Christus voor ons mensen. Dit beeld moet heel wat christenen van de eerste eeuwen hebben bemoedigd. Van oudsher was Herder ook een naam voor God, die zijn volk behoedt en bewaart. We kennen de prachtige psalm 23: 'Mijn Herder is de Heer, het zal mij nooit aan iets ontbreken.' Maar de jonge kerk gaf de titel van Goede Herder ook heel bewust aan Jezus, w

zaterdag in de 3e paasweek

WILLEN JULLIE SOMS OOK WEGGAAN ? (Bij Joh 6, 60-69) In een wereld geteisterd door oorlogen, gekweld door onrecht en gekenmerkt door de toenemende kloof tussen arm en rijk, kunnen we ons soms afvragen waar God is in al deze chaos. We kunnen ons machteloos voelen te midden van de wijdverbreide corruptie en het schijnbare gebrek aan gerechtigheid. Het is verleidelijk om weg te willen rennen van deze harde realiteit, om ons terug te trekken in onze eigen comfortabele bubbels van veiligheid en welvaart. Maar juist in deze lastige tijden roept Jezus ons op met zijn eeuwenoude vraag: 'Willen jullie soms ook weggaan?' Het is een vraag die ons uitdaagt om te blijven geloven, ook als veel om ons heen lijkt te wankelen. Want te midden van alle pijn en lijden, blijft Jezus de bron van hoop en liefde. Als volgelingen van Christus worden we geroepen om niet weg te lopen van de wereld, maar om ons juist in te zetten voor gerechtigheid en vrede. We worden uitgedaagd om op te staan tegen o

vrijdag in de 3e paasweek

BEROUW ALS SPRINGPLANK Vandaag lezen we in de eerste lezing over de roeping en bekering van Paulus. Paulus zou vandaag hoog scoren op het rapport dat Kerk in Nood zou opstellen wat betreft het schenden van de basisrechten inzake godsdienstvrijheid. Wel, die Paulus krijgt van God een soort genadeslag. Hij bekeert zich, en wordt een verkondiger om U tegen te zeggen. Lieve mensen, laat dit een voorbeeld en troost zijn voor allen die leven met een gevoel van schuld betreffende misstappen die zij in hun leven begaan hebben. Velen van ons vechten daarmee, en denken dat God met hen nog weinig kan of zelfs wil. Het is goed om je zonden in te zien, je op de borst te kloppen, te knielen voor God met je hoofd omlaag, thuis of ergens achteraan in een kerk. Maar dit mag geen blijvende houding zijn. God wil dit niet. Tracht je berouw gezond te beleven, dat wil zeggen: ‘in’ God. We kunnen te biechten gaan waar de Heer sacramenteel je zonden zal vergeven, waar Hij je diep komt aanraken en oprichte

donderdag in de 3e paasweek

BROOD DAT LEVEN GEEFT (Bij Joh 6, 44-51) ‘Ik ben het brood dat leven geeft’ , horen we Jezus vandaag zeggen. Het is inderdaad de Heer die leven geeft aan ons leven, aan het leven van de Kerk. Hij is, als het ware, er het levend hart van. Niet als symbool, maar als een levengevende werkelijkheid. Wij zijn geroepen ons te voeden met Hem, opdat Hij inderdaad dat leven in ons kan zijn waar de Vader naar verlangt. Je voeden met de Heer zou voor een christen de evidentie zelf moeten zijn. Het gaat vooraf aan al het andere, en tegelijk is het verweven met al het andere. Onze roeping is het immers één te zijn met Christus. En daarvoor moeten we ons voeden met Hem. Anders zouden we al snel een ongeoliede motor zijn die niet enkel vlug droog zal staan maar ook snel tot stilstand zal komen. Zoals de Heer brood voor ons is dat leven geeft, zo mogen ook wij voor elkaar voeding zijn dat leven geeft. Een christen deelt immers in de zending van haar Heer. Niet door Hem na te bootsen of enkel zijn

woensdag in de 3e paasweek

LIEFDE EN ENGAGEMENT (Bij ps 66, 5) Bij de tussenzang horen we vandaag de psalmist zingen:  ‘Kom en zie de werken van God, zijn daden vervullen de mens met ontzag.’ Wat zijn die werken van God? Wat zijn die daden die de mens vervullen met ontzag? Wel, wie het Bijbelcitaat van vandaag bekeken heeft mét haar foto (je ziet ze ook nog eens hier onderaan), die ziet wat de werken van God zijn: zijn liefde door ons heen. Dát is het werk van de Heer, dát is zijn almacht, dát is zijn zijn. Er is geen enkele andere wijze waarop Hij zichzelf incarneert in de wereld. Het is het antwoord van de mens op Gods appél om zijn liefde te belichamen doorheen ons denken, ons spreken, ons handelen; en wel in naam van Christus. Het is ook niet wegkijken of weglopen van de schande van het kruis, maar je engageren om het kwade te beantwoorden met het goede. De oorlog in Oekraïne en het Heilige Land, de diepe kloof tussen de rijken en de armen in de wereld, het vele machtsmisbruik onder welke gedaante ook, …

dinsdag in de 3e paasweek

BROOD OM VAN TE LEVEN (Bij Joh 6, 30-35) Beste mensen, als we kijken naar de huidige noodgebieden waar het noodzakelijke voedsel ontbreekt, en waar duizenden mensen sterven, dan is het meer dan godgeklaagd dat deze situatie eindeloos doorgaat.  In onze taal wordt het woord ‘godsonmogelijk’ gebruikt als we denken dat dit met goede planning verbeterd zou kunnen worden.  Het duurt al zo lang, alle goede en positieve initiatieven ten spijt.  We weten geen raad meer met oorlogen, geweld en het massaal sterven van zoveel mensen. Mensen die geboren zijn om te leven! Er zijn ook andere woorden die beginnen met ‘god’, (meestal met een kleine letter). Woorden waar je blij van wordt: godgewijd, godwelgevallig. Hoe kan er een ontwikkeling komen van stervenden naar levenden? Van gedood worden en de dood overwinnen? Van godsonmogelijk naar godgewijd? In het evangelie van Johannes komen er vandaag mensen naar Jezus toe, die, al twijfelen ze nog, toch op zoek zijn naar voedsel, naar kennis, naa

maandag in de 3e paasweek

STILTE ALS LEERMEESTER Vandaag lezen we dat men op zoek was naar Jezus. We lezen dat trouwens op meerdere plaatsen in de evangelies. Jezus verwijderde zich vaak van de mensen en zocht de eenzaamheid op. Dat de mensen Hem zochten was soms een aanleiding om zijn afzondering te onderbreken, maar gewoonlijk trok Hij zich daadwerkelijk wél terug. ‘Naar de overkant’ ,  ‘in het gebergte’ ,  ‘geheel alleen’ .  Ik denk dat het goed is Jezus hierin te volgen, om – in Hem – met regelmaat voor het Aangezicht van de Vader te komen; Hem van wie wij het leven ontvangen, Hem die de diepste zin is van ons bestaan, de bezieler van ons leven. Velen van ons verlangen met regelmaat te bidden. En, wat menselijk is, we verlangen naar vrede in ons gebed, naar gevoelens van ‘rust’ in de Heer. Maar heel wat mensen leven wat dat betreft met een soort frustratie: de rust in het gebed ontbreekt, de vrede al evenzeer. En al snel worden de gebedsmomenten ingekort, of nog erger: men houdt er gewoon mee op. Wat jam

3e paaszondag - B

ZENDING EN GETUIGENIS Vandaag zegt Jezus tot dat bange groepje dat ze naar buiten moeten gaan, naar álle volken, zonder onderscheid. Om te getuigen van het evangelie, het goede nieuws van verlossing dat bestaat in bekering als vrucht van het zich wenden naar God en het vergeving krijgen van de Heer. 'Jullie zullen hiervan getuigenis afleggen'. Zo zendt Hij hen. Zijn wij, jij en ik, nu ook daartoe gezonden? Heel zeker. Er bestaat geen twijfel over. De Kerk is missionair, uitdragend, en al wie lid van haar is draagt deze zending in zich. Graag neem ik u mee naar de tijd van Franciscus van Assisi. We zijn in de 13e eeuw. Tegen het einde van zijn leven trok Franciscus zich vaak terug in kluisjes of plekken van eenzaamheid in de natuur. Daar dacht hij na over zijn Orde waar inmiddels duizenden broeders waren bij aangesloten. Hij dacht na over zijn eigen roeping die gepaard ging met vaak dorre perioden wat betreft zijn 'godsontmoeting'. Hij vocht op die plekken van aanzaa

donderdag in de 2e paasweek

ONTWAKEN MET GOD ‘God schenkt de Geest in overvloed.’  Zo horen we vandaag Jezus zeggen tot Nikodemus. Wie leeft in ontmoeting met de Heer, zal de Heer en zijn liefde steeds meer leren verstaan. Niet zozeer vanuit een louter menselijk denken dat steeds om bewijzen en ervaring vraagt, maar vanuit de warmte van de heilige Geest die ons geschonken is. Doorgaans hechten we aan dit laatste weinig belang en daardoor geven veel mensen het te snel op, of geraken in een twijfel waar ze niet meer uit raken. Door het verlies van de Geest is het geloof abstract geworden, misschien nog in stand gehouden door bepaalde rituelen of zelfs vormen van liefdadigheid, maar de levende overgave en de blijheid van een leven gestuwd door de Geest is zoek geraakt… Willen we leven in Gods wil, willen we zijn woorden spreken, willen we zijn liefde belichamen, dan is het belangrijk dat we Gods heilige Geest in ons leven levend houden, of beter gezegd: is het van belang dat we onszelf plaatsen in de gloed van de

woensdag in de 2e paasweek

BIDDEND JE EIGEN GEBROKENHEID OMARMEN Vandaag zegt Jezus tot Nikodemus, én tot ons:  ‘Wie kwaad doet, haat het licht; hij schuwt het licht omdat anders zijn daden bekend worden. Maar wie oprecht handelt zoekt het licht op, zodat zichtbaar wordt dat God werkzaam is in alles wat hij doet.’ Liefde en kwaad zijn tegengesteld aan elkaar, zoals licht en duisternis dat ook zijn. Wie kwaad doet, leeft tegengesteld aan de liefde en leeft in de duisternis. Wie oprecht tracht te leven en daardoor het licht opzoekt, zal getuigen van Gods Liefde, want hij leeft in de Liefde en de Liefde spreekt van God. De realiteit leert ons dat wij voortdurend leven in deze paradox: enerzijds het verlangen naar, en vaak de belichaming van, het zuivere. Anderzijds vechten we met de verlokkingen van de duisternis. Maar juist in deze dualiteit ligt een zekere kracht. Of beter gezegd: ze kan een kracht worden wanneer we de Heer erin toelaten. In de diepten van onze duisternis schijnt namelijk het licht van Gods b

dinsdag in de 2e paasweek

 OPNIEUW GEBOREN WORDEN (Bij Joh 3, 17-15) Op haar eigen tempo zal Ricky af en toe iets schrijven voor 'Van Woord naar leven'. Voor vandaag schreef zij het volgende: Beste mensen, vandaag gaan we verder met een gedachte over het Opnieuw geboren worden . Een man, Nikodemus genaamd,  die heel deskundig is wat het onderricht van Israël betreft, kan met al zijn kennis maar niet begrijpen wat Jezus bedoelt met de woorden ‘opnieuw geboren’ te worden. Hoe zouden dergelijke woorden dan door ons verstaan moeten worden als Jezus ze tot ons zou richten? Deze woorden zijn, zoals we dat van Jezus wel vaker opmerken, woorden met een diepere betekenis. In de voorgaande tekst is dit gesprek al begonnen. Vandaag geeft Jezus er verder uitleg aan. Wij kennen het normale proces van geboren worden misschien wel van heel dichtbij uit een persoonlijke situatie in ons eigen leven of uit de levens van nabije familie of vrienden. Vele gevoelens roept een geboortesituatie op. Zowel gevoelens van vre

zaterdag in de 2e paasweek

DE KRACHT VAN VERTROUWEN (Bij Johannes 6, 16-21) Jezus zegt vandaag:  ‘Ik ben het, wees niet bang’. Diep vanbinnen zijn ook wij dikwijls angstig: bang ons eigen ikje te verliezen, bang ons roer volledig uit handen te geven aan de Heer. Of anders gezegd: we zijn bang in Gods liefde te treden. Jezus kent onze vrees, onze twijfel, onze angst. Hij kent ze meer dan wij ze zelf kennen. En juist door het feit dat Hij er weet van heeft komt Hij ook tot ons met die heldere en bevrijdende woorden:  ‘Ik ben het, wees niet bang’ . Laten we deze woorden in de stilte van ons hart met veel liefde overwegen. Het is immers de Heer zelf die deze woorden in ons diepste zijn komt neerleggen, met de uitnodiging ons aan Hem toe te vertrouwen. Toen de leerlingen, zo lezen we, de Heer aan boord wilden nemen kwam hun boot  meteen aan land. Zo is het ook in ons leven. Wanneer we ingaan op de uitnodiging van de Heer Hem in ons toe te laten, wanneer we ermee instemmen dat Hij de leiding mag nemen over ons in

vrijdag in de 2e paasweek

WONEN IN HET HUIS VAN DE HEER Lieve mensen, vandaag wil ik met jullie volgend vers uit ps 27 bemediteren: Ik vraag aan de Heer één ding, het enige wat ik verlang: wonen in het huis van de Heer alle dagen van mijn leven, om de liefde van de Heer te aanschouwen, Hem te ontmoeten in zijn tempel. De psalmist vraagt slechts één ding: wonen in het huis van de Heer. Wat bedoelt hij met 'wonen', en wat is dat 'huis van de Heer'. Wel, dit laatste mogen we lezen als 'wonen in de Heer'. In Hem mogen we onze woonst hebben. In Hem mogen we onze diepste thuis vinden. Vaak zoeken we onze 'woonst' in zaken die ons wegtrekken van God, in verleidingen van allerlei soort. Oppervlakkig gezien zijn het dikwijls aangename zaken, maar in wezen trekken ze ons vaak weg van Gods wil. Enige zelfreflectie leert dat we allemaal ons hieraan af en toe bezondigen. We moeten daar gewoon eerlijk in zijn. 'Wonen in het huis van de Heer' betekent kiezen voor Hem, en voor Hem all

Aankondiging van de Heer

WEDERKERIGE LIEFDE (bij het hoogfeest van de Aankondiging van de Heer) God bezocht Maria via zijn engel. Wat een gebeuren! En dan nog wel met de aankondiging dat zij de Zoon van de Allerhoogste zou dragen. Onvoorstelbaar, maar waar. Eerst was er schrik, huivering, vragen, maar uiteindelijk zei Maria wel ‘ja’ tot de engel, wat een heus scharnierpunt zal worden in de geschiedenis. Hoe komt het dat Maria ‘ja’ zei? We zouden als volgt kunnen samenvatten: ‘Als God er is voor mij, ben ik er voor Hem.’ Wederkerige liefde noemt men dat. Liefde roept op tot liefde. Liefde wekt liefde. Ook al zijn wij fysiek niet uitgekozen, zoals het bij Maria wel het geval was, om Jezus te dragen en te baren, in wezen zijn we wel uitgenodigd tot hetzelfde ‘ja’. God komt niet anders tot ons dan Hij tot Maria is gekomen. In zekere zin vraagt God ook aan ons: ‘Ben je bereid de Heer te dragen, en te baren voor de mensheid?’ God kiest ieder van ons, Hij kiest u, Hij kiest mij, en spreekt ieder aan bij onze naam

2e paaszondag - B

TOMAS' BEKERING: GELOOF IN BARMHARTIGHEID Onderstaande overweging is van de hand van aartsbisschop Vincenzo Paglia Deze tweede paaszondag is gewijd aan Gods barmhartigheid. Hij werd ingesteld door Johannes Paulus II op aanwijzing van de Poolse Faustina Kowalska, een religieuze die sinds 1931 de devotie voor Gods barmhartigheid verspreidde. Het waren verschrikkelijke tijden voor Europa, dat op de drempel van de Tweede Wereldoorlog stond, en deze zuster begreep de nood die er was aan barmhartigheid. Ze drong erop aan dat de zondag na Pasen werd gewijd aan de barmhartigheid. Ze zei: 'In de dood en de opstanding van de Heer heeft Gods barmhartigheid haar hoogtepunt, haar vervulling bereikt.' Het evangelie volgens Johannes neemt ons mee naar de avond van Pasen en naar de avond acht dagen later. Elke zondag keert de Verrezene weer onder zijn leerlingen. Ze hadden moeite om Hem te herkennen, zoals ook ons zo vaak overkomt, benomen als we zijn door onszelf, door onze gedachten e

zaterdag in de paasweek

VAN DRAGER TOT UITDRAGER (Bij Mc 16, 9-15) Ondanks dat de leerlingen in eerste instantie moeilijk konden geloven, krijgen ze toch de duidelijke opdracht:  ‘Trek heel de wereld rond en verkondig het goede nieuws aan alle schepselen.’ Jezus was niet enkel de Blijde Boodschap, Hij droeg ze ook uit, met de bedoeling dat z’n volgelingen deel zouden krijgen aan die Blijde Boodschap (lees: deel krijgen aan het leven van de Heer), en er, net zoals Hij, uitdragers van zouden zijn. Een opdracht voor de apostelen, maar in wezen voor ieder die zich christen weet. De Kerk (waarvan) de meesten van ons deel uitmaken en er dus deel aan hebben) is immers in wezen missionair: dragend, gezonden en uitdragend. Het zou een vergissing zijn te denken dat enkel paus, bisschoppen, priesters en religieuzen belast zouden zijn met deze opdracht. Nee, elke christen is in wezen gezonden om drager en uitdrager te zijn van het evangelie. Paus Franciscus zal het beslist anders doen dan de gewone man/vrouw in de str

vrijdag in de paasweek

DE HEER ONTMOETEN IN HET ALLEDAAGSE (Bij Joh 21, 1-14) ‘Gooi het net uit aan de rechterkant van het schip,’ riep Jezus, ‘dan lukt het wel.’ Ze wierpen het net uit, en er zat zo veel vis in dat ze het niet omhoog konden trekken. De leerling van wie Jezus veel hield zei tegen Petrus: ‘Het is de Heer!’ Wij hebben wel eens de neiging om de Heer te gaan zoeken in het buiten-gewone, alsof Hij zich enkel of vooral zou openbaren buiten het alledaagse leven. Het evangelie van vandaag toont aan dat Jezus zijn aanwezigheid openbaart in het alledaagse, in onze dagelijkse bezigheden, in de gewone dingen van elke dag, in de dingen waarmee we bezig zijn. Dáár mogen we onze netten uitgooien. We hoeven Hem echt niet ver te zoeken. Hij is gewoon daar waar we zijn. Wie de levenskunst verstaat God aanwezig te weten in de kleine dingen van elke dag, zal deze kleine dingen als grote dingen ervaren, omdat hij ze zal beleven als gekregen God, met de liefdevolle uitnodiging Hem in al die dingen en mensen te

donderdag in de paasweek

JEZUS' VREDE ALS BEDDING VAN JE LEVEN (Bij Lc 24, 35-48) Terwijl ze nog aan het vertellen waren, kwam Jezus zelf in hun midden staan en zei: ‘Vrede zij met jullie.’  Het gesprek dat de leerlingen met elkaar voerden was geen gewone babbel over koetjes en kafjes. Het ging over het feit dat ze Jezus herkend hadden op hun weg naar Emmaüs, en wel bij het breken van het brood. Dus die verrijzenis waarover Hij zich regelmatig uitliet… ja, daar was dus toch iets van waar. Maar wat nu? Gaat Hij zich nog tonen? En zo ja, hoe dan? En aan wie? En hoelang? En wat moesten ze daarmee? Je kan je het gesprek voorstellen. Naast een zekere vreugde van ‘het moet dan toch waar zijn’ zullen er ook de vragen geweest zijn. Levendige gesprekken moeten het geweest zijn; alleszins. Midden in dat gesprek kwam de Heer bij hen staan;  ‘in hun midden’ , zo staat er. Mooi toch. Jezus kwam zich in hoogst eigen persoon bemoeien. Als bevestiging. Als antwoord op hun vragen. Ik kan me voorstellen dat hun mond wijd

woensdag in de paasweek

UITNODIGING TOT GEDEELDE VREUGDE (Bij Lc 24, 13-35) Het moet voor die eerste leerlingen niet makkelijk geweest zijn. Hun Heer, waar ze al die tijd hun volle vertrouwen op hadden gesteld, was niet meer. Hij was gekruisigd, vermoord. Het samenzijn met Hem was voorgoed voorbij. Deze twee leerlingen wisten nog niet van de verrijzenis. Ze herinnerden zich vast wel enkele uitspraken van Hem die Hij wel eens deed over dat Hij zou opstaan uit de dood, maar dit hadden ze zeker nog niet echt begrepen, laat staan ervaren. Het moeten dagen van verwarring zijn geweest; dagen van vragen en twijfels. We mogen dat niet onderschatten. En we kennen dan het verdere verhaal: de Heer gaat een stuk met hen mee en voert onderweg een heel gesprek met hen. ’s Avonds, na uitgenodigd te zijn door die twee, breekt Hij het brood en ze herkennen Hem. Maar wat mooi is, en daar wil ik vandaag met u toch even bij stil staan, is dat ze daags nadien hun tocht niet vervolgen. Nee, ze gaan terug. Ze keren terug naar Je

dinsdag in de paasweek

OVER HET HERKENNEN VAN DE HEER Onderstaande overweging is van aartsbisschop Vincenzo Paglia, ontleend aan 'Het Woord van God elke dag 2024, uitgegeven bij Halewijn. Maria van Magdala staat voor het lege graf en rouwt om de dood van haar Heer en de verdwijning van zijn lichaam. Maria is ontroostbaar, zeker, maar niet berustend. Ze vraagt aan iedereen waar haar Meester kan zijn: aan de twee in het wit gekleede engelen en aan de tuinman. Ze doet er alles aan om Hem te vinden zonder wie ze zich verloren voelt. Dat is het enige dat telt voor haar. Door deze hartstocht is zij een voorbeeld van de ware gelovige die niet ophoudt de Heer te zoeken. Na de twee engelen te hebben ondervraagd ziet ze een man die ze voor de tuinman houdt. Maria ziet Jezus met haar ogen, maar ze herkent Hem niet. Pas als ze zichzelf bij haar naam hoort noemen, gaan haar ogen open. Dat is er wat er met ons gebeurt als we, in onze behoefte aan ware woorden, naar het evangelie luisteren. We zien Jezus niet met on

Paasmaandag

ONTMOETING MET DE VERREZEN HEER (Bij Mt 28, 8-15) De twee Maria’s hadden vernomen van de engel dat Jezus was opgestaan uit de dood. Hij zond hen naar de leerlingen waar ze de Blijde Boodschap van de verrezen Heer moesten gaan verkondigen en dat ze Hem in Galilea zullen ontmoeten. Ontzet en opgetogen verlieten ze het graf en snelden naar de leerlingen. Op dat moment, zo lezen we, kwam Jezus hun tegemoet en groette hen. Ze liepen op Hem toe, grepen zijn voeten vast, en bewezen Hem alle eer. Wat een vreugde moet deze ontmoeting gekenmerkt hebben! Een diepe, zalige vreugde! Geliefde mensen, wij zijn niet de twee Maria’s waarover we vandaag hoorden; de Maria’s die de eer hadden als eersten de verrezen Heer te mogen ‘zien’. Maar de ontmoeting die wij met de Heer mogen hebben is in wezen niet anders dan de ontmoeting tussen de Heer en zijn de twee Maria’s. Diep in onszelf, doorheen situaties, in appèls, in lijden, in onze eigen kwetsbaarheid, in het Woord, in de sacramenten, in de natuur,