zondag 1 vasten - B
De overweging van vandaag is van de hand van Frans Mistiaen, sj
Op deze eerste zondag van de Vasten wordt Jezus - zoals ook wij regelmatig - voor de keuze geplaatst tussen goed en kwaad, tussen verder leven in verbondenheid met God, of ons terugplooien op onze zelfzucht. Jezus koos er duidelijk voor niet te leven voor zichzelf, maar om Gods Blijde Boodschap te verkondigen. Het evangelie van vandaag zegt dat die keuze gebeurde "in de woestijn".
Als men over "de woestijn" spreekt, dan denkt men spontaan aan een plaats van ontbering. En zo komt men ertoe zich de vastentijd voor te stellen als een periode waarin christenen zichzelf verplichten tot een aantal pijnlijke ontberingen (minder snoepen, roken of TV kijken), dus een aantal wilskrachtige ascese-inspanningen die hopelijk heilzaam zijn.
Nu heeft de "woestijn" in de Bijbel een veel diepere betekenis gekregen dan alleen maar een plaats van ontbering. Het Joodse volk had tijdens zijn 40 jaar-durende trektocht ervaren dat de woestijn, óndanks al de ontberingen die zij meemaakten, juist een plaats was geworden van grote solidariteit met elkaar en van sterke verbondenheid met hun God Jahweh. Gedurende die moeizame tocht hadden zij elkaar de hand moeten reiken om samen vooruit te komen en iedereen mee te krijgen. Zij hadden met elkaar het schaarse water leren delen om te overleven. Kortom zij hadden er ontdekt dat zij, met de zeer beperkte uiterlijke middelen die zij toen hadden, een hechte gemeenschap waren geworden, maar evenzeer dat hun God dan juist, als zij elkaar hielpen, heel tastbaar aanwezig was. Toen vooral hadden zij aan de lijve ervaren dat hun God geen verre, afstandelijke en hoogheilige, maar een heel nabije God was, die bevrijding bood, juist doorheen de zorg van mensen voor elkaar. Het was door die grote solidariteit en door die sterke verbondenheid met God daarin dat de woestijn-periode voor hen hét voorbeeld werd van een menselijk leven van hoge kwaliteit.
Ik leg er dus graag de nadruk op dat - volgens de Bijbelse ervaring zelf - God niet wordt erkend in het negatieve van de woestijn, in de ontberingen zelf, maar dat God wordt ervaren in het positieve dat gebeurt óndanks de ontberingen. In onze christelijke spiritualiteit wordt God dus niet ontdekt als men zich alleen maar enkele beperkingen gaat opleggen, maar wordt God wel tastbaar ervaren daar waar mensen het meemaken dat zij tot grotere menselijkheid worden bevrijd, óndanks en doorheen de uiterlijke beperkingen die het leven blijkbaar met zich meebrengt. Wij zijn dus verkeerd als wij de vastentijd voorstellen als een periode van individuele, wilskrachtige verstervingen. Als wij zo beginnen dan is het grote gevaar dat wij in die uiterlijke ascese blijven steken, het belangrijkste missen en dus helemaal geen Bijbelse woestijnervaring meemaken zoals de Kerk dat bedoelt. In het christendom begint de vasten niet aan de buitenkant, niet met uiterlijke beperkingen. Het eerste is de innerlijke vernieuwing. Wij mogen de woestijn maar intrekken als de eerste bekering in ons hart reeds is gebeurd, als het verlangen naar een nieuw Beloofde Land ons van binnenuit uitnodigt, als wij op één of andere manier zelf reeds ervaren hebben dat een innerlijke vernieuwing ons deugd zou doen. En als gevolg daarvan - en niet andersom - gaan wij ons leven dan ook uiterlijk anders organiseren, met andere prioriteiten. "Gedreven door Gods Geest!", zoals Jezus. Dan mogen wij door de woestijn trekken voor een heilzame louteringstijd, niet alleen, maar solidair met elkaar.
Het probleem is dat wij de nood om te veranderen soms wel aanvoelen, maar dat wij aarzelen en schrik hebben om er effectief aan te beginnen. En dat is heel begrijpelijk. Want echte, geestelijke vernieuwing is steeds de vrucht van een pijnlijke, innerlijke tweestrijd: ga ik verder leven in de dubbelzinnigheden die ik in mijn leven stilaan heb ingebouwd? Of kies ik voor grotere echtheid?
Die louteringsperiode mag niet te kort zijn. Echte vernieuwing, die geen strovuur wil zijn, heeft duurzaamheid nodig. De ervaring leert: 40 dagen. 40 is in de Bijbel een symbolisch getal voor de tijd die nodig is opdat een project voldragen zou zijn, tot volle wasdom gekomen, levensvatbaar. Het duurt 40 weken in de moederschoot eer een mens geboren wordt, het duurt 40 jaar in de woestijn eer een volk het Beloofde Land binnengaat. Het duurt 40 dagen in de vasten eer een mens tot een stukje nieuw leven verrijst.
In een volgehouden woestijn-tijd, kunnen wij door geen enkel gemakkelijk troostmiddel meer worden bedwelmd: alcohol, pillen of ander wit poeder, plaatjes uit boekjes of tijd dodende TV-beelden, het aanmaken van face-bookprofieltjes,… Wanneer al de valse afgoden die wij ons hebben gemaakt worden weggeschuurd als door een zandstorm, dan blijft over wat echt is. Dan krijgen de echte verlangens van het hart weer een kans. Dan ontdekken wij dat er échter leven bestaat dan het leven met zijn compromissen, zijn maskers en zijn valsheid, dat wij voorlopig aan het leiden zijn. De woestijn is immers de plaats waar de fata-morgana's ontgoochelen en onze illusies vals blijken. Het is dus de tijd van de waarheid over onszelf, nogal pijnlijk misschien, maar in werkelijkheid, zeer heilzaam.
Eigenlijk moeten wij die woestijn dus niet ver gaan zoeken, of ons uit de wereld terugtrekken. De woestijn is het gewone leven zelf, maar dan wel gereduceerd tot het essentiële, het leven op zijn scherpst, en dit wil zeggen: het leven als een bitsige strijd tussen goed en kwaad. Dan ervaren wij dat het echte leven is: kiezen!, kiezen vóór het goede en tégen het kwaad. Dat is de kern van de woestijn-ervaring.
Het kwaad in ons heeft eigenlijk weinig varianten. Het zijn steeds dezelfde fouten die terugkomen.
Het gevaar bestaat dat wij op de duur minder weerstand bieden en een compromis sluiten: "Ik zal hiermee moeten leren leven!" Maar daardoor juist groeit de innerlijke ontevredenheid en de leegte in ons hart. Daarom kennen wij geen echte vreugde meer.
Ons door het kwaad laten meeslepen is eigenlijk een kinderachtige houding van blijven steken in enkele hebberigheden en kleine pleziertjes, zoals een verwend kind. Reageren tegen het kwaad is een stap naar grotere, innerlijke volwassenheid.
Wie niet weerstaat, wordt misleid en meegesleurd. Echt leven is: "steeds strijden". Daarom is de vasten een tijd van dagelijkse, innerlijke strijd tégen onze zelfzucht, vóór de dienstbaarheid. De echte woestijn-ervaring is een rijke levenstijd van vernieuwde, creatieve weerbaarheid. En de Bijbel leert ons dat "strijd voor echter leven" betekent: onze drie fundamentele relaties herstellen, nl. méér met God verbonden leven, méér solidair met elkaar en authentieker tegenover de dingen rondom ons. Tegenover God gaan wij minder eisen, maar meer danken. Onze medemensen willen wij niet onder de knoet houden; daarom gaan wij gaan de zwakkere meer beschermen. En de dingen die ons ter beschikking krijgen, gaan wij minder grijpen voor onszelf alleen; wij gaan ze meer delen. Dat is echte woestijn-vasten: danken, delen en dienen. Midden in ons gewone leven, meer danken, meer delen en meer dienen.
Hoe wij daarvoor ons leven het best concreet reorganiseren, zal een grote, creatieve weerbaarheid ons wel leren: welke prioriteiten benadrukken wij en welke bijkomstige behoeften durven we schrappen? Maar dat zal van ons dan wel wat meer vragen dan alleen maar wat minder TV-feuilletons bekijken en een keer storten voor Broederlijk Delen.
Aan allen een zalige, geestelijke woestijn-tijd!
Reacties
Een reactie posten