woensdag in week 3 van de veertigdagentijd

'Welk volk, hoe groot ook, heeft goden zo dichtbij als wij de Heer, onze God, telkens als wij Hem om hulp roepen?'
Zo horen we Mozes vandaag zeggen.

Zelfredzaamheid wordt de dag van vandaag hóóg in het vaandel gedragen. Het is het vermogen om zelfstandig je leven te leiden en om je eigen problemen op te lossen.
Zo stimuleren wij bijvoorbeeld onze bewoners in het woonzorgcentrum om hun ochtendzorg zélf te doen, uiteraard in de mate van het mogelijke. Het behoedt een mens voor onnodige afhankelijkheid, het geeft eigenwaarde, enzovoort.
Ook naar jonge mensen toe is het goed hen de waarde van zelfredzaamheid mee te geven. Het is niet fout te trachten je problemen zelf op te lossen.
En zo kunnen we doorgaan.
Dat enerzijds.

Want, anderzijds, is er ook een deel in ons leven waar de zogenaamde zelfredzaamheid een duiveltje kan worden. Je kan denken álles zo in handen te moeten nemen dat je God niet meer nodig hebt. Of beter gezegd: dat je dénkt God niet meer nodig te hebben. Je stelt je op als heer en meester over je eigen leven, je persoonsontplooiing, de keuzes die je maakt, enzovoort.

Een christen is zich bewust van het feit dat het leven dat hij mag leiden puur geschenk is. En het is waar: we hebben de schepping, de aarde, de mogelijkheid lief te hebben,... in beheer gekregen. Maar dat betekent niet dat we de Gever van dit alles afzijdig moeten houden, integendeel. Vanuit het beheer dat we gekregen hebben is het goed te leven met een geopend en beschikbaar hart, gericht naar de Schepper van ons leven.

We hebben de 'hulp' - om het woord uit het citaat aan te halen - van God wel degelijk nodig. Een mens is niet gemaakt om zonder Hem te leven. Een mens is juist gemaakt om een leven te leiden in diepe verbondenheid met God, om in Hem, door Hem en met Hem zijn leven uit te bouwen. Wie dit laatste in 't oog houdt zal z'n leven realiseren ten dienste van God, ten dienste van de liefde, ten dienste van Gods koninkrijk hier op aarde. De keuzes die hij maakt zal hij doen in het licht van God, zowel wat betreft de grote levenskeuzes alsook de vele kleine keuzes doorheen de dag.

Om 'hulp' vragen betekent niet enkel - terwijl het dat natuurlijk óók kan zijn - concreet met woorden om hulp vragen. Het betekent vooral bidden en leven met dát geopend en beschikbaar hart, beseffend dat we zijn genade nodig hebben; niet enkel om 'goede mensen' te zijn, maar ook om in Christus' naam te handelen, te luisteren en eventueel het woord te nemen.

Als christenen zijn we - in zekere zin - allemáál hulpbehoevend, en het is mooi deze innerlijke houding naar God toe eigen te maken. Dat houdt ons nederig en aandachtig voor Hem die ons zó graag deelgenoot wil maken aan zijn liefde.

Laten wij bidden ...

Goede Vader,
wij bidden om hulp.
Vervul ons geheel en al
met uw genade,
opdat uw liefde
zich door ons heen
ten volle kan verwezenlijken.
In Christus, onze Heer.
Amen.

Een vredevolle woensdag,
kris

Reacties

  1. Bedankt Chris voor de dagelijkse overwegingen. Het geeft ons voedsel voor de dag
    Nog even heel mooie dag toegewenst
    Gr
    Lut




    BeantwoordenVerwijderen
  2. Jezus zegt: "zelfs Ik, de Mensenzoon, ben niet gekomen om Mij te laten dienen. Nee, Ik ben gekomen om te dienen." (Marcus 10.45). We hebben de schepping, de aarde, de mogelijkheid lief te hebben, in beheer gekregen, om haar te DIENEN.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten