1e zondag in de veertigdagentijd C
WOESTIJN ... SPIEGEL ZONDER MASKERS
(Bij Lc 4, 1-13)
Bij onderstaande overweging heb ik me opnieuw laten inspireren door André Louf (1929-2010), trappistenmonnik en jarenlang abt van de Catsbergabdij, die zich in 1997 terugtrok als kluizenaar in Simiane-Collongue in Zuid-Frankrijk. Louf schreef vaak over het belang van het gebed en benadrukte hoe noodzakelijk het is om stilte – ook wanneer dat moeilijk is – te omarmen als bron van genade en groei.
Het evangelie van vandaag begint met: Vervuld van de heilige Geest trok Jezus weg van de Jordaan. Hij werd door de Geest naar de woestijn geleid, waar Hij veertig dagen bleef en door de duivel op de proef gesteld werd.
Zoals Jezus naar de woestijn trok, zo nodigt God ook ons uit om – in de Geest – onze eigen innerlijke woestijn binnen te gaan. Deze woestijn is niet zomaar leegte; ze is een plaats van ontmoeting. André Louf onderstreept hierbij het belang van stilte en hoe essentieel dit is: “Stilte confronteert ons aanvankelijk met een leegte, maar precies daar stuiten wij op het levende water van de Geest die in ons hart opwelt” (A. Louf, Heer, leer ons bidden, 1973).
In deze stilte, weg van alle afleiding, komen we - als vrucht van de Geest - onze eigen schaduwzijden tegen. Net als Jezus zullen we bekoring ervaren, strijd, en het scherp onderscheiden tussen goed en kwaad. Volgens Louf is dit een noodzakelijke confrontatie: “Wie geroepen is door te dringen tot de Geest in zijn hart, wordt onvermijdelijk geconfronteerd met het kwaad” (A. Louf, Mijn liefde is u genoeg, 1989).
Deze confrontatie mag geen reden tot ontmoediging zijn, integendeel. Ook al leidt zij tot een besef van gebrokenheid en zondigheid, ze is altijd gericht op groei en bekering. In het hart van de confrontatie zullen we een God ontmoeten die zich toont in liefde en barmhartigheid. Luisteren we opnieuw naar Louf: “God verlangt naar zondaars zoals een vader naar zijn verloren zoon verlangt. Hij wacht ons op met een overvloed aan barmhartigheid” (A. Louf, Mijn liefde is u genoeg, 1989).
André Louf wijst ons erop dat stilte een leerschool is. We moeten leren stil zijn. En dit vraag om bewust tijd te maken voor gebed. Juist om te leren van binnenuit te luisteren. We hebben immers vaak de neiging om zowel in onze gebeden als in onze gedachten zelf aan het woord te zijn. Stil worden betekent niet alleen uiterlijke rust creëren, maar ook innerlijk ruimte maken voor Gods stem. En dit vraagt dus oefening en volharding.
Het is ook niet evident om ons kopje op 'pauze' te zetten. Onze gedachten en emoties verstoren vaak de stilte. Louf moedigt aan: “Juist in deze onrust ligt een kans verborgen: we leren onszelf kennen, zoals we werkelijk zijn, met al onze beperkingen en angsten. In deze eerlijkheid kan Gods genade werkelijk binnenkomen” (A. Louf, De weg van de nederigheid, vert. 2007).
De weg naar stilte en ontmoeting is dus ook een weg van geduld. Geduld met onszelf. Maar ook geduld met God. Vaak verlangen we immers naar snelle resultaten in ons geestelijk leven. Louf benadrukt dat groei tijd vraagt en dat God zijn werk doorgaans rustig doet: “Gods aanwezigheid wordt langzaam duidelijk, zoals de dageraad die na een lange nacht aanbreekt. Het vraagt om geduldig wachten, vertrouwen en vooral om overgave aan Gods tempo” (A. Louf, Heer, leer ons bidden, 1973).
Overgave vraagt nederigheid. Louf benadrukt steeds weer hoe essentieel nederigheid is om tot een echte ontmoeting met God te komen. Het vraagt om een houding waarin we onze eigen trots en controle durven loslaten. Het is van je troon komen, om arm van geest Hem te kunnen ontvangen. Louf: “Nederigheid betekent niet jezelf klein maken, maar jezelf zien zoals God je ziet: geliefd en tegelijk volledig afhankelijk van zijn barmhartigheid” (A. Louf, De weg van de nederigheid, vert. 2007).
God wacht op het moment dat wij onze maskers afleggen en eerlijk worden. Juist op dat moment kan Hij ons hart raken. Weer speelt de Heilige Geest hierin een centrale rol: het is immers de Geest die ons van binnenuit aanspoort, en de genade verleent, om onze maskers af te leggen. Louf zegt hierover: “De Geest is als de zachte bries die Elia ervoer op de berg Horeb. Niet in het spectaculaire toont God zich, maar in de eenvoudige en stille aanraking van de Geest die ons hart zacht maakt” (vgl. 1 Kon 19,12). Het is belangrijk, aldus Louf, dat wij ons bewust aan de gloed van de Heilige Geest toevertrouwen. En dit vraagt - zoals gezegd - stil en volhardend gebed.
Lieven mensen, vandaag nodigt het evangelie ons uit om ons regelmatig terug te trekken in stilte, en ons hart te openen. Het evangelie spoort ons aan om innerlijke confrontatie niet uit de weg te gaan, maar haar juist te zien als een kans op groei en bekering. Durf je eigen woestijn binnen te gaan, vertrouwend dat God daar al op jou wacht, verlangend om je met zijn liefde aan te raken en te vernieuwen. Laat je hart een bedding zijn voor Gods omhelzing aan jou, opdat Hij - in Christus - al het gebrokene in jezelf kan ombuigen naar zijn licht.
Laten we bidden
God, maak door uw Heilige Geest
ons hart tot een bedding van stilte,
waar wij U ten diepste mogen ontmoeten.
Raak ons aan met uw barmhartigheid
en vernieuw ons met uw liefde.
Door Christus, onze Heer.
Amen.
Geliefde mensen, wees stil, daal af en ontvang. Pasen wacht op je.
Een genadevolle zondag!
kris
Om mee op weg te gaan
Laat ons deze veertigdagentijd aanwenden om met regelmaat de stilte in te gaan. Daal in nederigheid af in je diepste zijn en laat toe dat de Heilige Geest je van binnenuit opent om Christus te ontvangen die je wil aanraken met zijn genade van barmhartigheid. Laat toe dat Hij je omhelst in je diepste gebrokenheid. Moge het feest zijn in je ziel. Laat God God zijn.
Reacties
Een reactie posten