Posts

Posts uit april, 2020 tonen

donderdag in de 3e paasweek

Vandaag zegt Jezus: ‘Ik ben het brood dat leven geeft.’ En wat verder zegt Hij: ‘En het brood dat Ik zal geven voor het leven van de wereld, is mijn lichaam.’ Geliefde mensen, het moge duidelijk zijn dat, wanneer wij de Heer ontvangen, dat de wereld daar beter van moet worden. Zoals eerder al deze week gezegd: Wanneer Jezus spreekt over het feit dat Hij het levend brood is, heeft Hij het heel zeker over het eucharistisch brood waar wij ons met Hem mogen verenigen. Maar ook het Woord uit de Schrift lezen of bemediteren is ook Hem ontvangen, zoals Hij ook tot ons komt doorheen de ander, doorheen gebeurtenissen, doorheen de natuur,… Wie leeft in de Geest zal zowat in alles de Heer zien die tot ons komt als levend voedsel; Hij die zich schenkt opdat wij ons aan Hem zouden voeden. Maar laten we er aub over waken dat we, wanneer we de Heer als Persoon ontvangen, ook een zending ontvangen. We ontvangen nooit de Heer voor ons eigen persoonlijk heiltje. Hij geeft zichzelf voor het leven i

29 april - Catharina van Siëna

Vandaag zegt Jezus: 'Ik loof U, Vader, Heer van hemel en aarde, omdat U deze dingen voor wijzen en verstandigen verborgen hebt gehouden, maar ze aan eenvoudige mensen hebt onthuld. Ja, Vader, zo hebt U het gewild.' Wanneer Jezus hier spreekt over 'eenvoudige' mensen, dan heeft Hij het niet over mensen die niet gestudeerd zouden hebben, mensen zonder diploma's of mensen met een zogenoemd laag iq. Wanneer Hij spreekt over 'wijzen en verstandigen' heeft Hij het niet over mensen die het ver geschopt hebben in hun leven, mensen met universitaire diploma's, hooggeleerden, ook niet over theologen of zij die hoogstaande functies zouden bekleden in de Kerk. De 'wijzen' waarover Jezus hier spreekt zijn zij die zichzelf verstandig achten los van hun schepper. Zij zetelen als het ware op de troon van God en vinden dat ze Hem niet nodig hebben. Zij leven en handelen vanuit hun 'ikje' los van de Vader. Ze zijn hoogmoedig, zelfingenomen, verwaand, ho

dinsdag in de 3e paasweek

‘Ik ben het brood dat leven geeft’ , zei en zegt Jezus. ‘Wie bij mij komt zal geen honger meer hebben, en wie in mij gelooft zal nooit meer dorst hebben.’ Ongetwijfeld verwijst de Heer hier naar de eucharistie, naar zijn aanwezigheid in het eucharistisch brood dat Hij zal instellen daags voor zijn lijden en sterven, enkele dagen voor zijn opstanding. Wie de eucharistie tot zich neemt ontvangt heel de liturgie van Witte Donderdag, Goede Vrijdag, Stille Zaterdag en Paasdag tezamen, als één groot liefdesmysterie. Het is binnengetrokken worden in de zelfgave van Jezus aan zijn Vader, en de mensheid. Het is binnengeleid worden in het grote ‘ja’ van de Heer. Tevens is de eucharistie het teken bij uitstek van eenheid; eenheid met Christus, en vanuit Hem eenheid met elkaar. De eucharistie ontvangen is je laten omvormen tot een gemeenschapsmens, in de meest religieuze betekenis van het woord: de Heer, jij en de ander. Hiertoe is de Kerk, waarvan de eucharistie het levend Hart is, geroepen.

maandag in de 3e paasweek

Vandaag lezen we dat men op zoek was naar Jezus. Dat lezen we op meerdere plaatsen in de evangelies. Dat terugtrekken deed Hij regelmatig: 'naar de overkant’, ‘in het gebergte’, ‘geheel alleen'. Hij trok zich terug bij en in God. Het is goed Jezus hierin te volgen, om in Hem voor het Aangezicht van de Vader te komen; Hem van wie wij het leven ontvangen, die de diepste zin is van ons bestaan, de bezieler van ons leven. Velen van ons verlangen met regelmaat te bidden. En, wat menselijk is, we verlangen naar vrede in ons gebed, naar gevoelens van ‘rust’ in de Heer. Maar velen van ons leven wat dat betreft met een soort frustratie: de rust in het gebed ontbreekt, de vrede al evenmin. En al snel verkorten we onze gebedsmomenten, of nog erger: we houden er gewoon mee op. Wat jammer is. Wantrouw hen die beweren dat je pas echt gebeden hebt wanneer je gevoelens tijdens het gebed vervuld waren van vrede en vreugde, van een soort innerlijke (of uiterlijke) alleluia-trance ingegeve

3e paaszondag - A

Het Emmaüsverhaal… Mooi en rijk tot in z’n diepste vezels. Zeker wanneer je jezelf spiegelt in heel het gebeuren. De Emmaüsgangers zijn namelijk dikwijls wij zelf; meer dan we vermoeden. In de zin van: zo dikwijls loopt de Heer naast en met ons mee, spreekt Hij ons aan, gaan we in dialoog met Hem,… En dan zijn er twee mogelijkheden. Ofwel herkennen we Hem, ofwel herkennen we Hem niet. De Emmaüsgangers uit het evangelie erkenden Hem wel, ofschoon niet onmiddellijk. Pas bij het breken van het brood herkenden ze hun Heer. In genade maakte Hij zich kenbaar; zichzelf gevend in het brood, het brekend en delend. Ik denk dat Jezus in veel meer situaties dan we vermoeden met ons het brood komt breken. Maar we zien het niet altijd, omdat we er geen oog voor hebben, verblind door onze bezigheden die we ons dikwijls op zo’n wijze toe-eigenen dat er voor God geen of amper nog plaats is. Terwijl Jezus, als vreemdeling uit de hemel, in alles wat we doen aanwezig komt; als metgezel, als Heer en Broer,

Marcus

Vandaag zegt Jezus: 'Trek heel de wereld rond en maak aan ieder schepsel het goede nieuws bekend.' De christelijke zending is geen andere dan deze die ook de Heer in zich droeg: Gods Blijde Boodschap dragen en uitdragen. Onze zending mogen we in Christus' zending beleven. Hij neemt ons op in zijn zending, en met dezelfde kracht waarmee Hij verkondigde mogen wij het goede nieuws uitdragen. Hij zal het doen met ons, door ons, in ons. We zullen dezelfde vruchten zien, in en rondom ons. Dit vraagt echter van ons een onverdeeld 'ja' tot de Heer, niet halfslachtig, maar totaal, met ons hele zijn. Het zou echter een vergissing zijn te denken dat dit evangelie enkel geschreven is voor missionarissen. Oh ja, voor hen is het ook geschreven. Duizenden en duizenden religieuze broeders en zusters hebben in de loop der jaren kracht geput uit deze woorden van de Heer. Door hun verkondiging en meeleven met de plaatselijke bevolking, hebben veel missionarissen prachtig werk ged

vrijdag in de tweede paasweek

Hij valt amper op, maar zijn aanwezigheid is van fundamenteel belang: de jongen met de vijf broden en de twee vissen. Al wat hij had, al wat hij was, gaf hij aan Jezus. En daarmee, en vooral daardoor, kon Jezus het wonder verrichten. Durven wij zoals de jongen uit het evangelie àlles wat we hebben, àlles wat we zijn, schenken aan Jezus, opdat Hij het zou kunnen gebruiken om zijn wonder in deze wereld te verrichten. Want daar nodigt Hij ons toe uit: een totaal wegschenken aan zijn 'zijn' in ons, opdat zijn liefde ten volle werkzaam kan worden in ons leven. kris

donderdag in de tweede paasweek

Vandaag horen we Jezus zeggen tot Nikodemus: ‘Hij die uit de hemel komt en boven allen staat, getuigt van wat Hij gezien en gehoord heeft, en toch wordt zijn getuigenis door niemand aanvaard. Wie zijn getuigenis wel aanvaardt, bevestigt daarmee dat God betrouwbaar is.’ Wie leeft in ontmoeting met de Heer, zal de Heer en zijn liefde steeds meer leren verstaan. Niet zozeer vanuit een louter menselijk denken dat steeds om bewijzen en ervaring vraagt, maar vanuit de warmte van de heilige Geest die ons geschonken is. Doorgaans hechten we aan dit laatste weinig belang en daardoor geven veel mensen het snel op, of geraken in een twijfel waar ze niet meer uit raken. Door het verlies van de Geest wordt het geloof abstract, misschien nog in stand gehouden door bepaalde rituelen of zelfs vormen van liefdadigheid, maar de levende overgave en de blijheid van een leven gestuwd door de Geest, in overgave aan de Heer, raakt zoek. Van belang is dat we het geloof levendig houden, de Gods-ontmoeting;

woensdag in de tweede paasweek

Vandaag zegt Jezus tot Nikodemus, én tot ons: 'Wie kwaad doet, haat het licht; hij schuwt het licht omdat anders zijn daden bekend worden. Maar wie oprecht handelt zoekt het licht op, zodat zichtbaar wordt dat God werkzaam is in alles wat hij doet.' Liefde en kwaad zijn tegengesteld, zoals licht en duisternis dat zijn. Wie kwaad doet, leeft in tegenstelling met de liefde en leeft in de duisternis. Wie oprecht tracht te leven en daardoor het licht opzoekt, zal getuigen van Gods Liefde, want hij leeft in de Liefde en de Liefde spreekt van God. Laten we kinderen zijn van het licht, kinderen van de liefde, kinderen van God, heel concreet, in het leven zoals ons het nu gegeven is. Dat is niet altijd even vanzelfsprekend, dat hoor je me niet zeggen. Maar wel te doen, de woorden van Maria uit het Lucasevangelie indachtig ‘Voor God is niets onmogelijk’. Puur vanuit ons eigen ikje zal doorgaans niet makkelijk zijn. Wie tracht lief te hebben vanuit Christus’ inwoning zal al een ve

maandag in de tweede paasweek

‘Niemand onder hen leed enig gebrek: wie een stuk grond of een huis bezat, verkocht het, bracht de opbrengst naar de apostelen en legde die aan hun voeten neer, waarna het geld naar behoefte onder de gelovigen werd verdeeld.’ Zo lezen we vandaag in de Handelingen. Gisteren, maandag, zat ik in station Gent Dampoort op een bank te wachten op mijn trein, genietend van de avondzon op mijn gezicht. Tot er een jonge man me aansprak. Onverzorgd, een soort sweater, een trainingsbroek met scheuren, blootsvoets in sandalen, in één hand een volgepropte Aldizak en de andere hand open uitstrekkend naar mij. In gebroken Nederlands vroeg hij of ik wat geld kon missen om eten te kopen. Velen van ons moeten deze dagen in hun kot blijven. Dat zou deze man gewoon niet kunnen, omdat hij, vermoed ik, simpelweg geen kot heeft. Ik denk dat al zijn bezittingen in die Aldi-zak zaten. Als ik dan nu de eerste lezing van vandaag lees, gaan mijn gedachten uit naar deze man. Wat is het toch allemaal oneerlijk verde

maandag in de tweede paasweek

Jezus zegt ons vandaag: ‘Waarachtig, Ik verzeker u: niemand kan het koninkrijk van God binnengaan, tenzij hij geboren wordt uit water en geest. Wat geboren is uit een mens is menselijk, en wat geboren is uit de Geest is geestelijk.’ Biologisch gezien zijn wij uiteraard uit een mens geboren. Een wonderlijk gebeuren dat haar wortels vindt in God zelf. De roeping van de christen echter is in zijn leven een diepere dimensie van geboorte ontdekken, namelijk een geboren, of herboren, worden in de heilige Geest. Daar hoeven we, in zeker opzicht, niets speciaals voor te doen omdat de meesten van ons het sacrament van het doopsel reeds hebben ontvangen, waar we door Gods genade herboren zijn in de heilige Geest. Een groots gebeuren, vol van genade. Vraag is: wat doen we met deze genade die ons op de dag van ons doopsel geschonken is... Zien we het enkel als een feestelijke dag in ons gelovig leven, een dag van lang geleden… Of mag ons doopsel een gebeuren zijn dat ook vandaag nog zijn gena

Tweede paaszondag

Geliefde mensen, wat ik zo mooi vind in het verhaal dat we horen in het evangelie van vandaag is dat Tomas verlangt zijn vingers te leggen in de wonden van de Heer. Pas dan zal hij kunnen geloven, zo zegt hij. En zo geschiedde… Tomas spreekt niet over het verlangen zijn Heer te zien als een soort wonderdoener die zou verschijnen in lichtende gestalte… Nee, hij wilt zijn vingers in de wonden van zijn Heer leggen. In het woonzorgcentrum waar ik werk raken we elkaar zeer veel aan. Onder elkaar geven we handen en (al dan niet letterlijk) veel schouderklopjes. Maar bijzonder raken we onze bewoners veel aan. We geven hen lichamelijke zorg, we geven met regelmaat voetbadjes, heel dikwijls houden we hun handen vast, strelen door hun haar, geven hen een knuffel,… Tenminste, normaal doet we dit zo. Sinds enige tijd leven we in coronatijden. Je zou ons eens moeten bezig zien: mondmaskers, plastic handschoenen, enkel aanraken als het niet anders kan. Zeker geen knuffels, niet door de haren strijke