woensdag in week 4 door het jaar

OVER DE WONDERE VRUCHTEN VAN EEN OPRECHT GELOOF
(Bij Mc 6, 1-6)

Vandaag lezen we dat Jezus verbaasd stond over het ongeloof wat betreft z'n dorpsgenoten. En dat 'ongeloof' is nu juist de reden dat Hij daar geen wonderen kon verrichten. Laten we op dit laatste eens dieper op inzoomen.

De evangelies staan bol van wonderverhalen. Het zijn tekens die Jezus stelde om de redding die God door Hem heen aan de wereld aanbood zichtbaar gestalte te geven. Het gevaar bestond en bestaat erin dat mens zich focust op wat men ziet: de fysieke genezingen en andere wonderen (bv de broodvermenigvuldiging). Maar altijd verwijzen deze wonderen naar een veel dieper wonder: namelijk Gods bevrijding, of redding, van de mens.

De redding van de mens bestaat in zijn bekering, in het afstand nemen van de zonde, in het zich ten diepste toevertrouwen aan Gods werkzaamheid in zijn leven. Wie tot dit laatste wil komen zal inderdaad al wat dit in de weg staat moeten achterlaten. Anders gezegd: we zullen moeten ophouden 'hoogmoedig' te zijn. Want wat is hoogmoed anders dan te denken dat je heil louter van jezelf afhangt, of dat je meent dat de 'zonde' vrij spel mag hebben in je leven? In beide gevallen sluit je je af voor God en luister je enkel naar jezelf.

Geloof - daarentegen -  is van je troon komen en je geven aan de Heer. Het is afsterven (dit is een oud woord, maar héél raak) aan elke vorm van hoogmoed. Het is de bevrijding toelaten die God in jou wil bewerkstelligen. Het is het feest van Gods barmhartigheid welkom heten: Kerstmis, Goede Vrijdag én Pasen.

'Machtigen haalt Hij omlaag van hun troon, eenvoudigen brengt Hij tot aanzien', zingen we in het Magnificat. Daarover gaat het dus. Je van je troon laten stoten, om je in zuiver eenvoudig geloof toe te vertrouwen aan de Heer. Zodat Hij door jou heen kan leven en bidden en werken.

Jezus kon geen wonderen doen omdat het de mensen ontbrak aan geloof. Dat was toen zo, dat is nog zo. Gods Pasen aan ieder van ons zal maar kunnen gebeuren wanneer wij ons in geloof geven aan zijn bevrijdende en reddende aanwezigheid in ons.

Moge de heilige Geest de bezieler en spirit zijn van dit wonderlijk gebeuren.

Laten we bidden

Vader,
moge de heilige Geest
ons binnenvoeren
in dat wonderlijk gebeuren
van overgave aan de Heer.
Moge op deze wijze
Christus' Pasen ten diepste gebeuren
in ieder van ons.
In zijn naam.
Amen.

Een blijde woensdag !
kris
Amen.

Reacties

  1. Geloven is van je troon komen en je geven aan de Heer, zegt Kris. Nazareth kon dat niet, omdat het Jezus te goed kende. Hij was daar opgegroeid. Hij was voor hen te gewoon; in Hem konden ze God niet aan het werk zien. Misschien is Jezus ook voor vele mensen nu en hier bij ons ook te gewoon geworden. Zij - wij - kennen Hem en als we een stukje evangelie horen, dan denken wij al gauw: 'Oh ja, dat heb ik nog gehoord' ... en we laten Jezus door dat evangeliestukje niet meer spreken tot ons.
    David kwam ook niet van zijn troon. Hij gaf zich ook niet aan de Heer. Hij wilde weten hoe sterk hij was, hoeveel weerbare en strijdvaardige mannen hij had. Dat was hoogmoed. Hij kon nu rekenen op zoveel menselijke krachten. Daarom moest hij meemaken dat God deze strijdvaardige krachten decimeerde. David moest op God vertrouwen en niet op mensen. Weer een wijze Bijbelse les ook voor ieder van ons.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Als ik het woordje zonde goed begrijp wil dit zeggen het verliezen van je verbinding met God ( niet open staan voor- en naleven van wat Jezus ons onderwees. )Juist? En daarvoor stierf Hij aan het kruis, om de verbinding met God terug tot stand te brengen . Juist?

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Juist, Geerte. Zonde is leven zonde-r God en zonde-r de medemens. Het is leven zonder rekening met hen te houden. Jezus heeft de zonde weg willen doen uit het hart van de mensen. Jezus wilde de mensen terug brengen onder het Heer-zijn van God. Dat Heer-zijn van God is niets dan liefde. Als Jezus daar niet in lukt om de mensen weer in te zaaien in Gods heerschappij, dan zal Hij het zelf doen, plaatsvervangend, in ons aller plaats. Als Hij naar het kruis wordt verwezen, dan neemt Hij dat aan als een ultieme kans: Hij zal nu tot het bittere einde God de Heer laten zijn over Zijn leven. Maar omdat Hij onze menselijke natuur aan heeft genomen, d.w.z. ons allemaal met onze zonden en wonden, laat Hij door Zijn ultieme daad van gehoorzaamheid aan God, God ook weer de Heer zijn van alle mensen. Dat is wonderbaar. Onvoorstelbaar.

      Verwijderen
  3. Stel je voor: Jezus is nog niet gekomen, God is nog niet mens geworden. In je eigen buurt loopt iemand rond (kind van een ongehuwde moeder) die beweert de Messias te zijn. Laat ons eerlijk zijn, we zouden het er ook moeilijk mee hebben en eerder afwijzen dan aannemen.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Lijkt inderdaad moeilijk. Maar Jezus heeft nooit zomaar gezegd dat Hij de Messias was. Hij handelde als een gezondene van God, Hij had goddelijke aanspraken, die Hij ook bevestigde met wondere tekenen. Tegelijk was Hij zeer nederig. Hij wilde niet dat men Hem koning of Messias noemde. Hij trok zich telkens in de eenzaamheid terug. Maar Hij riep mensen om Hem te volgen. Hij had zo'n aantrekkingskracht dat ze het nog deden ook. Pas later, na Zijn sterven en verrijzen werd alles duidelijk. Voor de mensen toen was het inderdaad nog niet duidelijk. Maar het is een beetje zoals in een liefdesrelatie. Wanneer ben je zeker dat iemand je ware geliefde is? Dat ben je nooit zeker, je moet dat opmaken uit zijn of haar woorden en daden. En dan het wagen met hem of haar door het leven te gaan. Nazareth wilde dat niet, want Jezus' dorpsgenoten meenden dat ze Hem kenden. Hij was voor hen maar een timmerman, meer niet.

      Verwijderen

Een reactie posten