zondag 30 door het jaar - B
Soms is het goed een lezing na deze gelezen te hebben te herlezen, en nog eens, en nog eens, en nog eens. En dan komen er soms pareltjes boven die je in eerste instantie niet zag.
Kijkende naar het evangelie van vandaag, wil ik, samen met u, enkele pareltje van naderbij bekijken.
Een eerste parel is dat Jezus Bartimeüs ontmoet nadat Hij en zijn leerlingen weg gingen van Jericho. Gezien de 'grote menigte' mogen we er van uitgaan dat er in Jericho een levendige ontmoeting heeft plaats gehad tussen Jezus en de mensen, waarschijnlijk met een soort toespraak of zo. Het evangelie van vandaag speelt zich niet af in Jericho, wél op de 'terugtocht'. En dat vind ik nu net zo mooi.
Gebeurt het bij ons niet vaak dat wij achteraf zeggen: 'Ik had er moeten bijzijn', 'ik had dit anders moeten doen', 'ik ben lauw geweest', 'ik heb niet goed geluisterd', 'ik had moeten handelen',... Dat gebeurt vaak. En Jezus weet dat. En Hij redeneert niet van; 'Spijtig, je was er niet, kans verkeken.' Nee, ook dan, of misschien juist dan, komt Hij naar je toe, wil Hij je ontmoeten.
Jezus is altijd gericht op ontmoeting, ook al zijn we 'te laat'. Hij zal ons altijd komen opzoeken. Typisch Jezus.
Een ander pareltje.
Toen de omstanders de opdracht van Jezus kregen Bartimeüs te roepen, zeiden ze tot hem: ‘Houd moed, sta op, Hij roept u.’
Eergisteren, vrijdag, hielden wij eucharistie in het WZC waar ik werk, waar we de lezingen namen van deze zondag. En de priester stelde in zijn welkomstwoordje de volgende vraag: 'Als we langs de kant van de weg zitten, wie hebben we dan nodig?' En een van onze bewoners, iemand met zware dementie nochtans, riep: 'We hebben elkaar nodig'. Prachtig toch!
We hebben inderdaad elkaar nog, zeggende, op welke manier ook: 'Houd moet, sta op, de Heer roept u.' Zoveel mensen, en wellicht wijzelf ook wel eens, zitten soms langs de kant van onze levensweg: neerslachtig, we zien het niet meer, we hebben even geen zin meer, de rugzak die we te dragen hebben is effe te zwaar, laat mij nu gewoon met rust, ik ben te gekwetst geworden, ik heb geen fut, ik wil eruit stappen,... Om welke reden ook zitten heel wat mensen langs de kant van de weg. Kunnen we, net zoals de omstanders uit het evangelie van vandaag, op vraag van Jezus, naar hen toegaan, naast hen gaan zitten, zeggende: 'Komaan, kop boven water, donkerte heeft nooit het laatste woord, ik ben bij je, ik leef met je mee, ik laat je niet los, het leven roept je, de Heer roept je.' Om dan, trouw aan die persoon, met hem op te staan, het leven herpakkend, en als het kan: samen naar de Heer gaan die zo graag ons allen wilt ontmoeten.
Ook dat is Kerk-zijn.
Nog een pareltje.
We hoorden hoe Bartimeüs opsprong, zijn 'mantel afgooide', en naar Jezus ging. Als wij al naar Jezus gaan... hoe gaan wij naar Hem? Heel dikwijls met een zware mantel om ons heen geslagen; met veel ballast, het hoofd gebogen van de zwaarte van van alles en nog wat. Het weerhoudt ons 'op te springen', en naar Jezus te snellen. Ik denk dat het goed is om af en toe eens met onze innerlijke schouders goed te schudden alvorens we naar Jezus gaan. We zijn dikwijls zo met ons eigen bezig, onze eigen zaakjes, onze probleempjes, onze ik-gerichte vraagjes,... in plaats van vrij en onbezonnen, zoals kinderen, naar Jezus te lopen, ons gooiend in zijn armen, met een eenvoudig onbezwaard hart dat zegt: 'Heer, ik zie U graag. Mag ik drinken van je liefde? Vervul me met U'.
Ja, ik zou zeggen: laten we onze zware mantels wat meer afgooien alvorens we naar Jezus gaan.
Nog een laatste pareltje, hoewel er nog te vinden zijn.
Nadat Bartimeüs genezen was van zijn blindheid, 'volgde hij Hem op zijn weg.' Ik vermoed dat wij allemaal wel eens de ervaring hebben gehad in ons leven dat Jezus ons heeft aangeraakt, dat we een diepe ervaring hadden van werkelijke gods-ontmoeting, dat we ons opgetild wisten door de Heer,... Terugblikkend op die ervaring, of ervaringen, waren of zijn we dan ook werkelijk bereid de Heer te volgen, zoals Bartimeüs dat deed? En met volgen bedoel ik dan: zijn we bereid onze naam van christen alle eer aan te doen door Jezus' liefde te dragen, uit te dragen, te belichamen naar de mensen toe ons gegeven? Heeft de ontmoeting met de Heer iets aan ons gedaan? Heeft het ons veranderd? Heeft het ons meer en inniger in Gods liefde gebracht? Heeft het ons werkelijk tot volgelingen gemaakt van de Heer?
We kennen het verhaal van de tien melaatsen die door Jezus genezen worden. Slechts één kwam er terug om Hem te danken. Zij wij die ene, of behoren we tot die negen anderen?
Van harte hoop, wens en bid ik, dat we tot die ene moge behoren. En dat we net, zoals Bartimeüs, de Heer mogen volgen door zijn liefde te belichamen, door zorgend in het leven te staan, naar alle mensen toe, ons gegeven.
Lieve mensen,
ik wens ieder van u een mooie, vredevolle en gezegende zondag toe.
Van harte, kris
Door jouw wijze en aanmoedigende woorden ,ben ik en zéker véle lezers ...door Jezus aangeraakt !
BeantwoordenVerwijderenDank daarvoor en moge HIJ je verder zegenen met Zijn Liefde !
Mooi. Oproepend. Dank je Kris.
BeantwoordenVerwijderendank voor de pareltjes, chris: wel drie!
BeantwoordenVerwijderenvoor mij is de bewerking die schütz maakte van de regels uit psalm van vandaag, psalm 126, 'die mit tränen säen' ook zo'n pareltje. hier van collegium vocale gent olv philip herreweghe
https://www.youtube.com/watch?v=gyQAkKHvBFo&ab_channel=monteverdifan
Inderdaad Stefan, een parel. Zo mooi !!
VerwijderenDank om dit te delen !
Van harte, kris