zondag 6 door het jaar - C

Deze zondag kunnen we de ‘zondag van de zaligsprekingen” of van het “geluk” noemen. Jezus heeft de nacht in gebed doorgebracht. Nu komt Hij van de berg af en vindt een grote menigte voor zich die naar Hem wil luisteren, Hem wil aanraken, Hem nabij wil voelen. De evangelist merkt met een zekere verwondering op (in vers 18 – niet opgenomen in de evangelielezing van vandaag) dat ‘ook degenen die gekweld werden door onreine geesten’ gekomen zijn om van hun ziekte bevrijd te worden. Zij leven in de verwachting van een nieuw en beter leven en hopen dat te vinden door deze jonge profeet die uit Nazaret is gekomen. Er ging een ‘kracht van Hem uit die iedereen genas’ (vers 19).

Jezus ziet deze menigte en Hij besluit om een nieuwe fase van zijn zending in te luiden met een van de belangrijkste discours, dat van de zaligsprekingen. Hij richt zijn woorden tot de armen, tot hen die uitgesloten zijn van het geluk, tot hen die beledigd of afgewezen zijn, tot hen die smeken om gezondheid en genezing.

Jezus zegt tot de armen en de zieken dat zij gelukkig zijn omdat God ervoor gekozen heeft om in de eerste plaats voor hen te zorgen. Het is Jezus zelf die de nieuwe tijd van de zaligsprekingen inluidt: God geeft brood aan de hongerigen en keert de tranen van de bedroefden en de droefheid van de wanhopigen om in vreugde. Het koninkrijk behoort vanaf nu aan de armen, omdat God hun kant kiest.

Deze bladzijde van het evangelie is geen gemakkelijk en oppervlakkig moralisme over de ‘goede armen’, alsof hun ongemakkelijke toestand hen moreel beter maakt dan anderen. Nee, de armen zijn zoals wij allemaal, goed en slecht. Het geluk komt niet voort uit een menselijke conditie, maar uit het feit dat God aan onze zijde staat als onze vriend die het voor ons opneemt. Dat is wat het evangelie openbaart. En dat is in het bijzonder ‘goed nieuws’ voor de armen en de zwakken, de zieken en de bedroefden, de gevangenen en de hulpbehoevenden.
Al deze mensen, die gevangen zitten in het drama van het lijden, hoeven niet langer wanhopig te zijn: God heeft hen tot zijn eerste vrienden uitverkoren en Hij stort zijn barmhartigheid rijkelijk over hen uit.

Het evangelie voegt aan de vier gelukzaligheden nog vier weeklachten toe: ‘Wee jullie rijken… wee jullie die nu verzadigd zijn… wee die nu lachen… wee als alle mensen lovend over je spreken’. Wee, want als je in zo’n situatie verkeert, is het gemakkelijk om te denken dat je het zelf wel redt en dat je niemand nodig hebt, zelfs God niet.

‘Wee ons’, als we de rijke in ons de overhand laten nemen. Jezus wil de armoede op zich niet verheerlijken. Hij wil de rijkdom op zich niet veroordelen.’ Redding hangt niet af van iemands status of levensomstandigheden, maar van de erkenning dat wij Gods kinderen zijn en door Hem bemind worden.

Als wij, die rijk zijn, dichter bij God komen zullen ook de armen gezegend zijn. Want ons ‘bij God zijn’ zal ons doen delen met de armen. Maar ook wij, rijken, zullen gezegend zijn door onze liefdadigheid, want we hebben toegelaten dat de armen ons appeleerden om Gods liefde gestalte te geven.

Een gezegende zondag voor ieder van u.

Naar Vincenzo Paglia (spiritueel raadgever van de Gemeenschap van Sant’ Egidio)

Reacties

  1. Goeie morgen allemaal,
    ja wee de rijken ,dit betekent vol zijn van je ego en zo God geen plaats geven in je hart!
    wee die nu verzadigt zijn ...God niet nodig ,niet delen met de naasten,
    wee die nu lacht ...enkel je "eigen" pleziertjes zoeken ,
    wee als je aanvaardt dat men "boft "met jou ,zonder te verwijzen naar de genade Gods !
    wél zalig als je hongert om Zijn Wil te doen
    zalig als je weent ,om zoveel onrecht en verwijdering van Zijn Liefde
    zalig als ze jou uitlachen en haten omdat je Jezus aanvaardt als Liefdevolle Redder !
    Dit is mijn persoonlijk aanvoelen van Lucas 'Rede'gesterkt door wijze aanduiding van onze 'parochie herder'
    Werk aan de winkel élke dag weer!

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Inderdaad, Jacqueline, God de eerste plaats geven in je hart.
      Hem zoeken, Hem vinden; in jezelf, in de ander.

      Laten we met de Heer vriendschap en gemeenschap beleven met de armen. Al was het maar naar zijn eigen voorbeeld. En liefst ook verbonden met Hem.

      Verwijderen
    2. inderdaad nog veel werk aan de winkel,
      zelfkennis is het begin van de wijsheid

      Verwijderen
  2. Ja de beleving van
    Jacqueline spreekt mij het meest aan.
    Als je arm en hongerig bent,
    ben je in een nederige verwachting.
    De acht zaligheden
    Zijn voor mij de wegwijzers van gaan op het pad van Jezus Christus :
    “Ik ben de Waarheid, de Weg en het Leven”
    Zijn Bergrede was geniaal:
    “Zalig zijn de armen van geest, want van hen is het Konikrijk der Hemelen”
    “Gelukkig wie nederig van hart zijn, want voor hen is het koninkrijk van de hemel”
    Deze intentie spreekt mij het meeste aan als je opweg wenst te Gaan met Jezus Blijde Boodschap.
    Geloven is Step by Step verder gaan.
    De veldrede van Lucas heeft het over armen en hongerige.
    Het een sluit op de andere aan, maar als je uitlegt geef in de aardse zin , dan praat je over wat ze zijn (status) en niet over wie ze
    zijn . In mijn ogen discrimineer je dan.
    “Nederig zijn is een weten van Zijn
    Een Dienstbaar Zijn in vreugde”Amen

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten