donderdag in de 10e week door het jaar

WAAR HET WOORD VLEES WIL WORDEN

Er is een manier van Bijbel lezen die blijft hangen aan de buitenkant. We gebruiken ons verstand, onze studievaardigheden, ons analyserend vermogen. We duiden verbanden, ontleden de structuur, verdiepen ons in context en taal. Dat is waardevol, vooral voor wie de Schrift wil bestuderen, uitleggen en doorgeven. Maar wie daarbij geen ruimte laat voor de Geest, mist de diepere bedoeling waarom de Schrift ons gegeven is. De Schrift is een levend Woord. Ze vraagt om een lezen van binnenuit, gevoed door een Liefde die reeds in ons is uitgestort: de heilige Geest die in ons woont en die ons uitnodigt onszelf aan Hem toe te vertrouwen.

De Bijbel lezen in de Geest is op de eerste plaats luisteren met het hart; een gebeuren dat dieper reikt dan het verstand. Het is lezen in openheid voor wat de Heer vandaag tot ons wil spreken. Niet wij zijn de eersten die begrijpen; het is de Geest die ons binnenleidt in het Woord. Wie leest in de Geest, leest niet over de Heer, maar ontmoet Hem. Niet kennis staat dan centraal, maar relatie. We herkennen zijn stem en treden met Hem in verbinding - dit als vrucht van de Geest.

Paulus spreekt over een sluier die het hart bedekt. Die sluier blijft zolang we ons beperken tot de letter, tot het uiterlijke. Maar wanneer iemand zich tot de Geest wendt, wordt die sluier weggenomen. Dan wordt het Woord doorstraald van genade. Dit verstaan voltrekt zich in relatie met de Heer. Het groeit waar liefde en overgave de grondtoon zijn.

Het Woord is vlees geworden. Terecht denken we dan aan Christus, het mensgeworden Woord. Maar dat mysterie zet zich voort: het Woord wil ook vlees worden in ons bestaan. In wat we zeggen en doen. In onze keuzes, onze gebaren, onze aandacht, onze nabijheid, onze wijze van liefhebben. Het Woord raakt ons niet enkel mentaal, maar lichamelijk, affectief, voluit menselijk. Christus raakt ons in het Woord, en wie zich laat raken, wordt stilaan omgevormd. Niet alleen spiegelen we ons dan aan de Heer, maar zijn beeld begint in ons te groeien. Lezen wordt leven. En leven wordt antwoord.

De farizeeën en schriftgeleerden waarover Jezus vandaag spreekt, kennen de Schrift tot in de puntjes. Ze zijn vertrouwd met elk gebod, elke regel. Maar hun kennis blijft aan de buitenkant. Ze verstaan niet in de Geest. Hun hart blijft gesloten voor de liefde die de wet wil vervullen. Ze gebruiken de Schrift als maatstaf voor anderen, maar gaan voorbij aan de uitnodiging tot bekering die ook henzélf aangaat. Ze zien de woorden, maar niet het Licht dat eruit opgaat. Daarom leidt hun kennis niet tot leven, maar tot oordeel en veroordeling.

Jezus reikt ons in het evangelie van vandaag een scherp voorbeeld aan. Je bent op weg naar het altaar om je offergave te brengen, maar onderweg denk je aan iemand - iemand die je ontloopt, of die iets tegen je heeft. In Jezus’ tijd betekende dat: je nadert het altaar in de tempel van Jeruzalem, je brengt een gave aan God - een lam, een offer van meel of olie, een zichtbaar teken van overgave. Vandaag herkennen wij dat moment wanneer wij ons in gebed tot God keren of naderen tot de eucharistie. Ook dan willen wij iets brengen: onze tijd, onze dankbaarheid, ons verlangen naar verbondenheid.

Maar wie de Schrift leest in de Geest, en haar belichaamt in het eigen leven, voelt aan dat het brengen van offers niet op zichzelf staat als religieuze handeling. De Schrift opent het hart voor wat nog scheef zit tussen mensen. Ze legt bloot wat wij vaak verdringen: de gekwetste broeder of zuster, de onverwerkte verwijdering. De Geest laat je van binnenuit beseffen: de Ander eren, begint bij het zien van de ander. Je gave neerleggen en eerst de stap naar verzoening zetten, is geen onderbreking van de eredienst – het ís eredienst. Want juist daar daalt het Woord af in ons zoeken naar vrede en heling.

Precies daar wil het Woord vlees worden: in onze bereidheid tot herstel en nieuwe nabijheid. Wat wij dan aan de Heer aanbieden, is méér dan een uiterlijke gave: het is een leven dat zich opent voor de Heer, vol verlangen zich door Hem te laten aanraken. Een leven dat steeds meer gaat gelijken op de Heer.

Laten we bidden

Heer,
U die spreekt in stilte en in Schrift,
open mijn hart voor uw levend Woord.
Laat mij niet blijven hangen aan de buitenkant,
maar leid mij met uw Geest naar een dieper verstaan.
Maak mijn lezen tot ontmoeting,
mijn luisteren tot antwoord,
mijn leven tot een gave die U welgevallig is.
Toon mij het gelaat van mijn naaste
en wek in mij het verlangen naar vrede.
Laat uw Woord vlees worden in mij,
zodat ik ga gelijken op Hem die ik heb ontmoet.
In uw naam.
Amen.

Geliefde mensen, moge het Woord in ons tot leven komen en ons tot vrede brengen met God en elkaar.
Een toegewijde donderdag,
kris


Om mee op weg te gaan

Hoe lees ik de Bijbel wanneer ik de intentie heb dit biddend te doen? Hoe ga ik om met de lezingen van de dag die de Kerk mij aanreikt - bijvoorbeeld via deze site? Hoe lees ik het Woord in mijn gebedshoekje, doorheen de dag? Of wat gebeurt er in mij wanneer ik een psalm overweeg?
Ontmoet ik de Heer in het Woord, of blijft het een afstandelijk lezen dat vooral tot kennis leidt? Ben ik bereid af te dalen in mezelf, stil te worden, en mij toe te vertrouwen aan de gloed van de Geest die in mij woont? Laat ik me door Hem binnenleiden in het Woord - met als doel de Heer te ontmoeten?
Geloof ik dat het Woord mij persoonlijk aanspreekt, en dat het verstaan dat daaruit groeit, geboren wordt uit relatie met de Levende?

Reacties

  1. Het is voor mij heel moeilijk om los te komen van eigen gedachtes. De heilige geest is voor mij iets onwerkelijks. Ik denk altijd hoe is dat bij anderen? Zijn zij gezegend en ik niet. Hoe kom ik erbij of wat te doen?

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik herken me in de reactie van anoniem 8.07. ik denk wel dat ieder mens gezegend is, maar ik denk ook dat je (aan)geraakt weten in het gebed een genade is die niet voor iedereen weggelegd is.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Beste anoniemen,
    wij komen uit een tijd waarin de werkzaamheid van de heilige Geest weinig aandacht heeft gekregen. In de Oosterse Kerken wordt daar veel sterker de nadruk op gelegd.
    Wie de geschiedenis van de jonge Kerk leest — in de Handelingen en ook in andere oude geschriften die niet in de Bijbel zijn opgenomen — merkt hoe groot de rol van de Geest was. Het is de Geest die leidde, die mensen bezielde en hen op weg zette.
    Die verbondenheid met de Geest zijn wij wat kwijtgeraakt. We zijn mensen van deze tijd, gevormd in het idee dat we alles zelf moeten kunnen, ook op het vlak van geloof, gebed en naastenliefde. Maar hoe zelfstandig we ons ook voelen, er bestaat een andere werkelijkheid die voorafgaat aan ons denken en doen: het leven in de Geest. Dat is zo evangelisch — en toch klinkt het vandaag nauwelijks nog door.
    Laten we samen bidden dat onze liefde tot de Geest groeit, en dat ons vertrouwen op Hem dieper wordt.
    Hartelijke groet,
    kris

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Dank U Kris voor deze toelichting want ikzelf heb het er ook moeilijk mee.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Ik heb het gevoel , als ik mijn verstand moet uitschakelen is dat wel juist?

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Nee hoor, dat zegt niemand, ook de Schrift niet. Integendeel, de Bijbel leert ons dat we God moeten liefhebben met heel onze ziel, al onze krachten en ons verstand. We hebben verstand gekregen, niet enkel om verstandig te handelen, maar ook om kennis op te doen — om ‘wetende’ mensen te worden die op hun beurt veel kunnen doorgeven, ook op het vlak van geloof.
      Maar er schuilt een gevaar in: dat we ons zó focussen op ons verstand, dat we de Geest vergeten. We mogen verstand en Geest niet tegenover elkaar plaatsen — ze behoren gewoon tot een andere orde. Verstand is door God gegeven om tot inzicht te komen en om kennis door te geven. De Geest is ons gegeven opdat we zouden kunnen verlangen naar God, naar Zijn liefde kunnen luisteren, en zouden kunnen handelen in Jezus’ naam.
      Dat kunnen we niet op eigen kracht; daarvoor hebben we de Geest nodig.
      Maar nee hoor, het verstand uitschakelen? Dat zou niet verstandig zijn ;-)
      Met een hartelijke groet.
      kris

      Verwijderen
  6. Dank Keis, maar het staat me wel dikwijls in de weg zucht...

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten