zaterdag in week 11 door het jaar

‘In mijn zwakheid ben ik sterk, horen we Paulus zeggen vandaag.

Een mens is graag heer en meester over zijn eigen leven. Hij neemt niet enkel graag alle beslissingen over zijn leven, maar ook al zijn kunnen en presteren eigent hij zich maar al te graag toe. Een bekoring voor iedere mens. Denk niet te snel dat dat duiveltje je niet of nooit te pakken heeft.

Wanneer het gaat over de echt edele dingen van het leven (bidden, vergeving schenken, verzoening scheppen, delen met wie minder heeft, enz…) zal de mens al snel merken dat wanneer hij deze dingen echt goed wilt doen hij het niet louter vanuit zijn eigen individueel ikje kan doen. Er is iets anders nodig. Beter: er is Iemand anders nodig.

Je zwakheid in deze zaken erkennen is geen kwestie van zelfvernedering, je laag achten, minderwaardig. Nee, het is juist het tegengestelde van dit alles. Je zwakheid erkennen, zoals Paulus het vandaag bedoelt, is je hoofd buigen voor de Allerhoogste, het is je nederig opstellen naar je Schepper toe, het is diepgemeend en vol liefde zeggen: ‘Niet ik Heer, maar Gij’. Wie in deze overgave kan staan voor God, zal merken dat zijn zogenaamde zwakheid zijn sterkte zal worden. Doorheen deze mensen kan God immers werkzaam zijn. Ja, de Heer zal door hen leven. Delen met wie minder heeft, verzoening scheppen, vrede uitdragen,… zal een ervaring worden van ‘Christus in mij’.

Soms moeten we vernederd worden. Dit klinkt wat raar in de oren voor ons moderne mensen. Maar het is wel zo. Zoals Paulus die doorn tot in het diepst in zijn vlees moest ervaren (geschonken door een engel van satan – zo kunnen we lezen), zo moeten wij soms ervaren dat eigen krachtpatserij ons niet in staat stelt te breken met sommige zonden. God laat deze doorns toe, tot we er gelovig achter komen dat we Hem wel degelijk nodig hebben om komaf te kunnen maken met kleine en grote zonden. Wie ook hier nederig zijn hoofd kan buigen en kan zeggen: ‘Niet ik Heer, maar Gij’ zal ervaren dat zijn zwakheid zijn sterkte wordt.

De woorden van de Heer gericht aan Paulus kunnen onze gids zijn op deze weg: ‘Je hebt niet meer dan mijn genade nodig.’

Laten we arm worden van geest. Moge de kracht van Christus in ons werkzaam zijn.

kris

Reacties

  1. Ik weet voor mijzelf dat ik God heel hard nodig heb in mijn leven maar ik vraag mij wel af hoe ik het zou moeten zeggen tegen mensen hier of elders in de wereld die honger lijden en in armoede leven: “God zorgt voor jullie dus het komt wel goed”. Dat kan ik toch niet verkondigen? Ik weet daar niet goed raad mee.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Beste Roosje,

      tegen mensen die hier of elders in de wereld lijden onder armoede en honger kan je inderdaad moeilijk zeggen dat 'alles wel goed komt', dat 'God wel voor hen zal zorgen'. Voor velen komt het niet en nooit goed.
      Vraag is dan: Waar is God in heel dat verhaal. En hoe spreek je deze mensen aan over God?

      Waar God is in dat verhaal... ik zou zeggen: als Gekruisigde. Hij die roept: 'Ik heb dorst'. En dat bedoel ik echt niet als vrome praat, maar heel werkelijk. In de woorden 'Ik heb dorst' doet Hij een oproep aan Kerk en wereld om de liefde handen en voeten te geven. Wie deze verantwoordelijkheid ontloopt, plaatst zich buiten Gods wil. Dat moet duidelijk zijn. Dit laatste mag niet verdwijnen achter vrome gedachten, met heilige boekjes in al even heilige hoekjes. Nee, er moet ook gehandeld worden. En daarin dragen wereldleiders, kerkleiders, maar in wezen iedere mens, een gigantische verantwoordelijkheid. Ja, er is werk aan Gods winkel, absoluut. Ieder voor zich zal in eer en geweten moeten onderzoeken wat zijn/haar bijdrage hierin kan zijn. Maar in de zetel blijven zitten en zeggen 'ocharme, ochHere' kan niet de bedoeling zijn.

      Wat je tegen mensen zegt over God die in armoede leven...
      Ik denk dat je niet teveel moeten zeggen. Maar dat je vooral (als je in de mogelijkheid bent met hen samen te zijn) moet spreken door je nabijheid en de liefde die je aanbiedt. In een mogelijk gesprek kan je over God spreken, over zijn liefde voor ieder schepsel. Maar niet in de zin van 'God zal je probleem wel oplossen', want dat is niet zo. Hij is nabij, Hij lijdt, maar Hij is geen tovenaar. Maar zeggen dat Hij liefheeft, mag gezegd worden. Niet?

      Wij allen zijn Gods instrumenten, en het is aan ons zijn liefde handen en voeten te geven, ook inzake armoede rondom ons en wereldwijd.
      Vele christenen nemen (ik bedoel dit niet als oordeel, wel als vaststelling) daarin een veel te lakse houding, zich camouflerend achter vrome praktijkjes. Vind ik...

      Een vredevol weekend, kris

      Verwijderen
    2. ik zat zo ook te denken, Roosje, totdat ik las: 'Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen last'. het gaat er misschien vooral om dat we niet lijden aan het lijden dat we vrezen, want daaraan lijden we het meest. leef met het lijden van het moment en probeer daarin toch 'het koninkrijk van God te vinden' door te vertrouwen op God die er altijd voor je is, ook in je lijden, zelfs als dat lijden de dood tot gevolg heeft. zoals bij Jezus Christus onze Heer...

      Verwijderen
    3. We mogen bidden voor de armoede en de honger in de wereld. De Heer verhoort dit gebed, daar zijn we zeker van. Die verhoring bestaat in Zijn woorden: "Geef GIJ hun te eten".

      Verwijderen
  2. Dank je Kris en Stefan. Ik ga jullie antwoorden bestuderen. Hier kan ik mee verder.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten