woensdag in week 29 door het jaar

Van het evangelie ben ik dienaar geworden door de gave van Gods genade, die ik ontvangen heb door zijn kracht, die in mij werkt. 
Zo lezen we bij Paulus vandaag.

Je kan het evangelie handen en voeten geven op twee manieren: los van de Heer, of vanuit de Heer. Het mag duidelijk zijn dat we geroepen zijn tot het tweede. Wanneer we het trachten te doen los van de Heer, eigenen we in feite 'het handen en voeten geven' ons toe. We maken er iets 'van ons' van. Het gevaar bestaat er al snel in dat we ons heer en meester gaan weten over wat we doen, vaak met heel specifieke verlangens (ook al ontkennen we ze): waardering, applaus, respect,...
Wie het evangelie beleeft vanuit Christus' inwoning, vanuit Gods genade, heeft lief zonder eigenbelang. Dan gaat het om liefde, om de ander graag zien, om (gods)dienst; los van welke vorm van eigenbaat ook.

Dit is natuurlijk zeer zwart-wit gesteld. De realiteit leert ons dat er méér dan vijftig tinten grijs zijn in ons leven. Onze liefde is niet altijd zo zuiver. We dragen de intentie vanuit de Heer lief te hebben, we slagen daar voor een groot stuk ook in, maar dat tikkeltje eigenbelang, de begeerte naar waardering, speelt zo vaak mee. Ach ja... des mensen.

Toch is het niet verboden te willen groeien. Dat leert het evangelie ons ook, én de Heer is - onder andere - daarvoor bij ons. Sleutel is ons biddend toevertrouwen aan Christus' aanwezigheid, met de uitdrukkelijke vraag dat Hij ons wil genezen van welke vorm van eigenbelang ook. Om uiteindelijk met Paulus te kunnen zeggen: 'Ikzelf leef niet meer, maar Christus leeft in mij' (Gal.2,20a). Natuurlijk leef je zelf nog, maar het oppervlakkige ik dat zo streeft naar het krijgen van waardering en applaus is gestorven in de Heer, opdat het ware ik - waarvan God heeft gezegd dat Hij het geschapen heeft naar zijn beeld en gelijkenis - ten volle tot leven kan komen.

Van het evangelie ben ik dienaar geworden door de gave van Gods genade, die ik ontvangen heb door zijn kracht, die in mij werkt. Een citaat met heel veel diepgang. Om mee te nemen doorheen de dag. Moge het ons aanzetten ons biddend en dankbaar toe te vertrouwen aan Christus' aanwezigheid in en onder ons, zodat we inderdaad kunnen leven 'door zijn kracht die in ons werkt'.

Een gezegende woensdag,

kris

Reacties


  1. De brief aan de Efeziërs lijkt een brief te zijn die Paulus misschien niet zelf heeft geschreven. Het is wel een brief die gericht is aan ALLE christengemeenten en die het gedachtengoed van Paulus goed samenvat. Wat is dat gedachtengoed? De eerste lezing zegt het zo mooi: dat de heidenen in Christus Jezus mede-erfgenamen zijn van de belofte die God aan de Joden heeft gedaan in heel het O.T. Jezus heeft het heil voor de Joden door Zijn sterven en verrijzen opengetrokken voor alle mensen. Dat was Gods geheime plan van alle eeuwigheid verborgen in Zijn wezen, maar nu is het door middel van de Kerk openbaar geworden. Wat een geluk voor ons. Ook wij mogen met het eerste uitverkoren volk ook kind aan huis worden bij God dankzij Jezus Christus. Jezus zal wederkomen om alles te voltooien. En dan wordt alles goed. Dat vraagt wel waakzaamheid van ons. Maar de beste manier om klaar te staan als Jezus komt, is elke dag je werk doen, elk het zijne of het hare. Jezus noemt dat: het rantsoen koren geven aan het dienstvolk. Dat betekent: aan elke mens geven waarop hij recht heeft: voedsel en een onderdak en werk en zorg voor wie zorgen nodig heeft. Dat is m.a.w. een samenleving creëren waar elke mens aan bod komt. En ieder van ons mag daaraan meewerken in zijn gezin of in zijn gemeenschap, in het beroep dat ieder op zich heeft genomen. Samen met alle mensen van goede wil, wat hun godsdienst of overtuiging ook is, werken aan een menswaardige samenleving. Dat is het Rijk Gods. Dan mag Jezus komen wanneer Hij wil. Hij zal ons aanstellen over alles wat Hij bezit. D.w.z. wij zullen dan deel krijgen aan Zijn diepste wezen en dat is: kind van God te zijn voor altijd.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten