zondag 7 door het jaar - C

Het evangelie van vandaag vervolgt het discours van de zaligsprekingen. Jezus zegt op gezaghebbende toon: "Heb je vijanden lief, wees goed voor wie jullie haten, zegen wie jullie vervloeken, bid voor wie jullie slecht behandelen."

Dit zijn woorden die toen en tot vandaag nog steeds vreemd in de oren klinken. Als er één ding duidelijk is in de wereld, dan is het wel de scheiding tussen vrienden en ‘vijanden’. Dit geldt zowel in het leven van individuen als in het leven van groepen en naties.

Jezus gaat nog verder. "Als iemand je op de wang slaat, bied hem dan ook de andere wang aan, en weiger iemand die je je bovenkleed afneemt ook je onderkleed niet."

Een evangelie dat ons niet alleen vraagt om overtredingen te vergeven, maar dat zelfs liefde eist voor de vijanden… Ja, het klinkt vreemd in de oren.

Als we kijken naar onze samenlevingen vandaag, dan mogen we stellen dat onze wereld meer dan ooit nood heeft aan ‘dit vreemde’. Zo dikwijls is het leven gebaseerd op de ijzeren wet van de competitie, in de zin van: het gevecht aangaan om nog beter en nog groter en dus nog machtiger te zijn, elkaar voortdurend beconcurreren, met elkaar wedijveren of elkaar zelfs bestrijden; al dan niet gewapend.

Een competitief leven brengt onvermijdelijk oppositie met zich mee, want de ander is mijn concurrent. Wel, het evangelie wil deze logica van vijandschap, die aan de basis ligt van alle geweld en elke oorlog, bij de wortel uitroeien. We zien met eigen ogen de bittere vruchten die we oogsten als we de andere wang niet toekeren en onze vijanden niet liefhebben. In Jezus is geen enkel spoor te vinden om de ander te willen overwinnen. Hij wil niet de grote Jan uithangen, heeft geen zucht naar macht, wil niemand verslaan. Hij beschouwt niemand als zijn vijand en heeft nooit de cultuur van competitie aanvaard.

Terwijl de dag van vandaag winnen, de grootste willen zijn, het meeste punten willen (of moeten) scoren,… een mens-vernietigende obsessie is geworden. Hoeveel tijd en energie wordt er niet verspild door elkaar negatief te beconcurreren? Hoe vernietigend is het niet voor de medemens voortdurend boven hem te willen staan? Hoeveel mensenlevens zijn er in de geschiedenis, tot op vandaag, al niet geofferd op het altaar van de concurrentie door middel van moord en oorlog?

Kijk naar het huidig toenemend conflict tussen Oekraïne (met het westen aan zijn kant) en Rusland. Het is een conflict dat dreigt te escaleren enkel en alleen omdat de god van de heerschappij roept en smacht naar bevrediging. Beluister de taal de taal die gehanteerd wordt, bekijk de media die bespeeld wordt, zie de lust naar macht. Godgeklaagd.
Over mens’dom’ gesproken.

Maar kijk ook naar je eigen gemeenschap, je thuissituatie, je parochie, je werkvloer, je eigen hart. Het duiveltje van de concurrentie ligt overal en voortdurend op de loer.

De enige grote wet voor Jezus is barmhartigheid: "Wees barmhartig zoals jullie Vader barmhartig is". En het voorschrift dat daaruit volgt, munt uit in wijsheid: "Behandel anderen zoals je wilt dat ze jullie behandelen".

Dat is het geheim van Jezus dat Hij voorstelde en heeft voorgeleefd. Het is Blijde Boodschap voor ieder die het en Hem aanvaardt.

Laat ons bidden voor elkaar, bidden voor de Kerk, bidden voor de wereld. Moge alle lust naar macht smelten als sneeuw voor Gods zon. Moge alle strijdbijlen, dichtbij en ver af, begraven worden. Moge Gods liefde geëerd en gevierd worden door te werken aan een wereld waar het goed is om leven; voor ieder.

Geïnspireerd aan woorden van Vincenzo Paglia.

Reacties

  1. Vraagt Jezus hier niet iets dat onmogelijk is? Ik denk dat de tweede lezing daar een antwoord op geeft. Paulus zegt daar: ‘Het geestelijke komt niet het eerst, het natuurlijke gaat vooraf, daarna komt het geestelijke’. Ons aardse leven is getekend door de zonde. Zonde is leven zonder God en zonder de evenmens. Het is leven zonder rekening te houden met God en met de medemens. Paulus heeft het in de tweede lezing natuurlijk over het leven hierna. Maar dat doet er niet toe. De aardse mens leeft aards of werelds, de hemelse mens leeft hemels. Jezus is gestorven voor ons aller heil. Hij heeft op het kruis God, God laten zijn over Zijn leven ten einde toe. Maar omdat Hij ons aller leven droeg, heeft Hij God ook de Heer laten worden over het leven van ieder van ons. En Jezus is verrezen. Het duurt dus voort. Als wij in ons rozenkransgebed dat eerste glorievolle mysterie overwegen, Jezus’ verrijzenis dus, dan vragen wij als vrucht van onze overweging: het nieuwe leven. Wij vragen eigenlijk dat wij nu al als verrezen mensen zouden leven. Een verrezen mens is echter een hemelse mens. En al wat Jezus ons vandaag vraagt in het evangelie, is dat wij eigenlijk nu al dat verrijzenisleven van Hem zouden leven, dat wij nu al zouden leven alsof we in de hemel waren. En dat is concreet: leven voor God en voor de anderen dichtbij en ver weg. Dat kunnen wij echter maar door veel naar Jezus te kijken in ons gebed en in onze aanbidding van het heilig sacrament. Wie veel naar Jezus kijkt, wordt uiteindelijk gelijk aan Hem naar wie hij of zij kijkt. Gebed en aanbidding maken van ons mensen van liefde, mensen van Gods barmhartigheid. Zo wordt ons leven en dat van de hele mensheid pas echt goed. Zo wordt de aarde een stukje hemel!

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten