Beloken Pasen
De overweging van vandaag is ontleend aan het boek van Vincenzo Paglia ‘Het Woord van God elke dag – 2023’, uitgegeven bij Halewijn / Sant’Egidio
Vandaag vieren wij de Zondag van de Goddelijke Barmhartigheid, een feest dat Johannes Paulus II in het jaar 2000 instelde. Hij wilde het verbinden met de Goede Week, door Goede Vrijdag te beschouwen als de eerste dag van dit noveen. Het evangelie dat wij vandaag lezen, toont duidelijk het mysterie van Gods barmhartigheid in de gestalte van de verrezen Heer, die de wonden van het kruis nog vertoont. 'Ik weet dat jullie Jezus, de gekruisigde, zoeken. Hij is niet hier, Hij is immers uit de dood opgewekt, zoals Hij gezegd heeft,' (Mt 28, 5-6) zei de engel tegen de twee vrouwen die vroeg in de morgen naar het graf waren gekomen.
De leerlingen hadden zich angstig opgesloten in de bovenzaal, achter gesloten deuren. Zij waren zo bedroefd en zo gelaten dat zij de vrouwen uitlachten die met vrees en vreugde tot hen waren gekomen om de opstanding van Jezus te verkondigen. Maar de Heer zélf opent die dag hun hart en overwint hun ongeloof. Bij het zien van de Heer zijn de leerlingen verheugd en worden ze vervuld van de Heilige Geest. Ze worden ingrijpend veranderd als door een nieuwe en onweerstaanbare innerlijke energie.
Zij zijn niet langer als tevoren. En als Tomas opduikt, zeggen ze hem onmiddellijk: 'Wij hebben de Heer gezien!'. Tomas gelooft hen niet. ‘Alleen als ik de wonden van de spijkers in zijn handen zie en met mijn vingers kan voelen, en als ik mijn hand in zijn zij kan leggen, zal ik het geloven.’
Maar dan volgt het nieuwe bezoek van de verrezen Heer, acht dagen later. Deze keer is Tomas erbij. En we mogen eraan toevoegen: ook wij zijn erbij. Jezus herhaalt zijn groet van vrede en nodigt Tomas uit om zijn wonden aan te raken. Het is inderdaad Jezus die het ongelovige hart van deze leerling aanraakt, die hem bij zijn naam noemt en hem zegt: 'Wees niet langer ongelovig, maar geloof.'
Deze woorden van genegenheid en teder verwijt doen Tomas knielen. Hij hoeft niet langer aan te raken omdat hij door het Woord in het hart werd geraakt.
Maar toch die woorden van Jezus: ‘Leg je vingers hier en kijk naar mijn handen, en leg je hand in mijn zij.' Ja, als we de verrezen Heer willen ontmoeten moeten we onze handen leggen op de vele gewonde, zieke en verzwakte lichamen die we ontmoeten. De overwinning op ons ongeloof en op het ongeloof van de wereld begint met te luisteren naar het evangelie van Pasen en de wonden aan te raken van het lichaam van Jezus, dat nog steeds gewond is in zoveel mensen dichtbij en veraf.
In de diepte is dit een beleving van vreugde. Petrus herinnert er ons aan in de tweede lezing van vandaag: 'U hebt Hem lief zonder Hem ooit gezien te hebben; en zonder Hem nu te zien gelooft u in Hem en ervaart u een onuitsprekelijke, hemelse vreugde.'
Laten wij bidden ...
Heer,
leg, net zoals bij Tomas,
ons ongeloof in de wonden van uw kruis.
Zodat wij, genezen door U,
de vrede van Pasen mogen verkondigen
door daad en woord.
In Christus, onze Heer.
Amen.
In de wonden van de wereld Jezus ontmoeten. Wonderbaar geheim van Gods barmhartigheid!
BeantwoordenVerwijderenDe apostelen hadden zich teruggetrokken en hadden ook geen geloof gehecht aan wat de vrouwen hadden gezien en vastgesteld.. Tomas was niet bij hen. Misschien hechtte hij wel geloof aan het verhaal van de voruwen en was hij "buiten" op zoek naar Jezus. Hij toonde wel intitiatief omdat hij de verlatenheid niet langer aankon. Jezus komt in het gesloten midden van de apostelen, Zij waren ook opgesloten in zichzelf, vol van ongeloof, en dan opent Jezus hun hart en brengt inzicht en duidelijkheid. Bij zijn terugkomst kan Tomas het niet geloven. Hij had immers Jezus verwacht en gezocht in de "buitenwereld" waar ze altijd samen hadden vertoefd Hij kon Jezus nog niet plaatsen als een levensbron in zichzelf. Hij vraagt om een overtuigend bewijs omdat hij als zoekende nu ook twijfelde aan zijn eigen mening en aanvoelen. Als zoekende had hij sterke argumenten nodig om een ommeker te kunnen bewerkstelligen. Eens Jezus hem overtuigd begrijpt hij zijn eigen zwakte en leegte en ontdekt hij de waarde van de Geestelijke vervulling die nieuw leven schept. Zijn uitspraak: 'Mijn Heer en Miijn God' zijn het fundament van zijn bewustwording.
BeantwoordenVerwijderen