Posts

Posts uit juli, 2020 tonen

donderdag in week 17 door het jaar

'Jullie zijn in mijn handen als klei in de handen van een pottenbakker' , zo horen we de Heer vandaag zeggen doorheen de profeet Jesaja. God is de pottenbakker, wij zijn de klei. Wij zijn geroepen om ons te geven aan het scheppende werk van de pottenbakker. Zo zullen we die pot, of dat beeldje, worden zoals de pottenbakker het gewild heeft. Het verschil met echte klei is dat de mens ‘nee’ kan zeggen: ‘nee’ tegen het werk van God in jezelf. Wij hebben de vrijheid om van Hem weg te lopen, onze eigen weg te gaan los van Hem, ons leventje zelf in handen te nemen alsof God niet bestaat. Het zou jammer zijn moesten we vergeten dat God met ieder van ons een bepaalde weg wilt gaan. In zijn liefde wilt Hij dat wel degelijk. Hij wilt het met ieder van ons persoonlijk, alsook met de Kerk als gemeenschap, alsook met de hele mensengemeenschap. Moesten we met z'n allen het klaarspelen God God laten zijn... wat zouden onze samenlevingen mooi zijn; plekken waar het goed is om te leven, en

29 juli - Marta

Wat het evangelie ons vandaag niet wil leren is dat we liefdesdaden moeten verwaarlozen ten koste van de contemplatie. Jezus wil ons veeleer een bepaalde volgorde duidelijk maken: eerst contemplatie, om van daaruit daden van liefde te verrichten. In de contemplatie ontmoeten we de Heer, rusten we in Hem, ontvangen we van Hem. Vanuit dit samenzijn met de Heer worden we door Hem gezonden. We worden gezonden om in eenheid met Hem zijn liefde te zijn in al ons doen en laten. In wezen hoeven we zelfs de contemplatie niet te verlaten. Christelijk leven is immers ‘bidden zonder ophouden’. Dat betekent leven in een voortdurende innigheid met de Heer. Niet altijd bewust beredenerend, eerder als een levenshouding, een gerichtheid van het hart, zich laten leidend door de Liefde om in eenheid met haar zelf liefde te worden. kris

dinsdag in week 17 door het jaar

Moeten we het onkruid uitroeien? Weg met degenen die kwaad doen? ‘Nee’ zegt Jezus heel duidelijk. Moeten we dat allemaal dan zomaar verdragen? ‘Ja’ zegt Jezus, ‘laat beiden samen opgroeien tot de oogst’. Dulden dus, eindeloos dulden. We moeten het geduld van God hebben. We moeten het onduldbare dulden en daarbij ons hart tot vrede stemmen opdat de barmhartigheid van de Heer mag zegevieren. Wilt dat zeggen dat wij niet mogen strijden tegen het kwaad? Jawel, we mogen en moeten strijden, zowel tegen het kwaad in onszelf als tegen het kwaad rondom ons. Maar het moet een heilig strijden zijn, gericht op de bevrijding van hen die kwaad doen. Dat is dus geen strijd met wapens, maar een strijd getekend door liefde en vergeving, door geloof in het kruis dat redding brengt voor ieder, ook voor ons. De mensen zouden aan ons moeten kunnen zien hoe het goddelijk geduld doorgaat in de geschiedenis.

maandag in week 17 door het jaar

‘ … en de vogels van de hemel komen nestelen in de takken’,  zegt Jezus ons vandaag. Allemaal zijn we wel eens moe geweest; innerlijk moe. We zagen het niet meer zitten, we werden onheus behandeld, we liepen met schuldgevoel, we leden onder het verlies van een dierbare, we waren of  zijn 'corona'-moe,… Het overkomt ons allemaal vroeg of laat. Maar velen van ons hebben dan ook al meegemaakt dat een vriend of vriendin, in de meest diepe betekenis van het woord, er toen was voor ons. Hij of zij had geen oordeel, we mochten er zijn, met onze droefheid, onze kwetsuren, onze pijn, onze eventuele schuld,... Er was enkel die omhelzing, puur, om de mens die je op die moment was, in vriendschap en liefde, als kind van God. Geliefde mensen, laten we bomen zijn voor elkaar waar mensen (‘vogels uit de hemel’, zoals Jezus het zegt) in kunnen komen nestelen. Los van ieder oordeel, maar liefdevol, puur, naar het Beeld van God. Ja, laat ons bomen zijn voor elkaar, bijzonder voor hen die ‘moe’ z

zondag 17 door het jaar - A

De overweging van vandaag is van de hand van Frans Mistiaen, s.j. Vandaag gaat het over de schat en de vreugde van het Rijk Gods, of, zoals Matteüs het liever noemt, het ‘Rijk der hemelen’. Maar wat is dat Rijk Gods? Natuurlijk is het geen stuk land, afgebakend achter grenspalen; ook geen toekomstige hemel ná onze wereld. Het Rijk Gods is een bepaalde levenshouding in het hart van mensen van nu en van vandaag, die, naar Jezus’ voorbeeld, de liefde in het centrum van hun leven zetten. Jezus’ onvoorwaardelijke, gratuite liefde is onmiddellijk te merken bij hen die proberen te leven, vanuit een mentaliteit, niet van “eisen” en “veroveren”, maar van “danken” en “geven”. Het Rijk Gods ervaart men bij hen die enerzijds fundamenteel dankbaar zijn voor het leven dat hun wordt gegund door de Vader (“God ziet mij echt graag, ook hier en nu!”) en die anderzijds ruim mededeelzaam zijn en hun liefde doorgeven aan anderen (“Ik probeer anderen plezier te doen, ook hier en nu!”). Jezus’ levenshouding

25 juli, Jakobus

Vandaag zegt Jezus ons:  ‘Wie van jullie de belangrijkste wil zijn, zal de anderen moeten dienen, en wie van jullie de eerste wil zijn, zal jullie dienaar moeten zijn – zoals de Mensenzoon niet gekomen is om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven als losgeld voor velen.’ Wie leeft vanuit z’n diepste zelf (waar God van gezegd heeft dat Hij het geschapen heeft naar zijn beeld en gelijkenis) heeft zich een thuis verworven in de liefde. Hij is niet bezig om plaatsen van eer te verwerven; zowel niet op vlak van plaats, functie, woorden of wat dan ook. Hij leeft enkel in de liefde: daar en enkel daar is zijn thuis. Daar ontvangt hij van God, leeft hij in Hem en geeft van wat hij ontvangt: liefde. Laat ons leven in de Liefde; goed gemutst, blij en dankbaar dat je geven kan. kris

vrijdag in week 16 door het jaar

Laten we Gods Woord ontvangen als wat het is: het Woord van God, zaad uit de hemel; Christus zelf. Dat het diep mag doordringen in ons hart, dat het wortel mag schieten, en tot groei en bloei mag komen. Laten we niet enkel het Woord aanhoren, maar laten we er ons ook mee verinnigen. Zo zullen we God aanwezig stellen in onszelf, ons gebed, onze ontmoetingen, onze (goede) werken,… wat alleen maar heilzaam en genezend is voor onszelf, de Kerk en de hele samenleving. Laat ons eenvoudig en in diep geloof bidden, innerlijk of letterlijk geknield, een paar keer per dag, niet te lang, met een gezond boerenverstand, onze handen en ons hart geopend, zoals de akker uitkijkt naar het zaad van de boer. Kijk in eenvoud naar God in Christus. Hij kijkt, in Christus, naar u. En omhels elkaar, niet sentimenteel bedoeld, maar als een eenvoudige en zuivere gods-ontmoeting. En laat het zaad maar kiemen. Dan leef je. Dan leef jij in Hem en leeft Hij in u. God, wat ben je groot ! kris

23 juli - H. Birgitta

Vandaag zegt Jezus:  ‘Als iemand in mij blijft en Ik in hem, zal hij veel vrucht dragen.’ In Jezus blijven betekent leven in een diepe innige verbondenheid met Hem vanuit een reële overgave aan zijn aanwezigheid. Het is afsterven aan jezelf opdat Hij uw leven mag worden. De vruchten van je leven (en het zullen er veel zijn) zullen Gods vruchten zijn, bewerkstelligd door Jezus; Hij met ons, in ons, door ons. Of om het met de woorden van Paulus uit de eerste lezen van vandaag te zeggen:  ‘Ikzelf leef niet meer, maar Christus leeft in mij.’ Deze weg is weggelegd voor ieder die eenvoudig van geest is, de levenskunst verstaat nederig te bidden, bereid is biddend en studieus de evangelies tot zich te nemen, maar vooral: door je in alle vrijheid te geven aan Gods liefde in jezelf. kris

22 juli - Maria Magdalena

’s Nachts in mijn slaap zoek ik mijn lief. Ik zoek hem, maar ik vind hem niet. Laat ik opstaan, rondgaan in de stad, laat ik in de straten, op de pleinen, zoeken naar mijn allerliefste. Ik zoek hem, maar ik vind hem niet. Zo lezen we vandaag uit het boek Hooglied. Een persoonlijke belevenis uitgedrukt in de taal van de lyriek. Maar daar doorheen wordt de belevenis weergegeven van God met zijn volk. Zo gaat het in de liefde tussen mensen, tussen personen. En aangezien de verhouding tussen God en mens ook een verhouding is tussen personen, gaat het zo ook in de verhouding tussen God en mens. Allereerst zoeken. Dat betekent twee dingen: Als je hart door de liefde is geraakt, ben je je rust kwijt. Je begint rusteloos te zoeken. Dat is een reden waarom mensen er niet aan beginnen. Als je je rust lief hebt, als je je rust liever hebt dan de liefde, dan begin je er niet aan. Als mensen genoeg hebben aan zichzelf, geen behoefte aan meer, beginnen ze er niet aan. Dat zoeken betekent ook dat er

dinsdag in week 16 door het jaar

Jezus antwoordde:  ‘Wie is mijn moeder en wie zijn mijn broers?’ Hij maakte een gebaar naar zijn leerlingen en zei: ‘Zij zijn mijn moeder en mijn broers. Want ieder die de wil van mijn Vader in de hemel doet, is mijn broer en zuster en moeder.’ Jezus verwoordt in zijn antwoord de inhoud van een uittocht, namelijk de uittocht uit de familie, de aardse familiebanden. Deze uittocht leidde ook een doortocht in naar het beloofde land dat Hij zelf is, naar het beloofde land dat de Kerk is, en hopelijk ook de wereld. In het kerkgebouw heeft men de mooie gewoonte om het volk aan te spreken met ‘Broeders en zusters…’ Dat zeggen mensen normaal tegen hun bloedverwanten, maar in de Kerk zeggen we het tegen mensen die ons vreemd zijn, want in de Kerk leven we in de staat van de uittocht, we steunen niet op aardse verbanden. Kerkelijk leven is nu al leven in de verhoudingen van de hemel, waar God de Vader is van allen en in allen. Daardoor zijn wij dus allen broeders en zusters van elkaar. Iemand sc

maandag in week 16 door het jaar

'Hier ziet u iemand die meer is dan Salomo!'... De Ninevieten hadden zich bekeerd na de prediking van Jona, terwijl velen die Jezus zagen (die zoveel meer is dan Salomo) niet tot inkeer kwamen. Nog meer: zij vroegen alsmaar tekens, zonder tot geloof te komen. En dat maakte Jezus droevig, zelfs kwaad. Begrijpelijk. Want wat heeft God aan mensen die louter uit zijn op uiterlijke genezing van zichzelf, terwijl ze zich vanbinnen niet willen laten aanraken, laten genezen. Het gaat ook niet om de tekens op zich. Hoewel de tekens die Jezus stelde (de vele genezingsverhalen uit de evangelies) van groot belang waren. Maar ze verwezen altijd naar een binnenkant; een binnenkant waar het uiteindelijk om te doen was. Wie aan dit laatste voorbij ging had niet door waar het bij Jezus om ging. Als Jezus de dag van vandaag tekens stelt... laten we er blij en dankbaar om zijn. Maar laten we er ons niet op blind staren. Net als toen gaat het om de binnenkant: afstand nemen van het kwaad, gekeerd

zondag 16 door het jaar - A

De overweging van deze zondag is van de hand van Frans Mistiaen, sj Gelukkig leren wij dank zij gelijkenissen, beeldspraak en verhalen symbolisch kijken naar onze wereld. Zo kunnen wij de uiterlijke, eenvoudige dingen en de mensen zien als de dragers van een geestelijk geheim, als de tekens van een diepere werkelijkheid, als de symbolen van een goddelijke tegenwoordigheid. Wij kijken naar iets kleins en, in plaats van de schamelheid en de onmacht ervan te benadrukken, zien wij erin de kiem van een grote, hoopvolle toekomst. Wij kijken naar een mosterdzaadje, en ontwaren reeds een grote boom. Wij kijken naar gist, en smaken reeds het lekkere, gerezen brood. Wij kijken naar een kind, en bespeuren reeds een talentvolle volwassene. Zulk een levenshouding gaat uit van het fundamenteel geloof dat in onze wereld en in het hart van elke mens de kiem van een goede toekomst aanwezig is. God heeft het zaad van zijn goedheid ruim uitgezaaid in onze wereld. En toch kunnen wij niet ontkennen, dat er

zaterdag in week 15 door het jaar

Vandaag lezen we bij de profeet Micha:  ‘Wee hun die kwaad in de zin hebben en op hun bed boze plannen smeden. Al in het ochtendgloren brengen ze die ten uitvoer, dat ligt in hun macht.’ Boze plannen ten uitvoer brengen ligt dus in de macht van zij die kwaad in hun zin hebben. Laten we vandaag eens nadenken over het feit dat de mens schijnbaar van God de vrijheid heeft gekregen het kwade ten uitvoer te brengen. Terwijl God de Almachtige is, en dus toch het kwaad uit de wereld zou kunnen bannen… zo zou je kunnen denken. Veel mensen stellen zich inderdaad de vraag waarom God zoveel lijden (als gevolg van het kwaad) toelaat. Voor heel wat mensen is dat zelfs een reden om God de rug toe te keren. Het mag duidelijk zijn dat God het kwade niet wil. Hij wil niet dat er mensen toegeven aan het kwaad, zoals Hij ook niet wil dat mensen lijden onder het kwaad. Fundamenteel bij de schepping, en bij het scheppen van de mens, is het een feit dat de mens de vrijheid heeft gekregen om God lief te hebb

vrijdag in week 15 door het jaar

Barmhartigheid wil Ik, geen offers’,  zegt Jezus ons vandaag. Wanneer je ‘barmhartigheid’ opzoekt in het woordenboek, krijg je: ‘Barmhartigheid is de behoefte om hulp te verlenen aan mensen die in geestelijke of lichamelijke nood verkeren. Het is nauw verbonden met naastenliefde en rechtvaardigheid.’ Christelijk geduid zou je dan kunnen stellen dat barmhartigheid de stap is om vanuit Jezus’ aanwezigheid in jezelf naar de ander toe te gaan om hem Gods liefde aan te bieden. Het ware offer dat we God moeten aanbieden is de gave van ons hele zijn ten dienste van de liefde. Het gaat niet om schapen, bokken, of wat dan ook. Het gaat om de gave van onszelf; om een totale beschikbaarheid voor het werk van de Heer. Laten we ons geven aan Christus’ aanwezigheid in ons, opdat we dragers en uitdragers mogen zijn van Gods liefde en barmhartigheid. Ja, laat ons zo Kerk zijn; fris én met de glimlach van God. kris

donderdag in week 15 door het jaar

Jezus nodigt zijn leerlingen uit om naar Hem toe te gaan, zij die onder lasten gebukt gaan en daardoor vermoeid zijn. Verder nodigt Hij hen uit van Hem te leren; Hij die zachtmoedig is en nederig van hart. Hij belooft hen rust te vinden wanneer ze bereid zijn zijn juk op te nemen; zijn juk dat zacht is, zijn last die licht is. Het juk van Jezus is het juk van de liefde. Beslist een ware opdracht, maar wel een die in de diepte rust geeft. Niet enkel omdat Jezus dat juk met jou draagt, maar ook omdat het dragen van dit juk je volheid van leven schenkt. Het juk dat de mensen zich dikwijls zelf opleggen is het juk van het ego, het juk waar het ik in het centrum van de wereld komt te staan en dat alles en iedereen voor zich zal opeisen. In de diepte is dat zwaar om dragen. Het vervreemdt je immers van de liefde, van God, van datgene waar het om gaat in het leven. Op termijn vernietigt het je persoon, en het haalt de wereld waarin je leeft naar omlaag. Het juk van Jezus daarentegen, is het j

woensdag in week 15 door het jaar

‘Ik loof U, Vader, Heer van hemel en aarde, omdat U deze dingen voor wijzen en verstandigen verborgen hebt gehouden, maar ze aan eenvoudige mensen hebt onthuld. Ja, Vader, zo hebt U het gewild.' Zo horen we vandaag Jezus bidden tot zijn Vader. God openbaart zichzelf, zijn aanwezigheid, zijn liefde, aan kinderen. Daarmee bedoelt Jezus in eerste instantie eenvoudige mensen, die zijn als kinderen van God, mensen waar je goedheid tegenkomt, hulpvaardigheid, eerlijkheid, vriendelijkheid, zachtheid, doorzettingsvermogen, terughoudendheid, wijsheid, inzicht. Mensen die je kunt aanspreken op voorzichtigheid, rechtvaardigheid, sterkte en matigheid. Mensen waarbij je die glimp van Gods genade bespeurt door hun geloof, hoop en liefde. Laat ons eenvoudige mensen zijn; wijze mensen, liefdevol, oprecht en eerlijk. Moeilijk is dat niet. Het is een keuze waar onze samenleving alleen maar beter van wordt. En waar God een gelaat krijgt. Naar woorden van Michel Hagen

dinsdag in week 15 door het jaar

Vandaag lezen we in het evangelie:  Jezus maakte de steden waar bijna al zijn wonderen hadden plaatsgevonden, het verwijt dat ze niet tot inkeer waren gekomen. Er bestaat zoiets als de gave van het her-inneren. Het is door toedoen van de heilige Geest je herinneren waar God je hand nam en met je op weg ging, waar Hij je beschermde, waar Hij je leidde, waar Hij je troostte, waar Hij je bepaalde mensen zond, waar Hij zijn kruisliefde aan je toonde en leerde, waar Hij je tot inzicht bracht, waar Hij zich toonde doorheen de natuur, je ouders, je kinderen, je huisgenoten. Tijd nemen om in stil gebed je verleden te overlopen maakt je tot een dankbaar mens. Veel wat misschien vanzelfsprekend leek, lijkt vervuld geweest te zijn van Gods aanwezigheid, van zijn schepping in jouw leven. Dit innerlijk ‘zien’, dit her-inneren, zou, naar het woord uit het evangelie van vandaag, ons moeten aanzetten om steeds meer ‘ingekeerd’ te leven, in God, bewust zijnde dat Hij er was en is, diep dankbaar om zijn

maandag in week 15 door het jaar

Vandaag zegt Jezus:  ‘Denk niet dat Ik gekomen ben om op aarde vrede te brengen. Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard.’ Men zou dit evangelievers kunnen gebruiken om gewapenderhand ten strijde te trekken tegen al degenen die het christendom niet naleven zoals jij en je gezinden vinden dat dit zou moeten gebeuren. Natuurlijk zou dit zou een gigantische vergissing zijn met catastrofale gevolgen voor jezelf, je gezinden en de mensen die je leed zou aandoen. In de voorbije jaren zagen we deze vergissing bij de Isis-strijders of bij de Boko-Haram die meenden en menen vanuit een zeker islamitisch denken te moeten doden, of mensen verplichten zich te bekeren, enzomeer. Dit heeft niets met islam of koran te maken, integendeel, het is één grote manifestatie van het kwaad. Religie en geweld zijn niet en nooit te verenigen. Dat geldt zowel voor het christendom als voor de islam als voor het jodendom. Wie hier tegen zondigt doet aan pure godslaster. In de geschiedenis hebben ze

zondag 15 door het jaar - A

De overweging van deze zondag is van de hand van Frans Mistiaen, s.j. God zaait zijn goedheid over de wereld zoals de zaaier zijn zaad. Elke dag strooit de Heer over ons leven de kiem van de goedheid die ons de mogelijkheid geeft zelf goed te zijn. Alleen is het zo dat wij, door alles wat wij meemaken, nogal wat veranderen, zodat wij die goedheid niet elke dag op dezelfde manier ontvangen. Er kunnen van die dagen zijn dat ons hart zo verhard geraakt als een platgelopen weg. Wij moesten misschien een verwijt aanhoren dat ons diep vernederde; of wij werden ergens niet uitgenodigd of afgewezen. Dan kunnen wij de indruk krijgen dat mensen ons hart hebben platgetrapt. Op dat ogenblik is Gods goedheid er nog wel, maar, gekwetst als wij dan zijn, ervaren wij die niet meer. Wij kunnen ons dan niet meer dankbaar voelen. De kiem van goedheid dringt niet meer door tot ons binnenste, maar blijft zodanig aan de oppervlakte liggen dat zij heel gemakkelijk door eender wat kan worden weggenomen. Zo bl

11 juli - Sint-Benedictus, abt

Vandaag zegt Jezus: ‘Ieder die broers of zusters, vader, moeder of kinderen, akkers of huizen heeft achtergelaten omwille van mijn naam, zal het honderdvoudige ontvangen en deel krijgen aan het eeuwige leven.’ Achterlaten kan hier heel letterlijk bedoeld zijn. Wanneer iemand bijvoorbeeld monnik trappist wordt, verlaat hij letterlijk zijn ouders, broers en zussen, en moest hij die al hebben ook zijn huis en zijn akker. Hij verlaat dit alles omwille van zijn roeping om in de verborgenheid van een abdij doorheen arbeid en gebed Kerk en wereld te dienen. Voor wie dergelijke keuze niet maakt, hoeft dit achterlaten niet letterlijk verstaan te worden. Het gaat niet om het verbreken van menselijke banden, maar om het centraal stellen van God in je leven. Niet mijn ouders, niet mijn zus, niet mijn broer, niet mijn kinderen, niet mijn echtgenoot, niet mijn huis, niet mijn akker is het centrum van mijn bestaan, maar God. Vanuit Hem wil ik mijn ouders, mijn zus en broer, mijn kinderen, mijn echtge

vrijdag in week 14 door het jaar

Wanneer Jezus zijn leerlingen uitzendt zegt Hij:  ‘Bedenk wel, Ik zend jullie als schapen onder de wolven. Wees dus scherpzinnig als een slang, maar behoud de onschuld van een duif.’ De leerlingen werden gezonden. Ook wij worden gezonden. En wel als schapen onder de wolven. De wolven dat zijn zij in de wereld die een leven leiden dat haaks staat op de boodschap van het evangelie, waar het eigen ego het centrum is van het bestaan, en waar anderen gebruikt worden om dit ego voortdurend te voeden. Onder deze wolven worden de schapen gezonden. Van belang is dat de herder aanwezig mag zijn bij de schapen. Dit klinkt als de evidentie zelve, maar dat is niet zo. Vele christenen namelijk, eigenen het gezonden worden zich toe, en dan loopt het gegarandeerd fout. Vele mistoestanden in de Kerk uit het verleden zijn daar een mooi voorbeeld van. We moeten bij onze herder blijven; in Hem. Bij Hem zijn we veilig en zullen we de onschuld van de duif, waarover het vers spreekt, behouden. Met andere woo

donderdag in week 14 door het jaar

Jezus zegt ons vandaag : ‘Om niet hebben jullie ontvangen, om niet moeten jullie geven!’ We leven in een tijd die dikwijls haaks staat tegenover de Blijde Boodschap van Jezus. Het lijkt wel of vandaag de dag àlles moet opbrengen. Zelfs vele werken van liefdadigheid zijn een business geworden. Jezus roept op tot iets geheel anders. Het leven in het Rijk Gods, en dit verkondigen, heeft niets met geldelijke of materiële winsten te maken. Het gaat om leven vanuit datgene wat we van God gekregen hebben – zijn liefde -, en dit uitdragen; en wel gratis voor niets. En als er geld bij komt kijken, dan zou er zo mee moeten worden omgegaan dat het Rijk Gods ermee gediend wordt, de woorden van de Heer indachtig waar Hij zegt dat we niet God én de mammon kunnen dienen. Liefde kan je niet kopen, nog te koop aanbieden. Liefde kan je enkel ontvangen, en schenken. Dan is het puur, zoals God puur is. kris

woensdag in week 14 door het jaar

Jezus riep zijn twaalf leerlingen bij zich en gaf hun de macht om onreine geesten uit te drijven en iedere ziekte en elke kwaal te genezen.  Zo lezen we vandaag in het evangelie. Wanneer we de krant lezen, het journaal bekijken, de wereld rondom ons gade slaan, of een blik werpen in ons eigen hart, zien we dikwijls heel wat kwaad; onreine geesten zeg maar. Alsof het kwaad de mens soms zo in z’n macht heeft dat het sterker wordt dan die mens: een soort bezetenheid. Het kan zo sterk zijn dat het de mens ten diepste verziekt, vervreemdt van zijn Schepper. Het kwade noemt hij goed, in naam van God wordt er geweld gebruikt, de schepping eigent men zich toe, de liefde wordt verkracht, leugens worden goedgepraat, alles voor het geld, enz… Vandaag een oproep om de wereld van het kwaad te genezen. We kunnen dat op twee manieren doen. Een eerste manier is de wereld, de mensheid, bij God brengen doorheen dagelijks gebed, door een voortdurende smeekbede om genezing van het kwaad. Deze vorm van die

dinsdag in week 14 door het jaar

Jezus sprak tot zijn leerlingen: ‘De oogst is groot, maar er zijn weinig arbeiders. Vraag dus de eigenaar van de oogst of Hij arbeiders wil sturen om de oogst binnen te halen.’ De eigenaar van de oogst is God de Vader. Voordat Jezus zijn leerlingen werkelijk zal uitzenden, droeg Hij hen op te bidden voor meer arbeiders. Ook aan ons wordt gevraagd te bidden voor arbeiders binnen de Kerk. Het is immers de heilige Geest die mensen zal aanzetten te doen waartoe God hen/ons uitnodigt. Daarnaast hebben we de taak om met deze jonge mannen en vrouwen het ‘goede gesprek’ te voeren, en te blijven voeren, opdat ze zich gedragen zouden weten, bemoedigd en bijgestaan in hun groei en in mogelijke periodes van geestelijke onrust en twijfel. Als Kerk, maar ook binnen onze gezinnen, en waarom ook niet in onze (katholieke) scholen, zouden we aan dit laatste meer aandacht aan moeten schenken. Ok, roeping niet beperkend tot priesterschap of religieus leven… het mag veel breder. Maar ook over priesterschap

maandag in week 14 door het jaar

Prachtige eerste lezing vandaag uit de profeet Hosea. We beluisteren hier de trouw van God; een en al liefde, vergevingsgezind, uitnodigend, zichzelf volledig gevend. Allemaal zijn we wel eens ontrouw. Dat kunnen momenten zijn of langere perioden, dat kunnen foute keuzen zijn, dagelijkse zondekes, een scheve schaats rijden (naast de pot pissen zeggen wij hier in Vlaanderen),... Daar tegenover staat dan God in al zijn grootsheid: de trouw zelf, steeds weer opnieuw uitnodigend, zichzelf gevend als genade opdat we ons weer tot Hem kunnen wenden. Wat is God toch groot!! Hij trekt ons, zo lezen we vandaag, naar de woestijn om daar tot ons hart te spreken. De woestijn… het is de plaats waar niets is. Wel, dat niets... dat heeft God nodig. Het is de plaats waar honger en dorst heerst, verlangen naar frisheid en hergeboorte. Buiten God en wij is er niets. Oh ja, in de diepte is er die stille bries die onze ziel verkwikt. Het is het waaien van de Geest. Hij maakt het ons mogelijk God in al zijn

zondag 14 door jaar - A

Vandaag zegt Jezus:  ‘Neem mijn juk op je en leer van mij, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart. Dan zullen jullie werkelijk rust vinden, want mijn juk is zacht en mijn last is licht.’ In tegenstelling tot de zware lasten, die de schriftgeleerde het volk opleggen, is het juk van Jezus zacht en zijn last licht. Niet omdat Hij minder vraagt, maar omdat Hij meer geeft, namelijk de rust en de Vrede van het Nieuwe Verbond. Hij geeft zichzelf opdat we in staat zouden zijn door Hem, met Hem en in Hem zijn Liefde zouden leven. En ook al vraagt dat veel, het zal een zacht juk zijn en een lichte last. Geen romantiek, niet makkelijk, misschien met veel tegenwind, maar in wezen een Vrede-volle weg, want we zullen hem gaan vanuit Jezus’ aanwezigheid diep in onszelf; één met Hem. Voor wie bemint in de Heer, wordt veel mogelijk. kris

zaterdag in week 13 door het jaar

Vandaag zegt Jezus:  ‘Men giet geen jonge wijn in oude leren zakken. Anders scheuren de zakken, dan wordt de wijn verspild en gaan de zakken verloren. Maar gaat de nieuwe wijn in nieuwe zakken, dan blijven beide behouden.’ Elders zegt Jezus dat Hij de oude wet niet is komen opheffen maar dat Hij er de vervulling van is. Hij is de vervulling van de aloude wet van de liefde, Hij is de genade. En deze genade, Christus zelf, mogen wij in ons dragen opdat wij, verenigd met Hem, beeld zouden worden van de goedheid van God. De Kerk, de gemeenschap van alle christenen, is geroepen deze vervulling – Jezus dus – te belichamen. Christen-zijn is geen privé-zaak, het is een gemeenschapsgebeuren waarin gedeeld en ontvangen wordt, waarin we van elkaar leren en elkaar verrijken, waarin we elkaar aanvullen en elkaar tot gist zijn. Laten we – individueel én als gemeenschap, van harte in dit ‘nieuwe’ staan. Blij, dankbaar om Jezus’ aanwezigheid, biddend dat Hij het levend centrum mag zijn van ons christe

3 juli - Thomas, apostel

Thomas, die in eerste instantie moeilijk kon geloven dat zijn Heer zou zijn opgestaan uit de dood, verbleef toch bij de groep van de leerlingen. En dat is mooi. Ondanks zijn twijfel, zijn gevecht, zijn ongeloof,… mocht hij er zijn, werd hij niet verstoten. Wat de groep leerlingen daar beleefden is een mooi beeld van de Kerk, of hoe de Kerk zou moeten zijn. Want zowel binnen de kerkgemeenschap, alsook ‘aan de rand’, alsook ‘buiten’ de Kerk, leven mensen die vechten, die twijfelen, die moeilijk kunnen geloven. Misschien behoren we zelf tot deze groep, of zijn er perioden geweest dat we bij deze groep hoorden. Dat is geen schande. Integendeel: het is gewoon heel menselijk. Kijk hoe de andere leerlingen toch gemeenschap vormden met of rond Thomas. Hij mocht er zijn, hij werd bemind, hij werd gedragen in zijn twijfels, bijgestaan in zijn innerlijk gevecht. Hoe gaan wij als Kerk, als gemeenschap, als individu om met mensen die innerlijk vechten, twijfelen, moeilijk tot geloof kunnen komen, n

donderdag in week 13 door het jaar

Terecht zeggen de Schriftgeleerden dat niemand zonden kan vergeven, behalve God. Moesten ze in Jezus de Messias erkennen zouden ze voor zijn voeten neervallen smekend of Hij hun zonden zou vergeven. Iets soortgelijks maken we mee de dag van vandaag met de biecht. Moesten de mensen geloven dat het wel degelijk God is (die doorheen de priester in naam van Jezus) zonden vergeeft, zou men in lange rijen aanschuiven om te gaan biechten – ok, een beetje overdreven, maar bij wijze van spreken. Het gaat om geloof; geloof in Jezus. In Hem God zien die mens geworden is onder ons. Het gaat om het geloof in het priesterambt; de priester die in naam van Jezus zonden vergeeft. Waarom doen we zo moeilijk, denk ik soms. De biecht is zo’n mooi en rijk sacrament. Als je beseft dat je na een biecht weer helemaal ‘zuiver’ bent… dat is toch groots. Het sacrament van de biecht is teken bij uitstek van Gods barmhartigheid aan de Kerk gegeven. Als kerkgemeenschap zouden we dit sacrament nieuw leven moeten inb

woensdag in week 13 door het jaar

De demonen verlieten de twee mannen en trokken in de varkens. Toen stormde de hele kudde van de steile helling af het meer in, en de dieren kwamen om in de golven. De varkenshoeders sloegen op de vlucht, en toen ze in de stad kwamen vertelden ze het overal rond, ook wat er met de bezetenen was gebeurd. Nu trok de hele stad uit, Jezus tegemoet. Toen ze Hem gevonden hadden, verzochten ze Hem dringend hun gebied te verlaten. De hele stad zocht en vond Jezus. Zij moeten geweldig geschrokken zijn en smeekten Hem hun gebied te verlaten. Zo eindigt het evangelie van vandaag. Schijnbaar waren de mensen bang voor het bovennatuurlijke en voor verdere verliezen. Ze gaven de voorkeur aan de varkens, de ziekte, het kwaad en de demonen boven Jezus die macht heeft over ziekte en boze geesten. Jezus werd door hen verworpen en is vandaar vertrokken. Maar er bleven twee bevrijde mensen als evangelisten achter! Mag Jezus ons bevrijden en scharen we ons achter die twee, of blijven we achter bij de anderen