vrijdag in week 3 van de veertigdagentijd
Ik zal voor Israël zijn als de dauw. Het zal bloeien als een lelie, wortelen als een ceder op de Libanon; zijn jonge loten zullen uitlopen. Het zal als een prachtige olijfboom pronken en geuren als de ceders op de Libanon. Zo lezen we vandaag bij Hosea.
Dit belooft God voor de mens wanneer deze zich van Hem heeft afgekeerd en na berouw te hebben getoond zich terug tot Hem bekeert. Dát, geliefde mensen, is nu juist de Blijde Boodschap: God die altijd opnieuw bereid is zijn barmhartigheid te tonen wanneer mensen liever hun buik volgden dan Hem. Voor God is niemand verloren. Hij vraagt maar één zaak: dat we ons kwetsbaar openstellen voor Hem, zodat Hij helend aanwezig kan komen in ons onvermogen.
Je kan je dan de vraag stellen: 'Wat met mensen die zich niet openstellen voor zijn genade? Is God dan enkel wachtend?'
Wel, dat brengt ons bij het thema 'bidden voor anderen'. Ik ben er steevast van overtuigd dat ons gebed voor anderen hen kan openen voor God, en wel door de genade die wij voor hen afsmeken. En nee, dat heeft niets met afkopen te maken. Geen voor-wat-hoort-wat-mentaliteit. Dat heeft puur met liefde te maken. Zoals je een arme een brood tot voedsel kan geven, zo kun je ook bidden voor hen die zich sluiten voor God.
De zogenaamde 'voorbede' wordt vaak herleid tot een engagement van solidariteit met hen waarvoor we bidden. Dat is het zeker óók. Maar het is veel méér dan dat. Het is mensen daadwerkelijk helpen door aan God te vragen of Hij hen genadig wil zijn. Natuurlijk moeten wij - als christenen - zelf dienend en helpend in de wereld staan. Maar naast dit 'werk' mogen we ook Gods genade afsmeken voor mensen en gebeurtenissen. We mogen deze twee vormen van liefde niet naast elkaar plaatsen. Laat de twee maar gebeuren.
Enkele jaren terug was ik in Rome waar - niet ver van het Vaticaan - een gemeenschap woont van religieuzen die niet veel rondlopen in de stad, maar veel tijd besteden aan gebed. Het is de contemplatieve tak van de zusters van Moeder Theresa. Enkele keren per week - soms in de nacht- gaan zij met vrijwilligers - aan de gemeenschap verbonden - soep uitdelen aan bedelaars in het treinstation in Rome. Maar hun hoofdtaak bestaat er in - zo vertelden ze me - véél tijd te besteden aan gebed voor de meer actievere tak van de zusters van Moeder Theresa wereldwijd. En wees gerust: zij baden écht zéér veel: uren per dag; alleen én als gemeenschap.
Ik vind het een mooi beeld van hoe gebed en dienst harmonieus met elkaar vervlochten kunnen zijn.
Dus, beste lezer, ben jij - om welke omstandigheden ook - niet in staat om 'actief' werkzaam te zijn, bid dan voor de Kerk, bid voor de vrede, bid voor hen die zich sluiten voor God, en bid voor jezelf.
En jij, die wél actief en dienend in de wereld aanwezig bent: bid ook. Al zal het in tijd misschien iets minder zijn dan hen die daar meer tijd voor hebben. Voel je diep verbonden, als leden van één lichaam, met hen die voor jou bidden. Bid ook voor hen. En dank God voor hun gebeden.
Moge alzo, naar de woorden uit het boek Hosea, God als dauw zijn voor Kerk en wereld.
Laten wij bidden ...
Vader,
waai met uw heilige Geest
over Kerk en wereld.
Open de harten
voor zij die zich sluiten voor U.
Kom - in Christus -
in ons onvermogen
en heel ons.
Mogen wij opstaan in U.
Door Christus, onze Heer.
Amen.
Een mooie vrijdag,
kris
Bidden voor anderen is een daad van Liefde.
BeantwoordenVerwijderenIk moet dan aan Jacqueline de Decker uit Antwerpen (+2009) denken die vele jaren de spirituele tak "de Sick and suffering" organiseerde vanop haar ziekbed. Zij zorgde ervoor dat voor elke "Missionary of charity" er een zieke was die zijn of haar ziekte en lijden en gebed aan God opdroeg om deze zusters en broeders te helpen. Iedere religieus wist dat er ergens iemand in de wereld was die voor haar of hem baden. Dat geeft kracht en moed.
Zo heeft M-T ook aan mij een zuster toegewezen om voor mij te bidden. Ik heb met die zuster geen contact maar het gevoel te weten dat zij ergens in de wereld is en mij mee draagt in haar gebed is onbeschrijfelijk.