Posts

maandag in week 28 door het jaar

ONS LEVEN ALS TEKEN VAN HOOP (Bij Lc 11, 29-32) Mocht Jezus vandaag fysiek aanwezig zijn in de wereld en rondlopen in de dorpen en steden waar wij wonen, dan zullen, net als toen, ook velen verlangen naar uiterlijke tekens: van fysieke genezingen over broodvermenigvuldigingen tot zonnewonderen toe. Mensen verlangen naar gebeurtenissen, wonderen en bewijzen die hun geloof bevestigen. Dit is, denk ik, iets van alle tijden. Maar in dit verlangen naar uiterlijke tekenen vergeten we vaak dat Jezus zelf hét teken bij uitstek is, en dat Hij ons oproept om - vanuit Hem -  ook een teken te zijn. Een teken van liefde, broederschap, vrede en welzijn voor allen. We zijn niet alleen kijkers in dit leven; we zijn geroepen om actief de liefde van Christus te belichamen. Wanneer wij onze handen uitsteken naar de ander en onze harten openstellen voor degenen die in nood zijn, dan worden wij zelf een teken van de aanwezigheid van God in de wereld. Onze daden van medemenselijkheid, onze betrokkenheid b

zondag 28 door het jaar B

SPIEGEL VAN MEDEMENSELIJKHEID (Bij Mc 10, 17-30) Naar aanleiding van het evangelie van deze zondag, waarin de rijke jongeman Jezus vraagt wat hij moet doen om het eeuwige leven te verwerven, worden we uitgenodigd om na te denken over onze eigen keuzes en prioriteiten in het leven. Het gesprek met Jezus verduidelijkt dat het volgen van Hem niet alleen om persoonlijk heil gaat, maar ook om onze plicht naar de armen en kwetsbaren in de samenleving. Jezus zegt dat het moeilijk is voor wie rijk is om het Koninkrijk van God binnen te gaan. Dit roept ons op tot zelfreflectie over de uitdagingen die rijkdom met zich meebrengt, toch voor de meesten van ons. Vaak zijn we omringd door materieel welzijn en kunnen we ons verliezen in onze dagelijkse bezigheden. We worden afgeleid door onze eigen zorgen en de drang om ons eigen leven nog meer te verbeteren, waardoor we de werkelijke behoeften van anderen uit het oog verliezen. Wanneer we ons – financieel en materieel – in een comfortabele positie

zaterdag in week 27 door het jaar

EEN DANS VOL VAN GENADE (Bij Gal 3, 22-29) Geloven in Jezus gaat veel verder dan het volgen van regels of het afvinken van geboden. Zoals Paulus schrijft staan we door ons geloof in Christus niet langer onder toezicht van de wet, maar zijn we kinderen van God geworden. Dit betekent dat we niet leven vanuit plicht maar vanuit een diepe, persoonlijke relatie met Jezus. Geloven in Jezus is verbonden zijn met zijn leven, om van daaruit te handelen, denken en lief te hebben. Wanneer we iemand graag zien, maken we tijd vrij, luisteren we en investeren we in de groei van die relatie. Waarom zouden we dat niet net zo doen met de Heer, die ons zo nabij wil zijn? Onze relatie met Hem vraagt om tijd voor gebed, stilte en het luisteren naar zijn Woord, zodat we Hem beter leren kennen en die verbinding kunnen verdiepen. Het gaat erom van je troon te komen, af te dalen en het afleggen van een ik dat alles in handen wil nemen. Het gaat erom het roer van je leven aan Hem over te laten. Samengevat

vrijdag in week 27 door het jaar

OVER BLIJVENDE BESCHERMING IN CHRISTUS (Bij Lc 11, 24-26) Beste mensen, ik wil me vandaag, samen met u, verdiepen in die laatste passage uit het evangelie van vandaag, waar Jezus zegt: 'Wanneer een onreine geest iemand verlaat, trekt hij door dorre oorden, op zoek naar een rustplaats. Maar als hij die niet vindt, zegt hij: “Ik zal terugkeren naar mijn huis, dat ik verlaten heb.” En wanneer hij terugkeert, merkt hij dat het schoongemaakt is en op orde gebracht. Dan gaat hij weg en haalt er zeven andere demonen bij, slechter dan hijzelf, en ze nemen daar blijvend hun intrek. En zo is de mens bij wie de demon intrekt er ten slotte veel slechter aan toe dan voorheen.' Het gaat hier over Jezus die - wanneer we Hem welkom heten - in staat is ons geestelijk te zuiveren. Maar in deze verzen gaat het ook over waakzaamheid. Want het zou wel eens kunnen zijn dat we deze zuivering - door Christus aan ons gedaan - op een of ander manier verliezen. De passage beschrijft namelijk wat er kan

donderdag in week 27 door het jaar

HERONTDEKKEN WAT ONS WERKELIJK BEWEEGT (Bij Gal 3, 1-5 en Lc 11, 5-13) Velen onder ons kunnen zich vast een moment of periode in hun leven voor de geest halen waarin we ons als het ware ‘be-Geesterd’ voelden. Dat kon gebeuren tijdens een ontmoeting met een inspirerend persoon, een moment van verwondering in de natuur, een intense gebedservaring, of door een boek of film die ons diep raakte. Het was een moment waarin je van binnenuit voelde dat iets je in beweging zette. Dat 'iets' bracht je tot een intenser en bewuster leven, gaf je vrede en vreugde, en bracht je dichter bij God. Als christenen erkennen we die innerlijke stuwing als het werk van de Heilige Geest. Hoe vervullend zo’n ervaring ook kan zijn, de realiteit leert ons vaak dat we na verloop van tijd terugvallen in oude gewoontes. De vlam van de Geest, die ooit zo fel in ons brandde, lijkt langzaam te doven door de drukte van het leven, door zorgen, of door allerlei afleidingen. Dit is precies wat Paulus de Galaten v

woensdag in week 27 door het jaar

GEBED ALS LEVEND ERFGOED (Bij Lc 11, 1-4) Jezus leert zijn leerlingen bidden. En daarmee leert Hij ook ons, volwassenen, bidden. Maar wie leert onze kinderen bidden? Hopelijk leren ze bidden van thuis uit en horen ze er niet voor het eerst over bij hun eerste communie (als ze die al krijgen) of een godsdienstles op school (als die al gegeven wordt). Eigenlijk is ‘aanleren’ geen goed woord wanneer het gaat over kinderen en gebed. Veel belangrijker is dat het kind ziet dat er thuis gebeden wordt en dat het wordt opgenomen in het gezinsgebed. Een kind zal (wanneer het nog klein is) daar geen kritische vragen over stellen; het zal het als goed ervaren, want mama en papa doen het, en dan is het goed. Zo is een kind. Of het nu bij het opstaan is, voor en/of na het eten, bij het slapen gaan, of op andere momenten: het is goed dat we onze kinderen opvoeden in het besef dat het belangrijk is dat een christen bidt. De vraag van die ene leerling aan Jezus om hen te leren bidden, kwam nadat hij

dinsdag in week 27 door het jaar

AL GEVORMD IN DE MOEDERSCHOOT (Bij Gal 1, 13-24 / ps 139 ,1-3.13-14) Beste mensen, het valt me op dat vandaag tot tweemaal toe bovenstaand begrip, ( al gevormd in de moederschoot), in de lezingen voorkomt. Dat treft me. In de Bijbel komt dat woord ‘moederschoot’, of varianten ervan, veel vaker voor dan wij in ons gewone taalgebruik laten horen. Zou het komen doordat men in vroeger tijden dichterbij de natuur stond dan wij? Ons spreken over de ‘moederschoot’ komt in de huidige wereld, alleen voor als een vrouw in verwachting is, of op medisch gebied. Ik beperk me nu tot de woorden van Paulus in de brief aan de Galaten en tot enkele verzen uit psalm 139. Maar toen besloot God, die mij al in de moederschoot had uitgekozen en mij door zijn genade heeft geroepen zijn Zoon in mij te openbaren… (Gal 1, 15) U was het die mijn nieren vormde, die mij weefde in de buik van mijn moeder. Ik loof U om het ontzaglijke wonder van mijn bestaan, wonderbaarlijk is wat U gemaakt hebt. Ik weet he