Posts

Posts uit maart, 2023 tonen

zaterdag in week 5 van de veertigdagentijd

Vandaag, waar we ons op de drempel begeven naar de Goede Week toe, lezen we dat Jezus het gesprek met de Joden niet meer aanging. Alles was zowat gezegd. Hij zocht de stilte op, Hij trok naar ‘de omgeving van de woestijn’ , zo staat er, waar Hij verbleef in Efraïm samen met z’n leerlingen. Ter voorbereiding van wat komen zou… Ik wil je uitnodigen, geliefde mensen, de komende week, de lezingen die de liturgie ons aanbiedt, echt diep ter harte te nemen. Opdat het een genadevolle week zou worden; voor jezelf, je geliefden, de Kerk en de wereld. Ga deze dagen vóór Pasen, mét Jezus, naar de ‘de omgeving van de woestijn’ ; naar de stilte; jouw stilte, die heilige plek diep in jezelf waar God zich openbaart, om je naar Hem te keren, om je in Hem te begeven, om van Hem te ontvangen. Nogal wat christenen zoeken deze dagen de stilte op van een abdij of klooster. Gastenverblijven in deze huizen zijn een weldaad voor zij die op zoek zijn naar uiterlijke en innerlijke rust, om hun relatie met de

vrijdag in week 5 van de veertigdagentijd

Vandaag horen we doorheen de profeet Jeremia:  ‘Zing voor de Heer, loof de Heer, want Hij heeft het leven van de arme uit de handen van boosdoeners gered.’ Deze bevrijdende uitspraak aan het adres van armen - die door boosdoeners uitgebuit worden - mogen we gerust letterlijk lezen. Door het feit dat ze arm zijn en onrechtvaardig behandeld, zijn ze in goed gezelschap. God de Heer staat aan hun zijde. Moge elke arme dit tot in het diepst van zijn of haar ziel ervaren. Laten we deze uitspraak ook eens beluisteren als gericht aan onze binnenkant. Want ook daar zijn heel wat boosdoeners die op ons inbeuken en trachten ons van God en gebod weg te houden. Afgoden, gewoonten, stemmingen,... Als we eerlijk in de spiegel kijken, dan kennen we ze. Hoewel... wat dat 'eerlijk' kijken betreft... het is niet evident. Want eigen aan dat soort boosdoeners is dat ze ons vaak blind maken, wat 'eerlijk in de spiegel kijken' bijzonder bemoeilijkt. Die blindheid kan zelfs zo ver gaan dat we

donderdag in week 5 van de veertigdagentijd

Vandaag zegt Jezus:  ‘Als iemand mijn woord bewaart zal hij de dood nooit zien.’ Zoals gisteren hier ook al gezegd, is het Woord van de Heer veel meer dan de woorden die Jezus uitgesproken heeft, of zoals ze staan opgetekend in de evangelies. Het (mensgeworden) Woord is Hijzelf. Doorheen de evangelies, de Kerk, de medemens, het broze, het lijden, de natuur, zoveel situaties, uitnodigingen,… komt het Woord tot ons, met de vraag het te ontvangen, er ‘ja’ op te zeggen. Jezus zegt vandaag dat we het Woord moeten  ‘bewaren’ . Bewaren heeft te maken met ‘zorg dragen voor’, zodat het zijn schoonheid en zijn inhoud niet verliest. Het niet te snel invullen, en het al zeker niet toeëigenen. Het laten zijn zoals het is. Enkel zo kan het Woord, de Heer zelf, zijn werk doen in je leven. Het Woord, of de Heer, moet gekoesterd worden, liefgehad, en wel als het hoogste Goed, door de hemel in ons hart gelegd, niet anders dan toen in de kribbe, of grot, te Bethlehem. Zoals de herders, die eenvoudige w

woensdag in week 5 van de veertigdagentijd

Vandaag zegt Jezus ons:  ‘Wanneer u blijft vasthouden aan wat Ik zeg, bent u werkelijk mijn leerlingen. U zult de waarheid kennen, en de waarheid zal u bevrijden.’  Christus is het mensgeworden woord van God. Dus niet enkel wat Hij zegt zijn zijn woorden, maar Hijzelf is het Woord. Overal waar Hij tot ons komt en tot ons spreekt, openbaart zich de waarheid die ons ten diepste zal vrij maken. Echte leerlingen van Jezus zijn zij die bij dit Woord blijven, bij de Heer dus. Dikwijls zijn we onvrij omdat we niet bij Christus blijven. In de betere momenten laten we Hem toe, mag Hij er zijn, vindt er zelfs een transformatie plaats, maar we zijn niet trouw, en vervallen al snel in die gewoontes die ons wegtrekken van de Heer. Of we laten Hem maar deels toe. We koesteren als het ware sommige duistere plekjes diep in onszelf die we niet willen prijsgeven. Merkwaardig hoe een mens zichzelf soms vastketent aan bepaalde praktijkjes. Soms zijn we echt  ‘slaaf van de zonde’  zoals Jezus dat vandaag

dinsdag in week 5 van de veertigdagentijd

Opzien naar het kruis Numeri 21, 4-9 / Johannes 8, 21-30 Beste mensen, na wat schermutselingen met de farizeeën kondigt Jezus aan dat Hij weg zal gaan naar een plaats waar de luisteraars niet kunnen komen. Die uitspraak roept vragen op bij zijn publiek. Jezus geeft wel antwoorden, maar die blijven vaag. De mensen begrepen niet dat hij over de Vader sprak. Het is maar de vraag of wij het zouden begrijpen. Bij herlezing dringt het tot ons door dat Hij spreekt over zijn intense verbondenheid met zijn Vader, over de eenheid met Hem en de steun, die Hij van zijn Vader zal mogen ontvangen bij de op handen zijnde ontwikkelingen. Jezus is namelijk op weg naar zijn laatste stap die Hij niet zelf meer kan zetten, maar die Hem aangedaan wordt: Wanneer u de Mensenzoon hoog verheven hebt… dan zult u weten dat Ik het ben en dat Ik niets uit mijzelf doe, maar over deze dingen spreek zoals de Vader het Mij geleerd heeft. We gaan even terug naar de eerste lezing waarin de opstandigheid van het volk

maandag in week 5 van de veertigdagentijd

Vandaag zegt Jezus tot ons: ‘Wie van jullie zonder zonde is, laat die als eerste een steen naar haar werpen.’  We zijn zo snel in het oordelen over anderen. De middeleeuwse schandpaal is soms zeer actueel. Vanwaar toch die drang naar oordelen? Op een of andere manier moet dat oppervlakkig gezien een goed gevoel geven, een soort kick. Raar maar waar. De waarheid is dat oordelen ons wegtrekt van de liefde, van elkaar, van God. Wie oordeelt sluit inderdaad zijn hart af voor de liefde. Vergeving krijgt zo goed als geen kans meer, laat staan verzoening. En, niet onbelangrijk, we verduisteren onze omgang met God. Betekent dit dat we geen kwaad meer mogen zien en benoemen? Ja hoor, zeer zeker wel. Het is zelfs belangrijk te zien waar er kwaad heerst, zelfs door wie dit kwaad wordt gedaan. Maar dat wil nog niet zeggen dat we degene die kwaad doen moeten veroordelen. Dit laatste is niet de weg van Christus. Dat leert ons het evangelie vandaag. We zouden de naaste, ook degene die kwaad doet,

zondag 5 in de veertigdagentijd - A

Jezus riep luid: ‘Lazarus, kom naar buiten!’  De dode kwam tevoorschijn, zijn handen en voeten in linnen gewikkeld, en zijn gezicht bedekt door een doek. Jezus zei tegen de omstanders: ‘Maak de doeken los, en laat hem gaan.’ Zo lezen we vandaag. Dit doe me denken aan een uitspraak van Jezus een hoofstuk eerder waar Hij zegt: 'Mijn schapen luisteren naar mijn stem, Ik ken ze en zij volgen Mij.' (Joh 10,27). Geliefde mensen, ik bedoel ik het niet clichématig, maar hoeveel mensen leven er vandaag de dag in duisternis, verborgen achter grote grafstenen die maar niet weggerold raken. Alsof mensen soms vastgeketend zijn en geen uitweg meer zien. Soms duurt het maanden, soms jaren. Laat dit vooral niet een nooit een oordeel zijn! En laten we vooral niet te snel denken dat wij hiervan gevrijwaard zouden zijn. Het gaat immers niet over wél of niet. Het kan ook zijn dat er stukken zijn in het leven van een mens die in duisternis blijven, terwijl andere stukken het licht wél toelaten.

25 maart - Aankondiging van de Heer

God bezocht Maria via zijn engel. Wat een gebeuren! En dan nog wel met de aankondiging dat zij de Zoon van de Allerhoogste zou dragen. Onvoorstelbaar, maar waar. Eerst was er schrik, huivering, vragen, maar uiteindelijk zei Maria wel 'ja' tot de engel, wat een heus scharnierpunt zal worden in de geschiedenis. Hoe komt het dat Maria 'ja' zei? We zouden als volgt kunnen samenvatten: 'Als God er is voor mij, ben ik er voor Hem.' Wederkerige liefde noemt men dat. Liefde roept op tot liefde. Liefde wekt liefde. Ook al zijn wij biologisch niet uitgekozen, zoals het bij Maria wel het geval was, om Jezus te dragen en te baren, in wezen zijn we wel uitgenodigd tot hetzelfde 'ja'. God komt niet anders tot ons dan Hij tot Maria is gekomen. In zekere zin vraagt God ook aan ons: 'Ben je bereid de Heer te dragen, en te baren voor de mensheid?' God kiest ieder van ons, Hij kiest u, Hij kiest mij, en spreekt ieder aan bij onze naam, heel persoonlijk, zeer ger

vrijdag in week 4 van de veertigdagentijd

De rechtvaardige is een levende aanklacht tegen onze opvattingen geworden. Zijn verschijning alleen al is ons een doorn in het oog, omdat hij anders leeft dan anderen en zich afwijkend gedraagt.  Zo horen we, in het boek Wijsheid, de zogenaamde goddelozen zeggen over de gelovigen. Doorheen zijn gedrag, de keuzes die hij maakt, de woorden die hij spreekt, getuigt een christen. En ja, de kans dat christelijk leven een doorn in het oog is van anderen is niet onbestaande. Laat het vooral geen reden zijn om je levensstijl aan te passen. Als je maar nederig blijft en de ander (ook de andersdenkende) ten diepste respecteert als mens, als was het maar omdat ook hij of zij ook een kind van God is. André Louf zegt dat - wanneer iemand in God leeft - niet anders zal kunnen dan getuigend aanwezig zijn in deze wereld. Hij zal zich daartoe van binnenuit gestuwd weten. Laten we luisteren wat hij daarover zegt: 'Het levende leven dat deel uitmaakt van de christelijke ervaring is niet bedoeld om

donderdag in week 4 van de veertigdagentijd

'U bestudeert de Schriften en u denkt daardoor eeuwig leven te hebben. Welnu, de Schriften getuigen over Mij, maar bij Mij wilt u niet komen om leven te ontvangen.' Jezus richtte deze uitspraak tot enkele hardleerse Joden van toen. En we gaan er nogal spontaan van uit dat ze dus niet zou gelden voor ons, christenen. Dat zou ik toch niet te snel durven beweren. Ook wij kunnen namelijk kennis nemen van de Schriften, zowel het Oude als het Nieuwe Testament, zonder de Heer te ontmoeten of leven van Hem te ontvangen. Vaak hebben we de neiging om de Bijbel rationeel te lezen, zelfs tijdens ons gebed. We lezen hem met ons hoofd, vinden het interessant, we nemen het ter harte en laten zelfs toe dat het richting geeft aan ons leven. Dikwijls zetten ze ons aan tot een christelijk gekleurd activisme, ja tot ware liefdadigheid, tot een ethisch verantwoord handelen. Dit klinkt beslist mooi waar in wezen is het mager. Als de Schriftlezingen ons niet in ontmoeting brengen met de Heer slaan

woensdag in week 4 van de veertigdagentijd

'In het uur van mijn genade geef Ik je antwoord, op de dag van de redding zal Ik je helpen. Ik zal je behoeden, Ik neem je in dienst voor mijn verbond met het volk, om het land weer op te richten, om het verlaten erfgoed in eigendom terug te geven, om tegen gevangenen te zeggen: ‘Ga in vrijheid!’ en tegen wie in het duister verblijft: ‘Kom tevoorschijn!’ Zo lezen we vandaag bij Jesaja. Laten we deze woorden eens beluisteren gericht naar onze binnenkant, ons hart, ons innerlijk leven. 'In het uur van mijn genade...' Het uur van Gods genade is het moment waar Hij beslist onze binnenkant overhoop te gooien door ons gelovig te laten inzien dat ons heil niet afhangt van eigen prestatiedrang maar wél van zijn kracht in ons. Het is - door genade - ons bewust worden van onze eigen zwakheid. Daarvoor zal Hij ons hart vermorzelen en vernederen. Vermorzelen in de zin dat alle hoogmoed moet gebroken worden. Vernederen in de zin van dat Hij zal tonen dat de nederigheid de enige weg za

dinsdag in week 4 van de veertigdagentijd

Sta op Beste mensen, het zal je maar overkomen dat je achtendertig jaar lang bedlegerig bent en dat er iemand die je niet kent naar je toekomt met de vraag of je gezond zou willen worden. Wie zou dat niet willen? De man  uit het evangelie heeft er al zo lang naar verlangd. Hij zit daar regelmatig bij het bad met geneeskrachtig water. Hij kan niet zelfstandig opstaan op het juiste moment om ernaartoe te lopen. Altijd is iemand anders hem voor. Maar toch zit hij er nu weer. Dan moet de hoop om te genezen nog steeds levend zijn. Dát is al een wonder, wie houdt het zo lang vol om te blijven hopen. Het verhaal ontwikkelt zich in sneltreinvaart, en de diepgang van het verhaal ook . Sta op , pak uw mat op en loop zegt Jezus tegen hem, en meteen staat hij op, is genezen en loopt weg. Later in het verhaal ontmoet hij Jezus opnieuw in de tempel. Jezus zegt tegen hem: U bent nu gezond. Zondig daarom niet meer. Ik zou met jullie willen nadenken over de woorden Sta op . Deze man is lichamelijk

H. Jozef

Het evangelie van vandaag eindigt met: 'Jozef werd wakker en deed wat de engel van de Heer hem had opgedragen.' Jozef was een gehoorzaam man. Hij gaf gehoor aan wat God hem vroeg en daarom is hij heilig. Door zijn gehoorzaamheid kon het plan van God met hemzelf, met Maria en Jezus, en de mensheid, zich verder voltrekken. Gehoorzaamheid... Het is ook onze roeping. Gehoor geven aan wat God vraagt maakt van onze wereld een samenleving naar Gods droom. Wie gehoorzaam wil zijn aan God zal drie dingen in 't oog moeten houden: Hij zal de kunst moeten verstaan om te 'horen'. Hij zal bereid moeten zijn - beschikbaar -  om gehoor te kunnen geven. En hij zal zich moeten openen voor de genade te kunnen binnengaan in het ja-woord van Jezus tot de Vader. Dat is christelijke gehoorzaamheid. Een Jood begint zijn ochtendgebed met de woorden 'Luister Israël ...' Het komt uit Deut 6, waarin opgeroepen wordt 'te luisteren'. Het is misschien wel het meest essentiële

zondag 4 in de veertigdagentijd - A

Onderstaande overweging is van de hand van Vincenzo Paglia, ontleend aan 'Het Woord van God elke dag 2023', uitgegeven bij Halewijn/Sant'Egidio Deze zondag wordt laetare genoemd - naar het eerste woord van de antifoon aan het begin van de liturgie - de zondag van de 'blijdschap'. De liturgie nodigt ons uit om de strengheid van de veertigdagentijd te onderbreken. Die blijdschap komt zeker niet voort uit de toestand van de wereld op dit moment. Het is moeilijk om redenen te vinden om blij te zijn als er nog steeds zoveel conflicten woeden op aarde en zo veel armen in de steek gelaten worden. Onze vreugde komt niet van de wereld, maar van de dag van Pasen die nadert en die de dood in overwinning verandert en droefheid in vreugde. De vreugde van de blindgeboren man die weer ziet, is de vreugde die de liturgie van ons vraagt. Hij was blind vanaf zijn geboorte en bleef langs de kant van de weg zitten bedelen om aalmoezen; zijn lot was bezegeld, zoals men zegt. Zodra Je

zaterdag in week 3 van de veertigdagentijd

‘Kom, laten wij teruggaan naar de Heer! Hij heeft ons verscheurd, Hij zal ons genezen; de hand die sloeg, zal ons verbinden. Hij redt ons na twee dagen van de dood, de derde dag doet Hij ons opstaan: in zijn nabijheid zullen wij leven. Dan zullen wij Hem kennen, ernaar jagen om de Heer te kennen. Even zeker als de dageraad zal Hij komen, Hij komt naar ons als milde regen, als de lenteregen die de aarde drenkt.’ Zo lezen we vandaag bij Hosea. Wie de nieuwsbrief voor deze veertigdagentijd heeft gelezen, en voor wie Van Woord naar leven dagelijks volgt, weet dat we deze vastentijd doorgaan met als thema: ‘Je hebt genoeg aan mijn genade, want mijn kracht openbaart zich juist ten volle wanneer iemand zwak is’ (2 Kor 12, 9a). Wel, het aangehaalde citaat uit Hosea verwoordt prachtig en to the point waarover het gaat. Het gaat inderdaad om een teruggaan naar de Heer. En dit vanuit een inzicht dat we van de Heer zélf mochten ontvangen. Het is het besef dat onze christen-zijn in wezen niet

vrijdag in week 3 van de veertigdagentijd

Ik zal voor Israël zijn als de dauw. Het zal bloeien als een lelie, wortelen als een ceder op de Libanon; zijn jonge loten zullen uitlopen. Het zal als een prachtige olijfboom pronken en geuren als de ceders op de Libanon. Zo lezen we vandaag bij Hosea. Dit belooft God voor de mens wanneer deze zich van Hem heeft afgekeerd en na berouw te hebben getoond zich terug tot Hem bekeert. Dát, geliefde mensen, is nu juist de Blijde Boodschap: God die altijd opnieuw bereid is zijn barmhartigheid te tonen wanneer mensen liever hun buik volgden dan Hem. Voor God is niemand verloren. Hij vraagt maar één zaak: dat we ons kwetsbaar openstellen voor Hem, zodat Hij helend aanwezig kan komen in ons onvermogen. Je kan je dan de vraag stellen: 'Wat met mensen die zich niet openstellen voor zijn genade? Is God dan enkel wachtend?' Wel, dat brengt ons bij het thema 'bidden voor anderen'. Ik ben er steevast van overtuigd dat ons gebed voor anderen hen kan openen voor God, en wel door de gen

donderdag in week 3 van de veertigdagentijd

Vanaf de dag dat jullie voorouders uit Egypte wegtrokken tot op de dag van vandaag heb Ik telkens weer mijn dienaren, de profeten, naar jullie gezonden. Maar niemand die naar Mij luisterde, niemand die Mij gehoorzaamde. Jullie zijn nog halsstarriger dan jullie voorouders. Zo lezen we vandaag bij de profeet Jeremia. Bij 'profeten' denken we al vaak - terecht overigens - aan Bijbelse profeten uit het Oude Testament zoals Jeremia, Jesaja, Ezechiël, Micha, Nahum,... Het zijn boodschappers van God. Vaak leggen ze de vinger op de wonde waar het fout gaat met de mensheid, roepen op tot bekering en tonen een weg van hoe het dan wél kan. In die zin zijn de Bijbelse profeten altijd mensen met een boodschap van hoop. Daarnaast heb je in de geschiedenis altijd profeten gehad die dan misschien niet de naam profeet dragen maar die wel profetisch leefden en in die zin ook profeten zijn. Ik denk aan heel wat heiligen uit de geschiedenis: Franciscus en Clara van Assisi, Vincentius à Paulo, pa

woensdag in week 3 van de veertigdagentijd

'Welk volk, hoe groot ook, heeft goden zo dichtbij als wij de Heer, onze God, telkens als wij Hem om hulp roepen?' Zo horen we Mozes vandaag zeggen. Zelfredzaamheid wordt de dag van vandaag hóóg in het vaandel gedragen. Het is het vermogen om zelfstandig je leven te leiden en om je eigen problemen op te lossen. Zo stimuleren wij bijvoorbeeld onze bewoners in het woonzorgcentrum om hun ochtendzorg zélf te doen, uiteraard in de mate van het mogelijke. Het behoedt een mens voor onnodige afhankelijkheid, het geeft eigenwaarde, enzovoort. Ook naar jonge mensen toe is het goed hen de waarde van zelfredzaamheid mee te geven. Het is niet fout te trachten je problemen zelf op te lossen. En zo kunnen we doorgaan. Dat enerzijds. Want, anderzijds, is er ook een deel in ons leven waar de zogenaamde zelfredzaamheid een duiveltje kan worden. Je kan denken álles zo in handen te moeten nemen dat je God niet meer nodig hebt. Of beter gezegd: dat je dénkt God niet meer nodig te hebben. Je stelt

dinsdag in week 3 van de veertigdagentijd

Beste mensen, ik denk dat Petrus het moeilijk heeft gehad met mensen uit zijn pastorale praktijk . Hij wil er wel eens met Jezus over praten. 'Als mijn broeder of zuster tegen mij zondigt, hoe vaak moet ik dan vergeving schenken?'    Met die vraag van Petrus begint de evangelielezing van vandaag. Petrus geeft zelf al een heel bijzondere maat aan. ' Tot zevenmaal toe?' Jezus reageert daarop echter met een zeer verbluffend antwoord. ' Niet tot zevenmaal toe, zeg Ik je, maar tot zeventig maal zeven', eigenlijk dus altijd weer opnieuw; mateloos. Jezus gaat er niet over redeneren met Petrus, maar vertelt er een verhaal bij. Dat werkt beter omdat de emoties rond vergevingsgezindheid (het niet kunnen vergeven) dan meteen concreet worden. In een verhaal ga je gemakkelijk mee in de opgeroepen gevoelens. Of Petrus het begrepen heeft horen we niet. Dat is ook niet nodig, want het gaat erover of wíj het begrijpen. In elk leven komen wel relationele strubbelingen voor.

maandag in week 3 van de veertigdagentijd

Vandaag horen we in de tussenzang enkele verzen uit psalm 42 en 43. Kijkend naar deze verzen enkele hartsmijmeringen. Zoals een hinde smacht naar stromend water, zo smacht mijn ziel naar U, o God. Mooi hoe de dorst naar God wordt verwoord als een smachten door een hinde naar stromend water. Wet het stromend water betreft... God is inderdaad geen stilstaande poel waar het water dreigt troebel en brak te worden. God stroomt wel degelijk. Hij is niet passief. Hij is voortdurend in beweging, Hij zit vol dynamiek en kracht. Hij is een en al gedrevenheid. Ja, als een bron en stroom van levend water. Wel, naar dit water mogen wij verlangen. Niet om daarná in gebed te gaan. Nee, het verlangen zélf is reeds gebed. Augustinus zegt hierover: 'Uw verlangen is uw gebed; indien u onophoudelijk verlangt, dan bidt u ook onophoudelijk. Er rust in de ziel een inwendig gebed dat geen einde kent, namelijk het verlangen. Uw voortdurend verlangen zal uw voortdurend geroep zijn. De vlam van de liefde

zondag 3 in de veertigdagentijd - A

Vandaag inspireerde ik me op een homilie van Romain Debbaut ontleend aan preken.be Geliefde mensen, dit tamelijk lang evangelie is bijzonder rijk aan inhoud. Het doopsel, de werking van de Geest van God in de mens, bekering, inzicht,... het zit er allemaal in. Maar het is ook en vooral het verhaal van een ontmoeting, en laten we daar wat dieper naar kijken. Een ontmoeting dus, en wàt voor een ontmoeting! Om te beginnen: Jezus mag daar eigenlijk niet zijn, want Samaria, dat is voor rechtgeaarde joden te mijden gebied. Samaritanen zijn immers niet 'zuiver op de graad'. Tijdens de ballingschap hebben ze zich vermengd met de Assyriërs, zodat er onecht bloed door hun aderen vloeit, en ook hun geloof is niet wat het moet zijn. Wie op reis is, kan Samaria maar beter vermijden, en trek je er toch doorheen, dan ben je meteen onrein  en mag je zelfs voor een bepaalde tijd de tempel niet meer binnen. En wat doet Jezus? Dwars tegen dat religieuze fanatisme en racisme in trekt Hij wél doo

zaterdag in week 2 van de veertigdagentijd

Ik zal naar mijn vader gaan en tegen hem zeggen: “Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u, ik ben het niet meer waard uw zoon genoemd te worden; behandel mij als een van uw dagloners.” Hij vertrok meteen en ging op weg naar zijn vader. Zijn vader zag hem in de verte al aankomen. Hij kreeg medelijden en rende op zijn zoon af, viel hem om de hals en kuste hem.  Wie vanuit een deemoedig hart - zich bewust zijnde van zijn zwakheid, berouw tonend om zijn zondigheid - zich opent voor de Heer, zal het toesnellen van Christus mét zijn omhelzing ervaren als een werkelijk terug thuiskomen bij de Vader. Hij zal niet anders kunnen dan het feest - hem aangeboden - blij en dankbaar aanvaarden. Het zal een feest zijn waar de barmhartigheid gevierd wordt, waar de liefde in al haar glorie bejubeld wordt, waar de gastvrijheid voor elkaar ten diepste beleefd wordt. Dit, geliefde mensen, mocht de verloren zoon ervaren, mogen wij ervaren wanneer we ons openen, en mogen zovelen ervaren wanneer w

vrijdag in week 2 van de veertigdagentijd

De overweging van vandaag is geïnspireerd aan woorden van Vincenzo Paglia, ontleend aan 'Het Woord van God elke dag - 2023', uitgegeven bij Halewijn. De tekst uit het boek Genesis vandaag vertelt het verhaal van Jozef, zoon van Jakob en diens vrouw Rachel. Zijn broers waren jaloers op zijn rol binnen de familie en op zijn dromen, en wilden hem uit de weg ruimen. In hem - een rechtvaardig man die uit jaloezie veroordeeld wordt - herkennen we Jezus, die over enkele weken verkocht en onschuldig zal veroordeeld worden in samenspraak met de Romeinen en de bewoners van Jeruzalem, opdat de priesters, de schriftgeleerden en de farizeeën jaloers op Hem waren. Ruben, de grote broer van Jozef, overtuigt de andere broers om Jozef niet te doden, maar om hem te verkopen aan handelaars die daar toevallig voorbij kwamen. Die kopen hem en brengen hem naar Egypte. Jozef, die over heel wat leiderschapscapaciteiten beschikt, schopt het tot in de hoogste Egyptische regionen, waar hij een naaste m

donderdag in week 2 van de veertigdagentijd

 De eerste lezing, uit de profeet Jeremia, gaat op het eerste zicht nogal kort door de bocht. We lezen: ‘Vervloekt wie op een mens vertrouwt...' , en wat verder: ‘Gezegend wie op de Heer vertrouwt…’. Wil dat zeggen dat een mens niet op een mens mag vertrouwen? Natuurlijk mag een mens op een mens vertrouwen. Elkaar vertrouwen geven, in beide richtingen, is immers mooi en edel. Daar is op zich niets mis mee. Maar de vraag is: wat betekent dat ‘vertrouwen op iemand’? Een mens is maar echt te vertrouwen wanneer hij in ‘de waarheid’ staat, wanneer hij ‘de waarheid’ dient, wanneer hij in naam van ‘de waarheid’ leeft. De waarheid hier te verstaan als datgene wat God met de mens voorheeft: Gods wil, de weg die God met de mens wil gaan. Wie Gods goedheid, wie zijn liefde vertegenwoordigt, mag uiteraard vertrouwd worden. Eigenlijk vertrouw je de Heer in die persoon; de Heer die doorheen die mens wordt belichaamd. Wanneer Jeremia zegt dat je niet op een mens moet vertrouwen, doelt hij op di

woensdag in week 2 van de veertigdagentijd

Onderweg naar Jeruzalem nam Jezus de twaalf leerlingen apart. Hij zei tegen hen: ‘We zijn nu op weg naar Jeruzalem, waar de Mensenzoon zal worden uitgeleverd aan de hogepriesters en de schriftgeleerden, die Hem ter dood zullen veroordelen. Ze zullen Hem uitleveren aan de heidenen, en die zullen Hem bespotten, geselen en kruisigen. Maar op de derde dag zal Hij worden opgewekt uit de dood.’ Was het nu echt niet mogelijk dat Pasen kon gebeuren zonder die Goede Vrijdag? Moest dat lijden nu echt? Jezus had kunnen weglopen, vluchten zeg maar, gewoon verdwijnen in het niets. Een andere mogelijkheid was dat Hij gewapenderhand ten strijde trok, en zijn leerlingen daartoe opriep. Nee, niets van dat. Hij moest en wou de weg van de liefde - én de geweldloosheid - ten einde toe gaan met een trouw om U tegen te zeggen. Met die trouw aan de Vader, en dus aan zijn zending, was Hij door zijn kruisweg en kruisdood ook ten diepste trouw aan de mens. Zijn lijden en sterven spreekt van een solidariteit

dinsdag in week 2 van de veertigdagentijd

Al zijn je zonden rood als scharlaken, ze worden wit als sneeuw, al zijn ze rood als purper, ze worden wit als wol. Jesaja 1,18 Beste mensen, vandaag zijn het pittige teksten, zowel in de lezing van Jesaja, als in de psalm, en ook in de evangelietekst. We leven nu in de veertigdagentijd, waarin we ons openstellen om inzicht te krijgen in wie we zelf zijn ten opzichte van de Eeuwige. Een tijd van inkeer, en ommekeer . Inkeer: we kijken naar onze binnenkant. Ommekeer : na een nieuw inzicht in onze levenspraktijk mogen we proberen ons gedrag bij te stellen of om te keren. Dat is echter gemakkelijker gezegd dan gedaan. Of het nu over kleine dingen gaat, of grote, het blijft moeilijk om je gewoontes te veranderen. Het belangrijkste is onze bereidheid om de goede richting te kiezen. Het uitvoeren ervan kost ons energie en vooral geduld met onszelf. Het lukt ons niet meteen, we kunnen af en toe de neiging krijgen om die poging tot verandering op te geven. Misschien gaat er dan wel een bell

maandag in week 2 van de veertigdagentijd

Heer, grote en geduchte God, die zijn beloften nakomt en trouw is aan wie Hem liefhebben en doen wat Hij gebiedt, wij hebben gezondigd en ons misdragen. Wij zijn slecht en opstandig geweest, wij zijn van uw geboden en regels afgeweken en wij hebben niet geluisterd naar uw dienaren, de profeten, die in uw naam tot onze koningen, onze vorsten, onze oudsten en tot het hele volk gesproken hebben. Uit de eerste lezing van vandaag. Gisteren hadden we het hier bij Van Woord naar leven nog over de plaats van de schuldbelijdenis tijdens de misviering. De schuldbede als moment van inkeer, bewustwording, en het uitdrukkelijk vragen om vergeving, ontferming, heling. Naar aanleiding van de eerste lezing van vandaag, waar Daniël in naam van het volk vergeving vraagt aan de Heer, wil ik met u wat dieper nadenken over het bewust worden - of zijn - van onze schuld jegens God en wat we daarmee kunnen doen. Vaak wordt het bewust-zijn van schuld gezien als een act van de mens die oprecht spijt heeft van

zondag 2 in de veertigdagentijd - A

Een stralende wolk overdekte hen, en uit de wolk klonk een stem: ‘Dit is mijn geliefde Zoon, in Hem vind Ik vreugde. Luister naar Hem!’  Geliefde mensen, ik zou u op een moment willen wijzen tijdens de eucharistieviering waar wij iets soortgelijks meemaken als wat Petrus, Jakobus en Johannes beleefden daar op de berg Tabor. Het is het moment van de zogenaamde 'elevatie': het opheffen van de hostie door de priester vlak na de consecratie. Wat wij dáár mogen aanschouwen is Christus in al zijn glorie; een letterlijk 'schitterend' moment tijdens de viering. Moesten we daar ten diepste in opgaan ... we zouden misschien - bij wijze van spreken - ook onze tenten willen opslaan om bij dit moment te blijven, om het vast te houden. Maar dat is - misschien jammer genoeg - niet de realiteit van het leven. Weldra is de misviering afgelopen en zullen we weer huiswaarts moeten keren. Net zoals Jezus met de drie leerlingen de berg terug afdaalden, zullen we op het einde van de viering

zaterdag in week 1 van de veertigdagentijd

'Heb je vijanden lief en bid voor wie jullie vervolgen; alleen dan zijn jullie werkelijk kinderen van je Vader in de hemel.' Woorden van Jezus vandaag. Onze vijanden zijn niet enkel zij die wij mogelijk haten, of zij die mogelijk ons haten. Het gaat over ál die mensen die in hun houding naar ons toe lastig zijn, of beter gezegd: lastig overkomen. Ze beuken in tegen onze wijze van zijn, onze manier van liefhebben. Ze passen niet in ons plaatje. Eigenlijk zijn we ze liever kwijt dan rijk. In de intentie willen we hen misschien graag zien, maar het lukt ons niet, vaak klein als we zijn in het liefhebben. De ander beminnen terwijl hij naar ons gevoel ons het leven lastig maakt, is dan ook verre van evident. Laat je niets wijsmaken. Liefde is NIET evident. Met dergelijke uitspraken - zoals in het citaat weergegeven - legt Jezus de lat zéér hoog. Wat kan Hij bij momenten toch veeleisend zijn. En vooral ook storend. Met enkele woorden is Hij in staat heel onze binnenkant overhoop