woensdag in week 14 door het jaar
Jezus riep zijn twaalf leerlingen bij zich en gaf hun de macht om onreine geesten uit te drijven en iedere ziekte en elke kwaal te genezen. Zo lezen we vandaag in het evangelie.
Wanneer we de krant lezen, het journaal bekijken, de wereld rondom ons gade slaan, of een blik werpen in ons eigen hart, zien we dikwijls heel wat kwaad; onreine geesten zeg maar. Alsof het kwaad de mens soms zo in z’n macht heeft dat het sterker wordt dan die mens: een soort bezetenheid. Het kan zo sterk zijn dat het de mens ten diepste verziekt, vervreemdt van zijn Schepper. Het kwade noemt hij goed, in naam van God wordt er geweld gebruikt, de schepping eigent men zich toe, de liefde wordt verkracht, leugens worden goedgepraat, alles voor het geld, enz…
Vandaag een oproep om de wereld van het kwaad te genezen.
We kunnen dat op twee manieren doen.
Een eerste manier is de wereld, de mensheid, bij God brengen doorheen dagelijks gebed, door een voortdurende smeekbede om genezing van het kwaad. Deze vorm van dienstbaarheid aan de mensheid mogen we niet onderschatten. Ze is van enorm groot belang. De wereld snakt naar deze vorm van dienstbaarheid.
Het klinkt misschien vandaag de dag niet echt populair, maar we mogen echt wel genade afsmeken van de hemel. Dat kan door middel van stil en lang gebed (smekend met je hart), schietgebeden doorheen de dag, door het bidden van de rozenkrans, het breviergebed, het bijwonen van de eucharistie, enz… Als we maar met ons hart bidden: gemeend en in volle overgave.
Een tweede manier om het kwade uit de wereld te helpen is door zelf door en door goed te zijn. Maar echt goed, vanuit Jezus’ inwoning diep in jezelf. Door jou heen zal Hij de mensen aanraken en genezen. Dat is geen vrome theorie, maar een blijde werkelijkheid. Geloven we dat wel ?
Jezus’ aanwezigheid in ons is er geen van passieve aard. Jezus leeft in ons, wil onszelf leven geven en ieder die wij vanuit Hem ontmoeten. Wij mogen Gods instrument zijn wat betreft het genezen van het kwaad in de wereld. Dat is geen hoogmoedige gedachte. Wie dit klaarspeelt is juist nederig. Hij geeft zich aan de werkzaamheid van Jezus. Wie hoogmoedig is geeft zich aan zichzelf. Wie nederig is geeft zich aan God.
We kennen het bestaan van de erfzonde. Maar er bestaat ook zoiets als erfgenade. Goed doen schept goedheid. Vrede dragen schept vrede. Vreugdevol leven schept vreugde. Liefhebben spoort aan dit ook te doen.
Probeer maar uit.
Laat ons bidden, dagelijks. Laten we de wereld bij God brengen, smekend dat Hij de mensheid mag aanraken met de gave van diepe genezing. Ook ons eigen hart.
En laat ons door en door goede mensen zijn, beeld van de Vader, zijn goedheid dragend en uitdragend.
kris
Het gaat goed in Israël, materieel toch, daar in die achtste eeuw v. Chr. als Hosea schrijft. Maar afgoden bij de vleet, altaren voor de afgoden – de Baäls – zonder tal. Het is een profeet van God altijd te doen om God. Om de ene ware God. Daar is het Jezus ook om te doen. Jezus leeft van de hemelse Vader. Hij wil ook ons van Hem laten leven. Zijn apostelen moeten Hem helpen om de mensen in te zaaien in Gods Koninkrijk. Daar is geen duivel meer, daar zijn geen demonen, geen ziekten, geen kwalen. Jezus neemt ze weg. Een probleem: Hosea kent eigenlijk geen scheiding van Kerk en staat. Alles is nog één. Dat was ook zo voor de christenen na keizer Constantijn, zeg maar tot aan de Franse Revolutie. Nu is er een scheiding van Kerk en staat. Eigenlijk is dat niet slecht. De moslims kennen dat nog niet, ze hebben nog geen Franse Revolutie meegemaakt. Voor hen geldt slechts de sharia: iedereen moet moslim worden en als moslim leven. Wij, christenen anno 2020, kunnen dat niet meer claimen. Maar kijken we even naar Jezus. Hoe was het bij Hem? Israël stond toen onder het gezag van een vreemde Romeinse keizer. Jezus heeft zich niet tegen de keizer verzet. En toch bracht Hij Gods Koninkrijk. Dat wil zeggen: de wereld mag best wereld zijn – onze secularisatie – maar wij mogen ondanks dat toch in Gods heerschappij en liefde leven. Onze Belgische staat zorgt voor veel goede dingen, we hebben één van de beste sociale systemen van de wereld. Maar zoals paus Benedictus het zei: liefde kan ook nu niet ontbreken. Hoe rechtvaardig een samenleving ook is, altijd vallen er mensen uit de boot. Dat is de plaats van de liefde. Laten wij als Kerk – samen met veel pluralistische ngo’s – mensen helpen die uit de boot vallen. Laten wij als Kerk vooral luisteren naar de nood van zoveel mensen die soms elders niet gehoord wordt. Laten wij die mensen bij de instanties helpen te komen die hen kunnen helpen. En laten wij de mensen vooral iets van Jezus horen en van God die altijd groter is dan welke menselijke ellende ook. En laten wij ook bidden voor de wereld.
BeantwoordenVerwijderenDank je, Chris.
BeantwoordenVerwijderenBeste Daniël, in het Westen kenden we de investituurstrijd, uitmondend in iets dat een begin was van scheiding tussen kerk en staat. Eerder al had Karel de Grote, rond 800, de taak van de paus als anders dan die van de keizer omschreven. Van een theocratie zoals in een kalifaat was dus nooit sprake. In de oostelijke kerk waren (en zijn) kerk en staat veel sterker vervlochten.
BeantwoordenVerwijderenDe Franse revolutie heeft geen godsdienstvrijheid met zich meegebracht, eerder integendeel. Pas onder Napoleon kwam er weer vrijheid om te geloven.
In Europa hebben religie en politiek lang dicht bij elkaar gelegen, en hebben veel landen langdurig vergaande bestuurlijke en politieke inmenging van kerken ondergaan, alsook andersom. In de Middeleeuwen mochten de kerkelijke en politieke bevoegdheden zelfs door zowel kerkelijke als wereldlijke overheden worden uitgeoefend, zelfs gelijktijdig. Tot op de dag van vandaag is dit het geval in het Vaticaan; de paus is naast geestelijk leider van de katholieke kerk ook staatkundig leider van Vaticaanstad. In principe is ook de koning of koningin van Engeland hoofd van de Anglicaanse kerk, al is dat in de praktijk weinig relevant.
VerwijderenDe Ottoonse keizers stelden vanaf de 10e eeuw zelf alle bisschoppen en abten in het Heilige Roomse Rijk aan, die vanwege hun celibaat geen wettige nakomelingen konden krijgen die hun bezittingen konden erven. Bij de dood van een geestelijke viel hierdoor hun ambt en land weer terug aan de keizer, die zijn eigen vertrouwelingen weer kon aanstellen. Dit rijkskerkenstelsel of Ottoonse stelsel is een voorbeeld waarbij wereldlijke autoriteiten macht hebben over kerkelijke zaken. Deze situatie gaf uiteindelijk aanzet tot de investituurstrijd tussen de keizers en pausen, die de laatste uiteindelijk wonnen.
In de late 18e eeuw trachtte keizer Jozef II (r. 1765–1780) de kerken weer onder wereldlijk bestuur te brengen. Deze ideologie wordt ook wel jozefinisme of jozefisme genoemd.
Met de Verlichting en de Franse Revolutie kwam na eeuwen van inmenging onder Europese bevolkingen de roep naar een staatsrechtelijke scheiding van kerk en staat. Sindsdien is het een leidend principe in de staatsinrichting van democratische rechtsstaten, en is het in de loop van de 19e en 20e eeuw in bijna alle Europese landen, en wereldwijd, in de wet verankerd.
Dank aan jullie Pr. Daniël en Kris ! Wijze woorden om over na te denken ...maar vooral om in praktijk te stellen ! " Verbonden in Gods Liefde door gebed ,meditatie en Eucharistie !!!"LIEFHEBBEN !!!
BeantwoordenVerwijderenIk voeg me bij Jacqueline V.E zou hetzelfde mailen ! bewust van eigen armoe !!!
BeantwoordenVerwijderen