vrijdag in week 5 door het jaar
Vandaag lezen we uit het boek Genesis: 'Toen gingen hun beiden de ogen open en merkten ze dat ze naakt waren. Daarom regen ze vijgenbladeren aan elkaar en maakten er lendenschorten van. Toen de mens en zijn vrouw God, de Heer, in de koelte van de avondwind door de tuin hoorden wandelen, verborgen zij zich voor Hem tussen de bomen'
Voor de zogeheten 'zondeval' liepen Adam en Eva naakt rond; naakt voor elkaar, naakt voor God. Ze hadden elkaar niets te verwijten, ze hadden elkaar niets te verbergen. Ze waren vrij; het paradijs!! Maar toen ze zich bezondigden, en deden wat ze uitdrukkelijk van de Heer niet mochten, toen gingen ze hun naaktheid verbergen, tegenover elkaar en tegenover God.
Wanneer wij bidden, en ons hart of ons leven is bezwaard door zonde, dan staan we in wezen niet naakt voor God. We zijn niet meer vrij, kunnen God niet mee recht in de ogen kijken, en dikwijls ook elkaar niet. Triestig he...
Het zou vooral ook triest zijn als het daarbij zou blijven. Ik wil enkele verzen uit de psalm van vandaag willen aanhalen die je kan vinden tussen de twee lezingen:
'Toen beleed ik U mijn zonde,
ik dekte mijn schuld niet toe,
ik zei: ‘Ik beken de Heer mijn ontrouw’,
en U vergaf mij mijn zonde, mijn schuld.
Lieve mensen, zo is God. Wat we ook mispeuterd hebben in ons leven... God wacht op ons. Als we naar Hem toegaan en eerlijk en nederig Hem om vergeving vragen, dan vergeeft Hij. Dus geen triest einde, maar een nieuw begin. Hij bevrijdt ons, heelt ons (maakt ons weer 'heel') en zendt ons.
Lang geleden las ik eens een prachtig boekje, met de lange titel: 'Het heilige verbond van de zalige Franciscus met Vrouwe Armoede'. Schitterend boekje!!! Het is geschreven kort na de dood van Franciscus van Assisi, heel waarschijnlijk door broeders die hem goed gekend hebben. Het is franciscaanse mystiek van de hoogste plank. In dat boekje spoort Franciscus zijn broeders aan om te leven zoals Adam en Eva leefden voor de zondeval. Want dàt heeft Jezus bewerkstelligd door te sterven aan het kruis. Jezus heeft ons, uiteraard mede door de verrijzenis, ten diepste verlost van de zonde. In die genade is de mens geroepen te leven. Dus geen bezwaar meer van zonde... maar leven als verlosten; naakt voor de Heer, of om het franciscaans te zeggen: Vrouwe Armoede beminnend.
Mooi en snel gezegd... zou je kunnen zeggen. Maar feit is dat ieder van ons zijn dagelijkse gevechtjes voert met z'n kleine en grotere zondekes, of de neigingen daartoe. Wat dan met die verlossing... zou je kunnen zeggen. Het is waar, we leven niet als Adam en Eva voor de zondeval, want we laten ons dikwijls verleiden. Maar dat neemt niet weg dat voor ieder van ons de verlossingsgenade realiteit is, en dat die genade ook voortdurend aan ons wordt geschonken. Probleem is dat we ons te veel vast ketenen aan het bezwaarlijk gevoel dat we zondaars zijn. We zouden onze armen, ons hart, ons hele zijn wijd moeten openen voor Gods verlossingsgenade. Daarin zit vergeving en genezing. Het kruis van Jezus is gebeurd en hoeft geen twee maal te gebeuren. Wij zijn verlost en we mogen leven als verlosten!
Laten we ons bewust zijn van deze genade. Laten, telkens wanneer we vallen, weer opstaan en meteen naar de Heer snellen. Laten we - bij wijze van spreken - vallend in zijn armen om vergeving vragen, ons hart wijd openend voor zijn verlossingsgenade.
Moge ons leven alzo een opstandingsfeest zijn, een paasgenade voor ieder die we ontmoeten. Gedaan met gebukt lopen van 'ik ben een zondaar'. Nee, hart en borst fier omhoog, blij om God, blij om zijn hemelse liefde waarin Hij ons opneemt.
Laat ons paasmensen zijn !!!
kris
Alles was goed. God had alles goed geschapen. Want God is alleen maar goed. Maar het zou raar zijn, was er daar weer niet een kaper op de kust. De Boze, eigenlijk maar een gevallen engel, een ongehoorzame engel en dus een ongelukkige engel, de Boze stookt de mens op tegen God. De Boze, hij kan het geluk van de mens niet aanzien. En hij begint een praatje: ‘Mag je werkelijk van geen enkele boom eten in de tuin?’ Leugenaar, dat heeft God niet gezegd. God heeft ons alleen goed gewild, zoals Hij ook goed is. Wij hebben een grens: de kennis van goed en kwaad, dat komt ons niet toe. Dat bepalen wij niet. Maar het is al verkeerd dat tegen de duivel te zeggen. Als de Bekoorder komt, mag je met hem niet in gesprek gaan, want dan ben je verloren. Je moet zoals Jezus in de woestijn gewoon zeggen: ‘Ga weg, satan’. Maar Eva raakt in gesprek met de Verleider en dan is ze verloren. De Boze gaat steeds verder: ‘Je zult helemaal niet sterven, je zult de gelijke worden van God’. Zie je hoe de Leugenaar, de Boze, God zelf tot een leugenaar maakt: ‘Je zult helemaal niet sterven’, zegt hij. En dan liegt hij nog meer: ‘Je zult aan God gelijk worden’. Wij zullen inderdaad aan God gelijk worden, maar dat zal God zelf ons geven, dat moeten wij niet grijpen of pakken. De vrouw doet het toch: zij pakt, zij grijpt. En dan is het geluk en de harmonie weg. Dan wordt de mens bang van God, hij verbergt zich voor Hem.
BeantwoordenVerwijderenDe mens is doof geweest voor Gods woord en voor Gods gebod. De mens heeft gegrepen. Nu kan hij God ook niet meer loven en prijzen. Hij is bang, hij is doof en stom. Het evangelie vandaag sluit daar wonderwel bij aan. Die doofstomme is een beeld van ons allemaal na de zondeval van Eva en Adam: wij zijn doof en stom. Jezus zucht, Jezus roept Zijn Vader aan. Jezus’ zuchten is een blazen van de H. Geest. De H. Geest opent oren en lippen. De man kan weer horen en spreken, hij hoort weer Gods woord en dan kan hij God ook loven. Hij verkondigt het evangelie, hij kan niet meer zwijgen. Dat is met ons allen gebeurd in ons doopsel. ‘Effeta’ heeft de priester gezegd over ons: Ga open, oren en mond. Dat is de genezing die Jezus brengt. Hij blaast over ons de H. Geest, plaatst ons weer in Zijn gezindheid, de gezindheid van God. Dat is christen worden: open komen voor God en voor de anderen. En als de anderen dat zien en horen, dan verkondigen ook zij Gods lof: ‘Hij heeft alles wel gedaan, Hij laat doven horen en stommen spreken’. Dat was precies de schepping: God heeft alles goed gemaakt, Hij heeft alles wel gedaan, maar de Boze, de Leugenaar van het begin, hij heeft roet in het eten gegooid. God, wat bent U bedankt, dat U ons daarvoor Jezus zond, om alles weer goed te maken. Jezus is alleen maar goed, zoals God dat is. Ook wij mogen weer alleen maar goed zijn, zoals het was bij de schepping. Toen kende de mens het kwaad nog niet, hij wist alleen maar van het goede.
De genade van vergeving brengt wonderen voort. Als we weten hoe helend het is bij de gedachte dat God ons vergeeft, dan weten we ook dat onze eigen kleine rol om anderen te vergeven belangrijk is. Dat is gemakkelijk gezegd en iemand zal zich ook wel eens afvragen: "hoe doe ik dat dan?" God is bij ons, als we ons werk verrichten. Want het is krachtiger om vanuit de grond van je hart te vergeven. Als die vraag ons bezig houdt "hoe dan" dwingt het om de wond goed te onderzoeken die ons is aangedaan. Dat kan een persoonlijke aanval zijn geweest, of geïnterpreteerd als aanval. Ga na wat deze persoon voor hulpbron miste, waardoor hij je dit aandeed. En ga met je aandacht dan naar deze hulpbron in jouzélf die door God gegeven is. Er zijn veel verschillende hulpbronnen: voorzichtigheid, hoop, geloof, zelfvertrouwen, geduld, geborgenheid, veiligheid. Als je vervolgens in gebed met je aandacht naar een hulpbron gaat en jezelf ermee vult alsof je een vat bent. Dat helpt de persoon te vergeven. Want dat was precies wat hij mistte...volgens jou. De waarheid is dat het ruimte maakt in jezelf, waardoor de genade van vergeving gegeven kan worden. Ruimte om "ja" te zeggen. "vergeef ons onze schulden gelijk ook wij vergeven aan onze schuldenaren."
BeantwoordenVerwijderenBedankt voor je woord over vergeving. Ik ga het proberen.
VerwijderenIk wens je alle ruimte toe Ria, met Gods hulp.
Verwijderenmet sommige mensen begin je best niet aan een discussie. Soms is zwijgen beter dan spreken. We kunnen het gedrag afwijzen maar niet de persoon.
BeantwoordenVerwijderenDus nooit iemand een 'trut' noemen, zoals de moeder haar kind noemt.