zaterdag in week 5 door het jaar

Toen er op een keer weer een grote menigte bijeen was … zo lezen we.

Wat ik altijd mooi vind in Jezus-films zijn die scenes waar tientallen of honderdtallen mensen op de grond zitten ergens op de flank van een heuvel, of in een veld, luisterend naar Jezus. Mannen, vrouwen, kinderen, ze hangen aan zijn lippen, dorst als ze hebben naar zijn woord; woorden waarvan ze aanvoelen dat ze waar zijn, woorden die over hen gaan, woorden die spreken van Gods barmhartigheid, woorden van vergeving en oproep tot bekering, woorden van liefde en vrede, ja, woorden die ze beluisteren als woorden van God. Mooie scenes.

Mogen wij ons bij die menigten weten?
Dragen ook wij in ons die dorst naar het woord van God?
Nemen wij de nodige tijd om naar de Heer te luisteren?
Gunnen we ons, elkaar, en Hem, de ruimte bij Hem te vertoeven?
Praten we onze gebedsmomenten niet teveel vol met formulierengebeden?
Ja, krijgt de stilte de nodige plaats wanneer we bidden?
Mag vooral Hij aan het woord zijn?
Zij we bereid daarvoor zelf te zwijgen?
Lopen we niet te snel weg van de stilte?
Verstaan we de kunst in de dorst te blijven?

En ja hoor, de Heer ziet onze dorst, Hij kent onze honger, en zal, naar het woord uit het evangelie, uit medelijden bewogen, zorgen voor het lessen van onze dorst en het stillen van onze honger. Hij zal zichzelf aanbieden als levend voedsel voor ons hele ‘zijn’.

Laat ons Gods komen in Christus niet en nooit weigeren, maar het juist diep beminnen en koesteren.
Opdat Hij mag zijn wie Hij is: ‘Ik zal er zijn voor u’, Ja, ‘God met ons’.

kris

Reacties

  1. Kris, jij bent geïnspireerd dr de H. Geest. Ik gebruik jouw site voor onze vormelingen en hun ouders, catechisten. Ik weet dat reacties deugd doen. Vandaar...vrede en alle goeds voor jou en heel je gezin. Graag je gebed voor mijn gezin, onze priesters en ons apostolaat.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dank je wel Elisabeth voor je waardering.
      Ja hoor, je mag zeker rekenen op mijn gebed (hoe pover dit ook is) voor jouw gezin en je apostolaat.
      Laten we elkaar biddend en diep verbonden dragen.
      Groetjes, kris

      Verwijderen
  2. De zonde is geschied, de mens is bang. Het is als met en kind dat iets mispeuterd heeft. Het is bang, het steekt zich weg. Maar God houdt van Zijn kinderen. God vraagt: ‘Mens, waar ben je?’ God gaat op zoek en zoals een goede vader of moeder haar kind geruststelt, zo doet ook God dat. Het wordt wel een heel gesprek eerst. Dat is ook zo tussen een ouder en een kind dat misdaan heeft, of tussen een leraar en zijn leerling. Maar toch staat hier al op deze donkere bladzijde van de Bijbel, een eerste evangelie, het proto-evangelie. Er zal vijandschap zijn tussen de slang en de vrouw, tussen beider kroost. De satan zal blijven loeren naar de hiel van de mens, hij zal altijd opnieuw proberen hem te doen vallen. Maar het kroost van de vrouw zal hem de kop verpletteren. Dat is voor ons, christenen, al een verwijzing naar de nieuwe Eva, Maria, met haar goddelijke kroost, Jezus. Zelfs de gelovige Jood zag hierin al een eerste aankondiging van Gods Messias. Ja, het leven zal wel geen paradijs meer zijn op aarde. Hard labeur en dreigende overheersing door de man, maar misschien ook door de vrouw, zal de relaties vertroebelen. Toch blijft de mens Man en Vrouw, en beiden blijven verlangen naar elkaar. De mens kan wel niet in de tuin blijven, of de tuin wordt zelf een moeilijk te bewerken hof, maar toch blijft de mens beeld van God. Hij is nu een gebroken beeld, een spiegel met een barst erin, maar toch blijft de mens een evenbeeld van God.

    Het evangelie van vandaag toont dat God van Zijn mensen blijft houden. Jezus, Immanuel, God-met-ons, heeft medelijden met de mensen die honger hebben en Hij richt voor hen een maaltijd aan. Het is een van de wonderbare broodvermenigvuldigingen waarover de Bijbel zevenmaal vertelt. Een broodvermenigvuldiging van Jezus verwijst altijd al naar de eucharistie. Jezus zal zichzelf voor ons geven, wij zullen Hem zelfs op mogen eten. Hoe het allemaal gegaan is, daar bij die wondere spijziging van de menigte, dat wordt niet verteld. Jezus neemt de broden en de vissen, dankt God en geeft ze aan Zijn leerlingen die ze aan het volk moeten geven. En in hun handen, in het uitdelen, gebeurt het wonder. Hoe? Vraag dat niet, dat zijn overbodige vragen. Het gebeurt. Het gebeurde in de eerste kerkgemeenschappen elke dag. De mensen deelden met elkaar al wat ze bezaten en dit is precies de verlossing die Jezus bracht. In plaats van te grijpen naar de vrucht, zoals Adam en Eva deden, schenkt Jezus zich weg en dit is de weg naar een beter leven, de weg ook naar het herstel van de verbroken harmonie. De mens leeft niet meer in het paradijs, maar als hij met Jezus deelt, uitdeelt en geeft, dus niet meer grijpt en pakt, dan wordt dat het begin van het herwonnen paradijs. Wonderbaar is dit. Jezus, wat bent U toch een wondere Redder. Ja, werkelijk, U bent voor ons: ‘God redt’.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Amen en hartelijk dank aan jullie verwarmende woorden Pr. Daniël en Kris !

    Laten we genieten van deze koude maar zonovergoten dag vandaag !

    Ja...hier is er ook een menigte op de zeedijk !

    Wél met mondmasker aan en op afstand !

    Welkom aan 't zèetje ...waarvan wij dagelijks mogen aanschouwen!

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten