19e zondag door het jaar C
WEES NIET BANG, KLEINE KUDDE
In Rome kwamen vorige week meer dan een miljoen jongeren samen voor de Wereldjongerendagen. In Medjugorje verzamelden vele duizenden jonge mensen zich rond de parochiekerk tijdens het jaarlijks Jongerenfestival. In Lourdes bidden elke dag honderden gelovigen aan de grot van Maria. Op woensdagen spreekt de paus tot tienduizenden op het Sint-Pietersplein. In Mexico-Stad stromen de pelgrims onafgebroken naar het heiligdom van Onze-Lieve-Vrouw van Guadalupe. Op vele plaatsen in Afrika en Azië vullen kerken en kathedralen zich tot de laatste plaats.
Bij ons, hier in Vlaanderen en Nederland, zien we een heel ander beeld. Behalve bij enkele bedevaartplaatsen of op speciale gelegenheden zijn de kerken vaak slechts op de eerste rijen bezet. Er zijn trouwe gelovigen, maar de drommen mensen zoals in de voorbeelden hierboven zijn zeldzaam. Op straat wordt weinig over geloof gesproken. Kerk en christelijk leven krijgen zelden aandacht in de media, tenzij er iets schokkends te melden valt. Wie vandaag actief gelovig leeft in onze streken, behoort inderdaad tot een ‘kleine kudde’, zoals Jezus het vandaag in het evangelie zegt.
Maar juist in die realiteit klinken de woorden van Jezus als balsem: “Wees niet bang, kleine kudde, want jullie Vader heeft jullie in zijn goedheid het koninkrijk geschonken.” Het is geen woord van triomf of zelfgenoegzaamheid, maar van nabijheid en belofte. Jezus spreekt zijn kudde niet toe als een uitverkoren elite die zich moet afzonderen, maar als een gemeenschap die door Hem wordt meegenomen op weg, dwars door de tijden heen.
Zowel paus Franciscus als nu ook paus Leo hebben er ons al vaak aan herinnerd dat een christen nooit alleen op weg is. We maken deel uit van een wereldwijde pelgrimage, getekend - wat het jaarthema is van dit Jubeljaar - door hoop. Zoals we vandaag lezen in de brief aan de Hebreeën, ging “Abraham, toen hij geroepen werd, gehoorzaam op weg naar een plaats die hij als erfenis zou ontvangen, en hij ging op weg zonder te weten waarheen.” Zo zijn ook wij als Kerk onderweg naar Gods belofte, geleid door vertrouwen. Over de hele aarde dragen miljoenen christenen het geloof in hun hart. We delen in dezelfde roeping, ook al zijn de omstandigheden heel verschillend.
Hoop betekent dat we onze blik richten op Gods beloften, ook als de cijfers en statistieken anders spreken. Het is geen naïeve verwachting dat morgen alles ineens verandert, maar een vaste grond onder onze voeten, geworteld in Gods trouw. Hoop vraagt om inzet: een waakzame houding die zich vertaalt in daden. Het is kiezen om vandaag te leven vanuit het evangelie, het goede te doen waar we de kans krijgen, en trouw te blijven aan de opdracht die we ontvangen hebben. Hoop zegt: God is vandaag aanwezig, ook in een gemeenschap die klein is. In een eenvoudige eucharistieviering met weinig mensen gebeurt het wonder van zijn aanwezigheid evenzeer als in grote bijeenkomsten in Rome of Medjugorje.
Wees niet bang, kleine kudde. De grootte van de gemeenschap is niet de maatstaf van Gods trouw. Het gaat erom dat we wakend blijven, onze lampen brandend houden, elkaar steunen, het geloof doorgeven aan wie na ons komt en vandaag de armen nabij zijn. Zoals we in het evangelie lezen van deze zondag over “de knechten die hun heer opwachten, zodat ze direct voor hem opendoen wanneer hij aanklopt”, zo worden ook wij geroepen om op het moment zelf te handelen wanneer God zich aandient in de nood van de ander. Niet uitstellen tot later, maar vandaag, in ons eigen dorp, onze eigen stad, onze eigen regio.
De hoop van het Jubeljaar is dat we samen onderweg zijn naar een belofte die groter is dan wat wij nu kunnen overzien. Dat onderweg-zijn gebeurt in deze tijden, in het klein en het groot, in het zichtbare en het verborgene. In de zorg voor de ander, in het delen van geloof en brood, in het gebed dat ons opent voor God. Wie zo leeft, is deel van een gemeenschap die misschien klein oogt, maar die verbonden is met de Kerk van alle tijden en plaatsen, een kudde die geleid wordt door de Goede Herder zelf.
Laten we bidden
Goede Herder,
U kent ons bij naam en gaat ons voor,
ook wanneer wij slechts met weinigen zijn.
Schenk ons een hart dat luistert naar uw stem
en ogen die uw aanwezigheid herkennen
in de mensen die ons vandaag worden toevertrouwd.
Geef ons de moed om stap voor stap uw weg te gaan,
licht te brengen waar duisternis is
en hoop te zaaien waar wanhoop dreigt.
Laat ons één gemeenschap vormen,
verbonden met uw Kerk overal ter wereld.
In uw naam.
Amen.
Geliefde mensen, moge ons hart ontvankelijk zijn voor elk teken van goedheid dat God op onze weg plaatst.
Zegen over deze zondag.
kris
Om mee op weg te gaan
Voel jij je soms ook wat ontmoedigd omdat het christelijk geloof in onze streken weinig weerklank lijkt te vinden? Jezus kijkt niet eerst naar grote aantallen, maar naar harten die Hem toebehoren. Hij nodigt je uit trouw te blijven, verbonden met allen die hun weg in Hem gaan, dichtbij en ver weg. Zo word ook jij gedragen door dezelfde Herder, ook wanneer de kudde klein oogt.
Wat een wondermooie toelichting bij de lezingen krijgen wij vandaag! Zoveel hoop en verbondenheid spreken uit deze woorden. Het is bijzonder bemoedigend, want je kan er niet omheen, soms voel ik me ook alsof ik de enige ben die nog de Rozenkrans bid, de enige die de Heer centraal wil stellen in het leven. Waar het Heilig Hartbeeld een ereplaats krijgt in de woonkamer en het beeldje van Maria een kaarsje of een bloemetje ter versiering krijgt. Ook de leestip is een sterke uitnodiging om verbonden met mensen over de hele wereld samen te bidden en te vasten voor de vrede. Al doen we het schijnbaar op ons eentje, we maken deel uit van een groot netwerk. En dat stemt bijzonder hoopvol! Dankjewel, Kris en voor ieder die dit leest een mooie en zonnige zondag gewenst. Wivina
BeantwoordenVerwijderen