zaterdag in de paasweek
Jezus sprak: 'Trek heel de wereld rond en maak aan ieder schepsel het goede nieuws bekend.'
Jezus was niet enkel de Blijde Boodschap, Hij droeg ze ook uit, met de bedoeling dat z'n volgelingen deel zouden krijgen aan die Blijde Boodschap (lees: deel krijgen aan het leven van Hem), en er, net zoals Hij, uitdragers van zouden zijn. Een opdracht voor de apostelen, maar in zekere zin ook een opdracht aan het adres van ieder van ons. Het is een oproep van alle tijden voor ieder mens die de kans gekregen heeft de Heer te leren kennen.
Het zou een vergissing zijn te denken dat enkel paus, bisschoppen, priesters en religieuzen belast zouden zijn met deze opdracht. Nee, elke christen is in wezen gezonden om drager en uitdrager te zijn van het evangelie. Paus Franciscus zal het beslist anders doen dan de gewone man/vrouw in de straat, en toch gaat het in wezen om dezelfde zending.
De voorwaarde om uitdrager van iets te kunnen zijn is dat je er drager van bent. Willen we dus het evangelie uitdragen, zullen we er dus eerst drager van moeten zijn. Drager van het evangelie zullen we worden door het met regelmaat te beluisteren, te lezen, te bemediteren, te bestuderen.
Het evangelie beluisteren is Christus beluisteren. Het evangelie lezen is Christus lezen. In wezen is het evangelie beluisteren of lezen dus gebed. Het is doorheen de woorden Hem ontvangen, Hem ontmoeten.
En dan gaat het niet zozeer over tekst en woorden als een aaneenschakeling van letters, maar veeleer over de inhoud van de tekst, en de genade die de tekst draagt. Het gaat dus niet om het woord als woord als dusdanig, maar om de inhoud (betekenis en genade) van de woorden, om de geest van de letter; door God aan ons geschonken.
De evangelies zijn immers niet enkel woorden uit een verre geschiedenis, maar het is ‘levend Woord’, zoals we dat zeggen, wat betekent dat het de genade van de Heer in zich draagt; als een aanraking zeg maar. Het is de genade die ieder van ons nodig heeft op de moment wanneer we het evangelie beluisteren, of lezen. Dit met de bedoeling Gods wil te leren kennen en te groeien in ons ja-woord tot de Vader vanuit onze verbintenis met Christus.
Laat ons het evangelie liefhebben, het dagelijks omarmen, het bij wijze van spreken 'opeten'.
De evangelies staan vol prachtige verhalen: anekdoten, gesprekken, daden, oproepen, enz… Allemaal zaken die ons innerlijk voeden, niet alleen omdat ze spiritueel gezien interessant zijn, maar vooral ook omdat de Heer door al deze zaken naar ons toekomt met zijn hulp (lees: genade) te mogen en te kunnen delen in zijn liefde.
Moge het lezen van de evangelies geen egotrip worden in en voor onszelf, maar laten we de Blijde Boodschap ook uitdragen, waartoe het evangelie van vandaag oproept. Voor de meeste van ons hoeft dat doorgaans niet gepaard te gaan met grote woorden. Gewoon vanuit Gods liefde liefhebben, vergeven, barmhartig zijn, enz… we weten eigenlijk maar al te goed wat het inhoudt. Het is een kwestie van doen, ervoor kiezen, ervoor gaan. Echt waar.
Het evangelie belichamen kent echt mooie en diepe vruchten. Het schept gemeenschap, het brengt leven, het geeft vreugde, het toont God. Het zijn vruchten waar op zoveel plaatsen de wereld diep naar dorst.
Het zijn vruchten die zo haaks staan op zoveel wantoestanden in de wereld. Als christenen mag dit laatste misschien een reden zijn om ons nog meer te profileren in onze samenlevingen. We moeten dit niet opdringerig of hoogmoedig doen, maar wel duidelijk en klaar, vastberaden, eerlijk, oprecht en biddend. Graag vanuit de innerlijke vreugde van Pasen.
kris
Jezus was niet enkel de Blijde Boodschap, Hij droeg ze ook uit, met de bedoeling dat z'n volgelingen deel zouden krijgen aan die Blijde Boodschap (lees: deel krijgen aan het leven van Hem), en er, net zoals Hij, uitdragers van zouden zijn. Een opdracht voor de apostelen, maar in zekere zin ook een opdracht aan het adres van ieder van ons. Het is een oproep van alle tijden voor ieder mens die de kans gekregen heeft de Heer te leren kennen.
Het zou een vergissing zijn te denken dat enkel paus, bisschoppen, priesters en religieuzen belast zouden zijn met deze opdracht. Nee, elke christen is in wezen gezonden om drager en uitdrager te zijn van het evangelie. Paus Franciscus zal het beslist anders doen dan de gewone man/vrouw in de straat, en toch gaat het in wezen om dezelfde zending.
De voorwaarde om uitdrager van iets te kunnen zijn is dat je er drager van bent. Willen we dus het evangelie uitdragen, zullen we er dus eerst drager van moeten zijn. Drager van het evangelie zullen we worden door het met regelmaat te beluisteren, te lezen, te bemediteren, te bestuderen.
Het evangelie beluisteren is Christus beluisteren. Het evangelie lezen is Christus lezen. In wezen is het evangelie beluisteren of lezen dus gebed. Het is doorheen de woorden Hem ontvangen, Hem ontmoeten.
En dan gaat het niet zozeer over tekst en woorden als een aaneenschakeling van letters, maar veeleer over de inhoud van de tekst, en de genade die de tekst draagt. Het gaat dus niet om het woord als woord als dusdanig, maar om de inhoud (betekenis en genade) van de woorden, om de geest van de letter; door God aan ons geschonken.
De evangelies zijn immers niet enkel woorden uit een verre geschiedenis, maar het is ‘levend Woord’, zoals we dat zeggen, wat betekent dat het de genade van de Heer in zich draagt; als een aanraking zeg maar. Het is de genade die ieder van ons nodig heeft op de moment wanneer we het evangelie beluisteren, of lezen. Dit met de bedoeling Gods wil te leren kennen en te groeien in ons ja-woord tot de Vader vanuit onze verbintenis met Christus.
Laat ons het evangelie liefhebben, het dagelijks omarmen, het bij wijze van spreken 'opeten'.
De evangelies staan vol prachtige verhalen: anekdoten, gesprekken, daden, oproepen, enz… Allemaal zaken die ons innerlijk voeden, niet alleen omdat ze spiritueel gezien interessant zijn, maar vooral ook omdat de Heer door al deze zaken naar ons toekomt met zijn hulp (lees: genade) te mogen en te kunnen delen in zijn liefde.
Moge het lezen van de evangelies geen egotrip worden in en voor onszelf, maar laten we de Blijde Boodschap ook uitdragen, waartoe het evangelie van vandaag oproept. Voor de meeste van ons hoeft dat doorgaans niet gepaard te gaan met grote woorden. Gewoon vanuit Gods liefde liefhebben, vergeven, barmhartig zijn, enz… we weten eigenlijk maar al te goed wat het inhoudt. Het is een kwestie van doen, ervoor kiezen, ervoor gaan. Echt waar.
Het evangelie belichamen kent echt mooie en diepe vruchten. Het schept gemeenschap, het brengt leven, het geeft vreugde, het toont God. Het zijn vruchten waar op zoveel plaatsen de wereld diep naar dorst.
Het zijn vruchten die zo haaks staan op zoveel wantoestanden in de wereld. Als christenen mag dit laatste misschien een reden zijn om ons nog meer te profileren in onze samenlevingen. We moeten dit niet opdringerig of hoogmoedig doen, maar wel duidelijk en klaar, vastberaden, eerlijk, oprecht en biddend. Graag vanuit de innerlijke vreugde van Pasen.
kris
Dank u, Kris. Dit is een heel duidelijke en krachtige boodschap van leven!
BeantwoordenVerwijderenDe Paasweek loopt op haar einde. Het evangelie van Marcus dat we hoorden, vat nog eens alles samen wat wij deze week al hoorden. Men meent dat dit stukje evangelie een latere toevoeging is aan het Marcusevangelie. Het kon eigenlijk niet anders. Mc. 16, 8 eindigt met: ‘De vrouwen vluchtten weg van het graf; schrik en ontsteltenis hadden hen overweldigd en uit vrees zeiden ze er niemand iets van’. Als dat zwijgen had blijven duren, dan wisten ook wij niets van Jezus’ opstanding. De andere evangeliën vertellen dan ook dat de vrouwen wel naar de apostelen gingen om hen te vertellen over het graf dat leeg was en over wat de engel en zelfs Jezus zelf hen hadden gezegd. Mij treft dat zinnetje uit het evangelie van vandaag: ‘Jezus verweet Zijn leerlingen hun ongeloof’. Deze week las ik iets over Mirjana, een van de ziensters uit Medjugorje. Ze zegt dat ze aan niemand haar mening opdringt, zelfs aan haar kinderen niet. Ze probeert wel raad te geven en het goede voorbeeld, maar je kunt niets beslissen in de plaats van een ander, zegt zij. Elk moet t.o.v. God kiezen voor wat God van hem of haar vraagt. Ze zegt over de H. Maagd dat zij haar nooit zenuwachtig of kwaad heeft gezien. Maria heeft altijd een glimlach, zegt Mirjana, tenzij ze bedroefd is voor ons. Maar Maria is nooit kwaad, ze oordeelt nooit. Mirjana zegt dat zij op dezelfde manier probeert te handelen, want zo heeft zij het van de H. Maagd geleerd. Waarom vertel ik dat nu? Omdat Jezus Zijn leerlingen weliswaar hun ongeloof verwijt, maar onmiddellijk daarop, in het vers dat volgt, zegt Hij: ‘Gaat uit over de hele wereld en verkondigt het evangelie aan de hele schepping’. Jezus is dus ook niet echt kwaad. Hij zegt wel wat Hij zeggen moet, maar altijd doet Hij met ons voort. Dat zien we ook in de eerste lezing: Petrus en Johannes moeten zwijgen over Jezus, ‘maar dat kunnen we niet meer’, zeggen ze. ‘Het is voor ons onmogelijk niet te spreken over hetgeen wij gezien en gehoord hebben’. Kunnen wij dat ook zeggen? Ik denk het wel. Wie Jezus ook maar een beetje mee heeft gemaakt, kan over Hem niet meer zwijgen.
Marcus is het (belangrijkste) basisevangelie waarop de andere synoptici zich lieten inspireren.
BeantwoordenVerwijderenZou het kunnen dat de 'lichamelijke' verrijzenis wordt beschreven en aangeduid, omdat hun geloof zo authentiek was dat er overgeleverd werd dat Jezus ook lichamelijk verrezen is ?
Het staat nochtans zo in de geloofsbelijdenis, volgens mij een mysterie.