Posts

Posts uit oktober, 2021 tonen

1 nov - Allerheiligen

Vandaag, op Allerheiligen, horen we de bekende acht zaligheden uitspreken door Jezus tijdens zijn zogenaamde bergrede. De Nieuwe Bijbelvertaling uit 2004 hertaalde het woord 'zalig' door 'gelukkig'. De NBV21, die zojuist is uitgekomen, en waarvan hier op deze site dankbaar gebruikt van gemaakt wordt, volgt deze hertaling. Er zijn mensen die het daar lastig mee hebben. Voor hen heeft het woordje 'zalig' iets transcendents wat je in het woord 'gelukkig' mist. Ik moet eerlijk toegeven dat ik zelf ook die redenering lang gevolgd heb. Maar door deze verzen te blijven herlezen in de 'nieuwe vertaling', moet ik zeggen dat het woord 'gelukkig' meer en meer diepgang vindt. Bestaat het ware en diepe 'geluk' van de mens er immers niet in Gods liefde te zijn op aarde? Wie dit laatste klaarspeelt is 'zalig', maar tevens 'gelukkig'; een geluk dat z'n wortels vindt in God zelf. In het woord 'gelukkig' horen we ook he

zondag 31 door het jaar - B

Alle belangrijke levensovertuigingen, filosofieën of religies hebben een opvatting over de twee fundamentele relaties van de mens: over de verticale dimensie van de verhouding tussen de mens en God en over de horizontale dimensie van de relatie tussen de mens en zijn medemensen. Welnu het teken van het christendom is juist het kruis. Het christendom beleeft men op het snijpunt van de horizontale en de verticale balk. Het christendom is de godsdienst waar juist de synthese van de twee aspecten als ideaal in het centrum staat. Andere levensfilosofieën benadrukken duidelijk meer de éne of de andere lijn. Het boeddhisme bijvoorbeeld zal de verticale dimensie accentueren. Daar komt het er vooral op aan zichzelf individueel te zuiveren en te laten opgaan in het Al, het licht. Het Marxisme daarentegen verdedigt enkel de horizontale lijn, de menselijke solidariteit, zonder God daarbij te betrekken. Binnen de christelijke geloofsgemeenschap zelf zal men die twee aspecten natuurlijk aanwezig v

zaterdag in week 30 door het jaar

'Wie zichzelf verhoogt zal worden vernederd, en wie zichzelf vernedert zal worden verhoogd.' Volgelingen van Franciscus van Assisi noemt men wel eens franciscanen, verwijzend naar hun stichter. Maar eigenlijk is dat niet wat Franciscus wou. Hij wou namelijk dat zijn broeders zich minderbroeders zouden noemen; mindere broeders. Het hoort ook perfect thuis in de spiritualiteit die uitgaat van Franciscus, namelijk leven als minderen van allen en alles, bereid zijn steeds de minste te zijn. Dit mindere-zijn heeft in wezen te maken met nederigheid; nederigheid tegenover je Schepper, tegenover jezelf, tegenover je naaste, tegenover elk schepsel. Het is jezelf niet zien als een meerdere die het voor het zeggen heeft, maar als een mindere die enkel uit is op de ander eren en hem ten dienste zijn. Dit heeft niets te maken met een soort psychologische zelfvernedering waar je op termijn aan ten onder gaat. Het gaat om liefdevol door het leven gaan in de meest zuivere zin van haar beteke

vrijdag in week 30 door het jaar

Vandaag horen we in de psalm: ‘God geeft je vrede en veilige grenzen, met vette tarwe stilt Hij je honger.' Wanneer je de krant leest, of het nieuws beluistert of bekijkt, en naar die vele duizenden vluchtelingen ziet, opeengepakt in kampen, wachtend voor afgesloten grenzen, en je denkt dan aan dit psalmvers over God die veilige grenzen geeft, vrede en vette tarwe, dan klinkt dat toch wel haaks staande op wat wij, mensen, elkaar in deze wereld aandoen. Corona, de vaccins, de mondmaskers,… trekt misschien onze volle aandacht, maar we mogen absoluut niet vergeten welke drama’s er zich dagelijks afspelen aan onze staatsgrenzen. De vluchtelingenstromen, niet los te denken van het waarom deze mensen vluchten, leggend op het aangehaalde Bijbelvers, zou ons, christenen, in zekere zin moeten shockeren. We zouden er van moeten wakker liggen. Een christen mag (of moet ?) redeneren vanuit God. Als de vluchtelingenstroom een probleem is, dan mogen we naar Jezus kijken, naar de evangelies,

28 okt - Simon en Judas

Alvorens Jezus zijn apostelen koos trok Hij zich terug om te bidden. Geen vijf minuten, maar een hele nacht lang, zo lezen we. Wat Jezus ons hier toont is het belang van het ‘kiezen in Gods licht’. Een mens kan keuzes maken: ofwel vanuit God ofwel vanuit zijn allerindividueelste ikje los van God. De verleiding om te kiezen vanuit ons ikje los van God is dikwijls groot omdat dat op het eerste zicht doorgaans de meest aangename keuze is. Het is een keuze die gewoonlijk geen al te grote offers vraagt, en dikwijls streelt het ons ego wat - oppervlakkig gezien - een goed gevoel geeft. Zo leven, zo keuzes maken, is mager. Voor een christen mag het iets meer zijn. Wilt dat nu zeggen dat we ons ‘ik’ volledig buiten spel moeten zetten? Nee, tuurlijk niet. Maar een christen is wel geroepen zijn ‘ik’ af te stemmen op God, zodat hij keuzes maakt vanuit Gods inwoning, vanuit een diepe overgave aan Christus in hem. De Heer wilt immers door ons heen leven, spreken, aanraken, zingen,… We kunnen Hem

woensdag in week 30 door het jaar

‘Heer, zijn er maar weinigen die worden gered?’ Al bekennen we het zelf niet vlug, toch zijn we af en toe ook bezig met deze vraag. We zouden graag willen weten of we op de wachtlijst naar de hemel staan. Jezus ziet deze vraag een beetje als een kinderlijke vraag, naïef en niet zo verstandig. Want Hij antwoordt erop als een vader tot zijn kind, geduldig maar toch vermanend: 'Begin alvast maar je best te doen en dan zullen we verder wel zien'. 'Doe alle moeite... ' Jezus antwoordt naar de maat van onze vraag. God is een verstandige Vader. Hij kent zijn kinderen. Hij weet, dat wij, als gelovigen, vaak te laat komen, als de deur gesloten is . Toch heeft Hij het ons anders geleerd. We zouden er als eersten bij moeten zijn om de wil te doen van de Vader in de hemel en om de nood te lenigen van de mensen op aarde. Vaak zijn we echter de eersten om onze eigen wil en zin door te drijven, en de laatste om zijn wil te laten geschieden. Zo uitgebreid zijn we dikwijls met ons

dinsdag in week 30 door het jaar

‘Waarop lijkt het koninkrijk van God en waarmee zal Ik het vergelijken? Het lijkt op een zaadje van de mosterdplant dat iemand in zijn tuin zaaide, waarna het groeide en een boom werd, waar de vogels van de hemel in de takken kwamen nestelen.’  zegt Jezus ons vandaag. Het zaadje groeit uit tot een struik waar de volgens in de takken komen nestelen... Prachtig beeld ! Is dat niet het beeld van de Kerk, of hoe de Kerk zou moeten zijn? Een struik, of een boom, met wijd uitgespreide takken waarin vogels van allerlei pluimage welkom zijn, een boom waar ze kunnen komen nestelen, waar ze zich thuis voelen, waar ze kunnen ontvangen en geven, waar ze gemeenschap vinden en kunnen beleven. Maar de Kerk zijn wij allen, u en ik. En op de plek waar wij wonen, leven en werken, zijn we geroepen zo'n boom te zijn. Geen passieve oude stam die op sterven na dood is, maar een frisse boom met een grote volgroeide kruin, z'n takken uitstrekkend naar allen die God op ons levenspad brengt. En, gewo

maandag in week 30 door het jaar

Jezus geneest een vrouw die al vele jaren krom gebogen door het leven ging. Als we naar onze samenleving kijken, en laten we ook maar naar onszelf kijken, dan zien we vandaag de dag ook heel wat mensen die kromgebogen door het leven gaan. Daarom niet fysiek, maar innerlijk. Bijna troosteloos. Kijken we eerst eens in onze eigen levensspiegel. Hoe lopen wij erbij? Hoe is het met onze ziel gesteld? Kunnen wij, moesten we om welke reden ook innerlijk gebogen lopen, de Heer zo welkom heten, dat Hij ons weer kan doen rechtstaan, ons kan optillen, kijkend naar de Vader, de Schepper van het leven? Zien we de uitnodigingen tot liefde; momenten die ons tientallen keren per dan worden aangeboden? Zetten die uitnodigingen ons in beweging, of blijven we ter plaatste trappelen, ons hoofd gebogen naar beneden? Mag de ander de zingever worden van mijn bestaan? En doet die ander mij opstaan? God door hem... Dat wat onszelf betreft. En hoe kijken wij naar anderen die, om welke reden ook, krom gebogen

zondag 30 door het jaar - B

Soms is het goed een lezing na deze gelezen te hebben te herlezen, en nog eens, en nog eens, en nog eens. En dan komen er soms pareltjes boven die je in eerste instantie niet zag. Kijkende naar het evangelie van vandaag, wil ik, samen met u, enkele pareltje van naderbij bekijken. Een eerste parel is dat Jezus Bartimeüs ontmoet nadat Hij en zijn leerlingen weg gingen van Jericho. Gezien de 'grote menigte' mogen we er van uitgaan dat er in Jericho een levendige ontmoeting heeft plaats gehad tussen Jezus en de mensen, waarschijnlijk met een soort toespraak of zo. Het evangelie van vandaag speelt zich niet af in Jericho, wél op de 'terugtocht'. En dat vind ik nu net zo mooi. Gebeurt het bij ons niet vaak dat wij achteraf zeggen: 'Ik had er moeten bijzijn', 'ik had dit anders moeten doen', 'ik ben lauw geweest', 'ik heb niet goed geluisterd', 'ik had moeten handelen',... Dat gebeurt vaak. En Jezus weet dat. En Hij redeneert niet van;

zaterdag in week 29 door het jaar

Vandaag lezen we bij Paulus: Wie beheerst wordt door het aardse, streeft aardse zaken na, maar wie beheerst wordt door de Geest, streeft na wat de Geest wil. Wij, mensen van deze tijd, hebben het soms wat lastig met het taalgebruik van Paulus. Wat Paulus zeker niet bedoelt is dat we onze puur menselijke natuur, of de schoonheid van onze moeder aarde, moeten verwaarlozen of verloochenen. We zijn, ook in onze diepste natuurlijke gegevenheid, een schepping van God, zoals onze mooie wereld dat ook is. Wat hij, denk ik, wil zeggen is dat we ons niet mogen laten leiden door een ‘ik’ dat bijna dierlijk leeft, louter naar z’n eigen begeerten, los van God. Bedoeling is dat we ons openen voor de Geest, de Adem van God, die ons zal doen inzien wat Gods wil inhoudt. De Geest zal ons het verlangen geven, en de genade verlenen, ons te richten naar wat God wil, levend en gezonden op deze aardbol. De Geest zal ons hart in de juiste richting plaatsen: richting God. En van Hem mogen en kunnen we dan ont

vrijdag in week 29 door het jaar

Vandaag lezen we bij Paulus: 'Ik doe niet wat ik wil, het goede, maar juist wat ik niet wil, het kwade, dat doe ik.' Heerlijke Paulus. Zo menselijk. Zo herkenbaar. Ja, ik ben blij en dankbaar te lezen dat ook de grote Paulus hiermee vocht. Want voeren we niet allen die strijd? Diep vanbinnen weten we hoe het moet, en dragen we zelfs de oprechte intentie hieraan gehoor te geven... de praktijk echter leert ons dat het gebeurt dat we niet doen wat we willen. De mens is, wat dit betreft, een merkwaardig wezen. Het zegt iets over de innerlijke strijd tussen het volgen van ons ego versus het volgen van Gods stem. Een inwendig oorlogje dat ieder - de ene allicht al meer dan de andere - dagelijks moet uitvechten. Hoewel... uitvechten... Moeten we dit echt zelf uitvechten? In zekere zin toch wel, ja. Zoals we gisteren zeiden: we moeten bereid zijn de keuze te maken voor God, tegen het kwaad. De keuze om te leven in Christus. Die keuze moet ieder van ons maken, en daar zijn wij als pe

donderdag in week 29 door het jaar

Vandaag lezen we bij Paulus aan de christenen van Rome: 'Het loon van de zonde is de dood, maar de genade die God schenkt is het eeuwige leven in Christus Jezus, onze Heer.' Elke mens is geroepen te leven, en wel ten volle. Voor een christen betekent dit: een leven leiden in God, vanuit Christus' aanwezigheid die hem bewoont. Of anders gezegd: Christus door hem, met hem, in hem. Het betekent in naam van Christus, en verinnigt in Hem, Gods goedheid zijn doorheen gebed en daden van goedheid. Hiermee beantwoordt de christen aan z'n oerroeping, namelijk het geschapen zijn naar Gods beeld en gelijkenis. Door Gods liefde te belichamen vindt hij ook zijn diepste identiteit. En dat doet hem leven; nu reeds, en over de dood heen, tot in de eeuwigheid. Wie de zonde bemint en koestert, wie haar voedt en alle kansen biedt om tot ontplooiing te laten komen in zichzelf, begeeft zich in een dood-lopend straatje. Hij zoekt vreugde en bevrediging in oppervlakkig geluk door zijn ego de

woensdag in week 29 door het jaar

Petrus vraagt aan Jezus: ‘Heer, is deze gelijkenis alleen voor ons bedoeld of voor iedereen?’ Het evangelie is nooit voor ons met uitsluiting van anderen en het is nooit voor anderen met uitsluiting van ons. Het evangelie is altijd voor iedereen. Het evangelie is altijd voor u, voor mij. Het is Gods woord aan u, aan allen gericht. Dat krijgt Petrus meteen te horen. Die waakzaamheid waar iedereen aan wordt gehouden, wordt nu heel bijzonder in deze gelijkenis toegepast op mensen zoals Petrus, die door God geroepen zijn om leiding te geven aan de gelovige gemeenschap. Maar dat heeft weer tot gevolg, dat, als er weer een vermaning wordt gegeven, degene die niet in die functie staat, kan gaan denken: dat gaat over de leiders en ieder die geen leider is heeft daar niets mee te maken. Ja, hij kan zelfs, in de bijzondere toepassing van dit woord over de waakzaamheid bij de leiders gaan denken, dat hij als ondergeschikte helemaal geen verantwoordelijkheid heeft, dat hij zijn verantwoordelijkh

dinsdag in week 29 door het jaar

Vandaag zegt Jezus: 'Sta klaar, doe je gordel om en houd de lampen brandend, en wees als knechten die hun heer opwachten wanneer hij terugkeert van een bruiloft, zodat ze direct voor hem opendoen wanneer hij aanklopt. Gelukkig de knechten die de heer bij zijn komst wakend aantreft.' Staan we klaar om de Heer te ontvangen wanneer Hij komt? Komen doet Hij, sowieso. Maar zijn we klaar? Zullen we het merken als Hij komt? Of zijn we zo met onze zaakjes bezig dat we zijn komen nauwelijks of helemaal niet gewaar worden... Het evangelie van vandaag wordt dikwijls toegespitst op het aards sterven van de mens. En terecht. Doorgaans komt een overlijden onverwacht en moeten we ons de vraag stellen: gaan we klaar zijn voor die grote ontmoeting met de Heer? Maar dit evangelie gaat ook over het gewone leven, over elke dag. Want… in elke situatie van het leven komt de Heer langs, en vraagt Hij bemind te worden, zijn liefde te zijn. Dit speelt zich af voor het kookfornuis, tussen mensen onde

18 okt - Lucas

Als je de woorden van Jezus die we vandaag horen omzetten in onze moderne taal, klinkt dat heel gewoon: zoek je kracht niet in je bankrekening, verlies je tijd niet met omlaaghalend gepraat, durf dieper contact te nemen met de mensen, luister naar hen, raak doorheen ontmoeting en gesprek die snaren aan die een mens dorst doet krijgen naar God. Straal vrede en vreugde uit. Je komt in een harde wereld terecht, er lopen wolven rond. En wees vooral niet naïef; als men je afwijst, oordeel dan niet maar ga rustig verder, wees goed voor allen, bijzonder voor zieken en zwakken. En wees beleefd en dankbaar, dus eet wat je krijgt. We horen ook dat er veel werk is aan de winkel. Jezus zegt: genees de zieken. Ook in onze tijd zijn er zieken, vele zieken. Er zijn ook veel gezonde mensen ziek, omdat onze samenleving op heel wat vlakken verziekt is. Mensen raken in de put omdat ze ontevreden zijn, of omdat er niemand in hun omgeving tevreden is. Velen zijn voortdurend in een sombere stemming, geven

zondag 29 door het jaar

'Wie van jullie de belangrijkste wil zijn, moet dienaar van de anderen zijn, en wie van jullie de eerste wil zijn, moet slaaf van de anderen zijn, want ook de Mensenzoon is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven als losgeld voor velen ', zegt Jezus ons vandaag. Enkele gedachten rond dienstbaarheid. Ware dienstbaarheid, onder welke vorm ook, vraag om afdaling. Niet boven de ander staan, maar naast de ander. Met hem meegaand, je inlevend. Niet snel snel, maar tijd ervoor nemend. De ander zo toelatend in jezelf dat hij het beste in jou naar boven haalt. Ware dienstbaarheid heeft met gemeenschap te maken; gemeenschap met de Heer, gemeenschap met de ander. Dienstbaarheid is het stille feest van de liefde: voetwassing, Goede Vrijdag, Paaszondag. Het is tevens Kerst en Pinsteren; de Heer baren, en leven in de Geest. Het is liturgie ten top. Ware dienstbaarheid is eucharistisch leven: in eenheid met de Heer je leven breken en geven; voor allen.

zaterdag in week 28 door het jaar

We kennen Jezus als iemand die de belichaming is van Gods barmhartigheid. Zelf was Hij, tot op het kruis, altijd opnieuw bereid vergeving te schenken. Doorheen woord en daad maande Hij de mensen ook aan zelf zo in het leven te staan. Vergeven, zeven maal zeventig maal; altijd dus. Of toch niet altijd? Vandaag die moeilijke zin: 'Wie lastertaal spreekt tegen de heilige Geest zal geen vergeving ontvangen.'  Laten we biddend trachten te begrijpen wat deze woorden willen zeggen. Een eerste belangrijke zaak is: Het is geen aanmaning aan ons adres om in bepaalde omstandigheden niet te vergeven. De opdracht dus voor ieder van ons om altijd opnieuw bereid te zijn te vergeven blijft onaangeroerd. Je zou dan kunnen denken: Het is aan God om te bepalen of Hij in bepaalde omstandigheden wel of niet vergeeft. Nee, dat staat er niet. Er staat: ' ... zal geen vergeving ontvangen' . Er staat niet dat God niet vergeeft. Er staat dat je schijnbaar in bepaalde omstandigheden geen verg

vrijdag in week 28 door het jaar

Jezus zegt ons vandaag: 'Hoed je voor de zuurdesem, dat wil zeggen de huichelarij van de farizeeën.’ Brood zonder zuurdesem is en blijft plat. De zuurdesem doet het brood rijzen, groter worden. Krijgt het een andere voedingswaarde ? Neen. Maar het ziet er, uiterlijk, anders uit, groter, maar in wezen is het hetzelfde. Jezus vergelijkt de huichelarij van de farizeeën met zuurdesem. Zij vallen op met hun grote gewaden, hun mantelkwasten, hun gewoonte om de voornaamste plaatsen in te nemen in de synagoge. Ze worden zo graag door iedereen gezien en geprezen en erkend in hun zogenaamde functie vertegenwoordigers te zijn van ‘de Wet’. Ze vallen op omdat ze willen opvallen. Ze doen lange gebeden op de hoeken van de straten, zichtbaar vervullen ze zogenaamde deugden, en zo meer. Hoed je voor hen, zegt Jezus ons vandaag. Voor een christen gaat er het er niet om om op te vallen bij de mensen, ook niet bij God. God kent ons, elk haar is geteld. We hoeven daar echt niets opvallends voor te

donderdag in week 28 door het jaar

Vandaag weer een ‘wee-jullie-evangelie’. Jezus geeft af op bepaalde mensen binnen de kring van de zogenaamde wetgeleerden en de groep van de Farizeeën die naar uiterlijke schijn schijnbaar een religieus perfect leven leiden, terwijl ze van binnenuit gezien ver van God en zijn liefde staan. En ze sloten zich op in een verleden, en wel op z’n wijze dat er geen enkele openheid was voor iets nieuws. Mogen we deze evangelies, deze vermanende woorden van Jezus, beluisteren alsof ze ook tot ons gericht zijn… Ja hoor, heel zeker. Laten we de woorden van Jezus als kerkgemeenschap beluisteren, en daaruit besluiten dat iedere vorm van hypocrisie binnen de Kerk vernietigend werkt. Hypocrisie holt de Kerk uit, het kwetst mensen en het jaagt vele mensen weg. Als kerkgemeenschap zouden we authenticiteit hoog in het vaandel moeten dragen. Mensen zullen dit opmerken, en velen zullen komen kijken. Als ik aan authenticiteit als kerkgemeenschap denk, dan denk ik vooral aan een gemeenschap die vanuit de

woensdag in week 28 door het jaar

Vandaag harde taal van Jezus aan het adres van hen die schijnbaar weten hoe het moet, dit ook aan anderen laten weten, maar zelf voorbij gaan aan de gerechtigheid en de liefde tot God. Voor alle duidelijkheid: Er mag onderwezen worden, er mag en moet aangespoord worden, maar men moet het ook en vooral zelf doen. We moeten consequent zijn in wat we zeggen. Liefde preken veronderstelt liefde zijn. En niemand heeft het hier over dat je daarvoor onberispelijk moet zijn, dat je nooit in de fout mag gaan, dat je dus een soort heilige moet zijn alvorens je mond open te doen. Fouten maken is des mensen. Daar gaat dit stukje evangelie ook niet over. Het gaat erover dat we consequent moeten zijn in wat we geloven en zeggen. Zo goed als het kan. We moeten oprecht zijn, en diepmenselijk voor anderen. We zouden zo moeten leven en spreken, dat anderen die ons ontmoeten Gods liefde gewaar worden, en daardoor als het ware geraakt worden door God zelf. Dit vraagt van ons een zeer nederige houding te

dinsdag in week 28 door het jaar

Bij Jezus gaat het om de binnenkant, om de goedheid van het hart, om dat wat onzichtbaar is. Wat voor nut heeft het om uiterlijk in orde te zijn met alles (netjes op tijd onze gebeden, liturgie op en top in orde, nooit vloeken, voor Pasen te biechten gaan,…) terwijl we in ons dagelijks leven, in ons mens-zijn, een leven leiden ver weg van God en zijn gebod. Natuurlijk is er niets mis mee op tijd je gebeden te verrichten, aandacht te besteden aan de liturgie, trachten niet te vloeken, en tijdens de Goede Week te biechten te gaan. Als we maar niet denken dat het puur vervullen van onze plichten ons tot goede christenen maakt. Dit is helemaal geen garantie. Deze zaken kunnen ons helpen in God te leven, en dan is het goed, dikwijls zelfs noodzakelijk. Maar ze moeten in verbinding staan met onze binnenkant. Ze moeten van ons goede christenen maken, mensen die de liefde hoog in het vaandel dragen en er naar leven, in de grote en kleine dingen van elke dag. We moeten leven van binnen naar

maandag in week 28 door het jaar

Een mens is pas helemaal mens, als hij in staat is om zich te geven aan Iemand die groter is. Ons kleine menszijn, opgesloten in de kleine wereld van ons eigen 'ik', wordt door het geloof opengebroken en voorzien van de mogelijkheid om ons te geven aan God, onze Heer, die van zijn kant met uitgestrekte armen voor ons staat om ons te ontvangen, ons in zich op te nemen, want hier is méér, zegt Jezus, méér dan Salomo, méér dan Jona. Daarbij doet Hij een beroep op de kennis van de geschriften, verhalen uit het Oude Verbond van een zekere koningin uit het Zuiden, uit het zuidland, ergens uit het Oosten wil dat zeggen, van het uiteinde der aarde, van heel ver weg. Ze had in haar verre land gehoord over Salomo, de man die zo wijs was en zo rijk. Ze wilde zelf wel eens zien wat ze over deze man had gehoord. Ze gaat op reis met een hele stoet kamelen, met geschenken, rijkdommen, klederen, parels, reukwerken, dienaren en knechten. Ze komt bij Salomo in zijn paleis in Jeruzalem aan en wa

zondag 28 door het jaar - B

Vandaag komen wij voor de Heer om Hem, zoals de jongeman uit het evangelie, te vragen: "Goede Meester, wat moeten wij toch doen om echt gelukkig te zijn?" En Jezus verwijst ons naar de gewone geboden. Dát zijn de hulpmiddelen, de wegwijzers, om gelukkig te worden, als medemensen onder elkaar en als kinderen van God. Misschien hebben wij opgemerkt dat Jezus wel niet alle tien geboden opsomt. Tegenover de “rijke jongeman die leeft in het hart van ieder van ons” haalt Hij vandaag vooral die geboden aan die ons herinneren aan onze plichten jegens onze medemensen. In het christendom wordt onze liefde tot God concreet beleefd, niet door individuele devotie, wel door liefde tot de medemens. Dat is een hele opgave, voor die “rijke jongeman die in ieder van ons steekt”. Maar de jongeman drong bij Jezus aan. In hem leefde blijkbaar een dieper verlangen. Aan hem mocht men meer vragen. Toen keek de Heer hem liefdevol aan. Door die liefdevolle blik van de Heer voelde de jongeman dat Jezus

zaterdag in week 27 door het jaar

We mogen er van uitgaat dat de vrouw uit het evangelie haar woorden riep met een diepe genegenheid voor de figuur van Jezus, én zijn moeder Maria. Doch wijst Jezus haar, en ons, naar de kern van het echte luisteren. 'Gelukkiger zijn zij die naar het Woord van God luisteren en ernaar leven.' , zo zegt Hij. Naar het Woord van God luisteren is meer dan het lezen van de Bijbel, hoewel het natuurlijk ook dat is. Naar Gods Woord luisteren is Jezus, die het mensgeworden Woord is van de Vader, ontvangen in zijn totaliteit; zowel Jezus als persoon alsook de weg die Hij gegaan is alsook de boodschap die Hij gegeven heeft en geeft. Echt luisteren is ontvangen en ontmoeten. Je kan in een gesprek met iemand zijn woorden aanhoren maar hem daarom nog niet ontvangen als mens. Echt luisteren naar elkaar is elkaar ontvangen én ontmoeten. Dat is zo tussen mensen, dat is ook zo tussen ons en de Heer. Luisteren naar het Woord van God wilt dus zeggen: Jezus ontvangen, Hem ontmoeten, Hem in je to

vrijdag in week 27 door het jaar

Dagelijks vechten we diep in onszelf dat oorlogje uit tussen goed en kwaad, tussen de goede Geest van God en de boze geest die we satan noemen. Ons hart, ons leven, is het toneel waar deze strijd zich afspeelt. En wat we zeggen en doen zal een gevolg zijn van hoe we die strijd gestreden hebben. Hoewel... strijd... het klinkt zo negatief, alsof we voortdurend de wapens moeten opnemen tegen het kwaad. In zeker zin is dat ook zo, maar strijden, de wapens opnemen, zijn woorden die koud en zelfs oorlogszuchtig overkomen. Misschien is het beter te spreken van een afdalen in ons diepste zelf om daar de Heer op te wachten, Hem te ontmoeten, in het hart van je gebrokenheid. Het gaat er om innerlijk klein te worden, arm van geest, nederig, God in Christus welkom heten in je eigen kwetsbaarheid. Om dan te kiezen, vanuit God, waarvan je toelaat dat Hij je in Christus helend nabij is. En ook elkaar zo nabij zijn. Zoals Franciscus het uitdrukt in een van zijn vermaningen: ‘Gelukkig de mens die zijn

donderdag in week 27 door het jaar

‘… hoeveel te meer zal de Vader in de hemel dan niet de heilige Geest geven aan wie Hem erom vragen.’ zegt Jezus ons vandaag. De heilige Geest is de band van liefde tussen de Vader en Jezus. Door het ontvangen en dragen van de heilige Geest mogen ook wij proeven van Gods liefde tussen Hem en zijn Zoon, en daarmee ook tussen Hem en ons, daar wij dragers zijn van de Zoon die zich met ons verinnigt. Deze band van liefde is het grootste wat God ons kan schenken. Hij zal het ook niemand weigeren die er in gebed om vraagt. Veel van wat wij biddend vragen krijgen we niet, of niet onmiddellijk, of niet zoals wij het willen; omdat daar dikwijls heel wat onzuivere beweegredenen in meespelen. Maar Gods Geest, zijn liefde voor ieder van ons, zullen wij altijd krijgen. Moge dit bewust-zijn ons tot dankbaarheid en vrede stemmen, en ons aanzetten biddend voor het aanschijn van de Vader te staan; onze harten geopend vol verlangen naar zijn Geest, als een gebed zonder ophouden. Mogen we alzo deelg

woensdag in week 27 door het jaar

Jezus leert zijn leerlingen bidden. En daarmee leert Hij ook ons, volwassenen, bidden. En wie leert er onze kinderen bidden? Hopelijk krijgen ze dit mee van thuis uit, en horen ze er niet voor het eerst over bij een eerste communie of een godsdienstles op school. Eigenlijk is ‘aanleren’ geen goed woord wanneer het gaat over kinderen en gebed. Veel belangrijker is dat het kind ziet dat er thuis gebeden wordt, en dat het als vanzelfsprekend wordt opgenomen in het gezinsgebed. Een kind zal (wanneer het nog klein is) daar geen kritische vragen rond stellen, integendeel. Het zal het als goed ervaren, want mama en papa doen het, en dan is het goed. Zo is een kind. Of het nu bij het opstaan is, voor en/of na het eten, bij het slapen gaan, of wanneer ook, het is goed dat we onze kinderen opvoeden in de realiteit dat het goed is dat een christen bidt. En als het op latere leeftijd ineens beslist om niet meer te bidden (laat een puber maar puberen), dan heeft het ten minste de herinnering dat

dinsdag in week 27 door het jaar

Heel wat mensen dragen diep in zichzelf de intentie om meer tijd te besteden aan gebed, om intenser te bidden, er meer of dieper aandacht aan te besteden. Een rem om deze intentie gestalte te geven is dikwijls de drukte van het leven, vermoeidheid, of welke reden ook. In de intentie voelt men eigenlijk haarfijn aan waar het om te doen is in het evangelie van vandaag, namelijk: het noodzakelijk belang van te knielen bij de Heer, en dit te kiezen vỏỏr al de rest. Deze intentie gewaar worden is het zuchten van de Geest in ieder van ons. We moeten dit 'zuchten' ernstig nemen. Het is het zachte nederige vuur van God dat ons in vrijheid in beweging wilt brengen ons te keren naar Hem, en daar daadwerkelijk tijd voor te maken. Het spreekt voor zich dat, wie tijd maakt voor de Heer, niet zorgeloos door het leven gaat. Tijd maken voor gebed neemt de dagelijkse zorgen en de drukte van de dag niet weg. Maar wie de dag start met gebed kijkt anders naar zijn agenda. Wie zijn bestaan bidden

maandag in week 27 door het jaar

Het verhaal dat Jezus vandaag vertelt is een moeilijk verteerbaar verhaal omdat we weten en ervaren dat we vaak met een boog om één van de meest wezenlijke en meest noodzakelijke waarheden van het geloof heen lopen; dat geloven namelijk geen kwestie is van theorie, maar van praktijk, niet alleen van weten en kennen, maar vooral van  beleven en doen. Het is niet de eerste en de enige keer dat Jezus daar de nadruk op legt. Als een rode draad loopt het door heel het evangelie. Het staat als duidelijke wegwijzer langsheen heel zijn levensweg vanaf Betlehem tot op de Calvarieberg. We kunnen er niet omheen, zelfs niet in een boog. 'Niet zij die roepen: Heer, Heer, zullen het Rijk der hemelen binnengaan, maar zij die de wil doen van mijn Vader...'. Het is ook de enige norm en maatstaf waarnaar we onszelf als gelovige mensen zullen oordelen of veroordelen; de keuzeknop, in onze eigen handen, tussen 'Kom gezegenden van mijn Vader' of 'Ga weg van mij'. Ooit zal God ons n

zondag 27 door het jaar - B

De overweging van vandaag is van de hand van Frans Mistiaen, sj Is de huwelijksliefde verbreekbaar? In de praktijk wel. Wij kunnen er niet naast kijken. Er vallen veel huwelijken uiteen. Maar eigenlijk voelen wij aan: Dat zou niet mogen. Wij kennen de zeer pijnlijke evolutie van sommige relaties, met fouten langs beide kanten, ook bij mensen die het heel goed menen, maar waarbij iedereen ervaart dat de situatie zo onhoudbaar is geworden dat het beter is dat het koppel uit elkaar gaat, met grote pijn, veel onmacht en miserie. Soms blijkt dat, ondanks alle nadelen o.a. voor de kinderen, samen-blijven nog meer vernietigend zou zijn. Dan is het noodzakelijk dat het gezin uit elkaar gaat, in ieder geval voor een afkoelingsperiode. Want, hoezeer wij ook aanvoelen dat, in zulk een crisis, alleen een afstand nemen, heilzaam is, even sterk hopen wij in het diepst van ons hart, dat de scheiding voorlopig is. Wij voelen aan: Eigenlijk kan dit niet. Wij hopen altijd dat twee mensen, die elkaar

2 okt - HH. Engelbewaarders

Vandaag horen we Jezus zeggen: 'Als je niet verandert en wordt als een kind, dan zul je het koninkrijk van de hemel zeker niet binnengaan.' Wanneer Jezus hier spreekt over 'kind' moeten we dat dieper begrijpen dan heel jonge en kleine mensen. De kinderen waarover Jezus hier spreekt zijn grote mensen met een kinderhart, mensen die zichzelf klein of gering achten, zij die leven van God zoals kinderen dat doen van hun ouders. Als volwassene kan men, evangelisch gezien, alleen maar kind zijn als men een volwassen houding heeft ten aanzien van de Vader in de hemel, eenzelfde tedere verhouding als een klein kind ten opzichte van zijn aardse papa. Voor een klein kind geldt: mijn vader, mijn moeder, zorgt voor me en aan hen vertrouw ik me toe. Voor volwassen gelovigen zou moeten gelden: onze Vader in de hemel zorgt voor me, aan Hem vertrouw ik me toe. Je toevertrouwen aan de Vader betekent geloven dat Hij met u het beste voorheeft, dat Hij je heel persoonlijk bemint en met u