Posts

Posts uit februari, 2021 tonen

zondag 2 in de veertigdagentijd - B

Vandaag horen we het zogenaamde evangelie van de gedaanteverandering, of de verheerlijking van Jezus op de berg Tabor. Een pareltje van een evangelie! Een voorafbeelding, zou je kunnen zeggen, van wat we met Pasen gaan horen, vieren en beleven. We horen dat de leerlingen die bij dit gebeuren aanwezig waren (Petrus, Jakobus en Johannes) er duidelijk deugd aan hadden, ook al leefde er in hun hart een zekere angst. Je zou voor minder... Wat ze meemaakten, wat ze zagen, was ook niet alledaags. Hoe dan ook, ze stelden Jezus voor tenten op te slaan, wat er op zou kunnen wijzen dat ze in die toestand wilden blijven. Maar niets van dat. Gedaan met het lichtend visioen. Geen tenten. Terug de berg af, terug naar het gewone leven. Ik denk dat velen van ons dergelijke momenten van 'licht' in hun leven gekend hebben. Sommigen misschien meerdere momenten, anderen misschien één moment. Sommigen misschien ook niet. Maar velen van ons, tenminste ik hoor dat toch dikwijls van mensen, hebben mo

zaterdag in week 1 van de veertigdagentijd

Vandaag zegt Jezus ons: 'Is het een verdienste als je liefhebt wie jou liefheeft?' Graag zien wie ons graag ziet is inderdaad niet moeilijk. Het is aangenaam, het is ook mooi. Maar ook hen graag zien die we niet graag hebben, waarnaar we gevoelens hebben van antipathie... da's veel moeilijker. Deze vorm van beminnen noemt Jezus liefhebben zoals de Vader dat doet. Het zou niet goed zijn bepaalde mensen méér te willen beminnen dan anderen. Jezus vraagt iets anders van ons. Hij vraagt een diepere vorm van liefhebben. Hij vraagt onze kleinmenselijkheid te overstijgen om vanuit Hem, door Hem en in Hem iedereen graag te zien. Dus ook hen waarmee we het moeilijk hebben. Niet vanzelfsprekend, niet makkelijk. Er staat dan ook nergens dat de Blijde Boodschap een makkelijk te vervullen boodschap is. Het is een boodschap van, en een oproep tot, liefde; liefde die haar kracht vindt in het kruis van de Heer. Het kruis dat niet enkel een weg toont van trouwe en volmaakte liefde, maar teve

vrijdag in week 1 van de veertigdagentijd

Iemand die rechtvaardig was maar dat niet langer is en onrecht begaat, sterft omdat hij onrecht heeft begaan. Iemand die goddeloos leefde maar dat niet langer doet, mij trouw is en het goede doet, zal in leven blijven. Als hij tot inzicht en inkeer is gekomen en niet langer misdaden begaat, zal hij zeker blijven leven en niet hoeven sterven.' Zo lezen we vandaag bij de profeet Ezechiël. Geliefde mensen, de eerste lezing is duidelijk: wie het goede doet, ook na mogelijke bekering, zal leven. Wie het kwade doet, ook na het goede gedaan te hebben, zal sterven. Het gaat om het nu, hoe we vandaag leven. Het kan zijn dat we altijd al het goede hebben gediend. Prima, laten we deze weg verder bewandelen, steeds dieper. Het kan ook zijn dat er dingen in het verleden gebeurd zijn waar we niet fier over moeten of kunnen zijn. God geeft altijd nieuwe kansen. Laten we ons bekeren en voortaan de goede weg kiezen en gaan. Elke dag, elke tijd, maar bijzonder de veertigdagentijd, is een tijd van ke

donderdag in week 1 van de veertigdagentijd

'Vraag en er zal je gegeven worden, zoek en je zult vinden, klop en er zal voor je worden opengedaan. Want ieder die vraagt ontvangt, en wie zoekt vindt, en voor wie klopt zal worden opengedaan’, zegt Jezus ons vandaag. Het zijn woorden die al snel verkeerd begrepen kunnen worden. Wat hier alvast niet gezegd wordt is dat je zomaar krijgt wat je in gebed vraagt. God is geen frisdrankautomaat waarin je wat gebedjes stopt om daarna het gevraagde artikel te krijgen. Van belang is, wanneer we aankloppen bij God, dat Hij de deur voor ons zal openen. Hij zal ons welkom heten. Altijd! Niet onbelangrijk. Wat onze vraag, welke dat ook is, naar Hem toe betreft, zal Hij op de eerste plaats antwoorden met zichzelf te schenken, en wel in de persoon van Jezus. Het gekregene in het gebed is dus op de eerste plaats de Heer. De persoon Jezus is misschien niet datgene wat we in eerste instantie vroegen, maar we krijgen wel meteen het mooiste en meest waardevolle geschenk dat God ons geven kan. En we

woensdag in week 1 van de veertigdagentijd

Jona,… een mooi figuur. Hij is het teken van Gods zorg voor de mensheid, van Gods bekommernis om ieder mens. In zijn leven verpersoonlijkte Jona als het ware de zorg van God om zijn kinderen. Jezus vergelijkt zich vandaag met Jona, in de zin dat de Mensenzoon, ook een teken is van Gods zorg voor de mensheid. Hij doet er zelfs nog een schepje bovenop: ‘Jullie zien hier iemand die meer is dan Jona’. Dat ‘meer’ zit ‘m in het feit dat Jezus de langverwachte Messias is, Gods mensgeworden Woord, om de mensheid te vervullen met zichzelf, haar ten diepste te redden, op te tillen, Gods Pasen aan te bieden. Lieve mensen, hoe dragen wij Jezus in ons hart? Mag Hij werkelijk diegene zijn die Hij is: Gods Zoon, levende Liefde van de Vader, Beeld van God, onze beschermer, Weg ten leven, Brood ons gegeven, genezend licht, deur tot het ware leven, Herder voor het verloren schaap, onze levende hoop? Laten we zijn liefde werkelijk toe die Hij heeft voor ieder van ons?  Laten we ons erdoor verteren? Durve

dinsdag in week 1 van de veertigdagentijd

Gebed is in wezen deelname aan het leven van de heilige Drie-eenheid. Het is leven mét God, in een voortdurend ontvangen en geven. Dat is het in wezen. Maar Jezus weet, meer dan wie ook, hoe moeilijk het ons valt te bidden, in de liefde van de Geest te bidden, vol te houden met bidden, enz… Vandaag geeft Hij ons enkele woorden om tot waar gebed te komen; woorden waarbij Hij ons zelf meeneemt in zijn eigen gebed tot de Vader. Het Onze Vader is een mooi, rijk en zeer diepgaand gebed. God-zij-dank leven we hier in het westen in een (christelijke) cultuur waar dit gebed werd aangeleerd. De meesten van ons kennen het dan ook vanbuiten. Laten we van harte hopen en wensen dat ook vandaag nog onze kinderen dit gebed aangeleerd krijgen. Het mooie aan een gebed dat je vanbuiten kent is, dat je dit ten allen tijde en zowat overal kan bidden: Op je knieën, maar ook voor of na het eten, prevelend tijdens de afwas, op de fiets of tram, al wandelend,... Deze dagen is het mooi weer. Velen van ons do

22 febr - Petrus' Stoel

Vandaag, op het feest van St. Petrus' Stoel, zingt de psalmist ons toe: 'De Heer is mijn herder, het ontbreekt mij aan niets. Hij laat mij rusten in groene weiden en voert mij naar vredig water. Hij geeft mij nieuwe kracht en leidt mij langs veilige paden tot eer van zijn Naam.' Laten we bidden dat onze paus zich zo mag laten leiden door God. Dat hij zijn diepste thuis mag vinden in Hem. Dat hij de kerkgemeenschap, alle mensen, enthousiast mag maken voor de Blijde Boodschap door juiste woorden te spreken en goede daden te stellen. Dat Christus zich door hem mag openbaren. Laten we paus Franciscus dragen in ons dagelijks gebed, zoals hij dat van ons vroeg van op het balkon op het Sint-Pietersplein te Rome bij zijn verkiezing tot paus. Maar natuurlijk gaat deze psalm ook over ons. Als een goede herder leidt God ons langs groene weiden, alles gevend wat we nodig hebben om zijn liefde te bezingen. Hij laat ons rusten in Hemzelf, waar we mogen drinken van het levend water, Chris

zondag 1 vasten - B

De overweging van vandaag is van de hand van Frans Mistiaen, sj Op deze eerste zondag van de Vasten wordt Jezus - zoals ook wij regelmatig - voor de keuze geplaatst tussen goed en kwaad, tussen verder leven in verbondenheid met God, of ons terugplooien op onze zelfzucht. Jezus koos er duidelijk voor niet te leven voor zichzelf, maar om Gods Blijde Boodschap te verkondigen. Het evangelie van vandaag zegt dat die keuze gebeurde "in de woestijn". Als men over "de woestijn" spreekt, dan denkt men spontaan aan een plaats van ontbering. En zo komt men ertoe zich de vastentijd voor te stellen als een periode waarin christenen zichzelf verplichten tot een aantal pijnlijke ontberingen (minder snoepen, roken of TV kijken), dus een aantal wilskrachtige ascese-inspanningen die hopelijk heilzaam zijn. Nu heeft de "woestijn" in de Bijbel een veel diepere betekenis gekregen dan alleen maar een plaats van ontbering. Het Joodse volk had tijdens zijn 40 jaar-durende trektoc

zaterdag na aswoensdag

Vandaag lezen we bij de profeet Jesaja als woorden van de Heer: 'Wanneer je het juk van de onderdrukking uitbant, de beschuldigende vinger en de kwaadsprekerij, wanneer je de hongerige schenkt wat je zelf nodig hebt en de verdrukte gul onthaalt, dan zal je licht in het donker schijnen, je duisternis wordt als het licht van het middaguur.' Vele mensen (ik vraag me zelfs af ‘wie niet?’) dragen duisternis in zich, een donkerte waar men ten diepste onder lijdt. Dit kan gaan over steeds terugkomende neigingen tot zonde, onvolkomenheden in jezelf, of kwetsuren die je zijn aangedaan of die je hebt opgelopen. We zijn allemaal complexe wezens die zijn wat ze zijn. Ik denk dat niemand echt wit is, zoals ook niemand echt zwart zal zijn. We leven in een soort grijze zone, met méér dan vijftig tinten. Complexe wezens dus. Jesaja nodigt uit niet bij de pakken te blijven zitten, maar ons radicaal toe te vertrouwen aan het werk van God. En het gaat over een niet mis te verstane opdracht: he

vrijdag na aswoensdag

De profeet Jesaja windt er geen doekjes om. We lezen als woorden van God de Heer: "Is dit niet het vasten dat Ik verkies: misdadige ketenen losmaken, de banden van het juk ontbinden, de verdrukten bevrijden, en ieder juk breken? Is het niet: je brood delen met de hongerige, onderdak bieden aan armen zonder huis, iemand kleden die naakt rondloopt, je bekommeren om je medemensen?" Het vasten heeft de bedoeling dat we ons keren naar God, dat we afstand nemen van al wat zondig is, dat we berouw tonen en ons begeven op de weg die God met ons wilt gaan. Soberder leven, vasten op voedsel, afstand nemen van, zal ons helpen te groeien in onze diepere intimiteit met God. Het gevaar bestaat er echter in dat we ons gaan nestelen in een hoekje, met heilige boekjes en gebeden, denkend goed bezig te zijn. Maar in dat hoekje vergeten we echter één ding, namelijk dat groei in God moet betekenen: groeien in liefde, in barmhartigheid, in naastenliefde. Als dit laatste niet is, moeten we ons vra

donderdag na aswoensdag

Vandaag lezen we in Deuteronomium: ‘U staat voor de keuze tussen leven en dood, tussen zegen en vloek. Kies voor het leven, voor uw eigen toekomst en die van uw nakomelingen, door de Heer, uw God, lief te hebben, Hem te gehoorzamen en Hem toegedaan te blijven.’ Inderdaad, wij staan voor de keuze tussen leven en dood. Kiezen voor God is kiezen voor het leven. Kiezen voor het kwaad is kiezen voor de dood. Deuteronomium stelt dit heel zwart-wit, maar soms heeft een mens dergelijke taal nodig om z’n leven en de keuzen die hij maakt op scherp te zetten. De realiteit leert ons dat wij doorgaans daar ergens tussen hangen. Niet echt zwart, maar zeker ook niet echt wit; eerder grijs. Maar eigenlijk zou ons leven wit moeten zijn, niet enkel in de intentie, maar ook in de daad. Als christen zou het een vanzelfsprekendheid moeten zijn te kiezen voor het leven, voor God dus. Als we onze naam ‘christen’ waardig willen dragen moeten we leven naar haar inhoud: dat betekent een leven leiden gehecht a

Aswoensdag

Vandaag lezen we uit de tweede brief van Paulus aan de christenen van Korinte: 'Als Gods medewerkers sporen wij u aan: laat de goedheid die Hij u bewijst niet tevergeefs zijn.' Lieve mensen, de vastenperiode is een tijd van oproep, een tijd van inkeer, een tijd van bekering, een tijd van genade, een tijd van gods-ontmoeting. Het is een tijd ons gegeven om God beter te leren kennen. Om deze godsontmoeting vruchtbaar te laten zijn moeten we twee dingen doen: naar onszelf kijken, én naar God. Naar onszelf kijken om te zien waar we bekering nodig hebben. Onszelf op de borst kloppen... mea culpa, mea culpa, mea culpa. Af en toe kan dat geen kwaad. Want hoe we ons leven ook draaien of keren: soms hebben we schuld aan bepaalde dingen, heel persoonlijke schuld. We kunnen allerlei redenen aanhalen waarom we dit of dat mispeuterd hebben... maar in wezen hebben wij fouten gemaakt, en zijn wij persoonlijk en alleen wij daar verantwoordelijk voor. Die dingen gebeuren. Niet goed te keuren,

dinsdag in week 6 door het jaar

Vandaag lezen we, uit het boek Genesis, iets dat op ons op het eerst zicht merkwaardig kan overkomen: 'De Heer voelde zich diep gekwetst'. Ja, God voelde zich gekwetst wanneer Hij vaststelde hoe slecht de mens wel kon worden. Hij, die de mens uit liefde geschapen had, Hij die alles deelde met de mens, die de mens gemaakt had naar zijn beeld en gelijkenis, moest nu vaststellen dat de mens helemaal naast zijn roeping leefde. Van dat 'beeld en gelijkenis' schoot niet veel meer over. En dat kwetste Hem, zo staat er. Kan men God dan kwetsen? Ja, ik denk het wel. Hoewel het hier, naar mijn mening over een veel dieper kwetsen gaat dan wat wij mensen ons daar gewoonlijk bij voorstellen. Bij ons gaat dat dikwijls over ons ego dat geraakt is. Men kwetst ons, tenminste zo voelen we dat aan, in ons 'ikje', we voelen ons tegen de schenen gestampt, we voelen ons uitgelachen, of niet serieus genomen. We voelen ons gebruikt, misbruikt, soms weggeworpen als vuil. Het kan ook zij

maandag in week 6 door het jaar

Bij een wonder denken wij al vlug aan een of andere lichamelijke genezing, of een dansende zon omringt door wolken van rozen. En natuurlijk zijn dat ook wonderen, die – indien God dit nodig acht - kunnen gebeuren. Maar het gevaar bestaat er in dat we ons blind staren op dat soort wonderen, en daarin, en enkel daarin, Gods kracht gaan zoeken. Alle wonderen die ooit gebeurd zijn, en nog zullen gebeuren, verwijzen naar een véél dieper wonder, namelijk het wonder van Gods bestaan, het feit dat Hij ons voortdurend bezoekt, en wat Hij in ons bewerkstelligt. Hij komt tot ons in zijn Drie-ene liefde. Zijn naam is 'barmhartigheid', 'vrede', 'trouw', 'goede vrijdag', 'Opstanding’. Van zijn Pasen wilt Hij ons deelgenoot maken door ons te verinnigen met zijn Liefde: het wassen van elkaars voeten. Het is goed om verwonderd te blijven om Gods bestaan, om de liefde waarmee Hij ons bewoont, om zijn roep deelgenoot te worden van die liefde voor de mensheid. Dit ho

zondag 5 door het jaar - B

De overweging van deze zondag is naar woorden van J. Bots, sj Een melaatse! Melaatsheid was in Jezus' tijd wat vroeger bij ons tbc (tuberculose) was, wat tegenwoordig kanker is, of deze dagen COVID-19. Het erge van melaatsheid was dat het besmettelijk was, waardoor degenen die die ziekte hadden, in een isolement verkeerden (klinkt ons bekend in onze oren deze dagen). In tegenstelling tot corona-besmette mensen nu, liepen vroeger melaatsen met gescheurde kleren rond, zodat iedereen het aan hen kon zien. En als het niet te zien was, moesten ze het laten weten door hardop te roepen: 'Onrein, onrein!' Zo lang de ziekte duurde, was zo iemand onrein en moest hij apart wonen, hoorde hij er niet bij. Dat was toen nog veel erger dan nu. Onze maatschappij is geïndividualiseerd, de mensen leven als enkeling. Maar toen was de samenleving nog hecht, ze leefden niet volgens het 'ik-patroon', maar als 'wij', wij samen. Het was dus heel erg voor een melaatse dat hij zich ui

zaterdag in week 5 door het jaar

Toen er op een keer weer een grote menigte bijeen was … zo lezen we. Wat ik altijd mooi vind in Jezus-films zijn die scenes waar tientallen of honderdtallen mensen op de grond zitten ergens op de flank van een heuvel, of in een veld, luisterend naar Jezus. Mannen, vrouwen, kinderen, ze hangen aan zijn lippen, dorst als ze hebben naar zijn woord; woorden waarvan ze aanvoelen dat ze waar zijn, woorden die over hen gaan, woorden die spreken van Gods barmhartigheid, woorden van vergeving en oproep tot bekering, woorden van liefde en vrede, ja, woorden die ze beluisteren als woorden van God. Mooie scenes. Mogen wij ons bij die menigten weten? Dragen ook wij in ons die dorst naar het woord van God? Nemen wij de nodige tijd om naar de Heer te luisteren? Gunnen we ons, elkaar, en Hem, de ruimte bij Hem te vertoeven? Praten we onze gebedsmomenten niet teveel vol met formulierengebeden? Ja, krijgt de stilte de nodige plaats wanneer we bidden? Mag vooral Hij aan het woord zijn? Zij we bereid daa

vrijdag in week 5 door het jaar

Vandaag lezen we uit het boek Genesis: ' Toen gingen hun beiden de ogen open en merkten ze dat ze naakt waren. Daarom regen ze vijgenbladeren aan elkaar en maakten er lendenschorten van. Toen de mens en zijn vrouw God, de Heer, in de koelte van de avondwind door de tuin hoorden wandelen, verborgen zij zich voor Hem tussen de bomen' Voor de zogeheten 'zondeval' liepen Adam en Eva naakt rond; naakt voor elkaar, naakt voor God. Ze hadden elkaar niets te verwijten, ze hadden elkaar niets te verbergen. Ze waren vrij; het paradijs!! Maar toen ze zich bezondigden, en deden wat ze uitdrukkelijk van de Heer niet mochten, toen gingen ze hun naaktheid verbergen, tegenover elkaar en tegenover God. Wanneer wij bidden, en ons hart of ons leven is bezwaard door zonde, dan staan we in wezen niet naakt voor God. We zijn niet meer vrij, kunnen God niet mee recht in de ogen kijken, en dikwijls ook elkaar niet. Triestig he... Het zou vooral ook triest zijn als het daarbij zou blijven. I

donderdag in week 5 door het jaar

Het evangelie van vandaag wil ons tonen dat ‘geloof’ niet goedkoop is. Het is niet vanzelfsprekend. En om dit ten diepste aan te voelen gebeurt het soms dat Jezus ons geloof op de proef stelt. Niet om ons te pesten, maar juist om ons tot dieper geloof te brengen, tot volwassen geloof, tot geloof los van sferen of gemoedstoestanden. Soms wordt ons leven een chaos, en juist die chaos wil God aanwenden om ons te doen groeien in Hem. Hij wil de chaos gebruiken om ons te brengen tot een geloof dat puur is, naakt, afgestorven aan een oppervlakkige ‘ik’ om zichzelf terug te vinden in zijn meest waarachtig ik: het ‘ik’ door God gewild. Een volkswijsheid leert ons dat een mens soms met zijn hoofd tegen een muur moet botsen om te leren. Da’s een waarheid als een koe. En in het geloof is het niet anders. Soms moet een mens al eens de diepte worden ingeduwd om volwassen te worden. Wanneer de chaos in het leven van mensen de overhand krijgt wordt dikwijls iets nieuws geboren; meer zuiver, meer vol

woensdag in week 5 door het jaar

Vandaag horen we Jezus zeggen: ‘Wat uit de mens komt, dat maakt hem onrein. Want van binnenuit, uit het hart van de mensen, komen slechte gedachten, ontucht, diefstal, moord, overspel, hebzucht, kwaadaardigheid, bedrog, losbandigheid, afgunst, laster, hoogmoed, dwaasheid; al deze slechte dingen komen van binnenuit, en die maken de mens onrein.’ Elders zegt Hij: 'Zalig de zuiveren van hart, want zij zullen God zien'. Om het wit-zwart te stellen: Ofwel ben je zuiver van hart en zie je God, ofwel is je hart helemaal niet zuiver met alle gevolgen van dien: een onrein leven. Ik denk dat ieder van ons verlangt naar dat zuivere hart, naar dat hart dat inderdaad voort-durend voor het aanschijn staat van God; Hem aanbiddend, van Hem ontvangend, Hem dienend in de liefde in het dagelijks leven. Wat een vreugde en vrede moet het geven voortdurend in deze zuiverheid te staan. Verlangt daar niet ieder van ons naar? Maar de meesten van ons zijn meesters in het knoeien. Zo dikwijls maken w

dinsdag in week 5 door het jaar

God zei: ‘Laten wij mensen maken die ons evenbeeld zijn, die op ons lijken; zij moeten heerschappij voeren over de vissen van de zee en de vogels van de hemel, over het vee, over de hele aarde en over alles wat daarop rondkruipt.’ Wij zijn dus geschapen naar Gods evenbeeld… Hier horen we twee zaken in, namelijk dat God ons naar zijn beeld en gelijkenis geschapen heeft, en dat wij geroepen zijn dit in ons dagelijks leven waar te maken. Het is dus echt wel de bedoeling dat wij in onze omgang met elkaar Gods beeltenis zijn; geen statisch beeld maar een beleving. Onze oer-roeping bestaat erin Gods goedheid te zijn voor elkaar. Dat betekent: als God liefde is, is het onze roeping en zending liefde te zijn voor ieder. Als God doorheen Christus zijn vrede schenkt aan de mensheid, is het onze roeping deze vrede aan elkaar aan te reiken doorheen daad en woord. Als God trouw is aan ieder mensenkind, betekent dit dat wij geroepen zijn trouw te zijn aan iedere mens die God ons toevertrouwt. Als

maandag in week 5 door het jaar

En God zag dat het goed was. Dat horen we doorheen heel het scheppingsverhaal, telkens op het einde van de dag, een hele ‘werkweek’ lang. Wat God maakt, wat Hij doet, wat Hij beslist, hoe Hij iets doet,… het is goed, door en door goed; goddelijk goed zeg maar. Het komt dan ook van God. Laten we ons toevertrouwen aan Gods scheppende kracht, ook in ons persoonlijk leven. Moge Hij, wanneer Hij ons bezig ziet, ook zeggen dat ‘het goed was’. Of om het wat kinderlijk te zeggen: Moge God fier zijn op ons leven. Een mooie nieuwe werkweek voor ieder van u! En wees voorzichtig, het kan glad zijn buiten. kris

zondag 5 door het jaar - B

De overweging van deze zondag is van de hand van Frans Mistiaen, sj Vandaag kregen wij een globaal beeld van een dag in het leven van Jezus. Hij geneest zieken en kent daardoor plaatselijk succes. Maar Hij trekt zich terug en bidt in de stilte tot zijn Vader. Van daaruit besluit Hij niet daar te blijven, maar verder te trekken om ook elders mensen aan te spreken en op te richten. Dat Jezus zieken heeft genezen kon blijkbaar volledig verkeerd worden begrepen. Hij wilde vooral de binnenkant van de mensen aanspreken door hen uit te nodigen op te staan en bevrijd te worden van allerlei vormen van innerlijke geslotenheid, verstarring en ziekte. “Boze geesten” worden ze genoemd. Maar soms werden blijkbaar ook uiterlijke gevolgen van zijn bevrijdende invloed merkbaar: lichamelijke genezingsverschijnselen als gevolg van een vernieuwde, innerlijke bezieling bij de mensen die Hij zegende. In de evangelies voelen wij regelmatig dat Jezus bezorgd is om meer te bewerken dan verbazing bij een all

zaterdag in week 4 door het jaar

Vandaag horen we Jezus zeggen tot de leerlingen: ‘Ga nu mee naar een eenzame plaats om alleen te zijn en een tijdje uit te rusten.’ Wanneer je een stilte-retraite gaat volgen in een of andere abdij, dan liggen - bij wijze van welkom - zeer dikwijls deze woorden op je te wachten op je kamer. Abdijen zijn dan ook plekken waar je zowel lichamelijk als geestelijk eens goed tot rust kan komen. En ook al ben je beslist niet de enige gast, en zijn er de monniken , in een abdij ga je de eenzaamheid en de stilte in. Dat is niet alleen zalig, maar - naar het woord van de Heer - ook af en toe nodig. Eenzaamheid, stilte, rust... het heeft iets van een woestijn, een soort 'niets' waar enkel jij bent. En natuurlijk Jezus. Jij en Hem. Verder geen verstrooiingen; geen lawaai, gezellig geklets, tv, pc, smartphone,... enkel jij en Jezus. Voor wie innerlijk die eenzaamheid echt ingaat is dat best confronterend. Je kunt namelijk niet buiten Hem. Je zit als het ware op elkaars schoot en er is ni

zaterdag in week 4 door het jaar

Bij Paulus lezen we vandaag: 'Houd de gastvrijheid in ere, want zo hebben sommigen zonder het te weten engelen ontvangen.' Vele jaren terug was ik eens te gast bij de zusters van Moeder Theresa in Gent. Ik herinner me dat wanneer je van hen binnen door de voordeur naar buiten ging, dat daar boven de voordeur (langs de binnenkant dus) de tekst hing: 'Jezus heeft net aangeklopt'. Toen ik over die tekst met de zusters praatte, vertelden ze me dat dit een werkelijke beleving van hen was. In ieder mens die langskwam trachtten zij de Heer te ontvangen die bij hen langskwam als een bedelaar naar liefde. De persoon die aanklopte beminnen was voor hen de Heer beminnen. Mystiek in de praktijk. Stel, iemand belt bij ons aan en het is Jezus zelve... Wow... we zouden verschieten. Misschien kusten we wel zijn handen, of we vielen op onze knieën, of hadden geen woorden en enkel tranen uit ontroering. We zouden ons niet waardig weten Hem in onze woonst te ontvangen. De Martha's ond

donderdag in week 4 door het jaar

Jezus droeg hen op niets mee te nemen voor onderweg, geen brood, geen reistas en geen geld, alleen een stok. De leerlingen mochten bij hun uitzending zo goed als niets meenemen. Mijn gedachten gaan naar Franciscus van Assisi. Nadat hij medebroeders had gekregen zond hij hen ook de wereld in, met het uitdrukkelijk gebod dat ze arm moesten zijn en blijven. Hij heeft het dan zeker over de zogenaamde spirituele armoede, maar Franciscus bedoelde dit heel zeker ook letterlijk. Niets mochten de broeders meenemen, enkel hun habijt en hun brevier. De reden waarom de minderbroeders zo door het leven moesten gaan lag in het feit dat zij van niets of niemand afhankelijk mochten zijn in het volste vertrouwen dat God wel voor hen zou zorgen, zowel op geestelijk vlak als ook op materieel vlak. Zo waren ze 'vrij' om te doen wat ze moesten doen... En wij? Moeten wij nu ook zo gaan leven? Het is zeker zo dat onze wereld van vandaag nood heeft aan mensen als een Franciscus en zijn eerste gezellen

woensdag in week 4 door het jaar

Ze namen aanstoot aan Hem. Jezus zei tegen hen: ‘Nergens wordt een profeet zo miskend als in zijn eigen stad, onder zijn verwanten en huisgenoten.' Jezus moet vermoed hebben dat dit ging gebeuren. En toch ging Hij. Hij had evengoed niet kunnen gaan. Maar Hij ging. Het was zijn zending aan iedereen de Blijde Boodschap te melden, ook aan hen waarvan Hij wist dat de boodschap niet echt zou aankomen. Eigenlijk geldt dat ook voor ons. Want soms maken we het ons makkelijk. Als we al op een of andere wijze ‘verkondigen’, doen we dat gewoonlijk tot mensen waarvan we op voorhand weten dat de boodschap een zekere ingang zal vinden. Maar ook naar hen gaan waarvan we weten of vermoeden dat het geen ingang zal vinden… da’s heel andere koek. En toch hebben deze mensen evenveel recht om de boodschap te horen dan zij die – bij wijze van spreken – zelf naar ons toekomen. Het evangelie uitdragen naar hen die er – op het eerste zicht – niet onmiddellijk voor openstaan, is niet makkelijk. We moeten

2 febr - Opdracht van de Heer

Vervuld van de heilige Geest loofde Simeon God met de woorden: ‘Nu laat U, Heer, uw dienaar in vrede heengaan, zoals U hebt beloofd. Want met eigen ogen heb ik de redding gezien die U bewerkt hebt ten overstaan van alle volken: een licht dat geopenbaard wordt aan de heidenen en dat tot eer strekt van Israël, uw volk.’ Simeon was klaar om te sterven. Hij heeft de Heer met eigen ogen gezien, hij heeft Hem ontmoet, hij heeft Hem op handen gedragen, hij heeft Hem aanbeden. Nu kon hij sterven. Kun je je immers een grotere vervulling van je leven indenken dan de Heer op deze wijze te ontmoeten... Heel terecht wordt dit gebed van Simeon opgenomen in het getijdengebed bij de dagsluiting. Als christen is het immers de bedoeling dat wij de Heer overdag ontmoeten doorheen gebed en werk, doorheen onze dienst aan de naaste, zodat wij ’s avonds voor het slapen gaan de woorden van Simeon kunnen bidden. Laat dit een oproep zijn de Heer te ontmoeten doorheen de dag, in alles en allen, om vanavond, e
Vandaag beluisteren we een ontmoeting tussen God en het kwaad, tussen Jezus en een bezetene. Het is een indringend verhaal waarin het geweld van het kwaad en de verlossing van Jezus zich in volle glorie manifesteert. Op het eerste zicht is het een merkwaardig verhaal. Doch wie het verhaal ten diepste binnenlaat zal er al vlug achter komen dat het een verhaal is dat gaat over u en mij. Het kwaad huist in ieder van ons. Klinkt cliché, maar het is wel een feit. Wie zegt geen last te hebben van het kwaad mag zich bij Maria Onbevlekt Ontvangen scharen. Maar bij mijn weten staat zij daar tot op heden alleen, liefdevol met haar Zoon in haar armen. Jezus komt ons kwaad tegemoet, zoals Hij naar de bezetene toegaat in het verhaal van vandaag. Jezus wacht niet tot de zondaar naar Hem komt. Nee, Hij vertrekt alvast, de zondige mens tegemoet. Da's goed nieuws voor ons. Wees dus waakzaam, want Hij kan er ineens staan. Dit kan Hij doen op velerlei wijzen: je aansprekend in je gebed, doorheen h