woensdag in week 4 door het jaar

Ze namen aanstoot aan Hem. Jezus zei tegen hen: ‘Nergens wordt een profeet zo miskend als in zijn eigen stad, onder zijn verwanten en huisgenoten.'

Jezus moet vermoed hebben dat dit ging gebeuren. En toch ging Hij. Hij had evengoed niet kunnen gaan. Maar Hij ging. Het was zijn zending aan iedereen de Blijde Boodschap te melden, ook aan hen waarvan Hij wist dat de boodschap niet echt zou aankomen.

Eigenlijk geldt dat ook voor ons. Want soms maken we het ons makkelijk. Als we al op een of andere wijze ‘verkondigen’, doen we dat gewoonlijk tot mensen waarvan we op voorhand weten dat de boodschap een zekere ingang zal vinden. Maar ook naar hen gaan waarvan we weten of vermoeden dat het geen ingang zal vinden… da’s heel andere koek. En toch hebben deze mensen evenveel recht om de boodschap te horen dan zij die – bij wijze van spreken – zelf naar ons toekomen.

Het evangelie uitdragen naar hen die er – op het eerste zicht – niet onmiddellijk voor openstaan, is niet makkelijk. We moeten dit verstandig aanpakken.
We moeten op de eerste plaats het evangelie zelf willen zijn, dat wil zeggen dragers van Gods vrede. Vanuit deze vrede kunnen we dan onder de mensen zijn; niet als meerderen maar als één van hen. Wie op zo’n wijze bij anderen is, zal vroeg of laat, en op het gepaste moment, de juiste woorden vinden om iets om over het diepere van het leven te zeggen, en daarover in gesprek te gaan. Zulke momenten doen zich meer voor dan we doorgaan denken. Alleen hebben we dikwijls angst van die momenten en vervallen alweer snel in het oppervlakkig geklets. Weet dat vele mensen – dikwijls hen waarvan we het niet direct verwachten – hunkeren naar zulke diepere gesprekken.
Het komt er in ons spreken op aan de juiste snaren bij elkaar aan te raken om het 'goede gesprek' te kunnen voeren. Dat vraagt een zekere vaardigheid waar we ons als christenen meer in zouden moeten oefenen. Niet zozeer door allerlei gesprekstrucjes toe te passen, maar veeleer gewoon door het te doen, zacht en moedig.

En niet onbelangrijk: laten we de humor niet vergeten: via de humor kunnen we heel dikwijls iets over God en geloof zeggen. Humor doorprikt dikwijls de starre geloofshouding- en visies die katholieke mensen wel eens dreigen te hebben.

Maar het meest belangrijke is dat we in dat gebeuren God niet vergeten. In ons ochtendgebed mogen we vragen aan God dat Hij ons in de loop van de dag momenten schenkt waar we iets van Hem kunnen tonen of over Hem kunnen zeggen, dat Hij ons de goede gebaren en woorden zou (in)geven, dat Hij ons een vrij hart zou schenken om te ‘kunnen’ spreken en handelen 'in' Hem.
Deze vorm van vraag-gebed is niet onbelangrijk. We mogen dat echt vragen. Christus heeft beloofd altijd bij ons te zijn, ook voor die zaken. Laten we zijn aanwezigheid koesteren om vanuit Hem anderen te ontmoeten, naar hen te luisteren, met hen in gesprek te gaan.

Moge de heilige Geest ons hierin begeleiden.

kris

Reacties

  1. De Hebreeënbrief wil ons aansporen om in het lijden ons geloof en ons vertrouwen niet te verliezen. De brief ziet in het lijden een soort tuchtmaatregel die ons leven moet verbeteren. Dat is inderdaad iets om met ons mee te nemen, want als er nooit enig lijden of tegenspoed zou zijn in ons leven, zouden wij het dan wel uithouden in het geloof? Als alles altijd rozengeur en maneschijn zou zijn, koek en deeg, dan zouden wij denken dat we God niet meer nodig hebben. Dan hadden wij de hemel op aarde. Maar zo is het niet, er is altijd wel iets dat ons tegengaat, in elke periode van ons leven. Elke dag ondervinden wij iets van de weerbarstigheid van deze wereld. Maar laten we de slappe handen blijven opheffen naar de Heer, laten wij wat in ons gewond en kreupel is, door het lijden genezen. Als wij in God blijven geloven, ook bij tegenslag, dan moeten wij niet vrezen. Het wordt allemaal weer goed. Deze boodschap konden de mensen van Nazareth niet aannemen. Zij ergerden zich aan hun dorpsgenoot Jezus die een grote wijsheid bezat en de macht om zelfs wonderen te doen. Gisteren hoorden wij van de profeet Maleachi: ‘Wie kan de komst van de Heer verdragen? Hij is als het loog van de bleker, het vuur van de smelter’. Als God komt, moet ons leven inderdaad anders worden: helemaal een offerande voor de Heer, een leven voor God en de medemens. God alleen is onze Heer. Die ommekeer kunnen wij echter niet altijd opbrengen, want we leven nog zo graag voor onszelf alleen. We zijn zo graag onze eigen baas…

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. "W'ant als er nooit enig lijden of tegenspoed zou zijn in ons leven, zouden wij het dan wel uithouden in het geloof?"

      Het zou een goede proef op de som kunnen zijn, mocht alles 'koek en ei' zijn, om te zien waar we met ons geloof staan. Geloof is op de eerste plaats een gave van God, een liefdesantwoord van de mens op de liefde van God. Of het goed gaat of niet, verandert daar eigenlijk niets aan.

      Verwijderen
  2. Het geloof dat bergen kan verzetten. Ik ben zo dankbaar dat ik dit heb mogen ontvangen.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Jezus was een mens zoals wij: Niemand is profeet in eigen land ..

    Ik ben dankbaar dat die tekst in het Evangelie staat

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik kijk altijd met verwondering dat het bij velen de gewoonste zaak is van de wereld dat God hen altijd nabij is .. voor mij is dat niet zo .. ik heb daar moeite mee .. Hij is de ongekende als het over nabijheid gaat in mijn leven .. ik sta daar zover vanaf ..

      Verwijderen
  4. Beste Mabo. Denk niet dat ik God altijd nabij voel. Was dat maar zo. Ook mij overkomt het regelmatig dat ik God niet kan vinden en dat Hij zich niet laat vinden. Ik weet wel zeker dat dit van voorbijgaande aard is en ik Hem soms ook weer dichtbij weet. Het gaat niet om wat ik voel en ook niet om “zeker” weten. Ik heb eens iets gelezen van Martin Buber: “Er is iets” En dat iets is de plaats waar God is. En waar is God? Waar men Hem toelaat. Zet je hart voor Hem open. Het is voor niemand eenvoudig en gemakkelijk. Vraag erom en ik vraag met je mee.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten