donderdag in week 13 door het jaar
Terecht zeggen de Schriftgeleerden dat niemand zonden kan vergeven, behalve God. Moesten ze in Jezus de Messias erkennen zouden ze voor zijn voeten neervallen smekend of Hij hun zonden zou vergeven. Iets soortgelijks maken we mee de dag van vandaag met de biecht. Moesten de mensen geloven dat het wel degelijk God is (die doorheen de priester in naam van Jezus) zonden vergeeft, zou men in lange rijen aanschuiven om te gaan biechten – ok, een beetje overdreven, maar bij wijze van spreken.
Het gaat om geloof; geloof in Jezus. In Hem God zien die mens geworden is onder ons. Het gaat om het geloof in het priesterambt; de priester die in naam van Jezus zonden vergeeft.
Waarom doen we zo moeilijk, denk ik soms. De biecht is zo’n mooi en rijk sacrament. Als je beseft dat je na een biecht weer helemaal ‘zuiver’ bent… dat is toch groots. Het sacrament van de biecht is teken bij uitstek van Gods barmhartigheid aan de Kerk gegeven. Als kerkgemeenschap zouden we dit sacrament nieuw leven moeten inblazen, los van mogelijk negatieve ervaringen waar (naar het schijnt) veel mensen in het verleden mee te kampen hebben gehad. Laten we de biecht fenomenologisch bekijken; vanuit het fenomeen, vanuit het wezen, los van allerlei negatief gedoe. De biecht dus weer in zijn schoonheid ontdekken en ontvangen. Ik vermoed dat dit de Kerk in onze streken alleen maar goed zal doen.
En natuurlijk mogen, of moeten, we ook elkaar vergeven, absoluut. Als christen mag je dat in zekere zin zelfs doen in naam van Jezus, waarom niet. Uiteraard is dit dan geen sacrament in de strikte zin van het woord, en toch heeft het iets sacramenteels, omdat het met Jezus te maken heeft die ons heeft verlost en heeft vergeven; Jezus die oproept daarom ook elkaar te vergeven. Zie het Bijbelcitaat van vandaag.
Het evangelie van vandaag leert ons ook dat zonde ziek maakt, en dat vergeving krijgen geneest. Laten we ons als kinderen werpen in de armen van de Heer, in Gods barmhartigheid, al dan niet via een biecht, om opgestaan in Hem, Gods liefde te bezingen, doorheen al ons doen en laten.
kris
Ik kan u maar beamen, Kris. Ook ik als priester heb het biechtsacrament nodig. Er zijn (vroeger, misschien ook nu nog) soms mensen die negatieve ervaringen hadden (hebben) bij dat sacrament.
BeantwoordenVerwijderenDat komt omdat de priesters teveel vragen stelden en dat was niet slecht bedoeld, want ze waren zo opgeleid. Zelf had ik ooit eens ook zo'n slechte ervaring. Ik ging te biechten bij een voor mij vreemde pater. Ik moet dan iets beleden hebben over rare gedachten die ik in mij op had voelen komen i.v. m. de trouw aan het celibaat. De pater vroeg echter: 'Moet ik daaruit besluiten dat u uit zult treden? ' - Ik schreeuwde het haast uit: 'Maar pater, het zijn bekoringen, help mij a.u.b. daarvan af te komen'. Toen werd hij heel vriendelijk, maar ik was wel geschrokken door zijn vraag. Vroeger durfde ik ook niet alles zeggen. Maar toen ik 37 jaar geleden hier in Kortemark aankwam, vroeg een bejaarde kanunnik aan mij of ik zijn biecht wilde horen. Ik zei: 'Maar meneer de kanunnik toch, ik zo'n onervaren en nog veel te jonge priester...' - 'Maar je bent toch priester', repliceerde hij. Sindsdien biechtten wij aan elkaar onze zonden, om de veertien dagen. En dat heeft tien jaar geduurd, tot de kanunnik gestorven is op 96-jarige leeftijd. Maar dat heeft mij veel geleerd, vooral dat deze voor mij heilige priester toch ook nog zijn zwakke kanten had en beleed. Sindsdien ben ik niet meer zo bang om alles te zeggen wat op mijn hart ligt, in de biecht. Ik ben wel eens beschaamd, maar dat mag (zegt ook onze paus). Het voornaamste is dat het helpt van mij af te zetten wat mij bezwaart, ik ben het kwijt, God weet ervan. En na de absolutie ben ik een nieuwe mens. Zelf stel ik in een biechtgesprek niet teveel vragen aan de mensen, ik luister. Als ik het nodig vind en iets denk te kunnen zeggen, doe ik het. Anders zeg ik een algemeen woord en geef de absolutie. Het is toch dat wat de mensen uiteindelijk komen vragen, dat ze weer herleven mogen!
Ik ben ervan overtuigd dat een mens vrede vindt door vergiffenis te schenken aan en door die te willen ontvangen van mensen. En daarbij eveneens door in eenvoud te vertrouwen op God.
BeantwoordenVerwijderen