Posts

Posts uit oktober, 2022 tonen

maandag in week 31 door het jaar

Acht in alle nederigheid de ander belangrijker dan uzelf.  Wat een prachtige levensregel houdt Paulus hier voor. Een gouden levensregel! Moest de mensheid zo met elkaar omgaan... wat zou de wereld dienend naar elkaar toe leven. Mensen zouden elkaar eren door inderdaad de ander hoger te achten dan henzelf. De liefde zou daardoor bezongen worden; de liefde voor elkaar, de liefde tot God. Zo dikwijls willen we heersen over de ander, hoger staan, bepalen hoe hij of zij moet zijn. Het is iets van alle tijden, we zien het in alle lagen van de bevolking, in alle beroepsgroepen, overal waar mensen samen komen, samen leven, samen werken. Hoe komt dat toch? Wat beweegt een mens om zo te doen? Het is voer voor psychologen. Misschien is het eigen aan het wezen mens. Wat zeker is dat Jezus deze houding is komen doorbreken. Hij heeft het voorgeleefd, het is zijn boodschap. Voor ons christenen die deze weg willen gaan is Hij er de genade van. Laten we ons geven aan zijn aanwezigheid in en onder on

zondag 31 door het jaar - C

Zacheüs leek geslaagd in het leven. Hij had een belangrijke functie en hij was rijk. Maar hij was 'klein van stuk' . Dikwijls vermeldt het evangelie iets over de buitenkant om in feite iets te zeggen over de binnenkant van de mens. 'Klein van stuk' betekent hier vooral: klein van gehalte, klein van mentaliteit, klein van binnen". Inderdaad, Zacheüs, hoofdontvanger van de belastingen, in dienst van de Romeinse bezetter - collaborateur dus - was hebzuchtig en stak blijkbaar geld in eigen zakken. Vooral innerlijk was Zacheüs een petieterig, egoïstisch, geborneerd manneke. Natuurlijk werd hij niet graag gezien en uitgestoten. Hij was rijk, maar kleinzielig en had geen vrienden. Eigenlijk was Zacheüs dus niet echt gelukkig. Onder de uiterlijke status en de rijkdom, leefde diep in zijn hart blijkbaar toch nog een groot verlangen naar iets anders, naar iets meer. 'Zacheüs wilde Jezus zien, om te weten te komen wat voor iemand het was'. Wij herkennen wel iets v

zaterdag in week 30 door het jaar

'Wie zichzelf verhoogt zal worden vernederd, en wie zichzelf vernedert zal worden verhoogd.' Zo zegt Jezus ons vandaag. Volgelingen van Franciscus van Assisi noemt men wel eens franciscanen, verwijzend naar hun stichter. Maar eigenlijk is dat niet wat Franciscus wou. Hij wou namelijk dat zijn broeders zich minderbroeders zouden noemen; mindere broeders. Het hoort ook perfect thuis in de spiritualiteit die uitgaat van Franciscus, namelijk leven als minderen van allen en alles, bereid zijn steeds de minste te zijn. Dit mindere-zijn heeft in wezen te maken met nederigheid; nederigheid tegenover je Schepper, tegenover jezelf, tegenover je naaste, tegenover elk schepsel. Het is jezelf niet zien als een meerdere die het voor het zeggen heeft, maar als een mindere die enkel uit is op de ander eren en hem ten dienste zijn. Dit heeft niets te maken met een soort psychologische zelfvernedering waar je op termijn aan ten onder gaat. Het gaat om liefdevol door het leven gaan in de meest

28 okt - Simon & Judas

Alvorens Jezus zijn apostelen koos trok Hij zich terug om te bidden. Geen vijf minuten, maar een hele nacht lang, zo lezen we. Wat Jezus ons hier toont is het belang van het ‘kiezen in Gods licht’. Een mens kan keuzes maken: ofwel vanuit God ofwel vanuit zijn allerindividueelste ikje los van God. De verleiding om te kiezen vanuit ons ikje los van God is dikwijls groot omdat dat op het eerste zicht doorgaans de meest aangename keuze is. Het is een keuze die gewoonlijk geen al te grote offers vraagt, en dikwijls streelt het ons ego wat - oppervlakkig gezien - een goed gevoel geeft. Zo leven, zo keuzes maken, is mager. Voor een christen mag het iets meer zijn. Wilt dat nu zeggen dat we ons ‘ik’ volledig buiten spel moeten zetten? Nee, tuurlijk niet. Maar een christen is wel geroepen zijn ‘ik’ af te stemmen op God, zodat hij keuzes maakt vanuit Gods inwoning, vanuit een diepe overgave aan Christus in hem. De Heer wil immers door ons heen leven, spreken, aanraken, zingen,… We kunnen Hem,

donderdag in week 30 door het jaar

Vandaag horen we Jezus zeggen: 'Hoe vaak heb Ik je kinderen niet bijeen willen brengen zoals een hen haar kuikens onder haar vleugels hoedt, maar jullie hebben het niet gewild. Jullie tempel wordt aan zijn lot overgelaten. Ik verzeker jullie: jullie zullen Mij niet meer zien, totdat je zult zeggen: “Gezegend Hij die komt in de naam van de Heer!”’ Ja, gezegend die komt in de naam van de Heer... Verlangen wij niet allemaal naar zulke mensen? Mensen die komen in naam van God, mensen die ons komen vertellen en voorleven wat het betekent in Gods liefde te leven? Mensen die verwijzen naar de bron van ons bestaan, het einddoel van ons leven, het middel om lief te hebben... Mensen die vredebrengers zijn, verzoening tot stand brengen... Mensen die aanzetten tot het schenken van vergeving, die gekwetste relaties weer tot heling brengen... Mensen die eenvoudig en echt spreken over Gods aanwezigheid, over God die genade, kracht en moed geeft aan hen die zich aan Hem schenken... Mensen die een

woensdag in week 30 door het jaar

‘Heer, zijn er maar weinigen die worden gered?’ Al bekennen we het zelf niet vlug, toch zijn we af en toe ook bezig met deze vraag. We zouden graag willen weten of we op de wachtlijst naar de hemel staan. Jezus ziet deze vraag een beetje als een kinderlijke vraag, naïef en niet zo verstandig. Want Hij antwoordt erop als een vader tot zijn kind, geduldig maar toch vermanend: 'Begin alvast maar je best te doen en dan zullen we verder wel zien'. 'Doe alle moeite... ' Jezus antwoordt naar de maat van onze vraag. God is een verstandige Vader. Hij kent zijn kinderen. Hij weet, dat wij, als gelovigen, vaak te laat komen, als de deur gesloten is . Toch heeft Hij het ons anders geleerd. We zouden er als eersten bij moeten zijn om de wil te doen van de en om de nood te lenigen van de mensen op aarde. Vaak zijn we echter de eersten om onze eigen wil en zin door te drijven, en de laatste om zijn wil te laten geschieden. Zo uitgebreid zijn we dikwijls met onszelf bezig dat de na

dinsdag in week 30 door het jaar

Vandaag een dubbel 'Van Woord van leven'. Aanleiding is de eerste lezing van vandaag die voor heel wat mensen 'schurend' overkomt. Graag laat ik, wat de eerste lezing betreft, het woord aan Vincenzo Paglia, die wijs licht laat schijnen over het thema dat Paulus hier aanhaalt. Voor het evangelie schreef ik zelf wat neer.  Eerste lezing Paulus interpreteert de relaties binnen het gezin volgens de logica van het evangelie. Hij is er zich terdege van bewust dat de leden van een christelijk gezin zich onderling op een nieuwe manier moeten gedragen, dat wil zeggen als personen die in de eerste plaats Christus toebehoren. Vanuit hun geestelijke gerichtheid op Jezus ontstaan namelijk nieuwe relaties binnen het huwelijk en het gezin. Allen zijn geroepen om zich naar elkaar te schikken in het licht van Christus. Eerder dan elkaar behoren man en vrouw beiden Christus toe. Als man en vrouw zo naar elkaar kijken, valt elke verleiding weg om autoritair te zijn, of narcistisch, of o

maandag in week 30 door het jaar

Een vrouw komt bij Jezus. Ze is bezeten door een boze geest, achttien jaar lang is zij al ziek en krom gebogen. Er zijn met deze vrouw twee dingen aan de hand: ze is geboeid, onvrij, zichzelf niet meester, én ze is krom, naar de aarde gebogen. Dat is nu precies wat de boze geest met ons allemaal doet: iemand onvrij maken, in de greep van zijn gevoelens houden, van zijn hartstochten, van zijn neigingen, van zijn iets niet kunnen, of van zijn iets per se moeten, én hij houdt iemands blik op de aarde gericht: neergebogen, depressief, moedeloos; dé zielsziekte van deze tijd. Dat heet troosteloosheid. Deze vrouw in het evangelie is als het ware een verpersoonlijking van die troosteloosheid; een lichaam geworden troosteloosheid. De mens is namelijk geschapen en bestemd om opgericht te zijn, alleen al zijn lichaamshouding wijst daarop. Hij is het enige viervoetige wezen dat op twee benen loopt, het hoofd omhoog, opgericht naar de hemel. Hoe lopen wij erbij? Hoe is het met onze ziel gesteld

zondag 30 door het jaar - C

Zoals zo dikwijls vertelt Jezus een parabel waarbij we ons de vraag moeten stellen in welke persoon wij onszelf herkennen. Vandaag moeten we ons dus afvragen of een we farizeeër of een tollenaar zijn. Farizeeërs waren diepgelovige mensen die heel strikt volgens de wet van Mozes leefden, en daarom voelden ze zich vaak beter dan de anderen. Dat is bijzonder goed te zien in de farizeeër die vandaag de hoofdrol speelt. Hij vindt zichzelf ongelofelijk goed, zelfs volmaakt. Zo volmaakt dat hij eigenlijk zichzelf aanbidt, en dat hij God op zijn minst oproept om voor hem te applaudisseren. Zijn zelfverheerlijking klinkt zelfs zo grotesk dat hij eigenlijk een zielenpoot is met wie we medelijden moeten hebben. De tollenaar is helemaal anders. Verwonderlijk is dat niet, want hij kan niet veel opsommen waarop hij fier mag zijn. Hij is immers een collaborateur van de Romeinse bezetter. Zijn taak is belastingen innen. Hij mag daarbij innen zoveel hij wil, en zichzelf uitbetalen met het teveel dat

zaterdag in week 29 door het jaar

Hij die is afgedaald is dezelfde als Hij die opsteeg, tot boven de hemelsferen, om alles met zijn aanwezigheid te vullen. Degene die opsteeg is dezelfde als Hij die is afgedaald. Opgestegen, of opgevaren, is Christus, nu zittende aan de rechterhand van de Vader. Maar tegelijkertijd is Hij afgedaald, Mens geworden, de liefde van God belichamend onder ons, mensen. Toen in fysieke gestalte, vandaag door zijn aanwezigheid , om 'alles te vullen' met zichzelf, het volle leven gevend. Dat 'afdalen' van Christus heeft voor zij die anderen ten dienste staan een nog andere betekenis. Wij kunnen namelijk maar de ander hoog achten wanneer we bereid zijn 'af te dalen'. We kunnen maar écht luisterend en ontvangend aanwezig zijn wanneer we bereid zijn 'af te dalen'. Zoals Christus afdaalde, op z'n knieën ging, om de leerlingen te voeten te wassen. Dit afdalen is niet enkel een houding van nederigheid, maar het is ook een voorwaarde om christelijke liefde gestalte

vrijdag in week 29 door het jaar

De tekenen van de huidige tijd lezen Telkens als wij in de huidige werkelijkheid de tekenen van de tijd trachten te lezen, is het goed te luisteren naar de jongeren en de ouderen. Beiden zijn de hoop van de volken. De ouderen brengen de herinnering en de wijsheid van de ervaring in, die ertoe uitnodigt niet domweg dezelfde fouten van het verleden te herhalen. De jongeren roepen ons op de hoop weer op te wekken en te vergroten, omdat zij de nieuwe tendensen van de mensheid in zich dragen en ons openstellen voor de toekomst, zodat wij niet blijven steken in de nostalgie naar structuren en gewoonten die niet meer dragers van leven zijn in de huidige wereld. Uitdagingen zijn er om te worden overwonnen. Laten wij realistisch zijn, maar zonder de vreugde, de moed en de toewijding vol hoop te verliezen! Woorden van paus Franciscus, ontleend aan  de Apostolische exhortatie "Evangelii Gaudium / De vreugde van het Evangelie" § 108-109.

donderdag in week 29 door het jaar

Vandaag een evangelie dat binnenkomt. ‘Vuur ben Ik komen brengen’, zegt Jezus. ‘Verdeeldheid, geen vrede’. Je zou bijna denken dat Jezus vergeten was wat de engelen zongen bij zijn geboorte. Of Jesaja die Hem aankondigde als de ‘vredevorst’. En wat met zijn eigen woorden die Hij sprak tot zij die Hij zond: ‘Als je ergens binnenkomt, laat dan je eerste woord vrede zijn’. Het evangelie van vandaag is een tweesnijdend zwaard. Het zijn woorden als een vuur die werkelijk vonken slaan. Het zijn woorden die ons uitnodigen in onze spiegel te kijken. Eigenlijk is dit evangelie een aanklacht op een christendom dat niets mag kosten, dat niet gestoord wil worden, dat leeft van een lieve schijnvrede. Het is een aanklacht op een christengemeenschap die zich verwijderd wil houden van de hete hangijzers in onze samenleving. Het is een aanklacht tegen een vergrijsd christendom dat geen boodschap meer heeft voor deze wereld. De heilige Geest is met Pinksteren en de dagen daarna niet neergedaald over

woensdag in week 29 door het jaar

Van het evangelie ben ik dienaar geworden door de gave van Gods genade, die ik ontvangen heb door zijn kracht, die in mij werkt.  Zo lezen we bij Paulus vandaag. Je kan het evangelie handen en voeten geven op twee manieren: los van de Heer, of vanuit de Heer. Het mag duidelijk zijn dat we geroepen zijn tot het tweede. Wanneer we het trachten te doen los van de Heer, eigenen we in feite 'het handen en voeten geven' ons toe. We maken er iets 'van ons' van. Het gevaar bestaat er al snel in dat we ons heer en meester gaan weten over wat we doen, vaak met heel specifieke verlangens (ook al ontkennen we ze): waardering, applaus, respect,... Wie het evangelie beleeft vanuit Christus' inwoning, vanuit Gods genade, heeft lief zonder eigenbelang. Dan gaat het om liefde, om de ander graag zien, om (gods)dienst; los van welke vorm van eigenbaat ook. Dit is natuurlijk zeer zwart-wit gesteld. De realiteit leert ons dat er méér dan vijftig tinten grijs zijn in ons leven. Onze li

Lucas

Als je de woorden van Jezus die we vandaag horen omzetten in onze moderne taal, klinkt dat heel gewoon: zoek je kracht niet in je bankrekening, verlies je tijd niet met omlaaghalend gepraat, durf dieper contact te nemen met de mensen, luister naar hen, raak doorheen ontmoeting en gesprek die snaren aan die een mens dorst doet krijgen naar God. Straal vrede en vreugde uit. Je komt in een harde wereld terecht, er lopen wolven rond. En wees vooral niet naïef; als men je afwijst, oordeel dan niet maar ga rustig verder, wees goed voor allen, bijzonder voor zieken en zwakken. En wees beleefd en dankbaar, dus eet wat je krijgt. We horen ook dat er veel werk is aan de winkel. Jezus zegt: genees de zieken. Ook in onze tijd zijn er zieken; vele zieken. Er zijn ook veel gezonde mensen ziek, omdat onze samenleving op heel wat vlakken verziekt is. Mensen raken in de put omdat ze ontevreden zijn, of omdat er niemand in hun omgeving tevreden is. Velen zijn voortdurend in een sombere stemming, geven

maandag in week 29 door het jaar

God is het die ons gemaakt heeft tot wat wij nu zijn: in Christus Jezus geschapen om de weg te gaan van de goede daden die God heeft voorbereid. Zo horen we vandaag bij Paulus in zijn brief aan de Efeziërs. In Christus behoren wij inderdaad tot een nieuwe schepping: in Hem herschapen, in Hem herboren, deel uitmakend van zijn Lichaam; de Kerk. Het nieuwe bestaat erin dat Hij ons nu reeds heeft opgewekt doorheen zijn Pasen. Wat een genade! Bedoeling is, zoals het citaat aangeeft, dat we hiermee 'op weg' gaan, en wel de weg van ' de goede daden die God heeft voorbereid' . Die 'goede daden' zijn niet meer dan de liefde waartoe Hij ons doorheen de dag op tallozen wijze uitnodigt: wanneer we bidden, in situaties, doorheen de naaste,... Ons leven, de plek waar we vandaag zijn, is ons werkterrein om Gods liefde gestalte te geven. Doorheen situaties waarin we vandaag terecht komen, doorheen de mensen die we in deze dag mogen ontmoeten, nodigt God ons uit lief te hebbe

zondag 29 door het jaar - C

Jezus vertelde de leerlingen een gelijkenis over de noodzaak om altijd te bidden en niet op te geven. Zusters en broeders, het begin van het evangelie geeft perfect aan waar het vandaag over gaat: over nooit opgeven te bidden, en te blijven bidden. Zowel de eerste lezing als het evangelie geven daar een sterk voorbeeld van. In de eerste lezing winnen de Israëlieten een veldslag tegen de Amalekieten, die nochtans veel sterker zijn dan zij, en dat kunnen ze omdat Mozes, Aäron en Chur heel de dag tot God blijven bidden. In het evangelie vertelt Jezus een prachtig verhaal over een weduwe die het niet opgeeft zich tot een rechter te wenden, tot hij ingaat op haar vraag. 'Ook al heb ik voor God geen ontzag en trek ik me van de mensen niets aan, toch zal ik die weduwe recht verschaffen omdat ze me last bezorgt. Anders blijft ze eindeloos bij me komen en vliegt ze me nog aan.' Met die beide verhalen is alles gezegd: bidden en blijven bidden. Maar bidden mag niet neerkomen op druk uit

zaterdag in week 28 door het jaar

Wanneer je tegen je eigen hart in goed praat wat slecht is, is dat onvergeeflijk. Het kwade goed praten, dat is de zonde van het paradijs, de zonde van Adam en Eva. Dat is de zonde van het paradijs waarin wij leven. Kennis willen krijgen van goed en kwaad en er zelf over willen beslissen wat goed en kwaad is, is er een eigen geweten op na houden. Dan ga je niet alleen in tegen God, maar ook tegen het diepst in jezelf waar de heilige Geest zich doet gelden. Goed praten wat je in het eigen oordeel van het geweten als verkeerd hebt aangevoeld... Dan praat je in tegen je geweten, dan dien je een zelfgecreëerd geweten, tegen de heilige Geest in. En je doodt de wortel van het geloof. Je hebt immers de heilige Geest nodig om ja te zeggen tot Jezus, ja tot God, je openend voor de wijze waarop God zich openbaart. En da's zonde. Naar woorden van J. Bots Een mooi weekend, kris

vrijdag in week 28 door het jaar

Jezus zegt ons vandaag: 'Hoed je voor de zuurdesem, dat wil zeggen de huichelarij van de farizeeën.’ Brood zonder zuurdesem is en blijft plat. De zuurdesem doet het brood rijzen, groter worden. Krijgt het een andere voedingswaarde ? Neen. Maar het ziet er, uiterlijk, anders uit, groter, maar in wezen is het hetzelfde. Jezus vergelijkt de huichelarij van de Farizeeën met zuurdesem. Zij vallen op met hun grote gewaden, hun mantelkwasten, hun gewoonte om de voornaamste plaatsen in te nemen in de synagoge. Ze worden zo graag door iedereen gezien en geprezen en erkend in hun zogenaamde functie vertegenwoordigers te zijn van ‘de Wet’. Ze vallen op omdat ze willen opvallen. Ze doen lange gebeden op de hoeken van de straten, zichtbaar vervullen ze zogenaamde deugden, enzomeer. Hoed je voor hen, zegt Jezus ons vandaag. Voor een christen gaat er het er niet om om op te vallen bij de mensen, ook niet bij God. God kent ons, elk haar is geteld. We hoeven daar echt niets opvallends voor te do

donderdag in week 28 door het jaar

Vandaag weer een ‘wee-jullie-evangelie’. Jezus geeft af op bepaalde mensen binnen de kring van de zogenaamde wetgeleerden en de groep van de Farizeeën die naar uiterlijke schijn schijnbaar een religieus perfect leven leiden, terwijl ze van binnenuit gezien ver van God en zijn liefde staan. En ze sloten zich op in een verleden, en wel op z’n wijze dat er geen enkele openheid was voor iets nieuws. Mogen we deze evangelies, deze vermanende woorden van Jezus, beluisteren alsof ze ook tot ons gericht zijn? Ja hoor, heel zeker. Laten we de woorden van Jezus als kerkgemeenschap beluisteren, en daaruit besluiten dat iedere vorm van hypocrisie binnen de Kerk vernietigend werkt. Hypocrisie holt de Kerk uit, het kwetst mensen en het jaagt vele mensen weg. Als kerkgemeenschap zouden we authenticiteit hoog in het vaandel moeten dragen. Mensen zullen dit opmerken, en velen zullen komen kijken. Als ik aan authenticiteit als kerkgemeenschap denk, dan denk ik vooral aan een gemeenschap die vanuit de

woensdag in week 28 door het jaar

Vandaag harde taal van Jezus aan het adres van hen die schijnbaar weten hoe het moet, dit ook aan anderen laten weten, maar zelf voorbij gaan aan de gerechtigheid en de liefde tot God. Voor alle duidelijkheid: Er mag onderwezen worden, er mag en moet aangespoord worden, maar men moet het ook en vooral zelf doen. We moeten consequent zijn in wat we zeggen. Liefde preken veronderstelt liefde zijn. En niemand heeft het hier over dat je daarvoor onberispelijk moet zijn, dat je nooit in de fout mag gaan, dat je dus een soort heilige moet zijn alvorens je mond open te doen. Fouten maken is des mensen. Daar gaat dit stukje evangelie ook niet over. Het gaat erover dat we consequent moeten zijn in wat we geloven en zeggen. Zo goed als het kan. We moeten oprecht zijn, en diepmenselijk voor anderen. We zouden zo moeten leven en spreken, dat anderen die ons ontmoeten Gods liefde gewaar worden, en daardoor als het ware geraakt worden door God zelf. Dit vraagt van ons een zeer nederige houding te

dinsdag in week 28 door het jaar

Christus heeft ons bevrijd opdat wij in vrijheid zouden leven; houd dus stand en laat u niet opnieuw een slavenjuk opleggen. Zo lezen we vandaag in de brief van Paulus aan de Galaten. Paulus spreekt hier over de slavernij die voortkomt uit de besnijdenis, omdat die onderwerping aan de wet met zich meebrengt. Door de besnijdenis rechtvaardigt men zich door de wet, terwijl Christus ons daarvan juist is komen bevrijden. Voor alle duidelijkheid: het gaat hier niet over een vrijheid die maar al te vaak geassocieerd wordt met ‘ik kan doen wat ik wil’ ongeacht wat anderen mij mogelijks vragen of over mij denken. Een soort ‘vrijheid blijheid’. Nee, het gaat hier over de vrijheid die Christus ons geschonken heeft door zijn sterven en opstaan. Doorheen de paasgenade hebben wij namelijk in Christus de mogelijkheid gekregen ons ten volle te schenken aan Gods liefde die ons bewoont. Een mogelijkheid die tegelijk een gave is. God schenkt de gave, wij ontvangen haar, nemen haar in ons op, vertrouw

maandag in week 28 door het jaar

Een mens is pas helemaal mens, als hij in staat is om zich te geven aan Iemand die groter is. Ons kleine menszijn, opgesloten in de kleine wereld van ons eigen 'ik', wordt door het geloof opengebroken en voorzien van de mogelijkheid om ons te geven aan God, onze Heer, die van zijn kant met uitgestrekte armen voor ons staat om ons te ontvangen, ons in zich op te nemen, want hier is méér, zegt Jezus, méér dan Salomo, méér dan Jona. De wijsheid van God, die altijd grotere wijsheid van God, is onder ons gekomen in Jezus. Dit betekent, dat dit een wijsheid is niet alleen van vroegere dagen, een oude wijsheid uit oma's tijd, belegen wijsheid van profeten en wijsgeren die nog eens kan worden opgerakeld, waar mensen bedrevenheid in hebben, boeken over schrijven, of spreuken van verzamelen, nee, die wijsheid van Jezus is een wijsheid voor mensen nú. Dat is dus niet alleen iets van vroeger, dat is ook van nú. Het is een wijsheid vol van genade; vandaag in u, in de Kerk, in ieder van

zondag 28 door het jaar - C

Wij zijn allemaal een beetje melaats, niet uiterlijk, maar wel innerlijk. Ons hart is vaak besmet door liefdeloosheid, een ziekte die ons afsluit van anderen, en van God. Een hartvochtige zelfgenoegzaamheid, waarbij wij weigeren nog enige liefde te tonen of te ontvangen, kan soms als een melaatsheid onze innerlijke gezondheid helemaal aantasten. Wie kan ons daarvan genezen? Zoals de tien melaatsen roepen wij misschien Jezus om hulp. Jezus biedt inderdaad innerlijke genezing aan allen, zonder uitzondering, ook aan diegenen die van op een afstand tot Hem roepen. Elke mens, van welke ras of kleur, geaardheid of opvatting ook, ieder die zich, met vertrouwen op een woord van Jezus, op weg begeeft, kan worden genezen van de liefdeloosheid in zijn hart. Alleen stelt niet iedereen zich de vraag waar die genezende liefdekracht vandaan komt. Velen, die het nochtans goed bedoelen, leven vrij onbewust en oppervlakkig. Zij genieten van de weldaden van de schepping, worden door allerlei diensten e

zaterdag in week 27 door het jaar

 We mogen er van uitgaan dat de vrouw uit het evangelie haar woorden riep met een diepe genegenheid voor de figuur van Jezus, én zijn moeder Maria. Doch wijst Jezus haar, en ons, naar de kern van het echte luisteren. ‘Gelukkiger zijn zij die naar het woord van God luisteren en ernaar leven.’ zo zegt Hij. Naar het Woord van God luisteren is meer dan het lezen van de Bijbel, hoewel het natuurlijk ook dat is. Naar Gods Woord luisteren is Jezus, die het mensgeworden Woord is van de Vader, ontvangen in zijn totaliteit; zowel Jezus als persoon alsook de weg die Hij gegaan is alsook de boodschap die Hij gegeven heeft en geeft. Echt luisteren is ontvangen en ontmoeten. Je kan in een gesprek met iemand zijn woorden aanhoren maar hem daarom nog niet ontvangen als mens. Echt luisteren naar elkaar is elkaar ontvangen, ontmoeten. Dat is zo tussen mensen, dat is ook zo tussen ons en de Heer. Luisteren naar het Woord van God wil dus zeggen: De Bijbel lezen (biddend en studieus), in gebed Jezus on

vrijdag in week 27 door het jaar

Wie niet met Mij is, is tegen Mij, en wie niet met Mij samenbrengt, drijft uiteen. Zo horen we vandaag uit de mond van Jezus. Vandaag wordt er wereldwijd nogal wat uiteengedreven. Terwijl de mens geroepen is om samen te brengen en gemeenschap te beleven; als het kan in Jezus' naam. De huidige oorlog in Oekraïne is daar een mooi voorbeeld van. Maar ook dichterbij, en misschien wel in onze eigen onmiddellijke omgeving, zien we het dagdagelijks gebeuren. Er zijn twee oorzaken die gewoonlijk aan de basis liggen van dit fenomeen. Dat is menselijk onvermogen, én het kwaad. Onvermogen en kwaad zijn niet per definitie synoniemen. Wanneer bijvoorbeeld een koppel het niet klaar speelt om liefdevol met elkaar om te gaan kan het zijn dat onvermogen hier aan de basis ligt. Niet kunnen beminnen, de ander niet kunnen ontvangen, en daardoor geen relatie in stand kunnen houden, kan puur onvermogen zijn waarvan de oorzaak niet altijd even duidelijk is. We moeten daar altijd met veel begrip en bar

donderdag in week 27 door het jaar

'... hoeveel te meer zal de Vader in de hemel dan niet de heilige Geest geven aan wie Hem daarom vragen!' De heilige Geest is de band van liefde tussen de Vader en Jezus. Door het ontvangen en dragen van de heilige Geest mogen ook wij proeven van Gods liefde tussen Hem en zijn Zoon, en daarmee ook tussen Hem en ons, daar wij dragers zijn van de Zoon die zich met ons verenigt. Deze band van liefde is het grootste wat God ons kan schenken. Hij zal het ook niemand weigeren die er in gebed om vraagt, zoals het evangelie van vandaag zegt. Veel van wat wij biddend vragen krijgen we niet, of niet onmiddellijk, of niet zoals wij het willen; omdat daar dikwijls heel wat onzuivere beweegredenen in meespelen. Maar Gods Geest, zijn liefde voor ieder van ons, zullen wij altijd krijgen. Ja, God geeft in zijn goedheid het beste wat een mens zich kan indenken: zijn liefde, zijn Geest. Moge dit bewust-zijn ons tot vrede stemmen en ons aanzetten biddend voor het aanschijn van de Vader te sta

woensdag in week 27 door het jaar

Jezus leert zijn leerlingen bidden. En daarmee leert Hij ook ons, volwassenen, bidden. Leren wij, op onze beurt, onze kinderen bidden? Hopelijk krijgen ze dit mee van thuis uit, en horen ze er niet voor het eerst over bij een eerste communie (als ze die al krijgen) of een godsdienstles op school. Eigenlijk is ‘aanleren’ geen goed woord wanneer het gaat over kinderen en gebed. Veel belangrijker is dat het kind ziet dat er thuis gebeden wordt, en dat het als vanzelfsprekend wordt opgenomen in het gezinsgebed. Een kind zal (wanneer het nog klein is) daar geen kritische vragen over stellen, het zal het als goed ervaren, want mama en papa doen het, en dan is het goed. Zo is een kind. Of het nu bij het opstaan is, voor en/of na het eten, bij het slapen gaan, of wanneer ook, het is belangrijk dat we onze kinderen opvoeden in de realiteit dat het goed is dat een christen bidt. En als het op latere leeftijd beslist om niet meer te bidden (laat een puber maar puberen), dan heeft het ten minste

4 okt - Franciscus van Assisi

Vandaag vieren we het feest van de heilige Franciscus van Assisi. We herdenken dat hij gestorven is in de nacht van 3 oktober 1226. Zijn getuigenis beroert vandaag nog steeds het hart van vele mensen en brengt hen tot bij de Heer. De ontmoeting met de melaatse, die Franciscus omhelsde en kuste, en het luisteren naar de stem van de Gekruisigde in het kerkje van San Damiano, waren het fundament van zijn bekering. Van dan af begint de jonge Franciscus het evangelie te beleven "zonder toevoegingen". In hem wordt het evangelie het zuurdesem van universele broederlijkheid. De tekst uit het evangelie die de liturgie ons op dit feest aanbiedt, herinnert ons aan Jezus' gebeden. Het is Jezus' dankzegging aan de Vader omdat Hij zich over de kleinen heeft ontfermd en hun het mysterie van zijn reddende liefde heeft onthuld, een mysterie dat eeuwenlang verborgen is gebleven en dat zelfs de wijzen niet hadden kunnen begrijpen als God het niet zelf had geopenbaard: dat God de wereld

maandag in week 27 door het jaar

Het verhaal dat Jezus vandaag vertelt is een moeilijk verteerbaar verhaal omdat we weten en ervaren dat we vaak met een boog om één van de meest wezenlijke en meest noodzakelijke waarheden van het geloof heen lopen; dat geloven namelijk geen kwestie is van theorie, maar van praktijk, niet alleen van weten en kennen, maar vooral van beleven en doen. Het is niet de eerste en de enige keer dat Jezus daar de nadruk op legt. Als een rode draad loopt het door heel het evangelie. Het staat als duidelijke wegwijzer langsheen heel zijn levensweg vanaf Betlehem tot op de Calvarieberg. We kunnen er niet omheen, zelfs niet in een boog. 'Niet zij die roepen: Heer, Heer, zullen het Rijk der hemelen binnengaan, maar zij die de wil doen van mijn Vader...'. Het is ook de enige norm en maatstaf waarop we ooit zullen aangesproken worden. Het is een keuzeknop die we zelf in handen hebben. Eenmaal gestorven zal God ons niet overhoren wat de catechismus betreft, het zal ook niet gaan over het kunn

zondag 27 door het jaar - C

'Geef ons meer geloof.' Dat is wat de apostelen vragen aan Jezus. Een beetje geloof is dus niet voldoende, nee, het moet echt meer zijn dan een beetje. En ‘meer’ is een begrip dat we allemaal kennen, want ook wij verlangen dikwijls naar meer. Maar het gaat dan heel waarschijnlijk niet over meer geloof, maar over meer geld, meer gezondheid, meer geluk in de liefde en in de lotto, meer vakantie enzovoort. Maar zelden ‘meer geloof’, want dat zou te veel van ons eisen. Immers, hoe dieper en oprechter ons geloof is, hoe meer we Jezus echt volgen. We weten wat het inhoudt: dat is bovenal houden van God, en evenveel houden van onze naasten als van onszelf, en dat is niet altijd gemakkelijk, ook al weten we dat we niet van God kunnen houden als we niet van onze naasten houden.  Precies daarin ging Jezus grenzeloos ver: Hij was er altijd voor zijn medemensen, wie ze ook waren: man of vrouw, oud of jong, ziek of gezond, rijk of arm, zondaar of vrome. En Hij veroordeelde nooit. ‘Ga hee