Posts

Posts uit januari, 2023 tonen

woensdag in week 4 door het jaar

Streef ernaar in vrede te leven met allen en leid een heilig leven; wie dat niet doet zal de Heer niet zien. Zo lezen we vandaag bij Paulus in zijn brief aan de Hebreeën. Waar Jezus in de Bergrede vorige zondag nog zei 'Gelukkig wie zuiver van hart zijn, want zij zullen God zien', zegt Hij nu zij die niet streven om in vrede te leven met allen God niet zullen zien. Wat betekent dan dat 'zien' of 'niet zien' van God? Het mag duidelijk zijn dat het hier niet gaat over het zien van een goddelijke gestalte, noch over een visioen van een verre toekomst, of wat dan ook. Het gaat over een gewaarwording binnenin; een bewustzijn dat je leeft in en vanuit God. Het is dus geen zien met de ogen, maar een beleving van het hart. Het is de beleving van Gods Pasen, van de ervaring opgenomen te zijn in de opstanding van Christus, én je gezonden weten van daaruit te leven. Het gaat over een warme gloed diep in ziel die je van binnenuit enthousiasmeert de liefde van God gest

dinsdag in week 4 door het jaar

Als ik alleen zijn kleren maar kan aanraken, zal ik genezen. Beste lezers, vandaag een lange evangelielezing. Twee ineengestrengelde verhalen. Wat ik me afvraag is waarom die twee verhalen op een wat vreemde manier met elkaar verbonden zijn, alsof het een vergissing zou zijn. In elk geval is het een storend oponthoud voor Jaïrus die een stervende dochter heeft en dringend beroep op Jezus doet. In ons leven gebeurt dat soms ook. Er gebeurt iets anders dan wat logisch is en ook iets anders dan we verwachten. We kunnen het dan niet volgen. Waarom gebeurt dit nu? Je kunt ziek worden, er gebeurt iets binnen je familie, of binnen je werk, je hebt je op iets voorbereid en het kan, door omstandigheden, niet doorgaan. Pas heel veel later zie je het verband, of misschien zie je het nooit. Een aanraking kan je hele leven veranderen. Er komen meerdere aanrakingen voor in dit verhaal: Jaïrus, de vader van het meisje, die hopeloos is omwille van zijn doodzieke dochter, valt aan Jezus’ voeten n

maandag in week 4 door het jaar

Vandaag beluisteren we een ontmoeting tussen God en het kwaad, tussen Jezus en een bezetene. Het is een indringend verhaal waarin het geweld van het kwaad en de verlossing van Jezus zich in volle glorie manifesteert. Op het eerste zicht is het een merkwaardig verhaal. Doch wie het verhaal ten diepste binnenlaat zal er al vlug achter komen dat het een verhaal is dat gaat over u en mij. Het kwaad huist in ieder van ons. Klinkt cliché, maar het is wel een feit. Wie zegt geen last te hebben van het kwaad mag zich bij Maria Onbevlekt Ontvangen scharen. Maar bij mijn weten staat zij daar tot op heden alleen, liefdevol met haar Zoon in haar armen. Jezus komt ons kwaad tegemoet, zoals Hij naar de bezetene toegaat in het verhaal van vandaag. Jezus wacht niet tot de zondaar naar Hem komt. Nee, Hij vertrekt alvast, de zondige mens tegemoet. Da's goed nieuws voor ons. Wees dus waakzaam, want Hij kan er ineens staan. Dit kan Hij doen op velerlei wijzen: je aansprekend in je gebed, doorheen h

zondag in week 4 door het jaar - A

  De overweging vandaag is ontleend aan Preken.be waar de auteur niet bij vernoemd is. “Zalig de armen, zalig die treuren, zalig die zachtmoedig zijn, de zuiveren, die van vrede houden, die lijden en vervolgd worden…” Op acht verschillende toonaarden, prijst Jezus bij het begin van zijn beroemde Bergrede mensen “zalig” of “gelukkig”. En dit op een wijze die iedereen van ons vandaag verrast en verbaast. Bij een eerste zicht klinkt zulke boodschap van passieve braafheid erg onrealistisch, ver van ons, haaks op datgene wat de huidige mens denkt en verlangt. Ze druist in tegen zijn uitgesproken drang naar zelfrealisatie. Voor Nietzsche was het christendom van de zaligsprekingen de decadente godsdienst, die de mens belemmert in zijn opgang, en hem klein en onvolwassen houdt. In het marxisme hoorden we het zo dat ze opium is van en voor het volk, een drug. Enkele jaren geleden beschreef de socioloog Daniël Yankelovich, in zijn boek “ New Rules” hoe men sinds de zestiger jaren overgegaan is

zaterdag in week 3 door het jaar

Ook al klinkt het heel cliché... wij allen hebben in ons leven met stormen te maken. Geloofstwijfel, ongeloof, tegenslag, leed, rouw,... stormen die ons vroeg of laat allen overkomen. Ze zijn in staat onze hele binnenkant overhoop te gooien. Hoe moet het verder, in Gods naam... En waarschijnlijk klinkt ook dit cliché, maar Jezus is niet minder aanwezig in deze stormen van het leven, dan op momenten dat onze levenszee schijnbaar rustig is. Net zoals de leerlingen zullen ook wij van mening zijn dat Jezus slaapt. In zekere zin doet Hij dat misschien ook, maar feit is: Hij is er wel. En zoals Hij het gezag heeft om de storm te luwen, zo laat Hij schijnbaar ook toe dat het af en toe stormt. Alsof het bij het leven hoort. En inderdaad, dikwijls hoort het bij het leven, en hebben we het zelfs nodig. Moesten we de stormen niet nodig hebben... het zou ook niet stormen. Stormen voeden op. Ze maken ons volwassen in het geloof. Veel stormen bevrijden ons van een zekere kinderachtige en oppervla

vrijdag in week 3 door het jaar

'Het is met het koninkrijk van God als met een mens die zaad uitstrooit op de aarde: hij slaapt en staat weer op, dag in dag uit, terwijl het zaad ontkiemt en opschiet, ook al weet hij niet hoe' , zegt Jezus ons vandaag. God is de zaaier. En dikwijls gebruikt Hij de mens om zijn zaad uit te zaaien. Anders gezegd: wij mogen zijn instrument zijn. Het gevaar bestaat er echter in dat een mens prat gaat op wat hij doet, dat hij het zaad – inclusief de vruchten – zich gaat toe-eigenen. Al snel voelt die mens zich de grote weldoener die toch wel veel goeds doet in deze wereld... En ja… hij praat daar zo graag over... Dat is jammer, omdat dat veel stuk maakt. De kans bestaat er namelijk in dat je je voeling met God verliest, en hoogmoedig wordt. Je eigent je toe wat God je gaf, en speelt als zodanig een beetje god. Het liefhebben zelf verliest dan z'n schoonheid, omdat ze wordt uitgehold. Het hart, God, wordt eruit gehaald. Het liefhebben mag uiterlijk dan wel een mooie daad zijn,

26 jan - Timoteüs en Titus

Als jullie een huis binnengaan, zeg dan eerst: “Vrede voor dit huis!” , zegt Jezus ons vandaag. Geliefde mensen, als de Kerk tot iets geroepen is dan is het misschien wel dát: drager én uitdrager zijn van Gods Vrede. Allereerst drager. Want je kan maar uitdragen waar jezelf drager van bent. Het gaat om een vrede van het hart, een vrede in het hart, een vrede die haar wortels heeft in het bestaan van God. Het is een vrede die Hij in Christus aanbiedt en waar wij – als het goed is – ons mee verinnigen. Christus’ vrede heeft wezenlijk te maken met gemeenschap met Hem, in het diepe vertrouwen dat de Vader in Christus je Metgezel is, je goddelijke Vriend die nooit van je zijde zal wijken, de Drager van je leven, de Behoeder van je bestaan, de Trooster van je verdriet, de Schepper van je liefde, de Ziel van je gebed. Christus' vrede is Gods aanwezigheid in u, en uw aanwezigheid in Hem. Wel, deze vrede mogen we uitdragen. En wel naar állen die God op ons levenspad brengt. Dus niet enk

25 jan - Bekering Paulus

Nadat Paulus een slag van de hamer – bij wijze van spreken – had gekregen en de stem van Christus had gehoord en herkend, stopte hij met vervolging en werd volgeling. Afstand nemen van het kwaad, de Heer herkennen en Hem volgen… dat noemt men bekering. We zijn niet Paulus, en de meesten van ons zullen niet tegen de grond gesmakt worden door God zelf om tot bekering te komen. En toch… Velen van ons hebben al momenten gekend in hun leven dat ze tegen een muur aanliepen, en niet zachtjes. Omstandigheden in het leven kunnen daartoe bijdragen. Gewoonlijk zijn we op die momenten heel sterk met onszelf bezig; mijn wereldje, mijn verdrietje, mijn ikje. Dit laatste maakt ons dikwijls innerlijk doof voor een mogelijk roepen van God. Ik denk dat God ons meer ‘klopjes’ geeft dan we doorgaans vermoeden. Maar we steken die klopjes al snel op het leven, alsof God er niets mee te maken zou hebben. We moeten natuurlijk voorzichtig zijn. We mogen God niet te snel aanduiden als de regisseur van alle k

dinsdag in week 3 door het jaar

Wie zijn mijn moeder en mijn broers? Beste lezers, vinden jullie het ook een wat vreemde vraag van Jezus? Iedereen weet toch wie zijn of haar moeder is, en wie de broers zijn? Jezus zet ons nogal eens op een ander been. Nu ook weer. Misschien zouden we de tekst van het evangelie even opnieuw kunnen lezen zonder voorkennis (als dat al kan). Lezen vanuit de situatie van de moeder van Jezus, lezen vanuit de luisterende groep, en lezen vanuit Jezus, om ten slotte zelf in je levensverhaal te gaan staan en daarin te ‘lezen’? De moeder : Er doen alarmerende verhalen de ronde (wat verzen eerder dan onze tekst 3, 21 en 22). Jezus zou zijn verstand verloren hebben of zelfs door Beëlzebul bezeten zijn. Wat doe je als moeder dan? Je bent bezorgd, heel bezorgd en je wilt snel naar hem toe, gesterkt door je familie. Jezus is wel volwassen, maar dat maakt niet uit als je kind in nood is. Je wilt hem zien, je wilt hem aanraken en in de ogen kijken, dicht bij hem zijn. De luisterende groep: Zijn ze

maandag in week 3 door het jaar

Vandaag zegt Jezus : 'Alle wandaden en godslasteringen, hoe erg ook, kunnen de mensen worden vergeven, maar wie lastertaal spreekt tegen de heilige Geest, krijgt in alle eeuwigheid geen vergeving, want zo iemand is schuldig aan een onuitwisbare zonde.’  Een onuitwisbare zonde...   wat mag dat wel voor een zonde zijn? Het is geen bepaalde zonde zoals wij ons dat voorstellen, want in de zonde komt Jezus naar ons toe om ons te genezen en te vergeven. Het gaat hier over zondig zijn tegen de heilige Geest. Je zou kunnen zeggen: het is zonde tegen zondevergiffenis. De Geest, die - zoals de Zoon - altijd in God aanwezig is, zouden we kunnen omschrijven als Degene die de Liefde levend houdt. Zonder Geest geen liefde, zou je kunnen stellen. Eigen aan deze liefde is Gods barmhartigheid die Hij in Christus heeft belichaamd. Barmhartigheid heeft te maken met het voortdurend willen schenken van vergiffenis. Wat zou de mens verloren lopen zonder Gods barmhartigheid. Wel, deze barmhartigheid h

zondag 3 door het jaar - A

In het ‘Galilea de volkeren’ horen we voor het eerst het evangelie – het goede nieuws – weerklinken. Waar mensen van allerlei slag zich met elkaar vermengen, weerklinkt Jezus’ boodschap. De dagen van geweld, haat, eenzaamheid en vijandschap komen tot een einde en een tijd van rechtvaardigheid en vrede breekt aan. De geschiedenis kent een ommekeer . ‘Het koninkrijk van de hemel is nabij.’ Een rijk van liefde, van vergeving, van Gods bevrijding is nakend; een rijk dat ook zichtbaar wordt in het leven van de mensen. Vandaag, waar wij de ‘Dag van het Woord’ vieren, herinnert ons eraan dat Gods stem sinds die dag nooit heeft opgehouden om mensen tot bekering op te roepen. Wat in Nineve met de prediking van Jona was gebeurd, wordt nu, aan de oevers van het Meer van Galilea, in volheid en voor de hele wereld verwezenlijkt. ‘Hier is meer dan Jona’ ( Mt.12, 41), zegt Jezus. Dat is het goede nieuws: door Jezus begint God zelf te heersen in de geschiedenis van de mensheid. En natuurlijk moet G

zaterdag in week 2 door het jaar

... want volgens hen had Hij zijn verstand verloren. Wie leeft in de geest van Jezus zal beslist voor velen in 'de wereld' ook z'n verstand verloren hebben. Voor 'de wereld' is het immers dikwijls niet meer dan normaal dat je die dingen nastreeft die het eigenbelang dienen. Terwijl het evangelie oproept het gemeenschappelijk belang te dienen, of nog beter gezegd: Gods belang. En het belang van God gaat niet over het bevredigen van je eigen ego, maar wel over liefde tot de naaste, tot allen. En dan hebben we het over het belichamen van Gods goedheid, over het beantwoorden aan zijn oproep tot vergeving en het werken aan verzoening, over streven naar een eerlijk economisch systeem, over delen met hen die minder hebben, over respectvol omgaan met moeder aarde, over geweldloosheid, gemeenschap, verkondiging,... Wie deze weg gaat zwemt - jammer genoeg - vaak tegen de grote stroom in. Het vraagt moed dit vol te houden. Het vraagt nederigheid niet hoogmoedig te zijn. Het

vrijdag in week 2 door het jaar

Jezus ging de berg op en riep al degenen bij zich op wie Hij zijn keuze had laten vallen, en ze kwamen naar Hem toe. Het evangelie van vandaag gaat over roeping en zending. Maar wat opvalt is dat Jezus vóór Hij de leerlingen zendt hen eerst bij zich roept. Het gaat hier om een drievoudig jawoord. Net zoals bij de leerlingen roept Hij ieder van ons bij zich. Hij vraagt ons een stap te zetten, in beweging te komen, een keuze te maken. Hij vraagt van ons een beslissing; een besluitname voor Hem. Hij doet beroep op onze vrijheid. Deze door God aan ons gegeven vrijheid is van fundamenteel belang. Moesten we niet vrij zijn, we zouden niet kunnen kiezen, we zouden niet kunnen liefhebben. We zouden popjes zijn aan touwtjes. Nee, we zijn vrij, en juist in die vrijheid kunnen we kiezen, kunnen we onze liefde tonen, en kunnen we dus beslissen voor de Heer. Ingaan op deze 'roep', dus nog vóór de zending, is ons eerste jawoord. Eenmaal bij Hem zal Hij ons uitnodigen in Hem onze woonst t

donderdag in week 2 door het jaar

Allerlei zieken verdrongen zich om Jezus aan te raken, omdat Hij al veel mensen had genezen. Bij de voorbije jaarwissel hebben we elkaar de beste wensen toegewenst. Dat doen we ook met verjaardagen, of met nog andere gelegenheden. Heel vaak zeggen we dan: 'Ik wens je een goede gezondheid'. En dikwijls het gekende zinnetje daarna: '... want dat is toch het belangrijkste in een mensenleven'. Lieve mensen - en nu hoop ik dat ik niemand tegen de schenen stamp - ik weet niet of dit laatste waar is. Is het zo dat de fysieke gezondheid in het leven van een mens het allerbelangrijkste is? Dát het belangrijk is, is een feit. Mensen verlangen om fysiek gezond te zijn, en de meesten doen er dan ook alles aan om een gezond lijf te hebben. Maar de vraag die we ons mogen stellen is: 'Is de fysieke gezondheid nu echt het allerbelangrijkste in ons leven?' Het is een vraag waarmee we voorzichtig moeten omgaan. M'n eigen vader - die een flink eind in de 80 is - is deze

woensdag in week 2 door het jaar

Jezus zei tegen de man met de misvormde hand: ‘Kom eens naar voren.’  In dit evangelie, waar het draait rond het wel of niet mogen genezen op de sabbat, dreigt dit zinnetje ongemerkt te blijven. 'Kom eens naar voren. ' In een vroegere vertaling stond: 'Kom in het midden staan.' Wat een warme liefde straalt uit deze woorden van Jezus. Het doet me denken aan wat ikzelf ooit mocht meemaken, ondertussen heel wat jaren geleden. Toen werkte ik als opvoeder bij jongeren met een meervoudige beperking; jongeren die door hun mentale en lichamelijke beperking tijdens de weekdagen in een Medisch en Pedagogisch Instituut - zoals dat toen noemde - verbleven. Overdag volgden ze Bijzonder Onderwijs, maar op woensdagnamiddag hadden ze vrij. Ze moesten niet naar school. En het was aan de opvoeders om deze namiddag zinvol te vullen. Bij ons werkte Ad, een gedreven opvoeder, die de jongeren met veel professionaliteit en innige liefde nabij was. In de leefgroep (het was de tijdens de ker

dinsdag in week 2 door het jaar

De sabbat is er voor de mens, en niet de mens voor de sabbat. Beste lezers, deze uitspraak van Jezus geeft wel op een overtuigende manier weer dat Jezus boven de wet staat. Van Jezus verwacht je niet dat Hij de wet niet zou kennen. Hij, als Jood, kende die uitstekend, had ook eerbied voor de wet, en voor de naleving, maar Hij kende beter dan de farizeeën de betrekkelijkheid ervan. De wet was geen doel op zich, maar gegeven als hulpmiddel. Jezus zat er niet aan vastgeklonken zoals de farizeeën die niet verder keken dan de grens van de letters. Dit stukje evangelie heeft me altijd geboeid. Het is een sterk verhaal. Jezus die zo ruimdenkend blijkt te zijn dat hij de leerlingen hun gang laat gaan bij het plukken van de aren (om op de korrels te knabbelen?) Het betreft hier in de ogen van de farizeeën – zo vermoed ik - het verbod om op sabbat te ‘werken’. Aren plukken, is natuurlijk geen werk. In elk geval is het geen kwestie van de oogst binnenhalen. Jezus, de kenner van de Schriften, he

maandag in week 2 door het jaar

'Niemand giet jonge wijn in oude leren zakken, want dan scheuren ze open en gaat de wijn verloren, net als de zakken zelf. Jonge wijn hoort in nieuwe zakken.' Zo zegt Jezus ons vandaag. De 'nieuwe wereld', de 'nieuwe schepping', waar wij hopelijk deel van willen uitmaken, heeft Jezus als het levend centrum van haar beleving. Dat laatste was nieuw, en is elke dag opnieuw nieuw. De Kerk is geroepen om van binnenuit dit nieuwe, Jezus zelf dus, te belichamen, en wel vanuit een innige verkering met Hem. In de geloofsbelijdenis bidden we: 'Ik geloof in de heilige katholieke Kerk'. Heilig, ja, dat is ze, toch de Kerk met een hoofdletter, want Jezus is haar hart. De kerk met een kleine kerk is de belichaming die dikwijls zwak en lauw is, ook soms nalatend of zelfs zondig. Doch in wezen is de Kerk heilig en het is haar roeping dat heilige te belichamen door een gemeenschap te vormen die vanuit haar hart (Jezus) liefdevol aanwezig is op alle plekken in de werel

zondag 2 door het jaar - A

We kennen Johannes de Doper van tijdens de lezingen in de advent. Johannes had zo z'n eigen woordgebruik om de mensen op te roepen tot bekering. Hij schuwde geen scherpe veroordelende taal om de mensen attent te maken op het feit dat hun hart zo vaak verwijderd was van God. Als voorloper van de Heer wist hij zich gezonden op deze wijze op te roepen tot een verandering van leven. Vandaag horen we diezelfde Johannes de Doper een heel ander taalgebruik hanteren, alsof hij vervuld is geworden van iets dat hem in zekere zin 'zachter' heeft gemaakt. We mogen gerust stellen dat Johannes - wat dit betreft - een hele evolutie is doorgegaan; een zekere bekering zou je kunnen zeggen. Het scherpe vuur van de oproep heeft plaats gemaakt voor de zachte gloed van de Gods Geest. 'Daar is het lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt.' en 'Ik heb de Geest als een duif uit de hemel zien neerdalen, en Hij bleef op Hem rusten' en 'Ik getuig dat Hij de Zoon van God

zaterdag in week 1 door het jaar

Jezus sprak: ‘Gezonde mensen hebben geen dokter nodig, maar zieken wel; Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars.’ Deze uitspraak kan alleen maar ieder van ons tot diepe dankbaarheid stemmen. Niet? Moesten enkel de rechtvaardigen (degenen dus die 'recht' varen, altijd en overal) geroepen worden ... wat zou Jezus weinig volgelingen hebben. Het mooie van God is dat Hij bereid is zijn verhaal met ons te schrijven op de kromme lijnen van ons leven. Is het verhaal daarom minder? Nee, integendeel. Het zal een verhaal zijn van mensen die bemind worden door een God die gelooft in zijn kinderen, die ieder de moeite waard vindt om hem persoonlijk aan te spreken, aan te raken, uit te nodigen, zichzelf aan hem te geven in zijn Zoon. En deze Zoon, deze hogepriester kan met onze zwakheden meevoelen omdat Hij, net als wij, in elk opzicht op de proef is gesteld, maar dan zonder te zondigen, zoals we dat in de eerste lezing hoorden. Hij zal met ons meegaan, niet roepe

vrijdag in week 1 door het jaar

Vandaag horen we het verhaal van de lamme die bij Jezus werd gebracht, en wel via het dak omdat het wegens de menigte onmogelijk was via de gewone ingang bij Hem te komen. Mooi beeld overigens hoe de lamme kan rekenen op zijn broeders die alle moeite doen om hem in contact te brengen met de Heer. Vandaag wil ik graag met u nadenken over het verband tussen verlamming en zonde. De lamme uit het evangelie van vandaag wordt door Jezus genezen waarop Hij zegt: ‘Mijn kind, uw zonden zijn u vergeven.’ En verder: ‘Ik zeg u, sta op, pak uw mat en ga naar huis.’ In elk gebaar dat Jezus stelt in de evangelies zien we een dubbele betekenis. Enerzijds toont Jezus zijn goddelijkheid in de gebaren die Hij stelt. Zo geneest Hij vandaag de lamme van zijn verlamming om aan de farizeeën, die Hem in vraag stelden, te tonen wie Hij was. Daarnaast schuilt er in de gebaren die Hij stelt ook altijd een meer geestelijke boodschap, waarvan het goed is ze trachten te doorgronden. Vandaag het verband tussen ver

donderdag in week 1 door het jaar

Jezus kreeg medelijden ... zo lezen we vandaag. Mede-lijden is eigenlijk een zeer diep menselijke eigenschap die enorm deugd kan doen wanneer je deze bij een ander mag ervaren wanneer je zelf - om welke reden ook - lijdt. Het mag duidelijk zijn dat het hier niet gaat over een soort compassie van op afstand, een soort oppervlakkige welwillendheid naar de ander toe zonder veel inhoud. Echt meelijden gaat over het vermogen van inleven in de ander, méégaan met de ander, en wel op zo'n wijze dat je de ander z'n leed als het ware zelf doorleeft, alsof het je eigen leed geworden is, ook al is het dat in wezen niet. Het is de ander z'n leed mee dragen. Louter menselijk gezien is dit een zeer mooie, warme en diepe vorm van vriendschapsbeleving. Jezus leefde zo. Hij wilde - in de diepste betekenis van het woord - 'vriend' zijn voor de mensen. Hij gaf een vriendschap die oprecht was, zuiver, recht uit het hart. Hij beleefde deze vriendschap omdat Hij leefde in het bewustzij

woensdag in week 1 door het jaar

Het moet fantastisch geweest zijn om te zien hoe Jezus wonderen deed, hoe Hij mensen genas van hun lichamelijke kwalen, hoe Hij vergeving schonk in Gods naam, hoe Hij de mensen onderwees, hoe Hij met zondaars omging,... Maar wat velen niet wisten, beluisteren we in de volgende zin: Vroeg in de ochtend, toen het nog helemaal donker was, stond Hij op, ging naar buiten en liep naar een eenzame plek om daar te bidden.  Jezus had die momenten van gebed nodig. Los van eender welke mens wilde Hij, moest Hij, af en toe alléén kunnen zijn met de Vader. In het gebed trad Hij als het ware in het leven van de Vader, en nam de Vader Hem in zich op. Niet dat buiten die uitdrukkelijke gebedsmomenten de Vader meer verwijderd zou zijn van Jezus, maar schijnbaar zijn die expliciete momenten van gebed van fundamenteel belang. Te snel wordt er gezegd dat 'mijn gebedsleven mijn goede werken zijn' . Daar is natuurlijk iets van. Bedoeling is dat we de geest van het gebed levend houden tijdens onze

dinsdag in week 1 door het jaar

Een nieuwe leer met groot gezag! Zo horen we in het evangelie van vandaag. Het is een opmerking van mensen die in de synagoge te Kafarnaüm waren waar Jezus op dat moment als leraar optrad. Wat Jezus toen verteld heeft, daar staat niets over geschreven. We lezen er alleen dat de mensen diep onder de indruk waren. Ze luisterden wel vaker naar de uitleg van schriftgeleerden, bekwame mannen. Ze kenden de Schrift als het ware op hun duimpje. Waarom maakten de woorden van Jezus zoveel grotere indruk op de toehoorders dan de woorden van de schriftgeleerden? Betrof het een ander onderwerp, had Hij een bijzondere gave om iets over te brengen, zei hij zo’n bijzondere dingen, was het de toon waarop? Misschien, zo vermoed ik, brachten de schriftgeleerden kennis over vanuit hun hoofd en gaf Jezus zichzelf vanuit zijn hart. Dan gebeurt er in die synagoge iets heel alarmerends. Een man die door een onreine geest is bezeten, begint hard te schreeuwen.: ‘ Wat hebben we met Jou te maken, Jezus van Naz

Doop van de Heer - A

Uit de hemel klonk een stem: ‘Dit is mijn geliefde Zoon, in Hem vind Ik vreugde.’ Het was de stem van de Vader die in het vuur van de Geest zijn liefde voor zijn Zoon uitzong. Jezus is niet enkel zijn geliefde Zoon, Hij vindt ook vreugde in Hem. Deze woorden mogen wij steeds opnieuw beluisteren wanneer we in de spiegel van ons eigen doopsel kijken. Want ook toen, bij ons doopsel, sprak de Vader tot ieder van ons in de liefde van zijn Geest: 'Gij zijt mijn geliefde dochter/zoon, in u vind Ik vreugde.' Bij het doopsel worden we immers opgenomen in Christus zelf. Hoe zou de Vader, die ook de Zoon bemint, dan ook niet zijn kinderen beminnen. Doorheen de Zoon bemint Hij immers ieder van ons, vindt Hij vreugde in ons. Laten we dagelijks drinken aan de genade ons bij het doopsel geschonken. De doop is immers een bron van levend water die niet ophoudt te vloeien. Bedoeling is dagelijks bij deze bron te vertoeven, er van te drinken. Steeds weer opnieuw zullen we vervuld worden met Go

Openbaring van de Heer

De magiërs gingen het huis binnen en vonden het kind met Maria, zijn moeder. Ze wierpen zich in aanbidding voor het kind neer. Daarna openden ze hun kistjes met kostbaarheden en boden het geschenken aan: goud en wierook en mirre.  Goud, wierook en mirre ... Vaak geeft men daar Bijbelse betekenissen aan. Op zich interessant maar de vraag waar ik mij met jullie over wil buigen is de volgende: Wat kunnen wij, anno 2023, het Christuskind aanbieden als 'geschenk'? Wat we Hem al zeker kunnen aanbieden is wat de magiërs ook deden: aanbidding. Aanbidding als een woordeloos gebed, Hem aanschouwend, vol liefde om wie Hij is, waar Hij vandaan komt, wat Hij voor ons wil zijn, wat wij voor Hem kunnen betekenen. Geliefden hebben doorgaans weinig woorden nodig om aan elkaar te tonen dat ze mekaar beminnen. Zo mag het ook zijn wanneer we geknield in aanbidding zitten voor ons Heer; thuis, in een kapel, bij de eucharistie, met een Bijbel in ons hand,... een stil opborrelend gebed (als vrucht

zaterdag na 1 jan

Gisteren hoorden we hier nog dat we God beslist veel vreugde geven wanneer we onze roeping tot liefde daadwerkelijk gestalte geven. Vandaag horen we een sleutel om deze weg te gaan. Namelijk de woorden van Maria ter harte nemen: 'Doe maar wat Jezus jullie zegt, wat het ook is'. Wie leeft in innige verbondenheid met de Heer, weet dat wonderen iets van elke dag zijn. En dan heb ik het over het wonder van de liefde. Het is toch gewoon wonderlijk dat je vanuit Gods aanwezigheid kunt liefhebben; één met Jezus, in zijn naam. Niet? Eigenlijk gaat het hier om twee wonderen. Het wonder van te mogen/kunnen liefhebben in zijn naam, en de vruchten van dit wonder wat ook een wonder is. Doorheen het liefhebben laat je namelijk toe dat de Heer de ander aanraakt, en wel genadevol. Als we in het evangelie lezen dat 'Hij als weldoende rond trekt' mogen we dat gerust lezen dat Hij dat door ons heen doet, de ander liefhebbend en aanrakend. Doe maar wat Jezus jullie zegt, wat het ook is.

vrijdag na 1 jan

Op het moment dat Jezus uit het water omhoogkwam, zag Hij de hemel openscheuren en de Geest als een duif op zich neerdalen, en er klonk een stem uit de hemel: ‘Jij bent mijn geliefde Zoon, in Jou vind Ik vreugde.’ In de doop daalt Jezus af om samen met allen die verlangden naar bekering het doopsel van bekering te ontvangen. In se had Jezus dit doopsel natuurlijk niet nodig. Maar daarin bestaat juist zijn afdaling. Hij stelt zich solidair op met ieder mens, tot de grootste zondaar toe. Het is voor Hem een keuze om met hen verbonden te zijn, om mens te zijn met hen, en wel ten volle, tot in de zonde toe. En dáárin vindt de Vader 'vreugde'. Hij vindt er vreugde in dat Jezus gehoor geeft aan wie Hijzelf ten diepste is. Het beeld van 'afdalen' wil Hij in Christus leggen, en Christus belichaamt dan ook onaangetast dit beeld, en wel in de liefde van de Geest. Deze doorleefde eenheid (tussen de Vader, Zoon en Geest) geeft God vreugde. Het is de vreugde, de diepe innerlijke b

donderdag na 1 jan

Wat liefde is, hebben we geleerd van Hem die zijn leven voor ons gegeven heeft. Daarom horen ook wij ons leven te geven voor onze broeders en zusters. Zo lezen we vandaag in de eerste brief uit Johannes. Voor alle duidelijkheid: je leven geven voor je broeders en zusters, betekent niet per se dat je voor hen moet sterven. Hoewel het dat kán zijn natuurlijk. In sommige delen van de wereld wordt je - jammer genoeg - nog steeds vervolgd wanneer je uitkomt voor je geloof of wanneer je op een of andere manier verkondigend optreedt. Soms moet men dat met zijn leven bekopen. Martelaarschap noemt men dat van oudsher. Maar je leven geven voor je naasten betekent ook je eigen leven leggen in het leven van de Heer - het uit handen geven dus - opdat je zijn liefde zou zijn; zowel in blijde en vrolijke momenten alsook tijdens die momenten dat liefde echte kruis-liefde kan worden. Onlangs hoorde ik van een echtpaar waarbij de man een goed half jaar geleden de diagnose kreeg van ALS (Amyotrofische

woensdag na 1 jan

‘Rabbi,’ zeiden zij tegen Hem (dat is in onze taal ‘meester’), ‘waar verblijft U?’ Hij zei: ‘Kom maar mee, dan zul je het zien.’ Meegaan en zien … dat is de oproep van vandaag. Meegaan betekent naar die plaatsen gaan waar de Heer vertoeft. Op de eerste plaats is dat thuis komen in je hart, daar waar de Heer zijn inwoning heeft, waar Hij bidt, leeft en ons zijn leven wil schenken. Thuiskomen in jezelf is niet enkel weet hebben van die goddelijke aanwezigheid, het is ook leven in het diepe verlangen verenigd te léven met Hem, één met Hem, door Hem opgenomen te zijn. Wie de vlam van dit verlangen brandend houdt mag zich zalig prijzen, want de Geest is in hem werkzaam; de Geest die ons doet verlangen naar die innige eenwording met de Heer. Deze vlam, dit verlangen, zal je hele zijn neerleggen in Gods aanwezigheid, omdat de Geest, Gods levende vlam, je deze genade zal schenken. Vandaar het belang ons hart voortdurend te openen voor Gods Geest. Meegaan betekent ook naar die plaatsen gaa

3 jan - Naam van Jezus

Vandaag - dinsdag - en de komende tijd elke dinsdag, zal ‘Van Woord naar leven’ verzorgd worden door Ricky Rieter. Ricky is een goede kennis van me. Ze is Nederlandse, woont in Megen, heeft vele jaren franciscaanse retraites begeleid en neemt dagelijks deel aan het getijdengebed van de zusters clarissen waarmee ze zich verbonden voelt.  Ik wil haar nu reeds bedanken om haar engagement hier bij Bijbelcitaat.be Vandaag vieren we het feest van De heilige Naam van Jezus. Voordat een kind geboren wordt, zien ouders al lange tijd uit naar het kind, en vanzelfsprekend peinzen ze over de naam die ze aan het kindje zullen geven. Meestal houden de ouders die naam geheim totdat het kind geboren is. Bij Maria en Jozef verliep het allemaal wat anders. Zowel Maria als Jozef krijgen hoog bezoek van een engel. We kennen het verhaal van Maria die aanvankelijk schrikt van het onverwachte en wat vreemde verzoek van de engel. Zo’n hoog bezoek heeft zij nog nooit gehad, - ze is maar een eenvoudig meisje,-

maandag na 1 jan

“Blijf dus in Hem, kinderen” , zo lezen we vandaag in de eerste lezing uit de eerste brief van Johannes. We zijn aan het begin van het jaar, en velen maken dan goede voornemens. Soms spreken we die tot elkaar uit, soms zijn het voornemens die we in de stilte van ons hart bewaren. En dat is het goede aan een jaarwissel. Het is voor vele mensen een nieuwe start, zich voornemend bepaalde dingen waar te maken. En daar dit dikwijls mooie en edele dingen zijn, is dat alleen maar toe te juichen. Voor wie nog geen voornemen had, of voor wie er nog eentje bij wil: Johannes doet ons vandaag een voorstel, namelijk ‘in de Heer blijven’. Wie dit dagelijks ter harte neemt gaat - als christen - de mooiste weg die er bestaat. Daarom niet de makkelijkste weg, maar in de diepte edel. Het zal misschien een geheel nieuwe weg worden, of een vernieuwde weg van een bestaande weg. Alleszins een weg die getekend zal zijn door Christus’ aanwezigheid. ‘In Hem’ leven, betekent immers een levenswandel gaan waar