Openbaring van de Heer

De magiërs gingen het huis binnen en vonden het kind met Maria, zijn moeder. Ze wierpen zich in aanbidding voor het kind neer. Daarna openden ze hun kistjes met kostbaarheden en boden het geschenken aan: goud en wierook en mirre. 

Goud, wierook en mirre ... Vaak geeft men daar Bijbelse betekenissen aan. Op zich interessant maar de vraag waar ik mij met jullie over wil buigen is de volgende: Wat kunnen wij, anno 2023, het Christuskind aanbieden als 'geschenk'?

Wat we Hem al zeker kunnen aanbieden is wat de magiërs ook deden: aanbidding. Aanbidding als een woordeloos gebed, Hem aanschouwend, vol liefde om wie Hij is, waar Hij vandaan komt, wat Hij voor ons wil zijn, wat wij voor Hem kunnen betekenen. Geliefden hebben doorgaans weinig woorden nodig om aan elkaar te tonen dat ze mekaar beminnen. Zo mag het ook zijn wanneer we geknield in aanbidding zitten voor ons Heer; thuis, in een kapel, bij de eucharistie, met een Bijbel in ons hand,... een stil opborrelend gebed (als vrucht van de Geest). Ja, laat ons met regelmaat tijd maken om in stille aanbidding bij Jezus te zijn. Als liefdesblikken die elkaar kruisen.

En dan onze geschenken. Wat kunnen we Hem aanbieden?
Mijn gedachten gaan uit naar Manu (omwille van privacy gebruik ik een nickname). In het WZC (Huize Vincent te Tielrode) waar ik als pastoraal werker werk is donderdag in alle vroegte Manu overleden; rond 4.30u. Van huize uit was Manu katholiek, in die zin dat hij een echte kerkmens was, een gemeenschapsmens tot in het diepst van zijn ziel. Hij was door zowat alle medebewoners gekend én bijzonder geliefd. De reden waarom hij zo graag gezien was zat 'm in het feit dat hij áltijd vriendelijk was. Ja áltijd. Dat klinkt als overdreven, maar bij Manu was dit écht wel het geval. Geen opvallende of overdreven vriendelijkheid, maar gewoon; eenvoudig en oprecht.
Hij deed niet anders dan medebewoners opzoeken, een praatje met hen slaan of gewoon zonder woorden bij hen aanwezig zijn. Ook door de collega's was hij zeer geliefd, en wel om dezelfde reden: zijn vriendelijkheid, ook naar hen toe.
Regelmatig ging ik Manu opzoeken op z'n kamer en dan hielden we 'ons' gesprekje. Ik sprak met hem af op een bepaald uur, want de man was gewoonlijk onvindbaar (daar hij steeds bij andere mensen zat). Hij zat me steeds op te wachten met zijn rozenkrans in zijn hand, zijn 'geheim wapen' zoals hij dat noemde. Manu sprak namelijk nogal graag in termen van 'duivel' en 'liefde'. Zijn rozenkrans, zo zei hij vaak, was zijn wapen tegen de duivel. Door het bidden van het rozenhoedje wist hij zich heel dicht bij Maria (zijn geliefde Moeder - zoals hij altijd zei) en behoed voor de duivel.
Nog niet zo lang geleden was ik weer bij hem, zo ergens midden de advent. Samen hebben we het kerststalletje klaar gezet op z'n kast. Het kindje Jezus had ik er persoonlijk nog niet bijgezet, maar hij wou dat wel. Ook de drie wijzen moesten er van hem al bij. Alles erop en eraan. Ik vroeg hem wat Kerstmis voor hem betekende. Na wat nadenken nam hij het kindje Jezus in zijn grote handen en hij keek ernaar met een liefde die ik hier niet onder woorden kan brengen. En toen keek hij naar mij en zei: 'Kris, omdat Jezus mij zo graag ziet kan ik niet anders dan iedereen ook graag zien'.
Daarmee drukte Manu zijn diepste geheim uit: zijn liefde voor Jezus, dat hem stuwde naar de medemens.

Toen Manu overleden was vertelde zijn neef me (Manu had zelf geen kinderen) dat hij vroeger altijd in een wijk woonde met zeer veel allochtone mensen. Hij stond zeer vaak in de deur van zijn huis en sprak iedereen aan die voorbij kwam, of stak z'n duim omhoog. Z'n neef vertelde dat Manu jaarlijks 180 potten confituur maakte die hij uitdeelde aan z'n buren. Als er feesten waren in zijn buurt (suikerfeest, offerfeest, verjaardagen van de kinderen) werd hij steevast uitgenodigd. Hij was een vaste waarde in de buurt waar hij woonde.

Waarom vertel ik dit?
Lieve mensen, we hoeven aan Jezus vandaag geen goud of wierook of mirre aan te bieden. Wat we Hem kunnen aanbieden is kleine goedheid. Héél de dag door is daar één grote uitnodiging toe. Door goedheid aan te bieden aan de medemens geven we Jezus het grootste geschenk dat we Hem kunnen bieden.

Moge Driekoningen geen vroom gebeuren blijven in het stalletje op onze kast, maar moge het ons aanzetten oprecht diep goed te zijn voor elkaar; in naam van Hem die God ons geschonken heeft.

Manu, bedankt om wie je was. Moge God je opnemen in zijn eeuwige liefde.

Een gezegende feestdag voor ieder van u.

kris

Reacties

  1. Dàt is waar Kris ...'kleine' goedheid ,uit dank en oprechte liefde voor Jezus !
    Ik had zo'n voorbeeld in de persoon van mijn nonkel !
    Hij verving mijn vader gedurende de 5 jaar oorlog !(papa was krijgsgevangen )!
    Had beloofd voor zijn zus 29 j en de 2 meisjes (2j ik en 7j. mijn zus) te zorgen !
    Zichzelf vergetend ,sociaal voelend ,christen ,nooit roddelend !
    Héél rechtvaardig en nederig !
    Een zin dat ik onthou van hem als ik 't wat moeilijk had met iemand, als kind dan nog, was (op zn St Niklaosche ) waar ik toen woonde "Ge moet da verstoan kinneke !"
    Niet oordelen ,maar trachten te begrijpen... waarom !
    Hij was en blijft voor mij een voorbeeld van 'Navolging '!


    BeantwoordenVerwijderen
  2. dank Chris, voor al uw 'kleine goedheid', ook weer deze dag.
    ik vond een mooi gedichtje van r.m. rilke over de epifanie dat ik vertaald heb en graag deel:

    Geboorte van Christus

    Zie toch, deze koningen zijn groot
    en zij slepen schatten naar uw schoot:
    schatten die zij voor de grootste houden;
    Staat u soms versteld van deze gift?
    zie dan in de plooien van uw doeken
    hoe Hij nu reeds alles overtreft.
    Alle amber, ver van hier verscheept,
    al het goudwerk en de wierrookkruiden
    die de zintuigen vertroebelen:
    alles is er maar voor korte tijd
    en aan het einde wacht berouw en spijt.
    Maar, dat ziet u later: Híj verblijdt.

    Uit: Das Marienleben, Geburt Christi
    Rainer Maria Rilke, januari 1912

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten