Posts

Posts uit februari, 2022 tonen

dinsdag in week 8 door het jaar

Leid een leven dat in alle opzichten heilig is, zoals Hij die u geroepen heeft heilig is. Er staat immers geschreven: ‘Wees heilig, want Ik ben heilig.’  Zo lezen we bij Petrus vandaag. Jezus' leerlingen zijn geroepen om heilig te zijn en daarbij hebben ze het voorbeeld van God voor ogen. Menselijker wijs lijkt dit onmogelijk, en toch heeft God zelf deze ambitie voor zijn kinderen. Het is trouwens altijd Gods ambitie geweest, vanaf het moment van de schepping, toen Hij man en vrouw schiep naar zijn 'beeld en gelijkenis'. Met Jezus, die onder ons is komen wonen, heeft God niet alleen zijn oude droom opgepakt, maar vervult Hij hem nu al, als wij trouw het evangelie van Jezus volgen. Uit 'Het Woord van God elke dag 2022', Vincenzo Paglia, uitgegeven bij Halewijn. En morgen, lieve mensen, begint de veertigdagentijd, de 'heilige' vastentijd. Een tijd van verstilling, godsontmoeting, bekering. Laat het een mooie, intense tijd zijn; een tijd van zich keren naar

maandag in week 8 door het jaar

Geliefde mensen, ook de tussenzang, de psalm, is Woord van de Heer, en het is dus goed deze psalmverzen als zodanig te bidden, en te bemediteren. Vandaag wil ik met u nadenken over de woorden ‘Het begin van wijsheid is ontzag voor de Heer’ ; woorden uit psalm 111 van vandaag, vers 10a. We zijn geroepen ‘wijs’ door het leven te gaan, met een wijsheid die haar wortels vindt in God zelf. Hij is het die ons de genade van wijsheid schenkt. Het is dus goed en heilzaam ons voor deze genade te openen; biddend, met open handen, een open hart, een open geest. Vandaag wijst de psalmist ons erop dat ‘ontzag voor de Heer’ het begin is van die wijsheid; een soort voorwaarde, zeg maar, om Gods wijsheid te kunnen ontvangen. Het gaat om eerbied voor de Schepper, ons bewust zijnde dat Hij het is die ons in zijn grote liefde geschapen heeft, Ć©n ons deelgenoot wil maken aan deze liefde. Dat vraagt ontzag, respect, eerbied; woorden die ten diepte te maken hebben met nederigheid ten opzichte van de Schep

zondag 8 door het jaar - C

Het evangelie van deze zondag bevat het laatste deel van de zaligsprekingen, waarin Jezus benadrukt dat het in het leven om het hart van de mens gaat. Uit een goed hart komen goede vruchten voort. Er is geen mooie boom die zieke vruchten draagt, en evenmin een zieke boom die mooie vruchten draagt. Onze woorden en ons gedrag zijn een uitdrukking van wie wij vanbinnen zijn, van wat er leeft in ons hart. Vandaar de dringende noodzaak om ons te laten onderzoeken door het Woord van God, zodat het ons hart kan veranderen en daardoor ook onze woorden en ons handelen. ‘Kan de ene blinde de andere blinde leiden?’, stelt Jezus. Blindheid treft ons wanneer we op onszelf gericht zijn, in de overtuiging te denken dat we het evangelie van binnenuit ten diepste kennen, begrijpen en weten hoe het te beleven. Het is niet enkel een hoogmoedige houding, maar we stellen ons ook boven de Heer. Sowieso leidt dit tot schijn-heiligheid. Dit laatste stelt Jezus aan de kaak: “Wat kijk je naar de splinter in h

zaterdag in week 7 door het jaar

Vandaag zegt Jezus:  ‘Laat de kinderen bij Me komen, houd ze niet tegen, want het koninkrijk van God behoort toe aan wie is zoals zij. Ik verzeker jullie: wie niet als een kind het koninkrijk van God ontvangt, zal er zeker niet binnengaan.’ Ik denk dat veel mensen, die zelf kinderen hebben, hun ogen fronsen wanneer ze dit horen. 'Het koninkrijk van God behoort toe aan wie is zoals kinderen' . Kleine kinderen kunnen soms heel egoĆÆstisch doen, op zichzelf gericht, opeisend, soms agressief ook. En het zal in de tijd van Jezus wel niet anders geweest zijn... Wat zou Jezus dan bedoelen ? Mogelijk heeft Hij het over 'openstaan' . Een kind staat inderdaad open. Het is van nature uit nieuwsgierig, het wil alles zien en weten. Zijn hart staat open om te leren. Een kind is al snel verwonderd om de dingen rondom hem. Dit openstaan trekt het kind als het ware uit z'n eigen wereldje. Zo neemt het waar, zo neemt het op, zo groeit het. Wij, volwassenen, hebben het daar dikwijls

vrijdag in week 7 door het jaar

Laat uw ja ja zijn, en uw nee nee. Zo horen we vandaag in de eerste lezing uit de brief van Jakobus. We moeten dit kaderen in een verwijt van velen dat toen leefde wat betreft het ongeduld inzake het terugkomen van de Heer. Men leefde werkelijk in de veronderstelling dat de het wederkeren van de Heer weldra zou zijn, en dat maakte sommige mensen zenuwachtig. Vandaag zouden we zeggen: 'het werkt op hun systeem'. Jakobus zet de puntjes op de i. In plaats van te klagen over elkaar kun je beter waakzaam zijn wat betreft je ja-woord. Zeg ‘ja’, ten volle en trouw. Doe dit ook met je ‘nee’ tegen het kwaad, ten volle en trouw. ' Neem hierbij een voorbeeld' , zo schrijft Jakobus, ‘aan het geduldige lijden van de profeten die in de naam van de Heer spraken’. De eerste christengemeenschappen hadden namelijk te maken met heel wat vervolging, vaak met de dood tot gevolg. Trouw zijn aan uw ‘ja’ betekent bijvoorbeeld in dergelijke situaties de ander niet gaan haten, maar staande

donderdag in week 7 door het jaar

En nu iets voor u, rijken! Zo begint Jakobus vandaag de eerste lezing. Jakobus pikt het thema van het ‘wee u’ op dat Jezus richt tegen de rijken en hen die ‘gezwelgd en gebrast’ hebben: rijkdommen worden niet alleen verteerd door de roest van de wereld en vernietigd door het vuur van de dood, maar geven ook geen geluk aan hen die het bezitten. Bovendien lezen we vaker in de evangelies dat geluk niet afhangt van je bezittingen, maar van de liefde die je hebt voor de Heer en voor je broers en zussen. En Jakobus waarschuwt degenen die de dringendheid van de bekering van hun hart vergeten, terwijl ‘het einde van de tijd nadert’. Het oordeel van God is er reeds en het is er voor iedere christen, ja voor iedere mens, nu. De apostel brengt volgens een diepgewortelde traditie rijkdom in verband met onrechtvaardigheid en uitbuiting. En hij nodigt de gelovigen op een krachtige en directe manier uit om de schatten voor de hemel te vergaren, schatten die samenhangen met het welzijn van anderen,

woensdag in week 7 door het jaar

In de brief van Jakobus lezen we vandaag: 'U weet niet eens hoe uw leven er morgen uitziet. U bent immers maar damp, die heel even verschijnt en dan al verdwijnt.' Zelf werk ik in een woonzorgcentrum en beroepshalve word ik met grote regelmaat geconfronteerd met het menselijk sterven. Honderden mensen heb ik in al die jaren weten gaan. En het is raar, maar elke mens sterft anders. Ik heb er al in diepe vrede zien sterven, bewust zijnde dat ze hierboven goed gaan ontvangen worden. Ik heb er ook al zien vechten, mensen die hun leven niet willen achterlaten en daardoor in onrust sterven. Nogal wat mensen heb ik ongelukkig weten sterven, omdat er scheefgetrokken relaties in hun leven niet meer hersteld waren terwijl ze dat eigenlijk wel wilden, maar de mogelijkheid of de tijd was er niet meer. Enz... We zijn damp, zeg Jakobus, die heel even verschijnt en weer verdwijnt. Da's waar. Ons leven is, in vergelijking met wat ons te wachten staat - het eeuwig leven - van relatief kor

22 febr - Sint-Petrus' Stoel

Vandaag, op het feest van Sint-Petrus' Stoel, zingt de psalmist ons toe: 'De Heer is mijn herder, het ontbreekt mij aan niets. Hij laat mij rusten in groene weiden en voert mij naar vredig water. Hij geeft mij nieuwe kracht en leidt mij langs veilige paden tot eer van zijn naam.' Laten we bidden dat onze paus zich zo mag laten leiden door God. Dat hij zijn diepste thuis mag vinden in Hem. Dat hij de kerkgemeenschap, alle mensen, enthousiast mag maken voor de Blijde Boodschap door juiste woorden te spreken en goede daden te stellen. Dat Christus zich door hem mag openbaren. En naar mijn bescheiden mening is onze huidige paus Franciscus goed bezig. Laten we hem dragen in ons dagelijks gebed, zoals hij dat van ons vroeg van op het balkon op het Sint-Pietersplein te Rome bij zijn verkiezing tot paus. Maar natuurlijk gaat deze psalm ook over ons. Als een goede herder leidt God ons langs groene weiden, alles gevend wat we nodig hebben om zijn liefde te bezingen. Hij laat ons r

maandag in week 7 door het jaar

Toen ze weer alleen waren, vroegen zijn leerlingen Hem: ‘Waarom konden wij die geest niet uitdrijven?’ Jezus antwoordde: ‘Dit soort kan alleen door gebed worden uitgedreven.’ Een mens kan uit zichzelf veel goeds doen. Met Gods genade kan hij nog mĆ©Ć©r doen, of de dingen die hij doet, Ć nders doen. Doch zijn er dingen die men enkel met gebed tot een goed einde kan brengen. Het zijn zaken waar God wacht op het gebed van de mens om die zaken hĆ©Ć©l persoonlijk te komen aanraken. Heel dikwijls gebruikt Hij de mens als instrument om zijn liefde te tonen. Maar soms handelt Hij ook bij wijze van spreken 'alleen'. Het is schijnbaar een zaak tussen dat gebeuren en Hem, zonder een menselijke tussenkomst. Hij wacht op het gebed van de Kerk, van elke gelovige, om die zaak heel rechtstreeks te komen vervullen met zijn genade. We mogen de kracht van het gebed niet onderschatten. God kan meer met ons gebed dan we doorgaans vermoeden. We trekken dit dikwijls in twijfel, vooral omdat we ons eige

zondag 7 door het jaar - C

Het evangelie van vandaag vervolgt het discours van de zaligsprekingen. Jezus zegt op gezaghebbende toon: "Heb je vijanden lief, wees goed voor wie jullie haten, zegen wie jullie vervloeken, bid voor wie jullie slecht behandelen." Dit zijn woorden die toen en tot vandaag nog steeds vreemd in de oren klinken. Als er Ć©Ć©n ding duidelijk is in de wereld, dan is het wel de scheiding tussen vrienden en ‘vijanden’. Dit geldt zowel in het leven van individuen als in het leven van groepen en naties. Jezus gaat nog verder. "Als iemand je op de wang slaat, bied hem dan ook de andere wang aan, en weiger iemand die je je bovenkleed afneemt ook je onderkleed niet." Een evangelie dat ons niet alleen vraagt om overtredingen te vergeven, maar dat zelfs liefde eist voor de vijanden… Ja, het klinkt vreemd in de oren. Als we kijken naar onze samenlevingen vandaag, dan mogen we stellen dat onze wereld meer dan ooit nood heeft aan ‘dit vreemde’. Zo dikwijls is het leven gebaseerd op

zaterdag in week 6 door het jaar

Toen ze de berg afdaalden … Vandaag in het evangelie het gekende verhaal van gedaanteverandering van de Heer op de berg Tabor. Ik denk dat velen onder ons in hun leven minstens Ć©Ć©n of meerder evaringen hebben gehad die iets hadden van de Taborbeleving. Een ervaring waar, bij wijze van spreken, de hemel zich even opende, met als gevolg: een diepe intense vreugde, een vrede die enkel de hemel geven kan. Een innigheid, zeg maar, die je bijna niet onder woorden kan brengen. Dat kan een ervaring zijn bij het communiceren tijdens de Mis, of bij een beleving van werkelijke bevrijding na een biecht, maar het kan ook in een ontmoeting zijn met mensen, of bij het lezen van een boek, of tijdens een wandeling in de natuur. Het zijn van die momenten die je eigenlijk niet zou willen loslaten, omdat ze zo puur zijn, door God zelf geschonken. Ja, we zouden niet liever willen dat onze tent opslaan, om zo lang mogelijk van deze momenten te kunnen ‘genieten’. Maar vandaag zegt Jezus: ‘Hop vooruit, de b

vrijdag in week 6 door het jaar

Zoals het lichaam dood is zonder geest, zo is ook geloof zonder daden dood. Zo zegt Jakobus ons vandaag. Duidelijke en niet mis te verstane taal.  Elders horen we Jezus zeggen: 'Niet iedereen die “Heer, Heer” tegen Mij zegt, zal het koninkrijk van de hemel binnengaan, alleen wie handelt naar de wil van mijn hemelse Vader.' (Mt.7,21) Jakobus pleit voor een christendom dat van geloof overgaat in daden, gedrag, levenskeuzen, met een bijzondere genegenheid voor de armen, en in een diep toevertrouwen aan God.  De verleiding bestaat erin om een sentimenteel individualistisch geloof te beleven dat niet wordt gemeten aan onze wijze van leven en de keuzes die wij maken. Jakobus legt met het voorbeeld van de weigering om een broer of zus in nood te helpen de ongevoeligheid en de hardheid van het hart bloot van de gelovige die geen medelijden heeft. Zo'n gedrag is verraad aan het goddelijke en fundamenteel gebod van de liefde.  Dat is wat er gebeurt als wij tevreden zijn met on

donderdag in week 6 door het jaar

In onze samenleving gebeuren prachtige dingen. Schitterende initiatieven tonen dat de mens tot veel goeds in staat is. God en mens zij gedankt! Anderzijds kent onze samenleving ook een kant die hard is, en daarom blind maakt. Of je kan het ook omdraaien: onze samenleving kent een kant die blind is, en zich daardoor verhardt. En vanuit de eerste lezing van vandaag denk ik dan aan de armen. Want laat ons eerlijk zijn: de armen worden niet altijd gezien als onze broeders en zusters. Misschien wel in onze voorbeden, of in vrome intenties, maar niet in de werkelijke concrete beleving, zich uitend in gemeenschapsvorming of mogelijke engagementen. De armen mogen er wel zijn, maar om nu te zeggen dat ze er werkelijk bij horen: nee, dat is niet. Ik weet wel, er mag niet veralgemeend worden. Maar om nu te zeggen dat de armen werkelijk een warme plaats in het midden van onze samenleving hebben… Ik denk het niet. Ik wil niet negatief doen om negatief te doen, maar ik denk dat we gerust mogen st

woensdag in week 6 door het jaar

Jezus pakte de blinde bij de hand en bracht hem buiten het dorp. Hij deed wat speeksel op zijn ogen, legde er zijn handen op en vroeg: ‘Ziet u iets?’ Hij begon weer te zien en zei: ‘Ik zie mensen, het zijn net bomen, maar ze lopen rond.’  Daarna legde Hij weer zijn handen op de ogen van de blinde. Deze sperde zijn ogen open en genas; hij zag alles nu heel helder. Vandaag beluisteren we een geleidelijke genezing. Wanneer wij bidden komt het erop aan dat we leren luisteren, en wel zo luisteren dat we uiteindelijk doen wat we beluisteren, zo gehoor geven dat we gehoorzamen aan wat we horen. We zullen merken dat hoe aandachtiger we bidden, we steeds minder te zeggen hebben, tot we zelfs in zekere zin niets meer zullen zeggen: we worden een luisterende. Bidden is je eigen spreken tot stilstand brengen. Het is stil worden, stil zijn, stil blijven. Om te kunnen ontvangen van Hem die geven wilt zoals Hij het wilt. Nadat de Heer de blinde uit het evangelie van vandaag had aangeraakt kon hij

dinsdag in week 6 door het jaar

Wie in verleiding komt, moet niet beweren: ‘Die verleiding komt van God.’ Want God stelt niemand aan verleiding bloot, zoals Hij zelf ook niet door iets slechts in verleiding kan worden gebracht. Iedereen komt in verleiding door zijn eigen begeerte, die hem lokt en meesleept. Is de begeerte bevrucht, dan baart ze zonde; en is de zonde volgroeid, dan brengt ze de dood voort. Zo horen we in de eerste lezing vandaag bij Jakobus. Jakobus reageert hier op een onzuiver godsbeeld dat stelt dat God mensen tot bekoring of beproeving zou brengen. Dit laatste klopt natuurlijk niet. Niet God, maar de ‘eigen begeerte’ lokt, trekt aan en verleidt. God lokt ook, zoals Hij ook aantrekt en zelfs verleidt. Maar altijd met de bedoeling Hem lief te hebben en vanuit Hem ook de naaste. In Vlaanderen en Nederland bidden we sinds de advent 2016 een zogenaamd ‘nieuw’ Onze Vader. Enkele kleine aanpassingen dienden te gebeuren, zowel op taalkundig vlak alsook op theologisch en exegetisch vlak. En zo heeft men

14 febr - Cyrillus en Methodius

'Ga op weg' , zegt Jezus vandaag in geen mis te verstane woorden tot de tweeĆ«nzeventig.  Je kan je christelijk leven geen gestalte geven vanuit je fauteuil. Je bent geroepen je te engageren in het werk van de Heer, namelijk Gods blijde boodschap uit te dragen doorheen woord en daad. Waarmee niet gezegd wordt dat stilte, gebed, contemplatie niet belangrijk zouden zijn, integendeel. Het evangelie roept herhaalde malen op het gebed ter harte te nemen, daar de tijd voor te nemen, en zo meer. Maar daar mag het niet bij blijven. We zijn geroepen Gods rijk gestalte te geven, Ć©n deze te verkondigen. Opstanding heeft ook te maken met opstaan uit je zetel. We zijn gezonden zout en licht te zijn in de wereld. Christelijk leven vraagt engagement. Eerder deze week sprak onze huidige paus een groep seminaristen toe van het Pauselijke Lombardische Seminarie waar hij hen aangemoedigde om zich niet in de sacristie terug te trekken en geen kleine, gesloten groepen te cultiveren, waar ze zich k

zondag 6 door het jaar - C

Deze zondag kunnen we de ‘zondag van de zaligsprekingen” of van het “geluk” noemen. Jezus heeft de nacht in gebed doorgebracht. Nu komt Hij van de berg af en vindt een grote menigte voor zich die naar Hem wil luisteren, Hem wil aanraken, Hem nabij wil voelen. De evangelist merkt met een zekere verwondering op (in vers 18 – niet opgenomen in de evangelielezing van vandaag) dat ‘ook degenen die gekweld werden door onreine geesten’ gekomen zijn om van hun ziekte bevrijd te worden. Zij leven in de verwachting van een nieuw en beter leven en hopen dat te vinden door deze jonge profeet die uit Nazaret is gekomen. Er ging een ‘kracht van Hem uit die iedereen genas’ (vers 19). Jezus ziet deze menigte en Hij besluit om een nieuwe fase van zijn zending in te luiden met een van de belangrijkste discours, dat van de zaligsprekingen. Hij richt zijn woorden tot de armen, tot hen die uitgesloten zijn van het geluk, tot hen die beledigd of afgewezen zijn, tot hen die smeken om gezondheid en genezing.

zaterdag in week 5 door het jaar

In de eerste lezing uit het boek Koningen, horen we hoe Jerobeam een eigen godsdienst creĆ«ert, met alles erop en eraan: een godsdienst met eigen goden, eigen godenbeelden, eigen priesters, eigen offerplaatsen. Hij wilde hiermee een soort draagvlak creĆ«ren voor politieke en sociale eenheid, angstig dat hij was dat mensen naar Jeruzalem blijven trekken om daar de tempel te bezoeken. Hij zag het geheel niet meer, maar was meer en mee gefocust op zijn eigen verlangens, zijn eigen ‘ik’. Een erg narcistisch gedrag, zouden wij vandaag zeggen. Het is een verhaal van lang geleden. Maar het mag ons aansporen na te denken over onszelf, en of wij misschien ook soms de neiging hebben ons eigen godsdienstje te creĆ«ren. Niet zoals Jerobeam dat deed; die deed het immers groots en beslist vanuit heel eigen beweegredenen. Maar dat neemt niet weg dat ook wij zekere beweegredenen hebben die, bewust en onbewust, ons aanzetten tot het creĆ«ren van een eigen godsdienst. Misschien kunnen we het beter verwoor

vrijdag in week 5 door het jaar

In het evangelie van vandaag lezen we dat Jezus de dove man apart nam, weg van de menigte. Ik denk dat het heel goed is om met je gebrokenheid af en toe alleen met de Heer te zijn. Vragen naar heling is een zaak tussen de Heer en jou. Dat staat helemaal niet in contrast met 'gemeenschap', wat zo eigen is aan de Kerk. Integendeel. We gaan maar gemeenschap met elkaar kunnen vormen wanneer we onze persoonlijke band met de Heer goed verzorgen. En daarvoor moeten we soms weg uit de 'menigte', weg uit de gemeenschap. Daarom niet fysiek weg van je huisbewoners (hoewel dit soms kan, bv een stille retraite buitenshuis), maar het is goed om regelmatig een alleen-zijn te scheppen tussen jou en de Heer. Gebed dus. Vooreerst om stil te zijn. Jij bent er, Hij is er, en da's goed zo. Laat de stilte er maar zijn. Uw hart in het zijne, zijn Hart in het uwe. En laat maar gebeuren. Oh heilige stilte, genadevolle leegte, zalige volheid. Om in stilte je diepste noden in zijn schoot

donderdag in week 5 door het jaar

Jezus wilde alleen zijn. Willen we dat soms niet allemaal af en toe? Jezus ook. Maar het werd Hem niet gegund. Een vrouw, nog wel een niet joodse, was naar Hem op zoek, vond Hem, en deed meteen beroep op de gave van genezing die Hij scheen te hebben. Over ondernemingszin gesproken… De afwijzende opmerking van Jezus bracht haar niet van haar stuk, integendeel. Ze bleef steevast bij haar besluit, ging de discussie niet uit de weg en bracht haar ziek dochtertje tot bij Hem. Haar doorzettingsvermogen toont Jezus hoe ernstig ze het bedoelt. Wat een geloof! Het moet Jezus ontroerd hebben. Hij geneest het meisje. Mooi is de nederigheid van de vrouw. Ze vroeg enkel wat kruimels, erop vertrouwend dat dit zou volstaan. Ze vroeg geen grootse dingen, geen opvallende, enkel wat overschot. Gelovend dat dit genoeg zou zijn. Over geloof gesproken… Laten we met onze noden gaan naar de Heer, in een diep geloof en een sterk vertrouwen. En laten we ook bidden voor elkaar, dat de Heer ons moge aanraken. En

woensdag in week 5 door het jaar

Vandaag horen we Jezus zeggen: ‘Wat uit de mens komt, dat maakt hem onrein. Want van binnenuit, uit het hart van de mensen, komen slechte gedachten, ontucht, diefstal, moord, overspel, hebzucht, kwaadaardigheid, bedrog, losbandigheid, afgunst, laster, hoogmoed, dwaasheid; al deze slechte dingen komen van binnenuit, en die maken de mens onrein.’ Elders zegt Hij: 'Gelukkig wie zuiver van hart zijn, want zij zullen God zien.' (Mt. 5, 8) Ik vermoed dat ieder van ons in z'n diepste binnenste verlangt naar dat zuivere hart, naar dat hart dat inderdaad voort-durend voor het aanschijn staat van God; Hem aanbiddend, van Hem ontvangend, Hem dienend in de liefde in het dagelijks leven. Wat een vreugde en vrede moet het geven voortdurend in deze zuiverheid te staan. Maar de meesten van ons zijn meesters in het knoeien. Zo dikwijls maken we er een potje van, klein als we zijn in het liefhebben. We leven met grootse idealen, willen vredebrengers zijn, niemand een kwaad hart toedrag

dinsdag in week 5 door het jaar

Jezus sprak tot de schriftgeleerden en FarizeeĆ«n: ‘Hoe treffend is de profetie die Jesaja heeft uitgesproken over huichelaars als u! Er staat immers geschreven: "Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun hart is ver van Mij"' Bidden is buiten- Ć©n binnenkant. De binnenkant doet ons God ontmoeten. De buitenkant geeft vanuit de binnenkant leven aan Kerk en wereld. Maar wie enkel de buitenkant dient, zal de diepere ontmoeting met God ontlopen. Hij zal eerder zichzelf ontmoeten en wel als inpakpapier zonder geschenk voor de Ander. Laat ons God ontmoeten met het hart, in de Geest, vanuit Christus’ inwoning, gemeend en zuiver. En laten we vanuit dit gebeuren de deuren van ons hart wijd open zetten voor de wereld, haar welkom hetend alsof God zelf door al die mensen en dingen naar ons toekomt. Laat ons op deze wijze broederschap vormen met alles en allen; van binnen naar buiten. Moge onze basishouding altijd zijn: elke mens (gelovig, anders gelovig, of ongelovig) is een kind va

maandag in week 5 door het jaar

Overal waar Jezus kwam, in dorpen, steden en gehuchten,...  de plaatsen worden niet eens met name genoemd, zo klein, zo gering, zo min zijn ze. Maar voor God is niets te min. Voor God is niemand te min. ... legden ze de zieken op het plein en ze smeekten Hem of ze ten minste de zoom van zijn mantel mochten aanraken. En iedereen die Hem aanraakte, werd genezen. Lieve mensen, laten we, als Kerk, elkaar tot bij Jezus brengen, of Jezus bij elkaar. Een christen is geroepen te leven van binnen naar buiten, zijn ogen gericht op de wereld rondom hem, zijn hart gericht - vanuit Gods inwoning - op de medemens, dichtbij en veraf. De wereld is het werkdomein van de christen. Er is zoveel dorst, zoveel vraag naar liefde. Hoeveel mensen smachten naar wat menselijke nabijheid, naar gemeende vriendschap, naar niet altijd die tas koffie alleen te moeten drinken. Onlangs hoorde ik nog dat planten groeien wanneer je met hen praat. Neem dat het waar is... Wat moet het dan zijn wanneer we mensen opzoek

zondag 5 door het jaar - C

Als een soort Taborervaring mocht Jesaja de Heer aanschouwen, in gezelschap van zes engelen. En, hoe zou je zelf zijn... Jesaja voelde zich klein, Ć©n zondig. En net zoals u en ik, was Jesaja beslist ook een mens van vlees en bloed, en kampte hij - naast het zuivere - ook met donkere plekjes in hemzelf. En dat sprak hij ook uit: 'Wee mij... ik ben een mens met onreine lippen...' En dan dat mooie gebaar van die engel die met een tang een gloeiend stukje kool van het altaar neemt en daarmee de lippen van Jesaja aanraakt met de woorden: ‘Dit heeft je lippen aangeraakt; je schuld is geweken, je zonden zijn tenietgedaan.’ Waarop de Heer vroeg: 'Wie zal ik sturen?' Waarop Jesaja met al zijn toewijding antwoordde: 'Hier ben ik, stuur mij'. Lieve mensen, is het niet precies dĆ”t wat er gebeurt tijdens een eucharistieviering? We gaan er naar toe als mensen die zondig zijn, mensen die heling nodig hebben. Het Woord dat we tijdens de viering aanhoren, de Communie die w

zaterdag in week 4 door het jaar

Vandaag horen we Jezus zeggen tot de leerlingen: ‘Ga nu mee naar een eenzame plaats om alleen te zijn en een tijdje uit te rusten.’ Wanneer je een stilte-retraite gaat volgen in een of andere abdij, dan liggen - bij wijze van welkom - zeer dikwijls deze woorden op je te wachten op je kamer. Abdijen zijn dan ook plekken waar je zowel lichamelijk als geestelijk grondig tot rust kan komen. En ook al ben je beslist niet de enige gast, en zijn er de monniken, in een abdij ga je de eenzaamheid en de stilte in. Dat is niet alleen zalig, maar - naar het woord van de Heer - ook af en toe nodig. Eenzaamheid, stilte, rust... het heeft iets van een woestijn, een soort 'niets' waar enkel jij bent. En natuurlijk Jezus. Jij en Hem. Verder geen verstrooiingen; geen lawaai, geklets, tv, pc, smartphone,... enkel jij en Jezus. Voor wie innerlijk die eenzaamheid echt ingaat is dat best confronterend. Je kunt namelijk niet buiten Hem. Je zit als het ware op elkaars schoot en er is niemand anders

vrijdag in week 2 door het jaar

Jezus is niet als een storm, niet als een aardbeving, niet als een vuur. Hij is zacht en stil als een bries; het stille suizelen van een bries, zoals Hij aanwezig is in de eucharistie, onmerkbaar, om beter door te dringen, om zich helemaal te kunnen verenigen tot in de diepste diepte van ons hart. Hard stoot af, zacht dringt door. Zacht is de hand waarmee Jezus geneest, zacht is zijn stem. Hij verheft zijn stem niet om de walmende pit niet uit te doven en het geknakte riet niet te breken. Zacht is de stem van God. Zacht is de stem van God in ons geweten. Ook in het geweten van Herodes, een bruut, met een volkomen verhard geweten. In de evangelische traditie wordt hij voorgesteld als een zwakkeling, die heen en weer wordt geslingerd door goede en slechte neigingen. En toch had hij iets goeds, hij luisterde naar de zachte stem van zijn geweten. Herodes had ontzag voor Johannes de Doper en elke keer als hij naar hem luisterde, werd hij geraakt tot in zijn geweten. Herodes wist dat zijn vr

donderdag in week 4 door het jaar

Jezus droeg hun op niets mee te nemen voor onderweg, geen brood, geen reistas en geen geld in hun gordel, alleen een stok. De leerlingen mochten bij hun uitzending zo goed als niets meenemen. Mijn gedachten gaan naar Franciscus van Assisi. Nadat hij medebroeders had gekregen zond hij hen ook de wereld in, met het uitdrukkelijk gebod dat ze arm moesten zijn en blijven. Hij heeft het dan zeker over de zogenaamde spirituele armoede, maar Franciscus bedoelde dit heel zeker ook letterlijk. Niets mochten de broeders meenemen, enkel hun habijt en hun brevier. De reden waarom de minderbroeders zo door het leven moesten gaan lag in het feit dat zij van niets of niemand afhankelijk mochten zijn in het volste vertrouwen dat God wel voor hen zou zorgen, zowel op geestelijk vlak als ook op materieel vlak. Zo waren ze 'vrij' om te doen wat ze moesten doen... En wij? Moeten wij nu ook zo gaan leven? Het is zeker zo dat onze wereld van vandaag nood heeft aan mensen als een Franciscus en zijn

Opdracht van de Heer

Vandaag vieren we de 'Opdracht van de Heer in de tempel', ook wel genoemd 'Maria Lichtmis'. Terecht wordt met dit feest in heel wat preekjes gesproken over het licht dat de Heer is, waarvan Simeon vandaag voorspelt dat het zal schijnen over alle volkeren. Wij, mensen, zijn geroepen deelgenoot te worden van dit licht in de wereld waartoe we gezonden zijn. Vandaag zou ik met u willen nadenken over de woorden van Simeon die hij sprak tot Maria, na zijn lichtende woorden over Jezus die het licht is: ‘Weet dat velen in IsraĆ«l vanwege Hem ten val zullen komen of juist zullen opstaan. Hij zal een teken zijn dat weersproken wordt, en zelf zult u als door een zwaard doorstoken worden. Zo zal de gezindheid van velen aan het licht komen.’ Velen zullen ten val komen... of juist opstaan... Opstaan doen zij die de Heer in hun leven welkom heten als de Messias, de bevrijder, de verlosser. Opstaan doen zij die gelovig ervaren bewoond te zijn door de Heer. Opstaan doen zij die leven va