woensdag in de Goede Week

WETEN EN NIET WETEN
(Bij Jes 50, 4-9a; Mt 26, 14-25)

Beste mensen,  de ‘Goede week’, - zo worden deze dagen voor Pasen genoemd, - is nu halverwege. Wat is ‘GOED’ aan deze week waarin we vieren hoeveel er mis is gegaan in het proces van lijden en dood  in het verhaal van Jezus, die gekruisigd werd. Onschuldig ter dood gebracht. Hij deed alleen maar het goede, ter heling van de hele mensheid. Het is niet mogelijk om van deze geschiedenis ook maar één woord te kunnen bevatten.

Laten we proberen ons open te stellen voor wat we vieren, ook al is het bijna niet te begrijpen.

‘Weten en niet weten’ heb ik boven de tekst gezet.
Van onze geloofswoorden zijn er vele onbegrijpelijk. Ik wil dicht blijven bij het leven van mensen en bij alles wat we kunnen weten en vooral wat we ‘niet kunnen weten’. Het gaat over een weten op een andere manier dan door erover na te denken. ‘Weet ik veel’ wordt er in gesprekken vaak gezegd. Onze tijd vindt veel weten heel belangrijk, maar tegelijkertijd weten we bijna niets van het mysterie mens, laat staan over het mysterie rond de persoon van Jezus, het mensgeworden Woord van God. We volgen een stukje uit het verhaal van vandaag.

Mijn oog viel op de vreemde situatie van de man die Jezus verraden heeft, Judas. Ik schrok van de leugenachtige vraag die hij uitsprak op de laatste avond van hun samenzijn. Het gesprek, samen met de andere leerlingen, begon spannend te worden toen Jezus vertelde wat er ging gebeuren: "Ik verzeker jullie: een van jullie zal Mij uitleveren."
Het staat er zo nuchter, al zal er een schok door de leerlingen zijn gegaan. Daar zitten ze dan, die leerlingen. Wat weten ze van Jezus en wat weten ze van elkaar? Ze focussen nu op Jezus. Hij wil blijkbaar met hen praten over zijn eigen realiteit. Hetgeen Hij nu gezegd heeft is wel heel confronterend voor de leerlingen. Durven ze elkaar wel aan te kijken? Het is toch niet mogelijk dat er onder hen één zou zijn die hun dierbare rabbi zou willen verraden! Ze worden er verdrietig van.
Onrustig stelt de een na de ander de vraag: "Ik toch niet Heer?"
Hoever ze de kring rond zijn gegaan, is niet duidelijk, want met een ja of nee heeft Jezus geen enkele keer geantwoord. Wel zegt Hij: "Hij die tegelijk met Mij iets uit de schaal nam, die zal Mij uitleveren."

Ze gaan door met het rondje. Judas is aan de beurt. Toen zei ook Judas die Hem zou uitleveren: "Ik ben het toch niet, rabbi?" Jezus antwoordde: "Jij zegt het".
Dit zou een ontknoping kunnen zijn van de dringende vraag die hen allen bezig zou kunnen houden. Maar er ontstaat geen tumult in de zaal, geen verzet, geen boosheid van een van de vrienden. Dat is wel hoogst merkwaardig. En even merkwaardig is het dat de maaltijd even later gewoon doorgaat.
Judas vertrekt stilletjes, zonder groet. Het lijkt alsof er niets gebeurd is. Zou niemand Jezus’ antwoord aan Judas gehoord of begrepen hebben? Hoe dan ook, ze zijn samengekomen om het Pesachmaal te houden en gaan daarmee gewoon (?) door. Hoe durfde Judas deze leugenachtige vraag:  "Ik ben het toch niet rabbi?’" te stellen. Hij wist wat hij ging doen. Jezus wist ook wat Judas ging doen. De anderen zouden het nu wel kunnen weten, maar hun geest was verblind.
Weten en niet weten liggen hier, op onverklaarbare wijze, vlak naast elkaar.

We stappen over naar onze eigen levens. Weten en niet-weten, dagelijks zal het een rol spelen in onze levens. Hoezeer kennen we elkaar? Ja, van naam wel, maar wat weten we van de ander? Wat verbergt de ander met wie we voetballen of wandelen, of praten over ditjes en datjes? Heb je al gehoord dat…, en het laatste nieuwtje wordt breed uitgemeten, en de schandalen komen in de krant. Of we praten over onbenullige dingen, dat zeker ook.

Wie ben je? Wat gaat er in je om? Waar word je blij van? Wat zit je dwars?
Dit zijn vragen op een ander niveau. Willen we de pijn van een ander wel weten? Kunnen we die wel aan? Ieder heeft toch genoeg aan eigen leed.
Wat zou het mooi zijn als we elkaar warmte konden geven! Hoe eenzaam moet Jezus zich gevoeld hebben, als mens, tijdens dat Pesachmaal.
Ook weten we vaak niet van elkaar wat ons kracht geeft in ons leven. Geloofservaringen durven we niet altijd te delen.

Toch is dit de Goede Week. We weten namelijk dat het verhaal over Jezus ergens toe leidt en dat het lijden nooit het laatste woord heeft. Zijn lijden niet, het lijden van de wereld niet en ook dat van ons zelf niet. Te midden van verwarring klinkt er ook een belofte. Haal rustig adem, paniek is nooit een oplossing. Verbind je met de belofte dat hetgeen we geloven de blijde boodschap is, en dat verwarring, leed, onrust, kwade geesten nooit het laatste woord hebben.

Laten we bidden

Goede God,
wij danken U voor uw Zoon
die U ons gegeven hebt.
En voor zijn jawoord
op het verlossingsplan.
Geef ons de moed en de vreugde
die door het kruis heen
een perspectief bieden
aan ieder goedwillend mens.
Schenk ons een weten dat
van Boven komt
en ons de weg wijst
naar een Pasen zonder einde!
Amen

Beste mensen, leg je onvermogen en je niet-weten in Gods liefdevolle hart en ga met Hem zijn en onze gezamenlijke weg.
Ricky


Om mee op weg te gaan

Laat je geest open zijn voor wat Hij je te bieden heeft in de omstandigheden van je leven, die vreugdevol of pijnlijk zijn, die je verwarren en beangstigen, maar vooral die je hoop geven en je verdiepen van dag tot dag.

Reacties

  1. Pijnlijk verhaal over een vermeende vriend die toch maar Jezus verraadt voor een stuiver.
    Het beeld doet pijn. Het komt overal voor.
    Ook in onze familie waar broers voor een stuiver de andere gezinsleden voor schut zetten. Na de dood van liefhebbende, goedmenende ouders. Kwade geesten
    richten veel onheil aan. Ik kijk er vol ongeloof naar.
    Vader, erbarm u over deze oorlogzuchtige wereld! Genees mijn broers van hun
    kortzichtigheid! Ik vraag U dat in Jezus’naam.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten