maandag in de tweede paasweek
‘Niemand onder hen leed enig gebrek: wie een stuk grond of een huis bezat, verkocht het, bracht de opbrengst naar de apostelen en legde die aan hun voeten neer, waarna het geld naar behoefte onder de gelovigen werd verdeeld.’
Zo lezen we vandaag in de Handelingen.
Gisteren, maandag, zat ik in station Gent Dampoort op een bank te wachten op mijn trein, genietend van de avondzon op mijn gezicht. Tot er een jonge man me aansprak. Onverzorgd, een soort sweater, een trainingsbroek met scheuren, blootsvoets in sandalen, in één hand een volgepropte Aldizak en de andere hand open uitstrekkend naar mij. In gebroken Nederlands vroeg hij of ik wat geld kon missen om eten te kopen.
Velen van ons moeten deze dagen in hun kot blijven. Dat zou deze man gewoon niet kunnen, omdat hij, vermoed ik, simpelweg geen kot heeft. Ik denk dat al zijn bezittingen in die Aldi-zak zaten.
Als ik dan nu de eerste lezing van vandaag lees, gaan mijn gedachten uit naar deze man. Wat is het toch allemaal oneerlijk verdeeld he mensen. Nochtans is het christelijk gedachtengoed duidelijk: Deel met elkaar.
Het is Paastijd. We vieren dat Christus verrezen is. Ja hoor, alle reden tot feest. Maar mag Christus’ opstanding aub ook inhouden dat we als christengemeenschap gaan delen met de armen, hen ziende als onze broeders en zusters…
Laten we de straat opgaan, lieve mensen. Ok, is het is coronatijd, maar heel binnenkort mogen we weer letterlijk de straat op. Laten we vanuit de vreugde van Pasen de armen omarmen. Het is de Heer zelf die zijn hand uitstrekt naar ons, de Kerkgemeenschap, bedelend om een boterham en liefde.
We moeten ons in alle eerlijkheid de vraag durven stellen hoe we het kunnen rijmen de Heer te loven met gouden kelken en cibories terwijl we heel dikwijls de armen niet zien staan... Natuurlijk mogen we uit eerbied voor de Heer Hem lof brengen door Hem te ontvangen in een gouden ciborie, maar laten we de armen dezelfde eer toezingen, want de Heer komt door hen niet minder onder ons aanwezig dan in de eucharistie.
Moge, naar de woorden van Franciscus van Assisi, wat in eerste instantie bitter overkomt zoet worden, door het ten diepste in Christus te omhelzen.
kris
Zo lezen we vandaag in de Handelingen.
Gisteren, maandag, zat ik in station Gent Dampoort op een bank te wachten op mijn trein, genietend van de avondzon op mijn gezicht. Tot er een jonge man me aansprak. Onverzorgd, een soort sweater, een trainingsbroek met scheuren, blootsvoets in sandalen, in één hand een volgepropte Aldizak en de andere hand open uitstrekkend naar mij. In gebroken Nederlands vroeg hij of ik wat geld kon missen om eten te kopen.
Velen van ons moeten deze dagen in hun kot blijven. Dat zou deze man gewoon niet kunnen, omdat hij, vermoed ik, simpelweg geen kot heeft. Ik denk dat al zijn bezittingen in die Aldi-zak zaten.
Als ik dan nu de eerste lezing van vandaag lees, gaan mijn gedachten uit naar deze man. Wat is het toch allemaal oneerlijk verdeeld he mensen. Nochtans is het christelijk gedachtengoed duidelijk: Deel met elkaar.
Het is Paastijd. We vieren dat Christus verrezen is. Ja hoor, alle reden tot feest. Maar mag Christus’ opstanding aub ook inhouden dat we als christengemeenschap gaan delen met de armen, hen ziende als onze broeders en zusters…
Laten we de straat opgaan, lieve mensen. Ok, is het is coronatijd, maar heel binnenkort mogen we weer letterlijk de straat op. Laten we vanuit de vreugde van Pasen de armen omarmen. Het is de Heer zelf die zijn hand uitstrekt naar ons, de Kerkgemeenschap, bedelend om een boterham en liefde.
We moeten ons in alle eerlijkheid de vraag durven stellen hoe we het kunnen rijmen de Heer te loven met gouden kelken en cibories terwijl we heel dikwijls de armen niet zien staan... Natuurlijk mogen we uit eerbied voor de Heer Hem lof brengen door Hem te ontvangen in een gouden ciborie, maar laten we de armen dezelfde eer toezingen, want de Heer komt door hen niet minder onder ons aanwezig dan in de eucharistie.
Moge, naar de woorden van Franciscus van Assisi, wat in eerste instantie bitter overkomt zoet worden, door het ten diepste in Christus te omhelzen.
kris
Je moet opnieuw geboren worden, zegt Jezus. Dat is anders gaan leven en denken. Dat is leven zoals Jezus het getoond heeft. Jezus leeft helemaal uit God. En Jezus toont ons dat God een God van delen is, een God van geven ook, want Hij is liefde en liefde is geven. Nicodemus verstond het niet hoe hij herboren kon worden. Hij begreep niet hoe je anders denken en leven kon. Jezus gaf zichzelf als voorbeeld. Niemand is ooit naar de hemel opgeklommen, zegt Jezus, behalve Hij die uit de hemel neer is gedaald, de Mensenzoon, die omhoog moet worden geheven zoals Mozes eens de slang omhoog hief opdat ieder die gelooft, in Hem eeuwig leven zal hebben. Wat betekent dat? Dat Jezus Zijn leven zal geven voor ons allen. Jezus klampt zich niet vast aan Zijn gelijkheid met God – wat Hij wel is – Hij wordt een slaaf die onze voeten wast. Vgl. de mooie hymne in Filippenzen 2, 6-11. Jezus zal voor ons aan het kruis hangen om ons omhoog te tillen naar waar Hij zelf is: bij de Vader. Vgl. Joh. 14, 3: ‘Ik ga heen om voor u een plaats te bereiden opdat ook gij zult zijn waar Ik ben’.
BeantwoordenVerwijderenWat houdt dat in voor ons leven nu, voor elk van ons persoonlijk? Dat wij ons weg moeten cijferen. Jezus leert ons een wiskunde die niet deze van de wereld is. 1 + 1 is niet gelijk aan 2. 1 - 1 is 2, 3, 4, zelfs plus oneindig. Als je profiteert van een ander, iemand bij je neemt in welke relatie ook, ook in zakenrelaties, gewoon maar om jezelf te verrijken, dat is 1 + 1, dan wordt dat niet 2, maar nul. Dan gaan beiden ten onder. Als je doet wat Jezus doet, jezelf prijsgeven, dat is 1 - 1, dan is dat niet nul, dat wordt eeuwig leven, oneindig leven, plus oneindig.
In de eerste lezing hoorden we hoe de eerste christenen dat toe hebben gepast. Ze gaven alles weg in één pot, ze bezaten alles gemeenschappelijk. Dat heb je nu nog in kloostergemeenschappen. Daar heeft geen van de leden een persoonlijk bezit, maar alles wordt gedeeld. Als de Kerk groter werd, is dat ideaal van het begin niet volgehouden. Maar ook nu kennen wij, zeker in België, een mooi stelsel van sociale zekerheid. Het is nu aan ons, aan elk persoonlijk, om uit te maken of hij of zij niet profiteert van het systeem of van de anderen, of hij of zij nog niet iets meer kan delen of weggeven. En weggeven is niet altijd geld. Ook in een kloostergemeenschap kan je profiteren van de anderen door het werk dat je toe is vertrouwd te laten liggen of het maar half te doen, zodat een ander het dan moet doen. Laten wij kijken in ons hart vandaag hoever we al herboren zijn en leven in de rekenkunde van Jezus die erin bestaat jezelf los te laten en te verliezen om met God en de anderen te kunnen leven in volheid.
Laat ons nuchter blijven aub! Het beeld dat de Handelingen van de Apostelen ophangen over de eerste christelijke gemeenschap, is een ideaal dat voorgehouden werd. Een nogal onbereikbaar ideaal zelfs. Zo doen we dat vandaag nog. We houden elkaar idealen voor, opdat we ernaar zouden streven. In de Handelingen lezen we trouwens dat het niet altijd lukte. Sommigen hielden geld achter, soms reclameerden sommige groepen christenen dat hun weduwen achteruit gesteld werden enz... Nuchter blijven, met de voetjes op de grond, niet te sterk idealiseren!
VerwijderenGoed dat je het schrijft: "Als de Kerk groter werd, is dat ideaal van het begin niet volgehouden".
Inderdaad, de realiteit leert ons dat niet altijd gebeurt wat gevraagd wordt. Maar dat betekent niet dat we het ideaal niet moeten blijven benoemen. Een samenleving waar het visioen verdwijnt, of niet meer benoemt wordt, vervaagd naar plat gedoe.
VerwijderenDe lat van het evangelie ligt hoog. Wat goed is, zou ik zeggen.
Het Nieuwe Testament leert ons ook dat Gods barmhartigheid altijd present is wanneer het ons niet lukt. Dit mag echter geen vrijgeleide zijn niet te willen groeien.
Moge de oproep van Jezus een spiegel zijn die ons tot groei is, met vallen en opstaan.
"Alles wordt gedeeld in kloostergemeenschappen" lees ik. De congregaties en ordes (in hun geheel) behoren tot de rijkste gemeenschappen in onze maatschappij. Laten we dat ook maar eens eerlijk toegeven.
BeantwoordenVerwijderenMisschien goed, dat sommige van die leefvormen verdwijnen opdat het evangelische ideaal weer de kop kan opsteken. Dat is ten andere volop bezig. Maar misschien meer buiten de vertrouwde kerkelijke structuren dan erbinnen. "Versta toch die tekenen van de tijd", hoor ik Jezus daarover zeggen.
Verder lees ik ook hierboven dat we "een mooi stelsel van sociale zekerheid" hebben. Ja, voor hen die het kunnen betalen. Er zijn vele duizenden van onze landgenoten die daar NIET kunnen van genieten. Voor hen die geld hebben, hun bijdragen kunnen betalen enz... ja, de rest valt buiten de mazen van het net. En dat zijn er nog altijd vééééél te veel! Het principe is mooi, de praktijk is in vele gevallen bedroevend. Je ontmoet ze elke dag op straat als je ermee praat.
Jullie doen me daar mee pijn. Er zijn mensen die hun moeder de Kerk niet beminnen. Onze sociale zekerheid is niet perfect, maar van de beste in de wereld. Kijk maar eens elders.
BeantwoordenVerwijderenNooit de bedoeling om iemand pijn te doen. Het is gewoon een nuchtere vaststelling vanuit de realiteit.
VerwijderenMij deden deze woorden pijn:'
VerwijderenWe moeten ons in alle eerlijkheid de vraag durven stellen hoe we het kunnen rijmen de Heer te loven met gouden kelken en cibories terwijl we heel dikwijls de armen niet zien staan..
Voor Jezus kan het voor mij niet mooi genoeg zijn,arme heb je altijd onder je ,zei Jezus ,maar Mij niet !
Dat is zeker waar dat Jezus dat zei over de armen, maar het ontslaat ons niet van onze reuzegrote verantwoordelijkheid tegenover de armen. Denk aan de parabel van de rijke, en de arme Lazarus. Denk aan de woorden van Jezus: niet ieder die tot Mij zegt Heer, Heer, zal het Rijk binnengaan. Enkel wat wij voor de minsten der zijnen gedaan hebben, zal tellen in de eeuwigheid. Niet het feit of wij uit gouden kelken drinken enz... Maar het is niet mijn bedoeling om hier eindeloze discussie over te voeren. Niet voor niets heeft Paus Franciscus nog niet zó heel lang geleden zijn bisschoppen en prelaten opgeroepen om hun zilveren en gouden kruisen af te leggen en meer eenvoud uit te stralen in hun (ook liturgische) kledij.
VerwijderenHet is niet dit Of dat ,het is én dit én dat, gaan perfect samen,eerbied voor het goddelijke ,Eucharistie hier beneden samen met de Goddelijke Eredienst in de hemel en liefde en daadwerkelijke hulp aan de minderbedeelde,dat is mijn gevoel.
BeantwoordenVerwijderenrespect voor ieders gevoel. Geen probleem voor mij.
VerwijderenToen ik de reacties las op het"van Woord naar Leven" kwam onmiddellijk de passage uit de Bijbel in mijn hoofd waar Jezus het heeft over de kameel, de rijke, het oog vd naald en het koninkrijk van de Hemel.
BeantwoordenVerwijderenIk besefte dat ik mij niet moest bezighouden met wat anderen doen of niet doen maar met de vraag "wat doe ik om in het koninkrijk van de Hemel te komen ?"
Juist ,volkomen mee eens,als mensen mopperen over wat anderen doen,ben ik de eerste om te zeggen,het zijn volwassen mensen ,zij moeten verantwoording af leggen,God zal op jou einde niet zeggen:'wat heeft x gedaan, voor de arme ,maar wat heb jij gedaan?
BeantwoordenVerwijderen