vrijdag in week 1 door het jaar

Vandaag horen we het verhaal van de lamme die bij Jezus werd gebracht, en wel via het dak omdat het wegens de menigte onmogelijk was via de gewone ingang bij Hem te komen. Mooi beeld overigens hoe de lamme kan rekenen op zijn broeders die alle moeite doen om hem in contact te brengen met de Heer.

Vandaag wil ik graag met u nadenken over het verband tussen verlamming en zonde. De lamme uit het evangelie van vandaag wordt door Jezus genezen waarop Hij zegt: ‘Mijn kind, uw zonden zijn u vergeven.’ En verder: ‘Ik zeg u, sta op, pak uw mat en ga naar huis.’

In elk gebaar dat Jezus stelt in de evangelies zien we een dubbele betekenis. Enerzijds toont Jezus zijn goddelijkheid in de gebaren die Hij stelt. Zo geneest Hij vandaag de lamme van zijn verlamming om aan de farizeeën, die Hem in vraag stelden, te tonen wie Hij was. Daarnaast schuilt er in de gebaren die Hij stelt ook altijd een meer geestelijke boodschap, waarvan het goed is ze trachten te doorgronden. Vandaag het verband tussen verlamming en zonde, tussen 'vergeving krijgen van zonde' en 'gekregen genezing'.

Een mens die steeds terugvalt in zonden (grote of kleine, dagelijks of af en toe), verlamt zichzelf. Hij legt iets in zichzelf stil. Hij geraakt aan iets ontwricht, namelijk aan zijn relatie tot God. De frisheid in de godsrelatie verdwijnt, het zuivere ebt weg, het geweten (als plaats van godsontmoeting) knaagt, het gebed lijdt, de relaties naar de naasten toe worden minder oprecht,... Men zakt weg. Ja, zonde verlamt.

Het goede trekt, zoals het kwade dat ook doet. Het goede, God, de altijd aanwezige (ook in de zondaar) blijft uitnodigen. Maar Hij doet dit als een bedelaar, een nederige. Hij klopt aan de deur van ons hart en blijft geduldig wachten tot we opendoen. Hij respecteert onze vrijheid en wacht op een persoonlijk 'ja'. Het kwade is veel agressiever: het neemt bezit van ons, lokt ons met allerlei 'wereldse' zaken die als 'fijn en aangenaam' overkomen. Het kwaad trekt ons weg van God.
De hamvraag is nu: waarvoor kiezen we?

Jezus kent de mens, Hij kent ieder van ons. Hij kent onze zwakheid, zelfs méér dan dat we die van onszelf kennen. En één van de redenen dat God in Jezus naar ons is toegekomen zit 'm in het feit dat Hij de mens wil genezen van zijn neiging tot zonde. Omdat Hij weet dat de zonde de mens verlamt in zijn relatie tot Hem en uiteindelijk ook in zijn roeping tot liefde.

Het mag dan wel cliché klinken, maar het is een waarheid als een koe: állen zijn we wel ergens verlamd geraakt door dingen die ons wegtrekken van de Heer. Laten we de Heer welkom heten. Hij kan ons genezen van onze verlamming. Hij kan ons aanraken in onze meest duistere plekjes om deze om te buigen naar zijn Gods licht. Hij kan onze slapende ziel weer tot leven brengen door ons te brengen in relatie met Hem.

Laten we in gebed ons hart werkelijk openen voor Hem. Hij wacht tot we Hem ten diepste ontvangen. Zoals de vader uit het verhaal van de verloren zoon staat Hij op uitkijk tot we weer beslissen naar Hem toe te komen.

Ja, laten we beslissen voor de Heer, kiezen voor het goede, ons bekeren tot God, om te leven in zijn liefde.

Een mooie vrijdag,

kris

Reacties

  1. Kris,
    ik wil je bedanken voor je woordje voor vandaag. God geneest ons van onze te korte.
    Alleen we dienen er wel voor open te staan voor Hem!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Een mens die steeds terugvalt in zonden (grote of kleine, dagelijks of af en toe), verlamt zichzelf. Hij legt iets in zichzelf stil. Hij geraakt aan iets ontwricht, namelijk aan zijn relatie tot God. De frisheid in de godsrelatie verdwijnt, het zuivere ebt weg, het geweten (als plaats van godsontmoeting) knaagt, het gebed lijdt, de relaties naar de naasten toe worden minder oprecht,… Men zakt weg. Ja, zonde verlamt.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten