Posts

Posts uit 2021 tonen

1 jan - Maria, Moeder van God

Vandaag, op deze eerste dag van het jaar, nodigt de Kerk ons uit om naar Maria te kijken; naar haar én het Kind. De Kerk nodigt ons uit haar te vieren en te vereren als de Moeder van God, met haar kijkend naar het mysterie van de menswording. De Kerk zegt dat we zonder Maria dat mysterie maar moeilijk kunnen begrijpen, laat staan beleven. Als Moeder van God, maar ook als Moeder van ieder mensenkind, als Moeder dus van u en mij, geeft zij dagelijks Jezus aan de mensheid; de mensheid als gemeenschap, maar ook aan ieder persoonlijk. Of anders gezegd: als Moeder leidt zij elke mensenkind in Christus. Zij neemt ons bij de hand en brengt ons in de Heer; Hem barend in onszelf, ons leggend in haar Zoon. Als een goede Moeder brengt zij ons op deze wijze in het hart van ons bestaan, brengt zij ons tot de essentie van het leven. Aan ons ons aan haar toe te wijden, zodat ze kan doen wat ze zo graag wilt doen. Even naar het evangelie van vandaag. We horen dat Maria al wat ze hoorde, al nadenkend,

vrijdag in het kerstoctaaf

Het laatste uur is aangebroken... zo schrijft Johannes vandaag in de eerste lezing. Het laatste uur, dat we in zeker zin vandaag gaan beleven en straks dankbaar gaan uitwuiven, is het laatste uur van een jaar in een geschiedenis van een doorlopende tijd. Maar dit laatste uur is ook het eerste uur, en wel van een nieuwe geschiedenis, van een nieuwe tijd. In Christus is er geen vóór en na meer. In elk uur is de volheid der tijden aangebroken. Elk ogenblik is de volheid van de tijd, en wel in de zin van 'beslissend'. Het is geen voorbereidingstijd meer in de zin van voorbereiding op dat wat nog moet gebeuren. Nee, dat eigenlijke is al gebeurd. We kunnen nu al, op dit moment ' vrijmoedig naderen tot de troon van Gods genade' (Hebr 4,16) . Maar ook in deze nieuwe geschiedenis kun je inwendig, geestelijk, volgens je hart, nog behoren tot de oude geschiedenis, de geschiedenis van het vlees, van de zelfzucht, van de zonde. Je kunt leven in het nu, en toch in het oude. Daaro

donderdag in het kerstoctaaf

Vandaag hoorden we hoe Hanna dag en nacht in de tempel verbleef en daar al biddend en vastend God diende. Hanna doet ons denken aan de talloze monniken wereldwijd die, dag en nacht, biddend en vastend, God dienen. Deze mensen, die in de stilte van hun abdijen, verborgen achter kloostermuren, hun leven volledig toewijden aan God, zijn van kapitaal belang voor de Kerk en de mensheid in haar geheel. Zij houden in alle verborgenheid een vlam brandend die in de samenleving dikwijls tot een klein pitje is geworden. Niemand ziet hen bezig, weinigen kennen ze, maar door hun wijze van leven geven ze leven aan de Kerk. Doorheen gebed, vasten en offer schenken zij immers de gehele mensheid aan God als een gebed zonder ophouden. En ook al klinkt het dezer dagen misschien niet echt populair; gebed geeft leven, méér dan we vermoeden. En juist daarom zijn deze mensen van kapitaal belang. Maar dat geldt ook voor ieder die thuis in alle verborgenheid z'n dagelijks gebed verricht. Als wierook sti

woensdag in het kerstoctaaf

Simeon loofde God met de woorden: ‘Nu laat U, Heer, uw dienaar in vrede heengaan, zoals U hebt beloofd. Want met eigen ogen heb ik de redding gezien die U bewerkt hebt ten overstaan van alle volken: een licht dat geopenbaard wordt aan de heidenen en dat tot eer strekt van Israël, uw volk.’ Zij die vertrouwd zijn met het getijdengebed weten dat deze woorden van lof iedere avond worden gebeden – al dan niet zingend -  tijdens de completen. Wat mooi is. Want daarin wordt uitgedrukt dat het ‘mooiste’ en het ‘diepste’ wat een mens kan meemaken gebeurd is tijdens de dag: het aanschouwen van, het aangeraakt worden door, het in relatie treden met, de Heer. Niets is inderdaad mooier dan de Heer te ontmoeten doorheen de dag: tijdens je gebed, je omgang met anderen, in je daden van goedheid, in je verwondering om al wat schoon en edel is. Je ’s avonds bewust zijn van deze ‘omgang’ met de Heer stemt je inderdaad tot vrede. Zowel om het feit dat Hij naar je toekomt, alsook om het feit dat jij i

28 dec - Onschuldige Kinderen

De kerken van het oosten en het westen eren de heilige onschuldige kinderen, die werden gedood door Herodes, die Jezus uit de weg wilde ruimen. De angst van Herodes om zijn macht te verliezen, zelfs tegenover een kind, drijft hem tot ongekende wreedheid. Herodes wil tegen elke prijs zijn troon redden, ook als hij daardoor een ongekend en niet goed te praten bloedbad moet aanrichten. Maar Jozef dwarsboomt het wrede kwaad, hoewel hij helemaal geen macht heeft. Zijn enige kracht is zijn geloof. Jozef luistert naar de engel en doet wat die hem opdraagt: “Sta op, neem het kind en zijn moeder mee en vlucht naar Egypte”. Deze bladzijde van het evangelie is helaas niet enkel geschiedenis, maar ook brandend actueel. Ook vandaag nog vinden er massaslachtingen plaats. Denken we maar aan de vele migranten die omkomen bij het op de vlucht zijn voor oorlog en conflicten. Denken we aan die vele mensen die de dood vinden terwijl ze de woestijn of de zee oversteken. Of aan de miljoenen kinderen die

Johannes

De eerste lezing van vandaag - uit de eerste brief van Johannes - eindigt met: We schrijven u deze brief om onze vreugde volkomen te maken. Waarin bestond de vreugde waarover Johannes en de zijnen schrijft ? Ik vermoed dat het ging om het kennen van de Heer, zoals we in de zinnen daarvoor lezen. Hem kennen, Hem gezien en aangeraakt hebben, Hem ontmoet te hebben, gaf hen schijnbaar een onnoembare vreugde. En toch ontbrak er iets aan hun vreugde. Namelijk het meedelen van de Heer. Zij doen dat op die moment doorheen een brief, en dat maakt hun vreugde volkomen , zo schrijft hij. Lieve mensen, ik denk dat velen van ons vrede en vreugde ervaren in hun geloofsleven. Deze innerlijke vreugde kan zich manifesteren in momenten van gebed, tijdens een eucharistie, bij het lezen van de Schrift. Maar ook in handelingen als het schenken van vergeving, delen met wie minder heeft, gewoon daden (soms hele kleine) van liefde, kan ons hart veel vrede en vreugde schenken. Maar er is iets dat onze vreugd

H. Familie

Vandaag, op de eerste zondag na kerstmis, vieren we traditiegetrouw het gezin 'Jezus, Maria en Jozef', de 'heilige' familie, zoals men dat dan plechtig noemt. Wat dit gezin zo heilig maakt lezen we misschien wel bij Paulus vandaag, waar hij de gemeenschap van Kolosse oproept zich in de liefde te kleden. D at is de band die u tot een volmaakte eenheid maakt, zo schrijft hij. Dat kan zeker gezegd worden van Maria, Jozef en Jezus: zij hebben zich gekleed in Gods liefde, en dat maakte hen één; één in de liefde voor elkaar, vanuit de liefde van en voor God die zij in zich droegen. Dat maakte hen tot een hecht gezin; een familie die tot doel had te leven in Gods plan, daar alles voor te doen en te geven, tot hun eigen leven toe. Dat deed ieder op de plaats waar God hem of haar bracht. Jozef moest dit doen als Jozef, Maria als Maria, en Jezus als Jezus. Zij verlangden niet van elkaar te zijn zoals zijzelf waren. Nee, hun eenheid van liefde bestond erin elkaar zo nabij te zijn

25 dec - Kerstmis

De herders gingen terug, terwijl ze God loofden en prezen om alles wat ze gehoord en gezien hadden... Persoonlijk heb ik een boontje voor de herders in het kerstverhaal. Zij leefden in de realiteit van het gewone leven: het waren arbeidslui, leefden niet in paleizen, leefden met de seizoenen der natuur. Hun leven was ver van romantiek, dikwijls hard en ruw, zoals het leven voor velen van ons is. Het waren mensen met haken en ogen, levend op kromme lijnen; mensen zoals u en ik. Mooi toch hoe deze groep mensen de eer kreeg om als eersten, uiteraard na Maria en Jozef (en de dieren), het Kind te mogen zien, te mogen aanbidden. Geen keizers en koningen, geen vooraanstaande religieuze mensen, maar gewone eenvoudige lieden mochten als eersten het Kind bewonderen. Die nederigheid, die kleinheid, dat 'afdalen' hebben we nodig. Gods menswording past niet in een hart dat uit is op prestige en wereldse glitter. Paus Franciscus sprak het nog duidelijk uit in zijn kersttoespraak tot de Rom

vrijdag in week 4 advent

Vanwege de pandemie zal het vanavond nog steeds geen kerstnacht zijn zoals velen van ons dat gewend zijn: geen of beperkte dienst in de kerk, geen feesttafel met veel mensen, geen cadeautjes uitdelen zoals voorheen,… Voor heel wat mensen is dit niet fijn. We zijn nu eenmaal sociale wezens, en op religieuze feesten mag dat z’n uitdrukking kennen. Maar dit jaar zal dit dus weer in uiterste mineur zijn. En toch, lieve mensen, wil ik u voorstellen om je hoofd, en zeker niet je hart, daardoor te laten hangen. Integendeel. Ik zou zeggen: richt je op de woorden die we vandaag horen uitgesproken door Zacharias: 'Dankzij de liefdevolle barmhartigheid van onze God zal het stralende licht uit de hemel zich over ons ontfermen en schijnen over allen die in duisternis verkeren, in de schaduw van de dood, zodat we onze voeten kunnen zetten op de weg van de vrede.' Moge de kerststal, of beter gezegd de kleine Jezus, het centrum zijn van de komende nacht. Vanuit de kribbe zal Jezus vragen bij H

donderdag in week 4 advent

Vandaag horen we over de geboorte van Johannes de Doper, neef en voorloper van Jezus. Een wat merkwaardig figuur die meer thuishoort bij de strenge oordelende profeten dan bij de warme goddelijke barmhartigheid die Jezus kwam brengen. Maar in zijn zogenaamde hardheid was hij duidelijk en klaar: bereid de weg van de Heer (in jezelf), laat de zonde achter, laat je dopen als voorbereiding op de Komende. 'De machtige hand van de Heer beschermde hem' , zo lezen we vandaag in het evangelie. Johannes was een vreemd figuur, maar we moeten hem echt serieus nemen; zowel in persoon als in wat hij zei (en in zekere zin 'zegt'). Er is maar één manier om je op het komen van God in het Christuskind goed voor te bereiden, en dat is afstand nemen van je zonden, je nee-woorden, je slechte gewoonten, je laksheid, en zo meer. Het is met een proper hart en met de juiste intenties je openen voor Hem die je zal vullen met zichzelf, opdat Hij je leven kan worden ten bate van de mensheid. Li

woensdag in week 4 van de advent

Wie in ontmoeting leeft met God, draagt vreugde. Daarom geen uitbundige vreugde met veel toeters en bellen, maar een innerlijke vreugde die aan ons te ‘zien’ kan zijn, en die we ook mogen laten zien. Iets dergelijks lezen we vandaag in het evangelie in dat mooie lied dat we ‘het magnificat’ zijn gaan noemen. Maria prijst God omdat Hij omziet naar het kleine, omdat Hij het nederige uitkiest om gebaard te worden voor de mensheid. Maria weet zich aangeraakt door God en dat doet haar ziel in vreugde ontvlammen. Lieve mensen, we zijn Maria niet, en we zijn geen fysische dragers van de Heer, en we zullen Hem ook niet zichtbaar baren. Anderzijds zijn we wel geroepen Maria te zijn, dragers van de Heer, geroepen Hem te baren voor de mensheid. 'Leven in het licht van de Heer' is je gelovig bewust zijn dat God ook u heeft aangeraakt, en dat je geroepen bent te leven vanuit deze aanraking. Laten we ons daarbij spiegelen aan Maria. Ja, laat ons klein zijn en nederig, beschikbaar en die

dinsdag in week 4 van de advent

De verzen die we vandaag horen uit het boek Hooglied gaan over verliefdheid; over een wederzijdse verliefdheid; een verliefdheid in de diepe betekenis van het woord, ver voorbij romantiek en spontaan buikgevoel. Hier gaat het om een goddelijke verliefdheid; een verliefdheid die haar ontstaan en wortels heeft in God zelf. Het gaat over een verliefdheid die opwekt, die fris is, die zingt van vreugde. Het is verliefdheid langs beide kanten. En dat maakt de verliefdheid juist zo vol, zo levendig, zo vruchtbaar. Het wordt een samensmelten van twee geliefden. Mooi zijn de woorden die de schrijver heeft gekozen om de liefde van God te bezingen. Als een jong hert snelt Hij naar ons toe, springend over de bergen, dansend over de heuvels, kijkend door het venster of Hij ons ziet... Prachtig. Zo is God, oud misschien in jaren, maar zo jong en jeugdig in zijn liefde; fris, blij, enthousiast... tot over zijn goddelijke oren verliefd. Ja, zo kijkt God naar ons. Zo komt, wat zeg ik... zo ‘snelt’ Hij

maandag in week 4 advent

God bezocht Maria via zijn engel. Wat een gebeuren! En dan nog wel met de aankondiging dat zij de Zoon van de Allerhoogste zou dragen. Onvoorstelbaar, maar waar. Eerst was er schrik, huivering, vragen, maar uiteindelijk zei Maria wel ‘ja’ tot de engel, wat een heus scharnierpunt zal worden in de geschiedenis. Hoe komt het dat Maria ‘ja’ zei? Wel, we kunnen dan samenvatten in de woorden: ‘Als God er is voor mij, dan ben ik er voor Hem.’ Wederkerige liefde noemt men dat. Liefde roept op tot liefde. Liefde wekt liefde. Ook al zijn wij in onze persoon niet uitgekozen, zoals het bij Maria wel het geval was om Jezus te dragen en te baren, in wezen zijn we wel uitgenodigd tot hetzelfde ‘ja’. God komt niet anders tot ons dan Hij tot Maria is gekomen. In zekere zin vraagt God ook aan ons: ‘Ben je bereid de Heer te dragen, en te baren voor de mensheid?’ God kiest ieder van ons, Hij kiest u, Hij kiest mij, en spreekt ieder aan bij onze naam, heel persoonlijk, zeer gericht. Hij doet dat niet zo

zondag in week 4 advent - C

We luisteren naar een overweging van Vincenzo Paglia, voorzitter van de Pauselijke Academie voor het Leven, en tevens spiritueel raadgeven van de Gemeenschap Sant’Egidio. Ontleend aan ‘Het Woord van God elke dag’ – 2022  – Vincenzo Paglia, uitgegeven bij Halewijn. We zijn nog maar een paar dagen verwijderd van Kerstmis en de liturgie reikt ons het evangelie van Maria’s bezoek aan Elisabet aan, om ons aan te moedigen uit onszelf en uit onze geslotenheid te treden. Lucas schrijft dat Maria ‘in grote haast’ vertrok naar Judea om Elisabet te bezoeken; Elisabet die ook door God was bezocht. Elisabet bleef thuis, vijf maanden lang. Ze had een ontmoeting nodig om nog beter te begrijpen wat er met haar gebeurd was. En hier komt dan het bezoek van Maria, die in tegenstelling tot Elisabet, niet thuis blijft, maar vertrekt. De ‘aankondiging van de Heer’ mocht niet in de beslotenheid van haar kamer blijven. Het mocht geen geheim van haar hart blijven. Het woord, het woord waarmee God de wereld

zaterdag in week 3 advent

Jozef moet vanbinnen diep gekwetst geweest zijn; we mogen dat niet onderschatten. Zijn verloofde was immers zwanger geraakt ‘door een Ander’. Wat moet de man vanbinnen pijn hebben gehad, en een gevecht hebben geleverd. Jozef was een goed en rechtschapen man. Ondanks wat er gebeurd was, wilde hij Maria niet in diskrediet brengen, en koos ervoor om in stilte van haar te scheiden. Hij wilde het voor de buitenwereld zo schoon mogelijk afhandelen. Dat siert de goede man. Anderzijds leert dit evangelie ons dat wij niet geroepen zijn om enkel menselijk rechtschapen te leven. Het zou wel eens kunnen zijn dat we ons, in al onze goedheid, opsluiten binnen onze gewone menselijk plannen, onze persoonlijke reikwijdtes en horizon, zonder rekening te houden met de hemel, met wat God wil.  Er is meer in het leven dan puur menselijke goedheid. Zo ook bij Jozef. En God moest dus ingrijpen. In een droom liet Hij een engel verschijnen aan Jozef die hem gerust stelde door te zeggen hoe Gods vork in de ste

17 dec

God is mens geworden. Hij heeft een menselijke voorgeschiedenis, een geslachtslijst, voorouders, een grootvader, een grootmoeder, een vader, een moeder, al laat de schrijver van de geslachtslijst duidelijk uitkomen, dat die niet zijn echte vader en moeder waren, want Jezus wordt hier niet voorgesteld als het kind van vader Jozef, maar als het kind van Maria die Hem heeft voortgebracht, niet uit kracht van een man, maar uit kracht van de heilige Geest van God. Wat is Hij ons nabij gekomen! En wat een verschil met de andere goden! Israëls God is een god van mensen, de goden der volkeren zijn goden van plaatsen, van plaatselijke heiligdommen: Thebe, Delfi, Babel enzovoort. Jahwe was de God van een nomadenvolk, zonder vaste woonplaats, heen en weer trekkend tussen de vruchtbare beddingen van de Nijl in Egypte en de vruchtbare rivierbeddingen van Tigris en Eufraat in het Oosten. Die andere volkeren waren rijk, want ze hadden beslag kunnen leggen op de meest vruchtbare zones van dat gebied,

donderdag in week 3 advent

Al zouden de bergen wijken en de heuvels wankelen, mijn liefde zal nooit meer van jou wijken en mijn vredesverbond is onwankelbaar – zegt de Heer, die zich over je ontfermt. Zo lezen we vandaag bij Jesaja. Wat een goddelijke liefde straalt uit deze uitspraak van God voor ieder van ons. De mens moet zijn oogappel zijn, zijn troetelkind, zijn pupil, zijn lieveling. Niet 'zomaar de mens', maar heel concreet: wij allen, jij, ik, iedereen. Deze God, met deze liefde, is onder ons gekomen in het Kerstkind, in de figuur van Jezus. Over deze liefde heeft Jezus gesproken. Deze liefde heeft Jezus getoond. Jezus was zelf, als persoon, de belichaming van deze liefde. Hoe groots toch de menswording van God in Jezus. Wat een geschenk aan de mensheid! Als je de wereld van vandaag inkijkt, kun je op z'n minst zeggen dat de mens héél ondankbaar omgaat met het feit dat God z'n liefde geeft. Normaal zou je denken dat de mens als antwoord op Gods liefde zich zou engageren tot een wereld w

woensdag in week 3 advent

Jezus antwoordde: ‘Zeg tegen Johannes wat jullie gezien en gehoord hebben: blinden zien en verlamden lopen, mensen die onrein zijn door een huidziekte worden gereinigd en doven horen, doden worden opgewekt en aan armen wordt het goede nieuws bekendgemaakt. Gelukkig is degene die aan Mij geen aanstoot neemt.’ Wanneer mensen naar ons gestuurd zouden worden met de vraag: 'Zijn jullie die gemeenschap die men christenen noemt ?', dan zouden wij als antwoord moeten kunnen geven: ‘Ga terug en zeg wat jullie zien en horen: mensen die verlamd zijn geraakt door oordeel ervaren weer dat zij bemind worden, mensen die gezondigd hebben groeien op hun weg naar bekering door eerlijk berouw en het krijgen van vergeving, mensen met depressies komen weer langzaam maar zeker tot leven, armen worden in de kring van de gemeenschap geplaatst en weten zich erbij, mensen die ziek waren door verwerping ervaren weer genezing door liefde die hen aangeboden wordt, eenzamen worden opgezocht, bejaarden word

dinsdag in week 3 advent

Vandaag horen we Gods Woord doorheen de profeet Sefanja: Ik zal een arm en zwak volk binnen je muren achterlaten dat in de naam van de Heer een toevlucht vindt. Het gaat hier over de 'rest van Israël', de zogenaamde Anawim, de armen van Jahwe. Letterlijk betekent 'anawim': de gebogene, in de zin van gebukt moeten gaan onder de last van het regime, opgelegde wetten, enz... In religieuze context betekent 'anawim' ook: 'het op God gerichte hart', de 'arme van geest', de ootmoedige, de nederige. Deze 'armen van geest', waar Jezus in de bergrede acht zaligheden aan zal wijden, zijn God zéér lief. En dit om de eenvoudige reden dat deze mensen stil weten en diep aanvoelen waarover het gaat. En dit niet alleen weten en aanvoelen, maar het ook leven. Niet vanuit een 'Kijk naar ons, want wij weten het' , maar vanuit een stille nederige overgave aan God en wat komen gaat. Het zijn mensen die leven in de tegenwoordigheid van God, in 'he

maandag in week 3 advent

De hogepriesters en de oudsten waren bekommerd om zichzelf, hun denken, hun veiligheid, en niet om de waarheid. Dat maakte hen niet enkel blind, maar ook ontoegankelijk. Hun hart bleef gesloten. Laten we niet te snel denken dat we niet zijn zoals de oudsten en de hogepriesters uit het evangelie van vandaag. De meesten van ons besteden heel wat energie in het omhelzen wat zij zien als hun waarheid. Wat ik denk, wat ik zeg, hoe ik het zie… ja, dat vind ik toch wel belangrijk. En een ander moet dat maar respecteren. Ieder z’n waarheid… weet je wel? Als we allemaal zo moesten praten en leven… er zou nog weinig plaats zijn voor ‘dé waarheid’. Gods waarheid is een waarheid die we niet kunnen maken, we kunnen haar enkel ontvangen. De Geest zal ze ons openbaren. Dit vraagt openheid, leegte, innerlijke armoede. Het vraagt geloof, in de zin van je toevertrouwen aan het waaien van de Geest. Sneller en makkelijker gezegd dan gedaan. In deze is het belangrijk bereid te zijn je altijd opnieuw kritis

zondag 3 advent - C

Vandaag geef ik graag het woord aan aartsbisschop Vincenzo Paglia, voorzitter van de Pauselijke Academie voor het Leven, en tevens spiritueel raadgeven van de Gemeenschap Sant’Egidio. Onderstaande overweging is ontleend aan ‘Het Woord van God elke dag' - 2022 - Vincenzo Paglia, uitgegeven bij Halewijn. De derde zondag van de advent brengt ons bij de oevers van de Jordaan aan de zijde van Johannes de Doper, die het ‘goede nieuws’ verkondigt. En samen met de menigte die naar de profeet toestroomt, vragen wij ook aan de Doper “Wat moeten we doen?” Het is dezelfde vraag die de menigte op de dag van Pinsteren stelt nadat ze Petrus hebben horen preken. Ja, wij moeten ons hart laten raken door de prediking van Gods woord, zodat wij kunnen vragen welke voor ons de weg van de verandering is: “Wat moeten we doen?” Dat is de vraag van deze advent. Vaak zijn we vol van onszelf, van onze gewoonten, zwellen we van trots en denken we dat we alles gedaan hebben wat we konden doen. En daardoor g

zaterdag in week 2 advent

Elia was een typisch profeet zoals wij ze dikwijls voorstellen, en kennen uit het Oude Testament. Vurig, en radicaal. Ze voelden zich verantwoordelijk om in een onheilige wereld het heilige aanwezig te stellen. Ze spraken, of riepen, met een vurige begeestering, oordelend en oproepend. Ze wilden het volk op deze wijze tot luisteren dwingen, omwille van God die in het dagelijks leven zo dikwijls verloochend werd. Zo was Elia, en met hem vele profeten. Ook Johannes de Doper was niet anders. Hoewel deze laatste ook nog een specifiek zending vervulde, namelijk voorloper te zijn van de Komende. Die Komende, Jezus, ja, die kwam ook met vuur, maar – zo mogen we zeggen – Hij kwam met een geheel nieuw vuur. Geen vernietigend vuur, geen oordelend vuur, maar een innerlijk vuur, een mild vuur, een zacht vuur. Jezus kwam met het vuur van de heilige Geest; een vuur dat de mens tot gebed zal aanzetten, een vuur dat de mens in ware Godsontmoeting zal brengen, een zachte gloed dat de hele mens van bin

vrijdag in week 2 advent

‘Ik geef jullie onderricht in je eigen belang...’ , zo lezen we vandaag bij de profeet Jesaja. Gods onderricht gaat veel dieper dan een gericht zijn op een 'weten hoe het moet'. Want, wat dit laatste betreft: in ons hoofdje weten we doorgaans maar al te goed hoe het moet. En toch spelen we het maar met mate klaar te doen wat God vraagt. De reden zit 'm doorgaans in het feit dat we ons moeilijk kunnen toevertrouwen aan het werkelijke onderricht dat God ons bieden wil: het onderricht van het hart. Immers, het onderricht dat God biedt is niet zozeer gericht op een verstandelijk kennen of weten. Wat Hij wilt is ons in ontmoeting brengen met Zichzelf, dat veel dieper reikt dan onderricht geven puur op vlak van verstandelijk kennen of weten. Het gaat om eenwording, vereniging, intimiteit tussen God (in Christus) en wij. Dit 'gaan met de Heer', deze verkering tussen Hem en ons, gaat zoveel dieper dan een verstandelijk weten. Het gaat veeleer om een ervaring van samensme

donderdag in week 2 advent

Ik ben de Heer, je God, Ik neem je bij je rechterhand en zeg je: Wees niet bang, Ik zal je helpen. Wees niet bang, kleine Jakob, arm volk van Israël, Ik zal je helpen – spreekt de Heer –, de Heilige van Israël is je bevrijder. Zo lezen we vandaag bij Jesaja. Het mag duidelijk dat Jesaja hier profeteert over de komst van Christus, Jezus, de 'Heilige van Israël'. 'Wees niet bang' om zijn komst, schrijft hij. Woorden van lang geleden, maar in wezen nog even actueel; woorden voor ieder van ons. Want laat ons eerlijk zijn: diep vanbinnen zijn we soms bang van de Heer. We houden van Jezus, we zijn blij dat Hij bij ons is, we zijn dankbaar om zijn liefde voor ieder van ons, maar anderzijds... diep vanbinnen zijn we soms angstig. We zijn angstig onszelf te verliezen, ons helemaal te moeten prijsgeven aan de liefde. We zijn bang onze comfortzone te moeten verlaten omwille van het evangelie. We zijn angstig te moeten veranderen, en altijd en ten volle te moeten gaan liefhebben

8 dec - Onbevlekte Ontvangenis

In het evangelie van vandaag hebben we gehoord hoe er een ontmoeting plaatsvindt tussen hemel en aarde, tussen God en mens. Een ontmoeting tussen een vertegenwoordiger van God: de engel Gabriël, van Godswege gezonden en een vertegenwoordiger van de aarde: Maria. Maar wat gebeurt er nu in zo'n ontmoeting? Wat wordt er gezegd, en wat wordt er niet gezegd? Wat gebeurt er wanneer wij in gebed zijn, in een inwendig, persoonlijk gebed? Want wat ons hier in het evangelie wordt voorgehouden, is eigenlijk zoveel als een gebedservaring, een Godservaring, een Godsontmoeting. In dit gebeuren van de Blijde Boodschap van de engel aan Maria is de engel aan het woord, hij spreekt en Maria zwijgt, of beter gezegd: Maria luistert. Eén keer, aan het begin, vertoont ze iets van een reactie, maar niet door iets te zeggen. Die reactie was op het woord van de engel: "Gegroet Maria, je bent begenadigd, de Heer is met je." Dat roept niet een zekere ongerustheid, maar een zekere verbazing, verwo

dinsdag in week 2 advent

Als iemand honderd schapen bezit en een daarvan dwaalt af, zal hij er dan niet negenennegentig in de bergen achterlaten en op weg gaan om het afgedwaalde dier te zoeken? Woorden van Jezus vandaag. God vinden is iets groots in een mensenleven. Het geeft immers een hele nieuwe wending aan je leven. Zo krijgen liefdesdaden een eeuwigheidswaarde, je zult je geroepen of gezonden weten, je weet je ten diepste verlost, vergeving krijgen van ‘hierboven’ zul je naar ziel en lijf ervaren, je beleeft je geloof als gemeenchapscheppend, je zult bij momenten diep in jezelf vrede en vreugde ervaren bij het leven in Gods aanwezigheid, je zult leren dorheden te dragen en daar zin aan te geven, je gaat het kruis zien als een weg van diepe genade,… Je zult een vervulling en een vrede ervaren die je eigenlijk iedereen wilt gunnen. Om de eenvoudige reden dat je aanvoelt en weet: dàt is de weg die we te gaan hebben, dàt is de weg waartoe God roept, dàt is de weg die Hij aanbiedt in zijn zoon Jezus Christu

maandag in week 2 van de advent

Er kwamen een paar mannen met een verlamde op een draagbed, die ze naar binnen wilden brengen om hem voor Jezus neer te leggen. Maar ze zagen geen kans om door de mensenmassa heen te komen, en dus gingen ze het dak op en lieten hem op het bed door een opening in het tegeldak naar beneden zakken tot vlak voor Jezus.  Zo lezen we vandaag in het evangelie. Mooi toch hoe die enkele mannen hun vriend tot bij Jezus brachten door het dak op te klimmen om hem vervolgens te laten zakken tot net voor de Heer. Het is een heel praktisch voorbeeld van wat het betekent ‘Leven in het licht van de Heer’ . Het is pure liefde. Liefde gaat mee op weg. Liefde engageert zich. Liefde neemt zijn verantwoordelijkheid. Liefde zet aan tot elkaar dragen. Liefde schept gemeenschap. Liefde brengt elkaar en onze naasten bij en in het hart van het bestaan. En dat hart is voor ons christenen Christus; de Heer die, zo leert het evangelie vandaag, volop leven geeft. Velen in deze wereld leven de dag van vandaag als v

zondag 2 advent - B

Johannes ging in de omgeving van de Jordaan verkondigen dat de mensen zich moesten laten dopen en tot inkeer moesten komen, om vergeving van zonden te krijgen. De oproep van Johannes de Doper is niet enkel een feitje uit de geschiedenis, eertijds aan de oever van de Jordaan. Het ‘Bekeer u !’ weergalmt dagelijks over onze wereld, onze dorpen en steden, onze straten en huizen waar we wonen, een oproep aan ieder van ons persoonlijk diep in ons hart gelegd. Streng en zacht tegelijk. Streng omdat we het anders misschien niet horen, maar tevens zacht omdat uitnodiging tot bekering altijd te maken heeft met innige en hartelijke godsontmoeting. Het klinkt cliché, maar die bekering, die ommekeer, hebben we allemaal nodig. Hij die zegt het niet meer nodig te hebben heeft het meer dan ooit nodig, als was het maar door het feit dat hij zegt geen bekering nodig te hebben. Nee, allen hebben we nood aan die diepe kering naar God, het zich volledig richten naar de Allerhoogste. Als christen dragen w

zaterdag in week 1 advent

Vandaag lezen we in het evangelie: Toen Jezus de mensenmenigte zag, voelde Hij medelijden met hen, omdat ze uitgeput en hulpeloos waren, als schapen zonder herder.  Laten we eens kijken naar de mensenmenigte van vandaag; wereldwijd, maar ook in onze straat, en misschien wel in eigen huis. Vandaag lijden onder de coronamaatregelen, die weer eens verstrengd worden. Velen, zeer velen, zijn het meer dan moe, en dreigen te verdorren. Lastige tijden he. Maar ook los van het coronaverhaal zijn er veel mensen die vandaag de dag levensmoe zijn, mensen die dagelijks vechten tegen depressie. Sommigen verlangen liever dood te zijn dan morgen weer de dag te moeten aangaan,… Zonder een onheilsprofeet te willen zijn, is het gewoon een feit dat vele mensen vandaag de dag ‘moe’ zijn, om welke reden ook. Men mist houvast in het leven , men mist bestaans-zin, een doel om voor te leven. In deze dagen komt de kerstversiering weer boven. We zien het langs vensters en in voortuinen. Mooi, en ook zinvol, in

vrijdag in week 1 advent

Nadat Hij een huis was binnengegaan, kwamen de blinden naar Hem toe. Zo lezen we vandaag in het evangelie. Verder lezen we dat, door hun sterk geloof, de blinden hun ogen open gingen. Maar, en daar wou ik even met u over nadenken, het gebeurde in dat ene huis. Een aanraking van de Heer gebeurt doorgaans niet op straat, niet in het rumoer van de wereld. Nee, in ‘afzondering’. Het is zo’n beetje hetzelfde waar Jezus zegt: ‘Als jullie bidden, trek je dan terug in je huis, sluit de deur en bid tot je Vader die in het verborgene is.’ (Mt.6,6). We hebben die afzondering, die stilte, nodig om de Heer te kunnen ontmoeten, om Hem te kunnen welkom heten. Ook al zijn we geroepen ons te engageren in de wereld, soms is het goed, en nodig, momenten vrij te maken waar je even niet – bij wijze van spreken – in de wereld bent. Het zijn momenten tussen de Heer en jij, momenten van afzondering. Als een jong koppel verliefd is doen ze niet liever dan af en toe geheel alleen zijn met elkaar, om puur on

donderdag in week 1 advent

De rots waarover het evangelie spreekt, is Christus zelf. Bedoeling en roeping is ons ‘huis’ te bouwen op Hem. Dit ‘huis’ zal niet instorten, opdat Christus het fundament zal zijn van ons bestaan. Wat niet wil zeggen dat er tegen het huis niet gebeukt zal worden. Dat zal het zeer zeker wel. Maar het huis, de bewoners, zullen steeds de ondergrond, de rots, Christus, in her-innering houden, in de zin dat ze zich in Hem verankerd hebben, innig met Hem verbonden. Men draagt de Heer als een  innerlijk fundament waarop ze in vertrouwen bouwen. Op Christus mogen ze vertrouwen dat datgene wat tracht in te beuken niet de macht heeft de ziel te schaden. Oh ja, misschien wel het lichaam, en vele andere dingen. Maar niet de ziel. Want die is vervuld met de Heer, die ziel is bewoond, en wie zich toevertrouwt aan deze Bewoner – Christus -  mag zich veilig weten. Veilig… niet door zich te verbergen voor de wereld, met religieuze sfeertjes ergens in een hoekje; een soort cocooning, alleen of met gel

woensdag in week 1 advent

Vandaag horen we de gebeurtenis van de broodvermenigvuldiging. Met zeven broden en enkele visjes gaf Jezus de hele mensenmassa te eten tot ze verzadigd waren. En er was zelfs nog over. Zeven broden en enkele visjes… Dat is niet veel. En toch kon Jezus er een waar wonder mee verrichten. Is het in ons dagelijks leven ook niet zo? Laat ons eerlijk zijn: wat hebben we de Heer te bieden? In vergelijking met de liefde die wij van Hem mogen ontvangen is het gewoonlijk niet al te veel. En toch kan Jezus wonderen verrichten wanneer wij dat beetje in onszelf aan Hem schenken. Maar we moeten het ‘willen’ schenken. Niet denken van: ‘Jezus kan met mij weinig doen’. Of: ‘Ik ben het niet waardig’. Das flauwe kul. Jezus wacht op ons. Hij wacht tot we onszelf geven aan Hem, ook al is dat in onze ogen niet veel. Het mooie is dat Jezus met dat heel klein beetje van onzentwege wonderen kan verrichten; wonderen van liefde. We moeten het Hem alleen ‘willen’ schenken. Dat vraagt moed, nederigheid en keuze.

30 nov - Andreas

Vandaag feest. Elke apostel heeft z’n feestdag, dus ook Andreas. Andreas was een enthousiast volgeling van de Heer die, zo lezen we in het evangelie van vandaag, bereid was haven en goed achter te laten om de Heer te volgen nadat Hij hem riep. En eigenlijk is het mooi, om bij het begin van de advent, na te denken over onze eigen roeping, hoe we deze ontvangen en dragen, om vervolgens te baren doorheen ons ja-woord. Andreas kon maar ‘ja’ zeggen omdat de Heer naar hem toekwam, maar ook omdat hij zelf vertoefde in de aanwezigheid van de Heer. ‘Leven in het licht van de Heer’ (ons adventsthema voor dit jaar) vraagt een engagement van de Heer, én van ons. Dat de Heer zich engageert… daaraan moeten we niet twijfelen. Maar ook wij moeten ons engageren wat betreft aanwezig zijn in zijn aanwezigheid. ‘Aanwezig’… in dit woord horen we ‘aan’ en ‘wezig’. Je zou kunnen zeggen: het is aan het wezenlijke komen, je laten raken door het wezenlijke, intreden in het wezenlijke.  ‘Leven in het licht va

maandag in week 1 advent

'Kom mee, laten wij leven in het licht van de Heer' , zo lezen we vandaag bij de profeet Jesaja, tevens ons adventsthema voor dit jaar. Gisteren, zondag, hadden we het over waakzaamheid; waakzaam zijn voor Gods aanwezigheid, alert zijn voor zijn liefde, oog hebben voor zijn komen. Waar komt Hij naar me toe... Waar spreekt Hij me aan... Hoe spreekt Hij me aan... Door wie of wat spreekt Hij me aan... Ben ik bereid in te gaan op zijn uitnodiging... Kies ik werkelijk voor Hem... Ben ik beschikbaar voor Hem...? We zouden dit kunnen doen bij wijze van sprekend 'al stilstaand', of vanuit 'onze zetel', met een vroom boekje op onze schoot. Weinig moeite doen, eerder afwachtend en passief. Dat is natuurlijk niet de bedoeling. Ook al komt alle heil van God, een christen moet ook een stap zetten, hij moet in beweging komen, moeite doen, zich engageren. Vanuit het gebed in beweging komen... Dat is de roeping van de christen. Vanuit je godsontmoeting stappen zetten. Ervoor ga