3e paaszondag - A

Het Emmaüsverhaal… Mooi en rijk tot in z’n diepste vezels. Zeker wanneer je jezelf spiegelt in heel het gebeuren. De Emmaüsgangers zijn namelijk dikwijls wij zelf; meer dan we vermoeden. In de zin van: zo dikwijls loopt de Heer naast en met ons mee, spreekt Hij ons aan, gaan we in dialoog met Hem,…

En dan zijn er twee mogelijkheden. Ofwel herkennen we Hem, ofwel herkennen we Hem niet.

De Emmaüsgangers uit het evangelie erkenden Hem wel, ofschoon niet onmiddellijk. Pas bij het breken van het brood herkenden ze hun Heer. In genade maakte Hij zich kenbaar; zichzelf gevend in het brood, het brekend en delend.

Ik denk dat Jezus in veel meer situaties dan we vermoeden met ons het brood komt breken. Maar we zien het niet altijd, omdat we er geen oog voor hebben, verblind door onze bezigheden die we ons dikwijls op zo’n wijze toe-eigenen dat er voor God geen of amper nog plaats is. Terwijl Jezus, als vreemdeling uit de hemel, in alles wat we doen aanwezig komt; als metgezel, als Heer en Broer, als behoeder en gids, als voorganger en inspirator.

Als we in al ons doen, én ons laten, Hem aanwezig weten, Hem als Heer herkennen, zullen we de diepe ervaring ontvangen dat Hij het brood met ons zal delen, zichzelf gevend aan ons diepste binnenste, vragend ons aan Hem te schenken, om vanuit het gezonden worden naar ons Jeruzalem terug te keren; Hem verkondigend in daad, gebaar en woord.

Moge bij ons allen ons harten in vlam komen te staan wanneer Hij met ons meegaat.

kris

Reacties

  1. Gij volgt ons uit Jeruzalem
    en spreekt zodat ons in uw stem
    waar Gij de Schriften opendoet,
    het woord van den beginne groet.

    Zo zult Gij ons terzijde gaan,
    want Gij zijt waarlijk opgestaan,
    in 't breken van ons brood zijt Gij
    ons in ons eigen huis nabij.

    O Heer, tot U zo bidden wij,
    blijf in ons midden, wees nabij,
    steek Gij ons dorre hart in brand
    al zijn wij traag door onverstand.

    Wanneer ons dan de avond wenkt,
    de schaduw van ons leven lengt,
    wees onze laatste reisgenoot,
    een met gezel in alle nood.

    (Getijdenboek blz. 750)

    In elke eucharistie gebeurt het verhaal van Emmaüs. Wij, vol van wat ons bezighoudt, mogen horen het Woord van God. De Heer zelf mengt zich in ons gesprek en geeft dan zichzelf in brood en wijn, opdat wij met nieuwe moed, de dag of week ingaan. Opdat ook wij op onze beurt, horen wat een ander lijden doet en met Christus' levensbloed gevoed, Zijn woord brengen in hun hart dat hen weer leven doet.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. De leerlingen van Emmaüs …

    Juist die dag,
    juist in deze coronatijden,
    waren er twee van hen op weg.

    Blijf in je kot!
    Nee, ze gingen juist terug naar hun kot.

    Maar was die verplaatsing wel essentieel?
    Ja, ze ‘moesten’ wel op weg,
    anders waren ze
    díe ontmoeting mislopen.

    Terwijl ze zo aan het praten waren
    en van gedachten wisselden
    en waarover waren die twee zo druk aan het praten?

    Waarover spreken mensen in deze coronatijd anders nog?
    Over alles wat beangstigt,
    wat onveilig aanvoelt,
    wat stil- of helemaal weg-valt,
    wat zwaar begint te wegen, …
    en van gedachten wisselden,
    juist dan kwam Jezus zelf op hen toe
    en liep met hen mee.

    Nu nog een derde die erbij komt!
    Social distance gerespecteerd?

    Maar hun ogen werden verhinderd Hem te herkennen.
    hun oren werden verhinderd,
    hun hart werd verhinderd.
    ‘Zijt Gij dan de enige in deze wereld
    die niet weet wat er al maanden aan de gang is?

    En ze gingen samen verder.
    Maar ze zagen niet dat er mensen
    eenzaam achter het raam
    voor zich uit stonden te staren,
    ze hadden er niet op gelet
    dat de zoveelste ambulance voorbijreed,
    met een zieke,
    ze hadden niet gehoord
    dat mensen vanuit hun kot
    tekens van bemoediging
    en ondersteuning gaven
    aan al wie nog volop met en voor anderen
    mee in het lijden ging staan.

    Ze hadden er vooral geen acht op geslagen
    dat die ander, die met hen meeliep,
    onder het praten en luisteren
    deze dingen wèl had gezien en gehoord.

    Zo kwamen ze weer bij hun kot.
    Maar Hij deed
    alsof Hij verder moest gaan.
    Zij drongen bij Hem aan:
    ‘Blijf bij ons, want het wordt al avond
    en de dag loopt ten einde’.
    Waarom drongen ze daar zo bij Hem op aan?
    Uit bezorgdheid voor Hem,
    omdat Hij anders alleen
    in de donkere nacht verder moest?

    Die donkere nacht
    die zoveel mensen kenden …
    Of omdat ze het voor zichzelf wel graag zouden hebben?

    Het zou hen aangenaam zijn
    dat ze in die beangstigende tijd
    niet alleen thuis moesten zitten.

    En Hij gaat met hen aan tafel.
    Al weken kunnen we niet meer samen komen
    om eucharistie te vieren.
    Het eenvoudig samen delen
    - oh ja, dat is het slagwoord
    in de wereld van de sociale media.

    Maar wat
    en hoe
    kunnen we met elkaar delen
    in deze tijden?

    Er wordt veel gedeeld,
    in meevoelen, hulp, solidariteit,
    onophoudelijke inzet van zovelen …
    al dan niet, bewust of onbewust, in zijn naam …

    En als de ‘crisis’,
    de ‘lock down’
    voorbij zullen zijn,
    zullen weliswaar het vele verdriet
    en de pijn en de zorgen en ellende
    niet zomaar ‘weg’ zijn,
    maar misschien
    zullen we ons toch
    die vele momenten en ontmoetingen herinneren
    en zullen we zeggen:
    ‘Brandde ons hart niet in ons terwijl …’.

    Bron: Trappisten Brecht

    BeantwoordenVerwijderen
  3. "Moge bij ons allen ons harten in vlam komen te staan wanneer Hij met ons meegaat"

    Kris, ik las die zin -waarvoor dank- en mijn spontane reactie was "Maar Kris, Hij gaat met
    ons mee !"

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten