zaterdag in de 13e week door het jaar

ZO SPREEKT DE HEER

Wie het boek Genesis volgt zoals het deze weken in de liturgie aan bod komt, stuit op verhalen die verre van voorbeeldig zijn: rivaliteit tussen broers, bedrog binnen het gezin, partijdige ouders, seksueel misbruik, geweld, slavenhandel. Er is veel in Genesis dat je niet zomaar zou willen navertellen aan een kind, laat staan presenteren als moreel model. Genesis is geen boek om trots op te zijn omdat het “vrome mensen” toont.

En toch is Genesis bij uitstek het boek van de beginselen: niet alleen van de schepping en het verbond, maar ook van menselijke kwetsbaarheid, familiebanden, maar bovenal van Gods verrassende trouw aan feilbare mensen. Het is geen boek dat mensen mooier maakt dan ze zijn. Het laat rauw zien hoe mensen handelen, maar ook hoe God daar niet voor terugdeinst. Integendeel: Hij kiest juist mensen als Jakob, Jozef, Abraham - mensen met barsten, innerlijke strijd, domme keuzes, verborgen hunkeringen. Zijn keuze gaat niet uit naar hun deugdzaamheid, maar naar het verlangen om met hen een weg te gaan, een verbond, een belofte die verder reikt dan hun tekort.

Zo lezen we ook vandaag een verhaal vol bedrog: Jakob doet zich voor als zijn broer Esau om de zegen van hun vader Isaak te verkrijgen. Op listige wijze wordt de zegen losgeweekt, in een huis vol wantrouwen. Als je dit als gelovige leest ... dan verlies je toch alle moed.

En toch is ook dit een lezing uit de 'heilige Schrift'. Woorden die worden voorgelezen vooraan in de kerk vanop een lezenaar, gevolgd door het plechtige: Zo spreekt de Heer. De Bijbel spreekt - laten we dat goed verstaan - niet om ons te behagen of gerust te stellen, maar om de waarheid te openbaren. De Waarheid met een hoofdletter. Niet omdat alles erin navolgenswaardig is - dat leren ons heel wat lezingen uit Genesis zoals we die de afgelopen tijd lazen - maar omdat zij de werkelijkheid van het mensenhart niet verdoezelt. Gods Woord is heilig omdat het juist dáár begint: in onze onvolmaaktheid, in onze geschiedenis vol oneffenheden. God openbaart zich niet buiten de menselijke verwarring, maar middenin. Zijn spreken klinkt niet boven de brokstukken van ons leven, maar erdoorheen.

Wanneer we zeggen: Zo spreekt de Heer, dan bedoelen we: in dit alles klinkt zijn roep. Als een uitnodiging om in deze gebroken verhalen de beweging van genade te ontdekken.

Het zijn geen verhalen van de meest toegewijden, maar van mensen zoals wij, jij en ik. Het zijn geen verhalen van wie al gevonden zijn, maar van wie onderweg is, struikelend, zoekend. En juist daarom raakt het ons - omdat dit ook over ons gaat. De Blijde Boodschap begint niet bij de volmaakten, maar vaak bij hen die ver weg zijn van Gods bedoeling. Zoals Jezus niet gekomen is voor de gezonden, maar voor de zieken - zoals in het evangelie van gisteren klonk. Jezus schaamt zich niet om af te dalen in onze realiteit. Hij komt ze aanraken om daar een weg te openen tot leven.

Het evangelie van vandaag werpt een bijzonder licht op dat alles. Jezus wordt bevraagd waarom zijn leerlingen niet vasten. En Hij antwoordt: “Zolang de bruidegom bij hen is, kunnen ze toch niet treuren?” De leerlingen hoeven nu niet te vasten, juist omdat Hij bij hen is: de levende Belichaming van wat Genesis tussen de regels door al openbaarde over God. In Jezus werd zichtbaar wie God werkelijk is: trouw, nabij, zachtmoedig, rechtvaardig. In Hem ontmoetten zij de God van Jakob en Jozef, als levende Tegenwoordigheid. Van Hem moesten ze leren.

Wij leven in de tijd waarin de Bruidegom niet meer zichtbaar onder ons wandelt. Daarom vasten wij. Niet omdat Hij afwezig is, maar omdat wij steeds opnieuw moeten afstemmen op zijn verborgen aanwezigheid. In het vasten, in het gebed, in de stilte, in de Schrift zoeken wij zijn gelaat. Zo leren wij Christus kennen, die nog altijd Gods Woord tot ons spreekt. En terwijl wij onze gebroken lijnen aan Hem toevertrouwen, schrijft Hij verder. Geduldig, genadig, met een liefde die nooit breekt wat geknakt is.

Genesis is geen heldenepos. Het is het begin van Gods pelgrimstocht met de mens. En in dat begin mogen ook wij ons verhaal herkennen: met wat gelukt is, en wat mislukt; met onze familiegeschiedenis en onze geheimen; met onze honger naar liefde en onze neiging tot zelfbehoud.
En telkens klinkt daar opnieuw zijn Woord: Zo spreekt de Heer, als stem van binnenuit. Een stem die ons wakker maakt. Een stem die ons roept tot vertrouwen. Een stem die zegt: Ik laat je niet los. Ik ben de God van Abraham. De God van Jakob. En de God van jou.

Laten we bidden

Goede God,
U spreekt in verhalen vol onrust en verlangen.
Wees ook in mijn leven aanwezig,
waar het schuurt en zoekt.
Zegen mij met uw nabijheid,
en leer mij te vertrouwen
dat u ook van mijn verhaal
een weg kunt maken naar U toe.
Door Christus, onze Heer en Broer.
Amen.

Geliefde mensen,
laten we nooit ophouden ook de voor onze oren schurende verhalen uit de Bijbel te lezen. Mogen ze ons openen voor de diepte van Gods spreken, voor zijn trouw die zich niet afwendt van gebrokenheid, en voor de genade die groeit waar wij ons leven aan Hem toevertrouwen.
Een mooi weekend,
kris


Om mee op weg te gaan

Leg je eigen gebrokenheid in de schoot van de Heer. Hij gooit je niet weg. Hij tekent met wat geknakt is een weg naar leven. Vertrouw dat Hij ook in jouw verhaal aanwezig wil zijn. Laat dit voor jou Blijde Boodschap zijn.

Reacties

  1. Dank Kris om de verbinding te leggen tussen het rauwe leven in t oud testament en ons leven. Dank om jou bemoedigende woorden “ ik laat je niet los” . Een levendige God blijft werkzaam door de eeuwen heen.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. bij het lezen van zo'n tekst uit Genesis over Jacob en Esau breekt het ons toch op dat we als Christenen, en dan vooral katholieke Christenen, de teksten uit de Bijbel altijd maar in kleine stukjes lezen. dit is natuurlijk nooit de bedoeling geweest. als we het verhaal van Jakob verder zouden volgen dan wordt de inpakt die zijn daad heeft gehad op zijn leven langzaam duidelijk. een mens moet leren van zijn fouten en dat is wat Jacob doet in de jaren die er zullen volgen van grote inspanningen en strijd, tot en met een direct gevecht met (de engel van) Jahweh, wat hem de naam Israel oplevert: "hij heeft geworsteld met de Heer". Genesis/ de Bijbel houdt ons een spiegel voor.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten