woensdag na de Openbaring

Geloof heeft te maken met ons leven, ons dagelijks leven, op de plaats waar we wonen, met de mensen die ons gegeven zijn. Geloof en leven zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, of zo zou het moeten zijn. Bedoeling van het geloof is dat het handen en voeten krijgt in het leven van elke dag, zowel in ons expliciet gebed, alsook in de naastenliefde en zelfs tijdens het maken van de soep (wat in wezen ook naastenliefde is). Daarom gaan we vandaag in op de woorden uit de eerste Johannesbrief: 'God is liefde. Wie in de liefde blijft, blijft in God, en God blijft in hem.'

Hoe in God blijven? Johannes schrijft: door in zijn liefde te blijven.
God is liefde. Hij woont in ons. Zijn tegenwoordigheid in ons is enkel liefde. Wie in die liefde blijft, in zijn tegenwoordigheid dus, blijft in God, en in zijn liefde. Bedoeling is dat we ons verankeren in het bestaan van God, in zijn aanwezigheid, ons volledig schenkend aan zijn presentie in ons, aan zijn liefde.
In wezen is dit een gebedshouding, een 'bidden zonder ophouden', zowel belevend in ons expliciet gebed alsook een constante beleving in ons onderbewustzijn. Het is een houding die niet ophoudt maar een die voortdurend 'gaande' is. Het is een leven 'in de Heer', altijd en overal, even vanzelfsprekend dan dat we in en uitademen.

Jammer genoeg denken veel mensen dat deze weg niet aan hen besteed is. Dit is voor heiligen, voor mystica... denk men al vlug. Da's jammer, want dat is niet zo. Je hoeft echt niet ‘heilig’ te zijn om die weg te gaan. Je hoeft ook geen bepaalde niveaus van het mystieke leven te hebben bereikt om deze weg te bewandelen. Jezus weet waar ieder van ons staat, Hij heeft weet van onze ja-woorden én onze nee-woorden, Hij kent onze lauwheden, onze koppigheden, ons geklungel, ons verleden, onze kwetsuren, onze neiging tot zonde, enz. En waar we ook staan in het leven, welke weg we ook gegaan zijn en nu gaan, Hij is nu bij ons. En in dat nu gaat Hij ons voor, gaat Hij met ons om weg, ons omhelzend met en in zijn barmhartigheid, ons opnemend in zijn vrede, zichzelf aan ieder van ons schenkend.
En ook al zijn we nog lang niet heilig, en klinkt mystiek leven als iets dat ver van ons leven verwijderd is, feit is dat wie deze gebedsweg gaat de weg van de heiligheid bewandelt en meer dan hij vermoedt een ziel in zich draagt die de naam 'mystieke ruimte' waardig is.

Wie in de liefde blijft, blijft in God, en God blijft in hem; zo schrijft ons Johannes vandaag.
Laten we verankerd blijven in God, in zijn liefde. Moge deze liefde handen en voeten krijgen in ons dagelijks leven, in de kleine keuzes doorheen de dag, alsook in onze grote levenskeuzes. Moge God de oorsprong zijn van dit alles.

kris

Reacties

  1. Kerstmis is het feest van de liefde. Kerstmis doet ons de liefde kennen die God voor ons heeft. Als wij mogen weten dat Jezus de Zoon van God is en dat wij met Hem ook zoon of dochter van God mogen worden, dan leven wij in de liefde van God. Dan is er geen plaats meer voor angst of vrees. Veel mensen zijn nog te veel ‘godsdienstig’ omdat zij vrezen dat hen anders iets zal overkomen dat niet goed is. Zij zijn angstig en bang. Dat is niet de bedoeling. Want Jezus is God-met-ons, Immanuel, ook als het slecht gaat in ons leven, als er tegenwind is of tegenspoed. Jezus is op de oever van het meer op de berg, d.i. dicht bij God, om voor ons te bidden. En vanaf die oever van de eeuwigheid ziet Jezus ons zwoegen en ploeteren voor ons levensonderhoud en ook voor de verbreiding van het evangelie. Het leven van de mensen zit, zoals dat van de dieren en de planten, vol met hindernissen. Als het te droog is, gaan dieren en planten dood. Als het te nat is, kunnen ze verzuipen of verdrinken. Met de mens gaat het niet anders. Ook hij is onderhevig aan stormen die vanbinnen zitten in zijn hart of stormen die van buitenaf komen. Maar al die stormen maken het leven lastig. Dan komt Jezus naar ons toe. Want Hij heeft ons zwoegen en ploeteren gezien. Maar zoals de leerlingen herkennen wij Hem niet. Wij zijn nog vol vrees en vol angst. Wij schreeuwen het uit: ‘Een spook!’ Toch zegt Jezus: ‘Vrees niet, wees gerust, Ik ben’. Niet zozeer: ‘Ik ben het’, maar ‘Ik ben’. Jezus is de grote ‘Ik ben’, God-met-ons, Immanuel. Als Jezus bij ons komt in de boot, gaat de wind liggen. Als Jezus mee mag in het leven van een gezin, dan is er rust en vrede. Als Jezus van tel is in een parochie, is daar eendracht en solidariteit. Maar ook wij zijn vaak nog niet tot inzicht gekomen door Jezus’ broodvermenigvuldiging en ook niet door Zijn wondere zelfgave in de eucharistie. Wij zoeken nog te veel onszelf, ons eigen behoud. Maar wie zichzelf zoekt, verliest zijn leven. Het leven win je maar door je zoals Jezus prijs te geven. Geen angst, maar vrede. Rustige zekerheid omdat Hij er is. Altijd.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten