paasmaandag
De twee Maria’s hadden vernomen van de engel dat Jezus was opgestaan uit de dood. Hij zond hen naar de leerlingen waar ze de Blijde Boodschap van de verrezen Heer moesten gaan verkondigen en dat ze Hem in Galilea zullen ontmoeten. Ontzet en opgetogen verlieten ze het graf en snelden naar de leerlingen. Op dat moment, zo lezen we, kwam Jezus hun tegemoet en groette hen. Ze liepen op Hem toe, grepen zijn voeten vast, en bewezen Hem alle eer. Wat een vreugde moet deze ontmoeting gekenmerkt hebben! Een diepe, zalige vreugde!
Geliefde mensen, wij zijn niet de twee Maria’s waarover we vandaag hoorden; de Maria’s die de eer hadden als eersten de verrezen Heer te mogen ‘zien’. Maar de ontmoeting die wij met de Heer mogen hebben is in wezen niet anders dan de ontmoeting tussen de Heer en zijn twee Maria’s.
Diep in onszelf, doorheen situaties, in appèls, in lijden, in onze kwetsbaarheid, in het Woord, in de sacramenten, in de natuur, in de stilte, in gezang, in de vreugde, in de vrede, in de vergeving en verzoening, in lectuur en kunst, … kunnen wij de verrezen Heer ontmoeten. Doorheen dit alles komt Hij ons tegemoet, groet Hij ons ten diepste, verenigt Hij zich met ons.
Vraag is: Zijn we ons hiervan bewust, en geeft deze ontmoeting ons ook die diepe innerlijke vreugde die de twee Maria’s tekenden? Of laten we ons niet meer raken, en doet het ons uiteindelijk nog weinig?
Het is en blijft waar: we moeten die vreugde niet spelen, we mogen haar niet zelf maken. Maar we mogen wel ons hart alle ruimte geven zodat de paasvreugde er dagelijks kan ontluiken.
Het gaat hier om een vreugde die haar wortels vindt in de Heer zelf, in zijn opstanding. Het gaat om een aanraking van de Vader doorheen de Zoon aan ons, herkend in de Geest die sinds ons doopsel in ons woont.
Het is een vreugde van de stille soort, een vreugde diep vanbinnen, een vreugde zonder al teveel uiterlijk 'alleluia'. Het is een vreugde die ons diep in de Heer aanwezig houdt, zoals Hij in ons aanwezig is. Het is een vreugde die ons hele zijn zal verkwikken, verfrissen, en ons zal aanzetten Jezus’ liefde te belichamen, haar te verkondigen in daad en woord.
Het is een vreugde die niet goedkoop is. In tijden van oorlog of corona is ze lang niet vanzelfsprekend. En toch… Pasen is groter dan welke oorlog of welk virus ook. Covid-19 heeft ons een lastige en voor velen pijnlijke tijd bezorgd. De huidige oorlog in Oekraïne doet de wereld op haar grondvesten daveren. De oorlogsgruwel zaait dood en verderf.
En toch ... ja, en toch! Pasen is groter dan wat mensen elkaar aandoen. Geen kogel, geen bom, geen enkel kwaad kan Gods licht verdrijven.
En dáárom moet een christen blijven zingen, en Gods Pasen blijven verkondigen, soms midden in het kwaad.
Laten we vanuit de heilige liturgie, deze dagen beleefd in zovele parochies, abdijen, kerken en kathedralen, Gods liefde belichamen, en alzo de liturgie alle eer geven.
Laten wij bidden ...
Opgestane Heer,
vervul ons met uw verrijzenisvreugde,
opdat wij God mogen bezingen
met en naar allen,
in alle omstandigheden.
Alle dagen van ons leven.
Amen.
Graag wens ik je nog vreugdevolle paasdagen!
kris
BeantwoordenVerwijderenPetrus verkondigt op Pinksterdag de verrezen Christus. Hij doet het met veel overtuiging. Hij weet wat er in de Schriften van het Oude Testament staat. Hij spreekt uit wat David zei. David had het over een nakomeling van hem die de dood niet zou zien. Dat vinden wij in psalm 16, 8-11. David zelf is wel gestorven. We hebben zijn graf nog bij ons, zegt Petrus. Wat de profeet Nathan echter ooit aan David beloofd had, dat God voor hem een huis zou bouwen, een koningschap dat nooit meer zou vergaan, dat ziet Petrus verwerkelijkt in Jezus. Jezus was naar het vlees geboren uit het geslacht van David, maar als Zoon van God heeft Hij getriomfeerd over de zonde en over de dood. Beide zijn nu overwonnen.
De vrouwen mochten Jezus zien. Zij mochten hun Verrezen Heer ontmoeten en zo echt was die ontmoeting, dat zij zelfs Zijn voeten omklemden en Hem aanbaden in Zijn verheerlijkt lichaam. Toen gaf Jezus hun de opdracht dat zij aan Zijn leerlingen moesten gaan zeggen dat zij in Galilea Hem weer zouden zien.
Jezus begint hier aan een veertigdaagse waarin Hij regelmatig zou verschijnen aan Zijn leerlingen. Maar zoals het al was toen Hij op aarde was, zo is het ook nu. Ik moet denken aan de opwekking door Jezus van de jongeling uit Naïn in Lucas 7, 11 – 17. Er waren toen twee stoeten die mekaar ontmoetten: de stoet van Jezus en Zijn leerlingen die de stad Naïn binnentrok, en de stoet die de dode zoon van een weduwe buiten de stad ging begraven. Twee bewegingen waren er toen: de beweging van Jezus en het leven, de beweging ook van een stoet die een dode ten grave ging dragen. Nu, na Jezus’ verrijzenis is dat niet anders. We hoorden zojuist over de eerste beweging: de vrouwen en de verrezen Jezus. Maar ook nu is er een tweede beweging: deze van de hogepriesters die horen dat Jezus’ graf leeg is en dan maar het bericht verspreiden dat Jezus’ leerlingen Zijn lijk hebben gestolen, terwijl de wachters bij het graf sliepen. ‘Dit verhaal is onder de joden verder verteld tot op de dag van vandaag’, zo eindigt de evangelieperikoop vandaag.
Beste broeders en zusters, die twee bewegingen zijn er nog altijd, ook vandaag. Er zijn mensen die zich in de Paasnacht lieten dopen, maar er zijn ook nog altijd mensen die vragen om zich uit te laten schrijven uit het doopregister en dus uit de kerkgemeenschap. Er zijn mensen die in de verrezen Jezus het leven vinden en de zin van hun bestaan; er zijn anderen die er alles aan doen om Jezus te loochenen en om Zijn verrijzenis te ontkennen. Die twee bewegingen zitten, als we nauwlettend toekijken, zelfs in ons eigen hart. Er zijn dagen waarop we Jezus zoeken en ook ontmoeten; er zijn soms ook dagen waar wij twijfelen en zelfs tijdelijk gaan leven ‘etsi deus non daretur’, alsof er geen God, geen Jezus en geen hemel zijn. Deze laatste soort dagen zijn echter niet onze beste dagen. Gelukkig dat we altijd terug mogen keren naar de levende God die ons in Zijn verrezen Zoon altijd weer op komt zoeken. Wat een genade. Laten wij bidden dat veel mensen in deze Paastijd die genade mogen ontvangen van de levende God, die wil dat wij leven, eeuwig leven.
'Laten we vanuit de heilige liturgie, deze dagen beleefd in zovele parochies, abdijen, kerken en kathedralen, Gods liefde belichamen, en alzo de liturgie alle eer geven.'
BeantwoordenVerwijderenDat zeg je weer zo raak Chris. Daar gaat het inderdaad om. Liturgie en leven: het ene voortvloeiend uit het andere.
Daniël : is het niet een vijftigdaagse ?
BeantwoordenVerwijderenJezus begint hier aan een veertigdaagse waarin Hij regelmatig zou verschijnen aan Zijn leerlingen.
Luc, de verschijningen eindigen op Hemelvaart. Dat is de veertigste dag na Pasen. Pinksteren is inderdaad de vijftigste dag, maar dan is Jezus al tien dagen voorgoed terug naar Zijn Vader in de hemel.
Verwijderen