dinsdag in week 5 door het jaar

God zei: ‘Laten wij mensen maken die ons evenbeeld zijn, die op ons lijken; zij moeten heerschappij voeren over de vissen van de zee en de vogels van de hemel, over het vee, over de hele aarde en over alles wat daarop rondkruipt.’

Wij zijn dus geschapen naar Gods evenbeeld… Hier horen we twee zaken in, namelijk dat God ons naar zijn beeld en gelijkenis geschapen heeft, en dat wij geroepen zijn dit in ons dagelijks leven waar te maken. Het is dus echt wel de bedoeling dat wij in onze omgang met elkaar Gods beeltenis zijn; geen statisch beeld maar een beleving. Onze oer-roeping bestaat erin Gods goedheid te zijn voor elkaar.

Dat betekent: als God liefde is, is het onze roeping en zending liefde te zijn voor ieder. Als God doorheen Christus zijn vrede schenkt aan de mensheid, is het onze roeping deze vrede aan elkaar aan te reiken doorheen daad en woord. Als God trouw is aan ieder mensenkind, betekent dit dat wij geroepen zijn trouw te zijn aan iedere mens die God ons toevertrouwt. Als Jezus zegt dat Hij niet gekomen is om over de wereld te oordelen maar om haar te redden, betekent dit dat ook wij niet, over wie dan ook, mogen oordelen maar ‘reddend’ bij onze medemens aanwezig moeten zijn. Als Christus een bijzondere genegenheid toont voor al wat broos en arm is in deze wereld, mogen we ons als christenen gezonden weten het broze en arme tegemoet te treden. Als Jezus zegt dat Hij het licht is voor de wereld mogen we daarin horen dat ook wij geroepen zijn Gods licht te zijn in onze samenleving. En zo kunnen we nog zeer lang doorgaan…
Het feit dat we geschapen zijn naar Gods beeld en gelijkenis is een gedachte die we als een gebed zonder ophouden moeten koesteren diep in ons hart. Het zou een drijfveer moeten zijn van ons christelijk leven.

In het aangehaalde citaat horen we ook dat de mens heerschappij mag voeren over al het geschapene. Ook dit houdt roeping in. Hier gaat het over verantwoordelijkheid en respect. Als goede huisvaders/moeders zijn we geroepen onze aarde te beheren en te koesteren, opdat het – bij wijze van spreken – een tuin van Eden mag zijn voor ieder die er woont.
Tijdens de voorbije anderhalve eeuw is de schepping door de mens diep gekwetst. We putten deze mooie aardbol uit, oceanen worden een soep van plasticdeeltjes, nucleaire afval steken we zonder scrupules gewoon de grond in als bitter cadeautje voor onze achterkleinkinderen, en zo voort. Jammer toch.
Goede beheerders zijn van de schepping is niet vanzelfsprekend. Het vraagt respect voor het geschapene, voor God zelf. En verantwoordelijkheid.
We moeten geen onheilsprofeten zijn, maar we moeten ook durven de feiten onder ogen zien. Inzake milieu en eerbied voor de schepping zullen we ons moeten bekeren.
En dan gaat dit natuurlijk verder dan eerbied koesteren voor een paardenbloem en een appelboom. Het gaat dan ook over een eerlijk gewetensvol economisch beleid voeren op wereldvlak, zodat geen mens of volk uitgesloten wordt van de gaven die God aan zijn wereld schenkt. Het gaat dan over afbouwen van machtsposities opdat regeringen, en in wezen ieder mens, weer oog en hart krijgt voor mensen en volkeren waar voedselschaarste heerst, waar kinderen geen school kunnen lopen, waar samen met hen een economisch bestand kan uitgewerkt worden zodat zij weer voort kunnen.
Om nog niet te spreken over de gruwel van de oorlog en het vele geld dat aan bewapening wordt uitgegeven.
Sommige zaken zijn echt godgeklaagd, en het vraagt een diepe bekering van ons allemaal.

Maar, lieve mensen, het christendom is en blijft in wezen een ‘Blijde Boodschap’. Het blijde bestaat erin dat God in Christus redt en bevrijdt. Dat betekent dat, wanneer we ons wenden tot Hem, wanneer we leven in zijn genade, de diepe bekering die gevraagd wordt wel degelijk mogelijk is, zowel op individueel vlak alsook op gemeenschappelijk vlak, en dit op alle terreinen van het leven.

Laten we bidden voor elkaar, voor de gehele mensheid. En laat ons, vanuit Christus, geëngageerde mensen zijn; mensen die bereid zijn te werken aan een samenleving waar het goed is om te leven, en wel voor ieder. Moge het onrecht aangeklaagd worden. Moge de liefde gevierd worden door Gods liefde te zijn, in kleine en grote daden. Moge de Kerk, en ieder individueel, Gods Blijde Boodschap van harte vertolken.

Werk aan Gods winkel.

kris

Reacties

  1. De kroon op de schepping is de mens. Voor zover wij het kunnen overzien, is dat nog altijd zo: de mens is het verst vooruitgeschoven punt van de evolutie. In het college leerde ons leraar zelfs dat de vrouw nog verder staat dan de man. De man is cerebraal, redeneert en denkt rationeel. De vrouw beleeft vanuit haar moeder-zijn alles intuïtief. Een moeder voelt onmiddellijk dat er iets aan de hand is met haar kind, terwijl de man zal zeggen: ‘Het is niets’. Maar de vrouw zal gelijk blijken te krijgen. Na een paar dagen wordt het kind inderdaad ziek.
    Mooi in het eerste scheppingsverhaal is dat God bij de schepping van de mens zeer majestatisch spreekt: ‘Nu gaan WIJ de mens maken, als beeld van ONS, op ONS gelijkend’. Dit meervoud is misschien al een intuïtief aanvoelen van de Bijbelse schrijver van Gods Drie-eenheid. Hoe dan ook, de mens is niet zozeer op God gelijkend omdat hij met verstand is begiftigd, maar omdat hij als Man en Vrouw geschapen is. De mens is maar mens in relatie. In relatie met zijn medemens, heel in het bijzonder met zijn echtgenoot of echtgenote, maar ook in relatie met God en de kosmos. Zoals God de Heer is, zo mag ook de mens heer zijn, heersen over de vissen, de vogels, de dieren. En weer klinkt het refrein: ‘God zag dat het heel goed was’. Ons woord ‘God’ lijkt af te stammen van het woord ‘goed’. Alles is goed of zal het uiteindelijk worden. Altijd hoopt de mens dat ook als het slecht gaat, het weer beter zal worden. Er leeft in elk van ons dat onverwoestbaar vertrouwen dat alles uiteindelijk goed zal zijn. Dat is de hemel, dat is God.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ook zeer mooi is het einde van dit eerste scheppingsverhaal: God voltooit de schepping door te rusten. Zo is dit eerste scheppingsverhaal ook een fundering voor onze zesdaagse werkweek die eindigt in een rustdag. Dat is het ritme dat de mens op het lijf is geschreven: een week van 7 dagen. Tijdens de Franse Revolutie heeft men geprobeerd weken te maken van tien dagen. Dat heeft het niet gehouden. Het is dus goed een rustdag te hebben, een dag voor jezelf die tegelijk aan God is gewijd. Dat wilde de Bijbelse schrijver ook meegeven in zijn scheppingsgedicht: de sabbat als een dag des Heren.
    De laatste zin van dit gedicht vind ik opmerkelijk: ‘Dit is de geschiedenis van het ontstaan van de hemel en de aarde, ZOALS ZE GESCHAPEN ZIJN’. De Bijbel zelf geeft al aan dat dit verhaal niet een wetenschappelijk artikel is, maar een uitdrukking van het geloof dat alles GESCHAPEN is, dat alles gewild is door een Schepper, God die goed is.
    En nu mag de mens meewerken met die goede Schepper. Hij mag de schepping helpen voltooien, alles nog beter te maken, want eigenlijk is de schepping niet af. Het kader is er, maar dat kader moet aangekleed worden; de ruwbouw is klaar, maar niet de binneninrichting van ons gemeenschappelijk huis. Jammer dat de mens dan zijn mensenwerk op de eerste plaats gaat zetten, zoals in het evangelie vandaag. De mens heeft wetten en regeltjes gemaakt, maar vaak zet hij God buiten spel. Hij eert God met de lippen, maar niet met het hart. ‘Korban’ is daar een voorbeeld van. De mens moet zorgen voor zijn bejaarde ouders. Ook dat wil God. Wat deed men in Jezus’ tijd? Alles wat men bezat zogezegd voor de tempel bestemmen. Dan moest en dan kon je je ouders niet meer helpen. Dat zou nu kunnen zijn: ik geef alles aan goede werken, nu of per testament na mijn dood, maar dan moet ik mijn ouders niet meer helpen als dat nodig is. Dat is nu echt niet wat God bedoelt.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Wetten en regels zijn om iets te dienen. Net zoals er een berekening moet worden gedaan om een huis te bouwen. Teksten van gebeden, de melodie en ritme van gezang kunnen mij dragen naar het vertrek waar we de relatie met God kunnen voelen. Het is aan mij om te trainen (eigenlijk alleen een "ja" zeggen) om deze weg, deze vormen van gereedschap aan te nemen. Ik heb ook maanden gehad dat ik een aversie kreeg tegen de voorgeschreven manier van bidden en gewoonten als naar de Kerk gaan. Ik "had er niets mee." "Waarom gebeurd dit, waar is het gebleven?", vroeg ik mezelf af. In een gesprek met een pater zei hij: "wees er bedacht op...geloof is geen hebben-ding. Je hébt het niet. Het wordt je door God gegeven." En een non vertelde mij: "deze tijden overkomen ons allemaal vast wel eens en het komt ook wel eens terug. Je kunt je naar Hem door Hen voor te stellen als "waarheid", want dat is Hij. En richt je zo tot Hem."
    Via deze weg heb ik het geloof weer gekregen.
    Het is aan ons om de wetten en regels voortdurend te linken met het onuitsprekelijke, het onzichtbare, want dat is hun kracht. Het zijn afbeeldingen van dat wat we niet kunnen uitspreken of zien. Maar waar we in geloven. Samen.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Het zou mooi zijn als we tot een herindeling zouden kunnen komen van al onze bezittingen. Verschillen in arm en rijk zullen er altijd blijven ook al omdat de een betere inzichten heeft dan de ander. Ik zou het zo fijn vinden als niemand honger zou hoeven te lijden en een beter perspectief kreeg. Daarvoor hebben we ook wetten en regels nodig om bijvoorbeeld zoals nu gebeurt, het ene land leegroven en later de afval daar weer dumpen. Hoe krijgen we een mooiere en betere wereld voor iedereen? Er is veel werk te doen en ik moet nooit de randen van de wet opzoeken om toch mijn gang te kunnen gaan. Een utopie? Hopelijk wordt het werkelijkheid.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Wat ik mooi vind in het scheppingsverhaal is dat wij (de hele schepping, niet enkel de mens) geschapen zijn als 'beeld' van God en geroepen worden tot 'gelijkenis' met God.
    Ondertussen kreunt de hele schepping, zegt Paulus, ze (ook de mens) ziet verlangend uit naar de vervulling, de uiteindelijke voltooiing waarheen we op weg zijn.

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Priester Daniel ,
    Ik dank U zeer voor de hieronder geschreven tekst.
    Er wordt heel veel gepraat over woonzorgcentra , maar ik hoor zelden dat er voor de bejaarde ouders zou (kunnen) gezorgd worden door eigen familie .Het zou naar mijn mening GOD meer behagen dan alles te geven aan goede werken(wat ik niet afkeur) of later in een testament, of het excuus te gebruiken dat men moet werken, dat men er anders niet komt .( financieel ).
    Ik denk dat we kunnen keuzes maken ,en niet altijd kiezen voor de gemakkelijkste oplossing.

    BeantwoordenVerwijderen
  7. Tekst van Pr. Daniel hierboven bijvoegen a u b
    Korban’ is daar een voorbeeld van. De mens moet zorgen voor zijn bejaarde ouders. Ook dat wil God. Wat deed men in Jezus’ tijd? Alles wat men bezat zogezegd voor de tempel bestemmen. Dan moest en dan kon je je ouders niet meer helpen. Dat zou nu kunnen zijn: ik geef alles aan goede werken, nu of per testament na mijn dood, maar dan moet ik mijn ouders niet meer helpen als dat nodig is. Dat is nu echt niet wat God bedoelt.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ja ik heb nog geweten dat de zus van mijn vader NIET mocht huwen als haar toekomstige man niet ging inwonen bij haar ouders .. zij was de jongste en toen was het nog zo dat de jongste de zorg voor de ouders op zich moest nemen Thuis bleef inwonen zo was de oude oude dag verzekerd van de langst levende ouder .. dat was de gewoonste zaak van de wereld .. en dat is nog niet zo heel lang geleden hoor ..
      ik denk dat dit nu nog het geval is bij bepaalde godsdiensten ook in ons land .. Mabo

      Verwijderen

Een reactie posten