Posts

Posts uit april, 2023 tonen

4e paaszondag - A

JEZUS - DE DEUR Jezus zegt ons vandaag: 'Ik ben de deur: wanneer iemand door Mij binnenkomt zal hij gered worden; hij zal in en uit lopen, en hij zal weidegrond vinden. ' Jezus is de deur waar wij door kunnen, in én uit. Geen stilstaande beweging dus, maar heen en weer, van binnen naar buiten en van buiten naar binnen. En dit omgeven door een overvloed van weidegrond, zowel binnen als buiten. Het is het leven van ons, christenen. Wij vinden onze diepste bezieling in God waarin we graag vertoeven. Christus is de deur die ons, christenen, in God brengt. Daar, bij de Vader, grazen wij van het volle leven; God die zichzelf schenkt. Maar christenen weten zich van binnenuit gestuwd naar buiten en zullen door Christus - de deur - naar buiten treden: het leven tegemoet. Zij treden niet uit God, maar gaan door, met en in Christus het leven aan in de wereld. Ook daar, in de wereld, zullen zij weidegrond vinden, juist omdat zij God niet verlaten hebben, en God niet hen. Zo bidt, en leeft,

29 april - Catharina van Siëna

OVER DE NEDERIGHEID VAN HET HART Vandaag zegt Jezus:  ‘Ik loof U, Vader, Heer van hemel en aarde, omdat U deze dingen voor wijzen en verstandigen verborgen hebt gehouden, maar ze aan eenvoudige mensen hebt onthuld. Ja, Vader, zo heeft het U behaagd.’ Wanneer Jezus hier spreekt over ‘eenvoudige’ mensen, dan heeft Hij het niet over mensen die niet gestudeerd zouden hebben, mensen zonder diploma’s of mensen met een zogenoemd laag IQ. Wanneer Hij spreekt over ‘wijzen en verstandigen’ heeft Hij het niet over mensen die het ver geschopt hebben in hun leven, mensen met universitaire diploma’s, hooggeleerden, ook niet over theologen of zij die hoogstaande functies zouden bekleden in de Kerk. De ‘wijzen’ waarover Jezus hier spreekt zijn zij die zichzelf verstandig achten los van hun Schepper. Zij zetelen als het ware op de troon van God en vinden dat ze Hem niet nodig hebben. Zij leven en handelen vanuit hun ‘ikje’ los van de Vader. Ze zijn hoogmoedig, zelfingenomen, verwaand, hovaardig. De ‘ee

vrijdag in de 3e paasweek

Vandaag lezen we in de eerste lezing over de roeping en bekering van Paulus. Paulus zou vandaag hoog scoren op het rapport dat Kerk in Nood zou opstellen wat betreft het schenden van de basisrechten inzake godsdienstvrijheid. Wel, die Paulus krijgt van God een soort genadeslag. Hij bekeert zich, en wordt een verkondiger om U tegen te zeggen. Lieve mensen, laat dit een voorbeeld en troost zijn voor allen die leven met een gevoel van schuld betreffende misstappen die zij in hun leven begaan hebben. Velen van ons vechten daarmee, en denken dat God met hen nog weinig kan of zelfs wil. Het is goed om je zonden in te zien, je op de borst te kloppen, te knielen voor God met je hoofd omlaag, thuis of ergens achteraan in een kerk. Maar dit mag geen blijvende houding zijn. God wil dit niet. Tracht je berouw gezond te beleven, dat wil zeggen: ‘in’ God. We kunnen te biechten gaan waar de Heer sacramenteel je zonden zal vergeven, waar Hij je diep komt aanraken en oprichten. We kunnen ook in alle op

donderdag in de 3e paasweek

‘Ik ben het brood dat leven geeft’ , horen we Jezus vandaag zeggen. Het is inderdaad de Heer die leven geeft aan ons leven, aan het leven van de Kerk. Hij is, als het ware, er het levend hart van. Niet als symbool, maar als een levengevende werkelijkheid. Wij zijn geroepen ons te voeden met Hem, opdat Hij inderdaad dat leven in ons kan zijn waar de Vader naar verlangt. Je voeden met de Heer zou voor een christen de evidentie zelf moeten zijn. Het gaat vooraf aan al het andere, en tegelijk is het verweven met al het andere. Onze roeping is het immers één te zijn met Christus. En daarvoor moeten we ons voeden met Hem. Anders zouden we al snel een ongeoliede motor zijn die niet enkel vlug droog zal staan maar ook snel tot stilstand zal komen. Zoals de Heer brood voor ons is dat leven geeft, zo mogen ook wij voor elkaar voeding zijn dat leven geeft. Een christen deelt immers in de zending van haar Heer. Niet door Hem na te bootsen of enkel zijn leer te verkondingen, maar door in eenheid

woensdag in de 3e paasweek

Bij de tussenzang horen we vandaag de psalmist zingen:  ‘Kom en zie de werken van God, zijn daden vervullen de mens met ontzag.’ Wat zijn die werken van God? Wat zijn die daden die de mens vervullen met ontzag? Wel, wie het Bijbelcitaat van vandaag bekeken heeft mét haar foto (je ziet ze ook nog eens hier onderaan), die ziet wat de werken van God zijn: zijn liefde door ons heen. Dát is het werk van de Heer, dát is zijn almacht, dát is zijn zijn. Er is geen enkele andere wijze waarop Hij zichzelf incarneert in de wereld. Het is het antwoord van de mens op Gods appél om zijn liefde te belichamen doorheen ons denken, ons spreken, ons handelen; en wel in naam van Christus. Het is ook niet wegkijken of weglopen van de schande van het kruis, maar je engageren om het kwade te beantwoorden met het goede. De oorlog in Oekraïne, de diepe kloof tussen de rijken en de armen, het vele machtsmisbruik onder welke gedaante ook, … om maar enkele voorbeelden te noemen. Het zijn zaken waarin Christus van

25 april - H. Marcus

Het Goede Nieuws doorgeven Mc 16, 15-20 Beste mensen, vandaag is het feest in de Kerk, het feest van de evangelist Marcus. De tekst die we vandaag horen is het slot van het Marcus’ evangelie, hoewel het later eraan toegevoegd is en niet van Marcus zelf zal zijn. Trek heel de wereld rond en verkondig het goede nieuws aan alle schepselen, Marcus 16, 15 Wat me opvalt zijn de grote woorden: ‘de hele wereld rond’ en ook ‘aan alle schepselen’. Dat is nogal wat. Met de pittige opdracht krijgen de leerlingen ook de toerusting om op allerlei manieren hun verhaal geloofwaardig te maken. Ze ontvangen hier heel uitzonderlijke gaven voor. Wij zijn volgelingen zoveel eeuwen later. De Kerk heeft geschiedenis gemaakt. Het vuurtje van het begin heeft zich inderdaad verspreid over de hele wereld.  Wel met vallen en opstaan, want het is een Kerk, bestaande uit onvolmaakte mensen. De eeuwen door zijn er, naast al het goede dat tot stand gekomen is, onder andere veel godsdienstoorlogen geweest. Te gek

maandag in de 3e paasweek

Vandaag lezen we dat men op zoek was naar Jezus. We lezen dat trouwens meerdere plaatsen in de evangelies. Jezus verwijderde zich van de mensen, en zocht de eenzaamheid op. Dat de mensen Hem zochten was soms een aanleiding om zijn afzondering te onderbreken, maar gewoonlijk trok Hij zich daadwerkelijk wél terug. 'Naar de overkant’ ,  ‘in het gebergte’ ,  ‘geheel alleen’ .  Ik denk dat het goed is Jezus hierin te volgen, om – in Hem – voor het Aangezicht van de Vader te komen; Hem van wie wij het leven ontvangen, Hij die de diepste zin is van ons bestaan, de bezieler van ons leven. Velen van ons verlangen met regelmaat te bidden. En, wat menselijk is, we verlangen naar vrede in ons gebed, naar gevoelens van ‘rust’ in de Heer. Maar heel wat mensen leven wat dat betreft met een soort frustratie: de rust in het gebed ontbreekt, de vrede al evenmin. En al snel worden de gebedsmomenten ingekort, of nog erger: men houdt er gewoon mee op. Wat jammer is. Wantrouw hen die beweren dat je p

3e paaszondag - A

Gisteren, zaterdag, hadden wij (wij: een twintigtal pastorale werkers, al dan niet in opleiding) een samenkomst met bisschop Lode uit Gent rond ‘In wiens naam’. Mooie namiddag met rijke inleidingen en groepsgesprekken. Toen ik huiswaarts keerde had ik zoiets van: ‘Brandde ons hart niet toen Hij onderweg met ons sprak?'. Ik was bij momenten echt diep geraakt en ontroerd door wat er gezegd werd. En dat was niet enkel omdat er mooie dingen werden gezegd, maar omdat de Heer werkelijk aanwezig was. Dit opmerken hoeft geen hoogmoed te zijn. Als men dit zuiver vaststelt is dit juist nederig. Hebben we dát niet allemaal bij momenten? Dat er soms zaken gebeuren of gezegd worden waar je achteraf Gods hand heel duidelijk in aanwezig zag? Een gesprek, een geboorte, een oproep van waar ook, een mijmering, een gebeuren van verzoening, een eucharistieviering, een vakantie, een overlijden waar het besef leeft dat hij of zij goed is aangekomen. Meer dan we vermoeden wandelt de Heer met ons mee en

zaterdag in de 2e paasweek

Jezus zegt vandaag:  ‘Ik ben het, wees niet bang’. Diep vanbinnen zijn ook wij dikwijls angstig: bang ons eigen ikje te verliezen, bang – zoals we enkele dagen geleden hier zeiden – ons roer volledig uit handen te geven aan de Heer. Of anders gezegd: we zijn bang in Gods liefde te treden. Jezus kent onze vrees, onze twijfel, onze angst. Hij kent ze meer dan wij ze zelf kennen. En juist door het feit dat Hij er weet van heeft komt Hij ook tot ons met die heldere en bevrijdende woorden:  ‘Ik ben het, wees niet bang’ . Laten we deze woorden in de stilte van ons hart met veel liefde overwegen. Het is immers de Heer zelf die deze woorden in ons diepste zijn komt neerleggen, met de uitnodiging ons aan Hem toe te vertrouwen. Toen de leerlingen, zo lezen we, de Heer aan boord wilden nemen kwam hun boot  meteen aan land . Zo is het ook in ons leven. Wanneer we ingaan op de uitnodiging van de Heer Hem in ons toe te laten, wanneer we ermee instemmen dat Hij de leiding mag nemen over ons innerl

vrijdag in de 2e paasweek

De apostelen verlieten het Sanhedrin, verheugd dat ze waardig bevonden waren deze vernedering te ondergaan omwille van de naam van Jezus. Ze bleven dagelijks onderricht geven in de tempel of bij iemand thuis en gingen door met het verkondigen van het goede nieuws dat Jezus de messias is. Geliefde mensen, gisteren was ik in gesprek met onze zusters in Tielrode rond het thema: Synodaliteit.  Wat kan synodaliteit betekenen voor een ouder wordende broze gemeenschap van religieuzen waar al vele jaren geen jongeren meer zijn? Mooi hoe het gesprek evolueerde naar het belang van het op zoek gaan naar jonge mensen. Bij ons in het woonzorgcentum werken nogal wat jongeren, en zoals u en ik, hebben ook zij hun levens- en zinvragen. Ook zij zijn zoekend, twijfelend. Doorheen het dagelijks leven trachten velen iets te proeven van de diepere lagen van het leven. Naar hen toegaan, hen ontmoeten, hen je vriendschap aanbieden, naar hen luisteren, het goede gesprek met hen voeren, over God durven te prat

donderdag in de 2e paasweek

‘God schenkt de Geest in overvloed.’  Zo horen we vandaag Jezus zeggen tot Nikodemus. Wie leeft in ontmoeting met de Heer, zal de Heer en zijn liefde steeds meer leren verstaan. Niet zozeer vanuit een louter menselijk denken dat steeds om bewijzen en ervaring vraagt, maar vanuit de warmte van de heilige Geest die ons geschonken is. Doorgaans hechten we aan dit laatste weinig belang en daardoor geven veel mensen het te snel op, of geraken in een twijfel waar ze niet meer uit raken. Door het verlies van de Geest is het geloof abstract geworden, misschien nog in stand gehouden door bepaalde rituelen of zelfs vormen van liefdadigheid, maar de levende overgave en de blijheid van een leven gestuwd door de Geest is zoek geraakt… Willen we leven in Gods wil, willen we zijn woorden spreken, willen we zijn liefde belichamen, dan is het belangrijk dat we Gods heilige Geest in ons leven levend houden, of beter gezegd: is het van belang dat we onszelf plaatsen in de gloed van de Geest, in het wa

woensdag in de 2e paasweek

Vandaag zegt Jezus tot Nikodemus, én tot ons:  ‘Wie kwaad doet, haat het licht; hij schuwt het licht omdat anders zijn daden bekend worden. Maar wie oprecht handelt zoekt het licht op, zodat zichtbaar wordt dat God werkzaam is in alles wat hij doet.’ Liefde en kwaad zijn tegengesteld aan elkaar, zoals licht en duisternis dat ook zijn. Wie kwaad doet, leeft tegengesteld aan de liefde en leeft in de duisternis. Wie oprecht tracht te leven en daardoor het licht opzoekt, zal getuigen van Gods Liefde, want hij leeft in de Liefde en de Liefde spreekt van God. Laten we kinderen zijn van het licht, kinderen van de liefde, kinderen van God, heel concreet, in het leven zoals het zich vandaag aanbiedt, in de bezigheden waarin God ons vandaag roept. Als het kan als blije mensen; glimlachend. Niet met een oppervlakkig plattekaasglimlach. Maar oprecht en nederig; vanuit een blijheid geworteld in het Pasen van de Heer. Laten wij bidden ... Vader, leer ons het lied van de liefde, als het hart van

dinsdag in de 2e paasweek

Wat kunnen we doen? Hand 4, 23-37 Beste mensen, vandaag de eerste lezing uit het boek Handelingen. Allen die tot geloof gekomen waren, leefden eendrachtig samen. Geen van hen beschouwde zijn bezittingen als zijn persoonlijk eigendom, want ze hadden alles gemeenschappelijk. Wat een ideale wereld was het kort nadat Jezus gestorven en verrezen was. De apostelen waren, door de werking van de Geest, zo overtuigend in hun prediking dat ze drommen mensen tot geloof mochten brengen. Hoe zou onze wereld eruitzien als ook wij de goederen van deze aarde zo verdeelden dat we werkelijk zouden ervaren één grote familie te zijn, broers en zussen van elkaar? Geen jaloezie, maar vreugde om samen te mogen delen en te genieten van onze warme verbondenheid. De deskundigen zeggen dat het, ook heden ten dage, wel mogelijk is, om de goederen rechtvaardig te verdelen, maar dat, ondanks dit bewustzijn, er nog niet zo veel van terecht gekomen is. Natuurlijk, er zijn veel hulpacties actief bij oorlog, aardbev

maandag in de 2e paasweek

In zijn gesprek met Nicodemus zegt Jezus ook tot ons vandaag: ' Werkelijk, Ik verzeker u, niemand kan het koninkrijk van God binnengaan tenzij hij geboren wordt uit water en Geest. Wat geboren is uit een mens is menselijk, en wat geboren is uit de Geest is geestelijk. Wees niet verbaasd dat Ik zei dat jullie opnieuw geboren moeten worden.' Biologisch gezien zijn wij uiteraard uit een mens geboren. Een wonderlijk gebeuren dat haar wortels vindt in God zelf. De roeping van de christen echter is in zijn leven een diepere dimensie van geboorte te ontdekken, namelijk een geboren, of herboren, worden in de heilige Geest. Daar hoeven we, in zeker opzicht, niets speciaals voor te doen omdat de meesten van ons het sacrament van het doopsel reeds hebben ontvangen, waar we door Gods genade herboren zijn in de heilige Geest. Een groots gebeuren, vol van genade, toen op de dag van ons doopsel. Maar laten we ons niet vergissen: deze bron van genade in ons hart vloeit sindsdien elke seconde

Beloken Pasen

De overweging van vandaag is ontleend aan het boek van Vincenzo Paglia ‘Het Woord van God elke dag – 2023’, uitgegeven bij Halewijn / Sant’Egidio Vandaag vieren wij de Zondag van de Goddelijke Barmhartigheid, een feest dat Johannes Paulus II in het jaar 2000 instelde. Hij wilde het verbinden met de Goede Week, door Goede Vrijdag te beschouwen als de eerste dag van dit noveen. Het evangelie dat wij vandaag lezen, toont duidelijk het mysterie van Gods barmhartigheid in de gestalte van de verrezen Heer, die de wonden van het kruis nog vertoont. 'Ik weet dat jullie Jezus, de gekruisigde, zoeken. Hij is niet hier, Hij is immers uit de dood opgewekt, zoals Hij gezegd heeft,' (Mt 28, 5-6) zei de engel tegen de twee vrouwen die vroeg in de morgen naar het graf waren gekomen. De leerlingen hadden zich angstig opgesloten in de bovenzaal, achter gesloten deuren. Zij waren zo bedroefd en zo gelaten dat zij de vrouwen uitlachten die met vrees en vreugde tot hen waren gekomen om de opstan

zaterdag in de paasweek

Ondanks dat de leerlingen in eerste instantie moeilijk konden geloven, krijgen ze toch de duidelijke opdracht:  ‘Trek heel de wereld rond en verkondig het goede nieuws aan alle schepselen.’ Jezus was niet enkel de Blijde Boodschap, Hij droeg ze ook uit, met de bedoeling dat z’n volgelingen deel zouden krijgen aan die Blijde Boodschap (lees: deel krijgen aan het leven van de Heer), en er, net zoals Hij, uitdragers van zouden zijn. Een opdracht voor de apostelen, maar in wezen voor ieder die zich christen weet. De Kerk (waartoe de meesten van ons deel uitmaken en er dus deel aan hebben) is immers in wezen missionair: dragend, gezonden en uitdragend. Het zou een vergissing zijn te denken dat enkel paus, bisschoppen, priesters en religieuzen belast zouden zijn met deze opdracht. Nee, elke christen is in wezen gezonden om drager en uitdrager te zijn van het evangelie. Paus Franciscus zal het beslist anders doen dan de gewone man/vrouw in de straat, en toch gaat het in wezen om dezelfde ze

vrijdag in de paasweek

‘Gooi het net uit aan de rechterkant van het schip,’ riep Jezus, ‘dan lukt het wel.’ Ze wierpen het net uit, en er zat zo veel vis in dat ze het niet omhoog konden trekken. De leerling van wie Jezus veel hield zei tegen Petrus: ‘Het is de Heer!’ Wij hebben wel eens de neiging om de Heer te gaan zoeken in het buiten-gewone, alsof Hij zich enkel of vooral zou openbaren buiten het alledaagse leven. Het evangelie van vandaag toont aan dat Jezus zijn aanwezigheid openbaart in het alledaagse, in onze dagelijkse bezigheden, in de gewone dingen van elke dag, in de dingen waarmee we bezig zijn. Dáár mogen we onze netten uitgooien. We hoeven Hem echt niet ver te zoeken. Hij is gewoon daar waar we zijn. Wie de levenskunst verstaat God aanwezig te weten in de kleine dingen van elke dag, zal deze kleine dingen als grote dingen ervaren, omdat hij ze zal beleven als gekregen God, met de liefdevolle uitnodiging Hem in al die dingen en mensen te eren, en wel in de liefde van Christus. Onze dagelijks

donderdag in de paasweek

Terwijl ze nog aan het vertellen waren, kwam Jezus zelf in hun midden staan en zei: ‘Vrede zij met jullie.’  Het gesprek dat de leerlingen met elkaar voerden was geen gewone babbel over koetjes en kafjes. Het ging over het feit dat ze Jezus herkend hadden op hun weg naar Emmaüs, en wel bij het breken van het brood. Dus die verrijzenis waarover Hij zich regelmatig uitliet… ja, daar was dus toch iets van waar. Maar wat nu? Gaat Hij zich nog tonen? En zo ja, hoe dan? En aan wie? En hoelang? En wat moesten ze daarmee? Je kan je het gesprek voorstellen. Naast een zekere vreugde van ‘het moet dan toch waar zijn’ zullen er ook de vragen geweest zijn. Levendige gesprekken moeten het geweest zijn; alleszins. Midden in dat gesprek kwam de Heer bij hen staan;  ‘in hun midden’ , zo staat er. Mooi toch. Jezus kwam zich in hoogst eigen persoon bemoeien. Als bevestiging. Als antwoord op hun vragen. Ik kan me voorstellen dat hun mond wijd openviel van verbazing toen Hij daar ineens ‘stond’. Wat moet e

woensdag in de paasweek

Het moet voor die eerste leerlingen niet makkelijk geweest zijn. Hun Heer, waar ze al die tijd hun volle vertrouwen op hadden gesteld, was niet meer. Hij was gekruisigd, vermoord. Het samenzijn met Hem was voorgoed voorbij. Deze twee leerlingen wisten nog niet van de verrijzenis. Ze herinnerden zich vast wel enkele uitspraken van Hem die Hij wel eens deed over dat Hij zou opstaan uit de dood, maar dit hadden ze zeker nog niet echt begrepen, laat staan ervaren. Het moeten dagen van verwarring zijn geweest; dagen van vragen en twijfels. We mogen dat niet onderschatten. En we kennen dan het verdere verhaal: de Heer gaat een stuk met hen mee en voert onderweg een heel gesprek met hen. ’s Avonds, na uitgenodigd te zijn door die twee, breekt Hij het brood en ze herkennen Hem. Maar wat mooi is, en daar wil ik vandaag met u toch even bij stil staan, is dat ze daags nadien hun tocht niet vervolgen. Nee, ze gaan terug. Ze keren terug naar Jeruzalem. Ik vermoed dat ze onderweg naar Jeruzalem, en

dinsdag in de paasweek

Wie zoek je? Joh 8, 21-30 Beste mensen, Pasen is een feest waar we naartoe zijn geleefd. In de kerken horen we het vreugdevol sprankelende Alleluia vele keren. (Alleluia betekent ‘Loof de Heer!’) Hoorden we gisteren, door de mond van Matteüs vertellen wat er daags na de sabbat bij het graf gebeurde, vandaag legt Johannes speciaal het accent op de ervaringen van Maria Magdalena. Ze is geheel ontdaan, zal er nauwelijks van geslapen hebben, verward als ze is, verdrietig en onrustig. We treffen haar huilend aan, gebogen boven het lege graf. Dan ziet ze twee engelen in het wit gekleed, die haar vragen waarom ze zo huilt. Ze herhaalt wat ze ook tegen Petrus en Johannes heeft gezegd: Ze hebben mijn Heer weggehaald, en ik weet niet waar ze Hem hebben neergelegd. Intuïtief keert ze zich om. Met haar betraande ogen ziet ze in een waas een man staan, de tuinman? Daar staat Jezus, maar ze herkent Hem niet. Deze man vraagt hetzelfde als wat de engelen vroegen: Waarom huil je? , en voegt eraan t

paasmaandag

De twee Maria’s hadden vernomen van de engel dat Jezus was opgestaan uit de dood. Hij zond hen naar de leerlingen waar ze de Blijde Boodschap van de verrezen Heer moesten gaan verkondigen en dat ze Hem in Galilea zullen ontmoeten. Ontzet en opgetogen verlieten ze het graf en snelden naar de leerlingen. Op dat moment, zo lezen we, kwam Jezus hun tegemoet en groette hen. Ze liepen op Hem toe, grepen zijn voeten vast, en bewezen Hem alle eer. Wat een vreugde moet deze ontmoeting gekenmerkt hebben! Een diepe, zalige vreugde! Geliefde mensen, wij zijn niet de twee Maria’s waarover we vandaag hoorden; de Maria’s die de eer hadden als eersten de verrezen Heer te mogen ‘zien’. Maar de ontmoeting die wij met de Heer mogen hebben is in wezen niet anders dan de ontmoeting tussen de Heer en zijn twee Maria’s. Diep in onszelf, doorheen situaties, in appèls, in lijden, in onze kwetsbaarheid, in het Woord, in de sacramenten, in de natuur, in de stilte, in gezang, in de vreugde, in de vrede, in de ver

Paaszondag

Vandaag heb ik me laten inspireren op een tekst van Vincenzo Paglia, ontleend aan 'Het Woord van God elke dag - 2023', uitgegeven bij Halewijn / Sant'Egidio Het evangelie van Pasen begint met een vrouw, Maria Magdalena, die zich in de vroege morgen naar het graf begeeft, terwijl het nog donker is. Het was niet alleen donker buiten, maar vooral ook in haar hart. Zodra ze bij het graf aankomt, ziet ze dat de zware steen voor het graf is weggerold. Het was een steen zo zwaar als elke dood of elk verlies. Ze rent onmiddellijk naar Petrus en Johannes en schreeuwt buiten adem: 'Ze hebben de Heer uit het graf weggehaald' . Maria's verdriet om het verlies van de Heer, alleen al om zijn dode lichaam, klaagt onze kilheid aan en onze vergetelheid van Jezus, zelfs als Hij nog leeft. Vandaag is deze vrouw een groot voorbeeld voor alle gelovigen. Alleen met de gevoelens die  leven in haar hart kunnen we de verrezen Heer ontmoeten. Haar wanhoop beweegt Petrus en de andere le

Goede Vrijdag

Afbeelding
Vandaag geen woorden. Laat ons in stilte vertoeven bij de dood van de Heer.

Witte Donderdag

Vandaag zegt Jezus tot Petrus, en tot ieder van ons:  ‘Als Ik je voeten niet mag wassen kun je niet bij mij horen.’ Dit gaat tegen alle wereldse logica in. God zelf knielt voor de mens om de voeten te wassen, om hem te reinigen. Dat kan Christus omdat Hij een en al Liefde is. De Liefde gaat nooit boven de ander staan, maar treedt de naaste tegemoet als een mindere. Dat is Liefde. Zo is God. Wie deze daad van de Heer niet toelaat, zo zegt Hij, kan niet bij Hem horen. Hij zal nooit Jezus’ deelgenoot kunnen zijn. In de biecht gebeurt precies hetzelfde. Daar knielt de Heer voor de biechteling. Doorheen de priester geeft de Heer de absolutie en neemt de biechteling in zich op. Het is dus in de reiniging dat Christus ons in zich opneemt. De reiniging bestaat erin je te laten genezen van de hoogmoed, om je als een nederige te laten opnemen door Christus in Hemzelf. Vanuit deze reiniging mogen wij dan elkaar de voeten wassen. Jezus zegt immers:  ‘Ik heb een voorbeeld gegeven; wat Ik voor julli

woensdag in de Goede Week

Jezus antwoordde: 'Hij die tegelijk met Mij iets uit de schaal nam, die zal Mij uitleveren.' Op een van de grootste momenten uit de geschiedenis, daar waar Jezus zichzelf zal schenken in brood en wijn, is het kwaad op z’n sterkst aanwezig. De Heer, en de duivel in Judas … samen aan dezelfde tafel. De Heer, één en al liefde … en Judas, bezeten van zijn boze bedoelingen. Waar christelijke liefde is, is de duivel nooit ver af. Dat deze laatste mee aan tafel zit, dwingt ons steeds op de hoede te zijn en de houding van innerlijke onthechting aan te nemen. Niet op eigen kracht, maar vanuit de genade ons reeds gegeven bij het doopsel. Het is een kwestie van dagelijks neerknielen bij deze bron van levend water, opdat wij, vanuit het werkzaam zijn van de Geest, Christus' genade mogen ontvangen dat de kracht in zich draagt een juiste houding van onthechting te beleven. Laten wij bidden ... Vader, geef dat wij dagelijks mogen drinken van de genade reeds bij ons doopsel geschonken

dinsdag in de Goede Week

Verraad en trouw Johannes 13, 21-33 en 36-38 Beste mensen, de veertigdagentijd nadert haar hoogtepunt. We gaan spoedig het lijden en sterven van Jezus herdenken (en meebeleven vanuit onze eigen situatie). De spanningen lopen op. Het blijkt telkens weer dat de leerlingen van Jezus de situatie niet aankunnen. Moest dit (schijnbaar) noodlottige lijden nu echt plaatsvinden- zullen zij zich afgevraagd hebben! Dat is ook voor ons de vraag als we bijvoorbeeld kijken naar het lijden door oorlogen, geweld, hongersnood, vervolging waar de wereld vol van is. Bovendien als we mede onze blik naar binnen richten en het lijden van onszelf niet altijd aankunnen. In het evangelie lezen we over het verraad van Judas, een van de twaalf leerlingen. Jezus heeft zijn trouwe vrienden zojuist de voeten gewassen; dienstknecht wil Hij zijn, een voorbeeld geven aan hen (en aan ons). Het is een zeer aanschouwelijke en indrukwekkende boodschap aan de leerlingen die kortgeleden nog een gesprek hadden over ‘wie d

maandag in de Goede Week

Judas Iskariot wil de heilige uithangen maar dat is puur voor de schijn. In werkelijkheid is hij een dief, een verrader. Achter de schone schijn schuilt een kwaad hart. Iets dat bij ons allemaal wel eens voorkomt: goed doen opdat de mensen ons hoog zouden inschatten. Of om zogezegd met ons geweten in het reine te zijn, terwijl we diep vanbinnen… Ach, we weten het wel. Maria daarentegen nam een kruikje zeer kostbare olie, ze zalfde de voeten van Jezus en droogde ze met haar haren af. De geur van de olie, zo staat er, vulde heel de ruimte. Met de olie gaf Maria in gehele toewijding zichzelf aan de Heer. Hem had ze lief, Hem wou ze dienen, aan Hem gaf ze zichzelf. Ze had immers de vermaning goed begrepen die Jezus enige tijd terug aan haar zuster Marta gaf dat zij, Maria, het beste deel gekozen had… weet je nog? Hoe gaan wij in deze dagen van de Goede Week met onszelf om? Houden we onszelf krampachtig vast, levend voor de mooie schijn? Of durven we dit alles los te laten, ons schenkend aa

Palmzondag

Vandaag, op Palmzondag, lazen we het hele passieverhaal van Jezus. We hoorden hoe Hij waardig zijn geest gaf als Koning. Uit liefde voor ieder van ons is Hij deze weg gegaan. Al wat wij in ons hebben van kwaad nam Hij daar op het kruis in zich op, om door deze totale zelfgave ons de volle redding te schenken met Pasen. Maar vóór dit gebeuren zich voltrok, leidde Hem een kleine ezel naar Jeruzalem, de stad waar het offer zich zal voltrekken. Men rolde mooie stoffen voor Hem uit, men juichte Hem toe met zang en groene takken. Het moet Hem zeker hebben ontroerd. Maar... Hij weende ook. Hij wist immers hoe weinig mensen er Hem écht zouden volgen op zijn liefdesweg. Waar waren al deze mensen toen Hij daar hing op het kruis? En wij… Zijn wij bereid Hem te volgen, met Hem mee te gaan, tot onder het kruis, om verenigd met Hem te kiezen en te handelen, en dit met alle mogelijke consequenties die deze weg met zich kan meebrengen? Laat wij bidden ... Goede Heer, schenk ons die heilige moed d