maandag in week 28 door het jaar

Een mens is pas helemaal mens, als hij in staat is om zich te geven aan Iemand die groter is. Ons kleine menszijn, opgesloten in de kleine wereld van ons eigen 'ik', wordt door het geloof opengebroken en voorzien van de mogelijkheid om ons te geven aan God, onze Heer, die van zijn kant met uitgestrekte armen voor ons staat om ons te ontvangen, ons in zich op te nemen, want hier is méér, zegt Jezus, méér dan Salomo, méér dan Jona.

De wijsheid van God, die altijd grotere wijsheid van God, is onder ons gekomen in Jezus. Dit betekent, dat dit een wijsheid is niet alleen van vroegere dagen, een oude wijsheid uit oma's tijd, belegen wijsheid van profeten en wijsgeren die nog eens kan worden opgerakeld, waar mensen bedrevenheid in hebben, boeken over schrijven, of spreuken van verzamelen, nee, die wijsheid van Jezus is een wijsheid voor mensen nú. Dat is dus niet alleen iets van vroeger, dat is ook van nú. Het is een wijsheid vol van genade; vandaag in u, in de Kerk, in ieder van ons gelegd.

Dat doet Jezus' wijsheid, die de wijsheid van de koningin van het Zuiden en die van Salomo ver overtreft: zichzelf in ons baren. Het is een innerlijke wijsheid, de wijsheid van het hart, de wijsheid van de liefde. Het is de grondader van ons leven , de liefde van God, de heilige Geest. In Hem worden de woorden gesproken. Van Hem is ook de ontvankelijkheid voor zijn woord in ons hart. In, en met, Jezus mogen wij leven, Gods liefde belichamen. Ja, hier is Iemand die meer is dan Jona.

Naar woorden van Jan Bots, sj

Veel zegen over de nieuwe week,

kris

Reacties


  1. Sint-Paulus geeft een christelijke duiding van het leven van de eerste gelovige, Abraham. Abraham had twee zonen, één van zijn slavin of liever van de slavin van zijn vrouw, en één van zijn vrouw zelf. Paulus ziet hierin een zinnebeeld, een voorafbeelding van de twee verbonden. Het oude verbond bracht slaven voort, het nieuwe verbond brengt vrije kinderen voort, kinderen die van God zelf zijn. De Thora knechtte ons. Zolang wij bv. het verkeersreglement alleen onderhouden uit vrees voor boetes, zal het voor ons niet echt aangenaam zijn op de weg. Als wij echter in de liefde leven ook op de weg, dan zullen wij hoffelijk zijn en voorzichtig. Laatst was ik op weg naar Dadizele en ik had een passagier mee. Op een bepaald moment wilden vijf jonge fietsers de baan oversteken op het zebrapad. Eigenlijk moest ik hen geen voorrang geven, maar toch stopte ik en liet hen rustig voor mijn ogen de weg oversteken. En op hun fietsen zwaaiden zij vriendelijk naar mij. Toen zong ik voor mijn passagier een zinnetje uit het mooie lied van Willy Sommers ‘Laat de zon in je hart’. Ik zong wat letterlijk gebeurde op mijn weg: ‘Een kind dat lacht en naar je zwaait, een fietser die de hoek omdraait, oh het lijkt zo gewoon, maar ’t is toch een wonder’. Mijn kort oponthoud gaf mij zoveel vreugde terug. Dat is een klein voorbeeldje van wat het is een vrije mens te zijn. De Thora brengt slaven voor, mensen die het goede doen en het kwade mijden uit vrees voor de straffen van God. ‘Wie vreest, is niet volgroeid in de liefde’, zegt Sint-Jan (1 Joh. 4, 18). Maar wij zijn kinderen van het Jeruzalem van omhoog. Wij zijn met Jezus kinderen van Maria. Zij heeft bij Jezus’ geboorte geen weeën gekend. Zinspeelt Paulus ook daar niet op als hij Jesaja 54, 1 citeert? Ik heb vroeger al uitgelegd hoe Maria wel weeën had toen Jezus op het kruis ons allen tot kinderen van God maakte. Dan had Maria haar weeën, toen het Koninkrijk van God volkomen gerealiseerd werd. Zo ging Jesaja 66, 7-8 in vervulling: ‘Nog vóór zij weeën krijgt, moet zij baren, nog vóór de pijnen haar overvallen, wordt zij van een zoon verlost… Maar nauwelijks is zij in haar weeën, of Sion baart haar zonen’. Is dat niet om het uit te jubelen? Onze moeder is Maria, ons door Jezus op het kruis gegeven. Wij zijn door Christus op het kruis tot vrije kinderen van God gemaakt. Samen met Jezus. Paulus vraagt aan die christen geworden Keltische stammen, die zich daar in centraal Klein-Azië gevestigd hadden, dat zij zich niet weer tot slaven zouden laten maken van een Wet die hen vrees aanjaagt.
    Jezus’ tijdgenoten vroegen Jezus om een teken. Maar er is maar één teken: Jezus zelf. Hij is méér dan Jona, Hij is méér dan Salomo. En die mensen betekenden al zoveel. Wat een geluk is het te mogen leven als vrije mensen, als kinderen van God. Zoals ik het zelf mocht ervaren op mijn weg naar Dadizele door mijn klein gebaar van hoffelijkheid, zo mag ons aller hele leven zijn: een leven in de liefde van God, een leven dat alles duldt, een leven dat alles verdraagt, een leven dat zich geeft. Ik sta daar nog ver van af. Maar Vicky Leandros zingt het zo mooi dat het leven ‘erst schön ist, wirklich schön ist, wenn man sich liebt’, wanneer men houdt van elkaar.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Inderdaad P. Daniël,
    Hartelijk dank voor uw mooie en stimulerende woorden

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Ook een warm applaus om je hoopgevende woorden !
    Ik onthou vooral... 'mij verlossen van die angst om geen échte christen te zijn '
    Angst en schuldgevoelens ,i.p.v. mij te werpen in ZIJN uitgestoken Armen om mij Zijn Liefde te geven en Die te ontvangen en door te geven aan mijn naasten !!
    Dan alleen in alle omstandigheden zal ik een vrij en gelukkig mens zijn !

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Met jullie prachtige toevoeging voel ik een grote blijheid in mij komen. Bij het eerste lezen snapte ik de grote rijkdom die in die woorden zit, helemaal niet. Wat een rijkdom en wat een geluk mogen wij ontvangen.
    Dank je wel. Roosje

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Dankjewel priester Daniel :"Moge de zon in ieder hart blijven schijnen " zo mooi

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten