Aswoensdag
Vandaag lezen we uit de tweede brief van Paulus aan de christenen van Korinte: 'Als Gods medewerkers sporen wij u aan: laat de goedheid die Hij u bewijst niet tevergeefs zijn.'
Lieve mensen,
de vastenperiode is een tijd van oproep, een tijd van inkeer, een tijd van bekering, een tijd van genade, een tijd van gods-ontmoeting. Het is een tijd ons gegeven om God beter te leren kennen. Om deze godsontmoeting vruchtbaar te laten zijn moeten we twee dingen doen: naar onszelf kijken, én naar God.
Naar onszelf kijken om te zien waar we bekering nodig hebben. Onszelf op de borst kloppen... mea culpa, mea culpa, mea culpa. Af en toe kan dat geen kwaad. Want hoe we ons leven ook draaien of keren: soms hebben we schuld aan bepaalde dingen, heel persoonlijke schuld. We kunnen allerlei redenen aanhalen waarom we dit of dat mispeuterd hebben... maar in wezen hebben wij fouten gemaakt, en zijn wij persoonlijk en alleen wij daar verantwoordelijk voor. Die dingen gebeuren. Niet goed te keuren, maar gedane zaken nemen geen keer.
Kijken naar onszelf. Maar dus ook kijken naar God. Dat is belangrijk, én nodig.
Wie het klaarspeelt (en ook een zondaar kan dit!) God recht in de ogen te zien, zal een God ontmoeten die de zondaar bemint; niet de zonde, wel de zondaar. En dit omdat - bij wijze van spreken - God een jaloerse God is. Hij kan het niet verdragen dat een mens naar afgoden loopt, dat mensen het kwaad meer beminnen dan Hem. Hij zal alles in het werk stellen om de zondaar weer tot Hem te brengen. Elk woord uit de evangelies getuigen van dit godskenmerk.
Hij heeft zijn Zoon naar de wereld gezonden, niet om de mens te veroordelen, wel om hem te redden. God heeft in Jezus zijn barmhartigheid getoond, zijn liefde voor allen. In Jezus komt Hij persoonlijk naar ieder van ons toe om ons ten diepste aan te raken, te genezen van onze duisternis, om ons te brengen in zijn licht, zijn vrede, zijn liefde, opdat wij in staat zouden zijn zijn liefde te worden, zijn vrede uit te dragen, vergeving te schenken, verzoening te brengen.
God is zo door en door goed. Hij is de goedheid zelf. Laat de goedheid die Hij ons bewijst niet tevergeefs zijn. Geef Hem de kans dat Hij ook jou komt aanraken, komt helen, in zich opneemt.
Laten we tot inkeer komen door het mea culpa te slaan, ingebed in het ontmoeten van God in zijn grote barmhartigheid. Zo zullen we het ware leven her-ontdekken.
Laten we dit samen doen, ons bewust zijnde dat God ons tot gemeenschap wilt maken in Hem.
Laten we elkaar dragen in ons gebed voor ieder.
Een genadevolle vastenperiode.
kris
De vastentijd is aangebroken. De profeet Joël roept op tot een algehele terugkeer naar de Heer, met vasten en met droefheid, om het kwaad in en rondom ons te verwijderen. Scheurt uw hart, zegt Joël. Dan krijgt de Heer de kans om u tegemoet te komen met al Zijn liefde, met heel Zijn barmhartigheid. Zowel de gehuwden als de priesters moeten even de boetetijd ingaan. De vastentijd is eigenlijk een heerlijke tijd. Het is een retraite van heel de Kerk, het is een soort hoogtestage. Renners en andere atleten gaan vaak op grote hoogten, bv. in Tenerife, dat is dan zowat 2 000 meter boven de zeespiegel, gaan trainen. Op grote hoogte is de lucht veel ijler en dan maakt het lichaam door de geringere hoeveelheid aan zuurstof in de hoge lucht, meer rode bloedlichaampjes aan om meer zuurstof op te nemen, zodat na de training het bloed verrijkt is en dat resulteert in een groter uithoudingsvermogen. Dat is een gezonde manier om beter te presteren na die hoogtestage.
BeantwoordenVerwijderenOnze vasten is ook zoiets. We gaan op grotere hoogten leven of, wat eigenlijk hetzelfde is, in de diepte. Eigenlijk gaan we in Jezus’ spoor op de hoogte gaan staan van God zelf. En dat betekent: op de toppen van de liefde. We gaan ons oefenen om met Pasen verrijzenismensen te zijn. Dat betekent dat wij ons oude ik, het ik dat alleen voor zichzelf leeft, maar dat eigenlijk al gestorven is in ons doopsel, nog meer of opnieuw wat aan de kant gaan zetten. We gaan leven voor God en voor elkaar, voor elke andere. Als wij in de Paasnacht onze doopgeloften gaan hernieuwen, dan willen we tegen dan vaster in onze schoenen staan, betere christenen zijn en schonere mensen. Mensen van liefde, broeders en zusters van liefde, van Gods liefde.
Jezus zegt ons in het evangelie hoe dat oefenen kan gebeuren. Het gebeurt door de drie grote boetewerken van vasten, delen en bidden. Door de dingen met maat te gebruiken en ons soms wat te versterven, geven wij aan die ook goede dingen hun juiste plaats. We zijn van niets nog de slaaf. Door te delen, worden we weer tochtgenoten van onze medemensen. Geen tegenstander meer, geen rivaal, maar metgezel. En hierbij gaat het niet enkel om geld. Het gaat veeleer om attenties voor mekaar, om een gezonde interesse voor de anderen om ons heen, en dat kan best de hele wereld zijn. Een simpele vraag als ‘heb je goed geslapen?’ of ‘smaakt het?’ of ‘heb je veel werk vandaag?’, dat zijn vragen die ons openen voor de anderen en die verbondenheid scheppen. Zo komen we ook open voor God. We gaan meer en intenser bidden. We brengen onze medemensen voor God en we danken en loven Hem.
BeantwoordenVerwijderenBoeten komt van het oude Nederlandse woord ‘visnetten boeten’; dat betekent: draden herstellen. En die draden zijn onze band met de dingen, met elkaar en met God. Jezus zegt dat wij die drie boetewerken moeten doen voor God alleen. Dus niet om ermee te pronken of om er onszelf mee te verrijken, maar gewoon voor God. Om Hem weer op het spoor te komen, om te leven op Zijn hoogte, op de toppen van de liefde. Paulus zegt het op zijn manier: ‘Laat u met God verzoenen’. We gaan inderdaad op weg naar Goede Vrijdag en Pasen. Jezus heeft onze zonde op zich genomen, Hij heeft ons aangeraakt, zoals Hij zondag laatst een melaatse aanraakte en daardoor zelf onrein werd. Zo werd Jezus voor ons eigenlijk tot zonde gemaakt, zegt Paulus, opdat wij door Hem Gods eigen heiligheid zouden verwerven. Nu is het daarvoor de gunstige tijd. We worden uitgenodigd om op de hoogte van God te gaan staan, met Jezus, op de toppen van de liefde. En het kruisje van as wijdt ons tot boetelingen. Het spoort ons aan en nodigt ons uit om Jezus te volgen en helemaal te gaan leven vanuit Zijn leven, vanuit Zijn hartenbloed dat op het kruis werd vergoten. Dan hebben we veel rode bloedlichaampjes hoor, want Jezus’ hartenbloed is het bloed, het leven van God zelf. Mochten wij door deze vasten groeien in een leven voor God en voor de anderen om ons heen. Ik wens u en ook mezelf een prachtige hoogtestage toe, een heilzame vastentijd.
Christus ging niet naar Tenerife, maar naar de woestijn.
BeantwoordenVerwijderenHij kende daar ook de bekoringen......
De woestijn, dat is echt de plaats van de hoogtestage. En die bekoringen zijn een soort vaccin, dus wat virus of zoiets, dat ons antistoffen doet aanmaken voor de grote benauwenis, het uur van de grote beproeving of zelfs het uur van de dood: opdat we dan opnieuw niet onszelf zoeken en God verloochenen.
Verwijderen