zaterdag 'in albis' van de paasweek

IN ALBIS

Vandaag is het zaterdag in albis, de afsluiting van de paasweek. Die naam komt van de Latijnse uitdrukking in albis deponendis, wat betekent: “bij het afleggen van de witte kleren.” In de vroege Kerk droegen de nieuwgedoopten acht dagen lang een wit kleed - alba - als zichtbaar teken van hun nieuw leven in Christus. Vandaag, op deze achtste dag, legden zij dat kleed af - niet om hun doopsel achter zich te laten, maar om het voortaan te beleven midden in het gewone leven.

Deze zaterdag in albis markeert symbolisch een overgang: van binnenkant naar wereldzending. Na een week van vreugdevolle inkeer en liturgische verdieping klinkt nu het appèl om naar buiten te treden, als getuigen van de Verrijzenis. Het geloof dat met Pasen werd gevierd, vraagt erom beleefd en gedeeld te worden.

En natuurlijk - zo zouden we denken - kan je maar getuigen wanneer je geloof sterk en diep geworteld is. Het evangelie van vandaag maakt echter duidelijk dat geloof niet evident is. Dat gold voor de leerlingen, maar ook voor ons. Natuurlijk, wij geloven. Maar is dat zo vanzelfsprekend? Stellen wij ons nooit de vraag: Is het allemaal wel waar? Je hoort het zo vaak: Mooi allemaal, maar er is nog nooit iemand teruggekomen om het te bevestigen... En toch, lieve mensen: midden die werkelijkheid van twijfel en innerlijk gevecht spreekt de verrezen Heer ons toe: “Trek heel de wereld rond en verkondig het goede nieuws aan alle schepselen.” Alsof Hij niet kan wachten.

Verkondiging is geen opdracht die pas begint wanneer het geloof volledig verinnerlijkt is. Geef toe: er zou weinig verkondigd worden. Durven we - en da's niet onbelangrijk - te geloven dat juist door te verkondigen, we groeien in geloof? We zijn allemaal mensen onderweg, groeiend, evoluerend - ook op geloofsvlak. Maar ook in de groei is God aanwezig, als een zachte leermeester die ons van binnenuit vormt en sterkt. De zending die Hij ons geeft, de roeping tot verkondiging, hoort bij onze groei, bij onze innerlijke leerschool. En die ‘school’ is vol van genade, omdat de Heer zelf de leiding heeft. De kunst en de uitdaging is het om ons aan die leiding toe te vertrouwen.

Hoe dan ook, wat toen begon, heeft de Kerk tot op vandaag voortgezet. Altijd opnieuw zijn mensen opgestaan om het Evangelie te verkondigen: met woorden, met daden, met levens. En omdat ook wij die Kerk zijn, zijn ook wij geroepen. Ieder op zijn eigen plaats. Ieder met zijn roeping, zijn gaven, zijn stem.

Misschien lijkt onze stem klein. Misschien voelen we ons niet geschikt. Dat kan goed zijn. Maar dat neemt niet weg dat de roeping blijft: Verkondig het goede nieuws. Draag Christus in je hart, in je woorden, in je keuzes. Getuig van leven dat sterker is dan de dood.

En - zoals gezegd - terwijl we getuigen, worden ook wij gevormd. Geloof is geen statisch bezit, maar een levend vuur dat zich voedt door zichzelf te geven.

Laten we vooral de verkondiging ons niet toe-eigenen, alsof ze louter van ons zou afhangen. De Heilige Geest, die Jezus beloofd heeft, is onmisbaar. Hij is het die inzicht geeft en bezielt. Hij geeft vuur aan onze woorden en liefde aan onze getuigenis. Zonder Hem zou het eenvoudigweg niet gaan.

Deze zaterdag in albis wijst ons op het belang om ons geloof niet binnenskamers te beleven, maar het een weg te laten vinden naar de wereld om ons heen. Het geloof is geen privézaak, maar een bron van leven, gegeven om gedeeld te worden. Mogen de woorden van Petrus en Johannes - die we hen vandaag horen uitspreken in de eerste lezing - ook de onze zijn? “We moeten immers wel spreken over wat we gezien en gehoord hebben.”
We zullen dit moeten vertalen naar deze tijd. We zullen dit moeten doen op een doordachte en verantwoorde manier, met oog voor context en medemens. Maar kunnen wij getuigend en verkondigend aanwezig zijn vanuit datzelfde vuur dat ook hen bezielde? Vanuit de kracht van de Opgestane Heer, die hun angst omvormde tot vrijmoedigheid, hun geslotenheid tot zending?

Moge ook in ons dat vuur blijven branden - als een bron van moed en trouw aan onze diepste binnenkant.

Laten we bidden

Heer,
U roept mij om te spreken,
ook als mijn hart nog zoekt,
ook als mijn geloof nog groeit;
wees U mijn stem.
Moge het vuur van uw Geest
in mij branden.
Maak mij tot getuige van uw
blijde boodschap.
Vandaag en alle dagen van mijn leven.
Amen.

Geliefde mensen, 'gaan met die banaan', zingt de jeugd vandaag. Moge we dit ook op geloofsvlak zo zeggen: ervoor gaan, vanuit de verrezen Heer in ons hart. Laten we ons troosten bij het evangelie van vandaag dat ons leert dat we nog niet volledig volgroeid moeten zijn in geloof om te verkondigen. De Heer zal ons leiden, van binnenuit. Laten we ons toevertrouwen aan Hem.
En laten we ons vandaag ook verenigen met de hele wereldkerk bij de uitvaart van paus Franciscus. God hebbe zijn ziel. Wij zijn rijke erfenis. Schone mens was hij!

En geniet ook wat van het mooie lenteweer!
kris


Om mee op weg te gaan

Vecht jij ook soms met twijfel? Over het bestaan van God, de verrijzenis van Christus, of je eigen innerlijke weg? Weet dan: dat is geen zwakte, maar maakt deel uit van je geloofsweg. Denk aan de Emmaüsgangers - juist in hun onzekerheid kwam Jezus naast hen lopen. Durf jij, vertrouwend op de Heer, ook midden je twijfel getuigend aanwezig te zijn in de wereld? In je keuzes, je woorden, je houding?

Reacties

  1. Als ee gezegd wordt : er is nog nooit iemand teruggekeerd" mogen we dan niet antwoorden "toch wel Jezus is immers verrezen" Maar aan de rijke vrek zei God immers "als ze niet naat Mozes luisteren zullen ze ook niet luisteren als iemand uit de doden opstaat" Was dit niet al zinnend op zijn opstanding?

    BeantwoordenVerwijderen
  2. lieve paus wij hebben voor U gebeden, bid U aub nu voor ons .

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten